NL1025811C2

NL1025811C2 - Verbinding tussen een wielas van een voertuig en een de wielas dragende draagarm.

Info

Publication number: NL1025811C2
Application number: NL1025811A
Authority: NL
Inventors: Derk Geert Aalderink; Maarten Peter De Zeeuw
Original assignee: Weweler Nv
Priority date: 2004-03-25
Filing date: 2004-03-25
Publication date: 2005-09-27
Also published as: EP1580044A1

Description

Korte aanduiding: Verbinding tussen een wielas van een voertuig en een de wielas dragende draagarm

De uitvinding heeft betrekking op een verbinding tussen een aslichaam van een wielas van een voertuig en een zich in langsrichting van het voertuig uitstrekkende en het aslichaam in hoofdzaak loodrecht kruisende draagarm van de as, omvattende een steunplaat die aan de van 5 het aslichaam af gekeerde zijde van de draagarm op de draagarm is aangebracht, en klemmiddelen die de steunplaat, de draagarm en het aslichaam vast met elkaar verbinden, waarbij de verbinding verder aan de zijde van de steunplaat een schokdemperbevestigingsdeel omvat voor de bevestiging van een schokdemper, welk schokdemperbevestigingsdeel twee 10 op afstand van elkaar gelegen lippen omvat die elk zijn voorzien van een boring, welke boringen een gemeenschappelijke hartlijn hebben.

Een dergelijke verbinding is bekend uit bijvoorbeeld EP-A-1 088 687. Bij deze bekende verbinding vormen de lippen voor de bevestiging van een schokdemper één geheel met de steunplaat. Dit heeft echter als 15 nadeel dat bij de montage van de schokdemper hoge inwendige materiaalspanningen in de lippen kunnen ontstaan die later kunnen leiden tot breuk. Bij de montage van de verbinding klemmen de klemmiddelen de steunplaat, de draagarm en het aslichaam strak op elkaar. Daarbij kan de steunplaat zodanig vervormen dat de lippen voor de bevestiging van de 20 schokdemper enigszins uit elkaar gaan staan. Bij de daaropvolgende montage van de schokdemper worden de lippen door een door de boringen in de lippen stekende bevestigingsbout weer naar elkaar toe getrokken, waardoor de genoemde spanningen ontstaan.

De uitvinding heeft tot doel dit nadeel te ondervangen.

25 Dit doel wordt bij een verbinding van het aan het begin genoemde type volgens de uitvinding bereikt doordat het schokdemperbevestigingsdeel een afzonderlijk onderdeel is dat wordt gevormd door de twee lippen en een plaatvormig deel waarop de twee lippen vast zijn bevestigd en dat het plaatvormige deel is ingericht om 30 tussen de draagarm en de steunplaat te worden geklemd.

Bij de verbinding volgens de uitvinding heeft een vervorming van de steunplaat tijdens de montage van de verbinding geen invloed op de stand van de lippen voor de bevestiging van de schokdemper, zodat bij de montage van de schokdemper geen of veel lagere inwendige 1025811 " 2 materiaalspanningen in lippen ontstaan. De verbinding heeft nog andere voordelen. Doordat het schokdemperbevestigingsdeel een afzonderlijk onderdeel is, kunnen bij een zelfde steunplaat verschillende schokdemperbevestigingsdelen die bij verschillende demperposities 5 behoren, worden toegepast. De steunplaat is daardoor ruimer toepasbaar. Verder kunnen de oppervlaktebehandelingen van steunplaat en schokdemperbevestigingsdeel verschillend zijn, hetgeen in de praktijk een voordeel kan zijn.

Voorkeursuitvoeringsvormen van de verbinding volgens de uitvinding 10 zijn vastgelegd in de afhankelijke conclusies.

De uitvinding zal in de hierna volgende beschrijving van een bepaalde uitvoeringsvorm van de verbinding volgens de uitvinding worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: fig. 1 een zijaanzicht is van een wielasophanging met 15 luchtveersysteem van een voertuig, gemonteerd aan een chassisbalk van een voertuig, waarin de verbinding volgens de uitvinding is toegepast, fig. 2 op vergrote schaal de steunplaat en het plaatvormige deel van de verbinding volgens de uitvinding samen met een deel van de draagarm en een deel van de schokdemper van de wielasophanging van fig. 20 1 weergeeft, fig. 3 in perspectief en in bovenaanzicht de steunplaat en het plaatvormige deel van de verbinding volgens de uitvinding weergeeft, fig. 4 in perspectief en in onderaanzicht de steunplaat en het plaatvormige deel weergeeft, 25 fig. 5 in perspectief en in bovenaanzicht het plaatvormige deel afzonderlijk weergeeft.

