NL9301007A - Bagagedrager voor fietsen. - Google Patents

Description

Bagagedrager voor fietsen.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op bagagedragers voor fietsen, en meer in het bijzonder op een bagagedrager die gemakkelijk aangepast kan worden om op een verscheidenheid aan fietsen te passen.

Een fiets is in het algemeen uitgerust met een bagagedrager om dingen te dragen. Figuur 1 toont een bagagedrager volgens de stand der techniek, die in het algemeen is samengesteld uit een open dragerframe voor het dragen van de lasten, een zittingsteunmonteerframe voor het verbinden van het dragerframe met de zittingsteunen van een fiets, en een free-wheel-as-monteerframe om het dragerframe aan de twee tegenoverliggende einden van een free-wheel-as van de fiets, waarmee het zittingsteunmonteerframe verbonden is, te verbinden. Deze bagagedrager is in geen enkele richting instelbaar. Omdat fietsen in grootte variëren, past deze bagagedrager niet op alle fietsen. Daarom moeten bagagedragers van verschillende maat gebruikt worden voor verschillende fietsen. Figuur 2 toont een andere bagagedrager die een dragerplaat heeft die gemonteerd is op het open dragerframe daarvan om zware lasten te dragen. Deze bagagedrager is nog altijd niet instelbaar, en kan de voornoemde problemen niet elimineren. Omdat de dragerplaat niet juist ondersteund is in de longitudinale richting, kan hij daarenboven beschadigd raken of gemakkelijk deformeren wanneer hij zware lasten draagt. Verder is de achterreflector van een fiets gewoonlijk vastgemaakt aan de achterrand. Het is moeilijk de achterreflector te vervangen wanneer de achterreflector beschadigd is.

Het hoofddoel van de onderhavige uitvinding is een bagagedrager te verschaffen die gemakkelijk zowel verticaal als horizontaal ingesteld kan worden om op een verscheidenheid aan fietsen te passen. Het is een ander doel van de onderhavige uitvinding een bagagedrager te verschaffen die horizontale dragende gedeelten heeft, die met de ondersteunende frames daarvan verbonden zijn om het dragerframe en de dragerplaat te ondersteunen bij het dragen van zware lasten. Het is nog een ander doel van de onderhavige uitvinding een bagagedrager te verschaffen die een vanaf de dragerplaat bij het achterste eind daarvan naar beneden uitstekende montageplaat heeft om een achter-reflector herplaatsbaar te monteren.

Een voorkeursuitvoering van de uitvinding zal nu beschreven worden aan de hand van de toegevoegde tekeningen.

Figuur 1 is een perspectivisch aanzicht van een bagagedrager volgens de stand der techniek; figuur 2 is een perspectivisch aanzicht van een andere opbouw van een bagagedrager volgens de stand der techniek, figuur 3 is een perspectivisch uiteengenomen aanzicht van een bagagedrager volgens de voorkeursuitvoering van de onderhavige uitvinding; figuur 4 is een aanzicht dat de bagagedrager volgens de onderhavige uitvinding geïnstalleerd op een fiets toont; figuur 5 is een bovenaanzicht van de dragerli-chaameenheid volgens de onderhavige uitvinding; figuur 6A toont één opstelling van de zitting-steunmonteereenheid op de dragerlichaameenheid volgens de onderhavige uitvinding; figuur 6B toont een alternatieve opstelling van de zittingsteunmonteereenheid op de dragerlichaameenheid volgens de onderhavige uitvinding; figuur 7 is een schematische tekening die de free-wheel-as-monteereenheid toont, aangepast op de dragerlichaameenheid volgens de onderhavige uitvinding; figuur 8A is een gemonteerd achteraanzicht van één uitvoering van de reflectormonteereenheid volgens de onderhavige uitvinding; en figuur 8B is een gemonteerd achteraanzicht van een alternatieve vorm van de reflectormonteereenheid volgens de onderhavige uitvinding.

Verwijzend naar figuur 3, is een bagagedrager in overeenstemming met de onderhavige uitvinding over het algemeen opgebouwd uit een dragerlichaameenheid, een zittingsteunmonteereenheid, een free-wheel-as-monteereen-heid, en een reflectormonteereenheid.

De dragerlichaameenheid omvat een horizontaal dragerframe 11 ondersteund op twee tegenoverliggende ondersteunende frames 10 om een dragerplaat 13 vast te houden. Ieder ondersteunend frame 10 heeft een boveneind dat onder een rechte hoek opzij gebogen is en tot een horizontaal dragend gedeelte 12 gevormd is om het dragerframe 11 en de dragerplaat 13 te ondersteunen. Het horizontale dragende gedeelte 12 van één ondersteunend frame 10 is verbonden met het horizontale dragende gedeelte van het andere ondersteunende frame (zie ook figuur 5), en daardoor worden het dragerframe 11 en de dragerplaat 13 stevig ondersteund om een zware last te dragen. De dragerplaat 13 heeft twee paar langwerpige gaten 14 die langs twee zijden aangebracht zijn, nabij een voorste eind daarvan.

De zittingsteunmonteereenheid omvat twee plaat-singsblokken 15 die respectievelijk door schroefbouten door de langwerpige gaten 14 aan twee tegenoverliggende zijden bevestigd zijn, en twee verbindingsstangen 17 met aan beide einden een oog die respectievelijk verbonden zijn met de plaatsingsblokken 15 om de dragerlichaameenheid aan de zittingsteunen van een fiets te verbinden. De lengte van de langwerpige gaten 14 is respectievelijk in een transversale richting aangebracht, en daardoor kan de steek tussen de plaatsingsblokken 15 ingesteld worden. Het plaatsingsblok 15 heeft een langwerpige glijgroef 16 waaraan door een schroefbout één van beide oogeinden van iedere verbindingsstang 17 verbonden is. Omdat de verbin-dingsstang 17 door een schroefbout met één oogeinde beves- tigd is aan de langwerpige glijgroef 16 op de respectievelijke plaatsingsblokken 15, kunnen de gecombineerde lengte van de verbindingsstang 17 en de respectievelijke plaatsingsblokken 15 ingesteld worden om op verschillende fietsen te passen, en de hoekpositie van de verbindingsstang 17 op de respectievelijke plaatsingsblokken 15 kan ook ingesteld worden. Zoals getoond in de figuren 6A en 6B, heeft de verbindingsstang 17 een voorste eind dat enigszins zijdelings gebogen is en dan naar voren gedraaid is. Daardoor kan de steek tussen twee verbindingsstangen 17 ingesteld worden door de respectievelijke gebogen einden naar elkaar toe of van elkaar af te draaien, evenals door de positie van de verbindingsstang 17 in ieder paar langwerpige gaten 14 te veranderen.

De free-wheel-as-monteereenheid omvat twee houderframes 18 die respectievelijk bevestigd zijn aan de onderzijde van één van beide ondersteunende frames 10 van de dragerlichaameenheid, en twee U-vormige verbindingsstangen 21 die respectievelijk verbonden zijn met de houderframes 18 om de dragerlichaameenheid aan de free-wheel-as van een fiets te verbinden. Het houder frame 18 omvat twee parallelle doorgaande gaten 19 gekoppeld door een kamer 20. Wanneer de twee tegenoverliggende einden van de verbindingsstang 21 ingebracht zijn in de parallelle doorgaande gaten 19, wordt een schroefbout 22 vastgezet om de twee tegenoverliggende zijwanden van het houderframe 18 aan te spannen (om de diameter van de parallelle doorgaande gaten 19 te verkleinen), en daardoor is de verbindingsstang 21 stevig opgenomen in het houderframe 18. De hoogte van de dragerlichaameenheid op de free-wheel-as waarmee de free-wheel-as-monteereenheid verbonden is, kan ingesteld worden door de positie van het houderframe 18 op de twee tegenoverliggende einden van de respectievelijke ü-vormige verbindingsstangen 21 te veranderen. De verbindingsstang 21 heeft een verbindingsoog 211 dat uitsteekt vanaf het middengedeelte daarvan en longitudinaal in lijn is met één eind daarvan, om het met één van beide einden van de free- wheel-as van een fiets te verbinden. Door het alternatief inbrengen van de twee tegenoverliggende einden van de verbindingsstang 21 in de parallelle doorgaande gaten 19, met het verbindingsoog 211 in lijn gebracht met één van de beide doorgaande gaten 19 in het houderframe 18, past de free-wheel-as-monteereenheid op verschillende wieldia-meters (zie figuur 7).