In fig. 1 is in zijaanzicht een wielasophanging met luchtveersysteem van een voertuig weergegeven, waarbij de verbinding tussen het aslichaam van de wielas en de draagarm van de wielas 30 overeenkomstig de uitvinding is uitgevoerd.

In fig. 1 is het aslichaam van de wielas aangeduid met het verwijzingscijfer 1. De weergegeven wielasophanging omvat een aan een chassisbalk van een voertuig, die in fig. 1 zeer schematisch is aangegeven en is aangeduid met het verwijzingscijfer 2, te bevestigen 35 draagbeugel 3, een ter plaatse van een bevestigingspunt 4 scharnierbaar aan de draagbeugel 3 bevestigde draagarm 5, een tussen het op afstand van het bevestigingspunt 4 gelegen vrije eindgedeelte 6 van de draagarm 102581 1 " 3 5 en de chassisbalk 2 aangebrachte luchtveer 7 en een tussen de draagbeugel 3 en de draagarm 5 aangebrachte schokdemper 8.

De draagarm 5, die het as lichaam 1 in de hoofdzaak loodrecht kruist, heeft ter plaatse van het aslichaam een naar boven gekromd 5 gedeelte 9. Het aslichaam 1 is aan de onderzijde van de draagarm in de holte van het gekromde gedeelte 9 aangebracht en is met de draagarm 5 verbonden door middel van een hierna nog nader te beschrijven verbinding volgens de uitvinding, die in het algemeen is aangeduid met het verwijzingscijfer 10.

10 Het aan de onderzijde van de draagarm 5 aanbrengen van het aslichaam heeft als voordeel dat ruimte wordt gecreëerd voor het op het aslichaam 1 aanbrengen van bijvoorbeeld een remsysteem. De uitvinding is echter niet beperkt tot een systeem waarbij het aslichaam aan de onderzijde van de draagarm is aangebracht.

15 De verbinding 10 omvat een steunplaat (stroppenplaat) 11 en twee standaard U-vormige beugels (stroppen) 12 die samenwerken met de steunplaat 11 om de steunplaat 11, de draagarm 5 en het aslichaam 1 vast met elkaar te verbinden.

De steunplaat 11, die in fig. 2-4 meer in detail is weergegeven, 20 is op de bovenzijde van de draagarm tegenover het aslichaam 1 aangebracht en heeft aan de naar de draagarm 5 gerichte zijde een gebogen vorm die is aangepast aan de vorm van het gekromde gedeelte 9 van de draagarm. De U-vormige beugels 12 zijn aan weerszijden van de draagarm 5 om het aslichaam 1 aangebracht en met de vrije eindgedeelten 25 naar boven gericht. Deze vrije eindgedeelten die zijn voorzien van schroefdraad, steken door boringen 14 in de steunplaat 11. Op de boven de steunplaat uitstekende vrije, van schroefdraad voorziene eindgedeelten van de beugels 12 zijn moeren 15 gedraaid. Deze moeren 15 steunen af op de steunvlakken 16 aan de bovenzijde van de steunplaat 11. 30 De boringen 14 in de steunplaat 11 zijn aangebracht in zich vanaf een boven de draagarm 5 gelegen middengedeelte 17 van de steunplaat 11 aan weerszijden naast de draagarm 5 uitstrekkende uitstekende delen 18 van de steunplaat 11. De steunvlakken 16 voor de moeren 15 zijn tenminste gedeeltelijk boven op uitstekende delen 18 aangebracht.

35 De verbinding 11 volgens de uitvinding omvat verder een afzonderlijk schokdemperbevestigingsdeel 21, dat gevormd wordt door twee op afstand van elkaar gelegen lippen 22 en een plaatvormig deel 23 waarop de lippen 22 vast zijn bevestigd (zie fig. 2-5).

1025811 ' 4

De lippen 22 zijn elk voorzien van een boring 24, welke boringen 24 een gemeenschappelijke hartlijn hebben. De lippen 24 dienen voor de bevestiging van de schokdemper 8 door middel van een zich door de boringen. 24 uitstrekkende bevestigingsbout 25 (zie fig. 1 en 2). De 5 schokdemper 8 is aan de andere zijde door middel van een bevestigingsbout 26 bevestigd aan.de draagbeugel 3 (zie fig. 1).