De reflectormonteereenheid omvat een montage-plaat 23 die zich naar beneden toe uitstrekt vanaf het achtereinde van de dragerplaat 13. De montageplaat 23 is naar de onderzijde toe geleidelijk smaller gemaakt, en heeft twee verticaal op afstand van elkaar geplaatste doorgaande gaten 24 voor het direct monteren van een korte reflector 25 (zie figuur 8A), of voor het monteren van een lange reflector 27 door middel van een langwerpige verbin-dingsplaat 29 (zie figuur 8B). De korte reflector 25 heeft twee schroef stangen 26 die uitsteken vanaf het midden van de achterwand daarvan. Door het inbrengen van de schroef-stangen 26 in de doorgaande gaten 24 van de montageplaat 23 en de schroef stangen 26 dan met respectievelijke borg-moeren te bevestigen, wordt de korte reflector 25 bevestigd aan de montageplaat 23 (zie figuur 8A) . De langwerpige verbindingsplaat 29 omvat aan de rugzijde een verzonken gedeelte 30 dat past over de montageplaat 23, twee verticaal op afstand van elkaar geplaatste doorgaande gaten 31 in het midden om de langwerpige verbindingsplaat 29 door schroefbouten door de doorgaande gaten 24 met de montageplaat 23 te verbinden, en twee langwerpige gaten 32 aan de twee tegenoverliggende einden daarvan die horizontaal in lijn liggen. De lange reflector 27 heeft twee schroefstan-gen 28 die uitsteken vanaf de achterzijde op plaatsen die corresponderen met de langwerpige gaten 32 in de langwerpige verbindingsplaat 29. Door het inbrengen van de schroef stangen 28 door de langwerpige gaten 32 en door hen te bevestigen met respectievelijke borgmoeren 33, wordt de lange reflector 27 bevestigd aan de langwerpige verbindingsplaat 29 (zie figuur 8B) .

Zoals aangegeven verschaft de onderhavige uitvinding een bagagedrager omvattend een dragerlichaameen-heid, een zittingsteunmonteereenheid voor het verbinden van de dragerlichaameenheid met de zittingsteunen van een fiets, een free-wheel-as-monteereenheid voor het verbinden van de dragerlichaameenheid met de free-wheel-as van de fiets, en een reflectormonteereenheid bevestigd aan de dragerlichaameenheid om een reflector vast te houden. Door middel van het veranderen van de steek tussen de verbin-dingsstangen 17 van de zittingsteunmonteereenheid en de verbindingspunten tussen de verbindingsstangen 17 van de plaatsingsblokken, evenals de verbindingspunten tussen de houderframes 18 en de U-vormige verbindingsstangen 21, wordt de bagagedrager ingesteld om op een verscheidenheid aan fietsen te kunnen passen. Verder kunnen verschillende reflectoren naar keuze bevestigd worden aan de dragerlichaameenheid om licht te reflecteren.

Hoewel slechts één uitvoering van de onderhavige uitvinding getoond en beschreven is, zal het duidelijk zijn dat verschillende modificaties en veranderingen aangebracht zouden kunnen worden zonder af te wijken van de aard en de strekking van de uitvinding.

Claims (3)

1. Bagagedrager omvattend: een dragerlichaameenheid voor het dragen van lasten op een fiets, waarbij de dragerlichaameenheid een horizontaal dragerframe omvat, ondersteund op twee tegenoverliggende ondersteunende frames om een dragerplaat vast te houden, waarbij de ondersteunende frames respectievelijk boveneinden hebben die onder een rechte hoek gebogen zijn en gevormd zijn tot een respectievelijk horizontaal dragend gedeelte, en die met elkaar verbonden zijn om het dragerframe en de dragerplaat te ondersteunen, waarbij de dragerplaat twee series langwerpige gaten heeft die langs twee zijden nabij een voorste eind daarvan aangebracht zijn; een zittingsteunmonteereenheid voor het verbinden van de dragerlichaameenheid aan de zittingsteunen van de fiets, waarbij de zittingsteunmonteereenheid twee plaatsingsblokken omvat, die respectievelijk door schroefbouten door de langwerpige gaten aan de dragerplaat bevestigd zijn, waarbij de langwerpige gaten zo gemaakt zijn dat de steek tussen de plaatsingsblokken instelbaar is, en twee van ogen voorziene verbindingsstangen omvat, die ieder een eind hebben dat door een schroefbout in lengterichting en in hoekrichting instelbaar verbonden is met een langwerpige groef in ieder plaatsingsblok en een tegenoverliggend eind dat verbonden is met één van beide zittingsteunen van de fiets, waarbij beide van ogen voorziene verbindingsstangen een voorste eind bezitten dat enigszins zijdelings gebogen is en dan voorwaarts gedraaid is zodat de steek tussen de twee van ogen voorziene verbindingsstangen verandert door iedere van ogen voorziene verbindingsstang over een hoek van,180° rond te draaien.

2. Bagagedrager volgens conclusie 1, omvattend: een free-wheel-as-monteereenheid voor het verbinden van de dragerlichaameenheid met de free-wheel-as van de fiets, waarbij de free-wheel-as-monteereenheid twee houderframes omvat die respectievelijk bevestigd zijn aan de onderkant van één van beide ondersteunde frames van de dragerlichaameenheid, en twee U-vormige verbindingsstangen omvat die verticaal instelbaar verbonden zijn met de houderframes, waarbij iedere ü-vormige verbindingsstang een verbindingsoog heeft dat uitsteekt vanaf een gebogen middengedeelte daarvan en longitudinaal in lijn ligt met één van twee parallelle tegenoverliggende einden daarvan voor verbinding met één van de twee einden van de free-wheel-as van de fiets.

3. Bagagedrager volgens conclusie 1 of 2, omvattend: een reflectormonteereenheid om een reflector op de dragerlichaameenheid te bevestigen, waarbij de reflectormonteereenheid een montageplaat omvat die bij een achtereind van de dragerplaat naar beneden uitsteekt, waarbij de montageplaat aan de onderzijde geleidelijk smaller gemaakt is en twee verticaal op afstand van elkaar geplaatste doorgaande gaten voor het direct monteren van een eerste reflector of voor het monteren van een tweede reflector door middel van een langwerpige verbindingsplaat omvat, waarbij de eerste reflector schroefstangen bezit, die uitsteken vanaf een achterwand daarvan en die door borgmoeren bevestigbaar zijn in de doorgaande gaten op de montageplaat, waarbij de langwerpige verbindingsplaat in het midden een verzonken gedeelte omvat dat over de montageplaat past, twee doorgaande gaten in het verzonken gedeelte omvat om de langwerpige verbindingsplaat door schroeven met de montageplaat te verbinden, en twee langwerpige horizontaal in lijn liggende gaten in twee tegenoverliggende einden daarvan omvat, waarbij de tweede reflector twee schroefstangen heeft, die uitsteken vanaf een achterwand daarvan en die door borgmoeren bevestigbaar zijn in de langwerpige gaten in de langwerpige verbin-dingsplaat.