Het plaatvormige deel 23 is ingericht om tussen de draagarm 5 en de steunplaat 11 te worden geklemd, zoals is fig. 2 is aangegeven. Op deze wijze kan de schokdemper 8 stevig worden verbonden met de draagarm 10 5. Het plaatvormige deel 23 is aan de van de lippen 22 afgekeerde zijde voorzien van een eerste aanligvlak 27 dat in gemonteerde toestand van de verbinding passend aanligt tegen de draagarm 5, en aan de zijde van de lippen 22 voorzien van een tweede aanligvlak 28 dat passend aanligt tegen de steunplaat 11.

15 Het tweede aanligvlak 28 is voorzien van een positioneeruitsteeksel 29 en het tegen het tweede aanligvlak 28 aanliggende gedeelte 30 van de steunplaat 11 is voorzien van een met het positioneeruitsteeksel 29 complementaire positioneeruitsparing 31. In de weergegeven uitvoeringsvorm heeft het positioneeruitsteeksel 29 de vorm 20 van een ribbe 29 die zich over de gehele breedte van het plaatvormige deel 23 evenwijdig aan de hartlijn van de boringen 24 in de lippen 22.

Het gedeelte 30 van de steunplaat 11 is verder voorzien van twee sleuven 32 waar de lippen 22 in vallen.

Het positioneeruitsteeksel 29 en de positioneeruitsparing 31 25 hebben een zodanige vorm dat bij de gemonteerde verbinding de klemkrachten zijn geconcentreerd bij het positioneeruitsteeksel 29 en de positioneeruitsparing 31, zodat het schokdemperbevestigingsdeel 21 in hoofdzaak daar ter plaatse wordt vastgeklemd. Hierdoor kunnen toleranties in de draagarm 5 en de steunplaat 11 worden opgevangen en 30 ongewenste spanningsconcentraties worden vermeden.

De toepassing van een afzonderlijk schokdemperbevestigingsdeel 21 heeft een aantal voordelen. Een vervorming van de steunplaat 11 tijdens de montage van de verbinding heeft geen invloed op de stand van de lippen 22 voor de bevestiging van de schokdemper 8, zodat bij de montage 35 van de schokdemper 8 geen of veel lagere inwendige materiaalspanningen in lippen 22 ontstaan. Bovendien kunnen bij een zelfde steunplaat 11 verschillende schokdemperbevestigingsdelen 21 die bij verschillende demperposities behoren, worden toegepast. De steunplaat 11 is daardoor 110Γ 311 5 ruimer toepasbaar. Verder kunnen de oppervlaktebehandelingen van steunplaat 11 en schokdemperbevestigingsdeel 21 verschillend zijn, hetgeen in de praktijk een voordeel kan zijn.

1025811

Claims

1. Verbinding tussen een aslichaam van een wielas van een voertuig en een zich in langsrichting van het voertuig uitstrekkende en het 5 aslichaam in hoofdzaak loodrecht kruisende draagarm van de as, omvattende een steunplaat die aan de van het aslichaam af gekeerde zijde van de draagarm op de draagarm is aangebracht, en klemmiddelen die de steunplaat, de draagarm en het aslichaam vast met elkaar verbinden, waarbij de verbinding verder aan de zijde van de steunplaat een 10 schokdemperbevestigingsdeel omvat voor de bevestiging van een schokdemper, welk schokdemperbevestigingsdeel twee op afstand van elkaar gelegen lippen omvat die elk zijn voorzien van een boring, welke boringen een gemeenschappelijke hartlijn hebben, met het kenmerk, dat het schokdemperbevestigingsdeel een afzonderlijk onderdeel is dat wordt 15 gevormd door de twee lippen en een plaatvormig deel waarop de twee lippen vast zijn bevestigd en dat het plaatvormige deel is ingericht om tussen de draagarm en het steunplaat te worden geklemd.

2. Verbinding volgens conclusie 1, waarbij het plaatvormige deel aan 20 de van de lippen afgekeerde zijde is voorzien van een eerste aanlegvlak dat in gemonteerde toestand van de verbinding passend aanligt tegen de draagarm, en aan de zijde van de lippen is voorzien van een tweede aanligvlak dat passend aanligt tegen de steunplaat.

3. Verbinding volgens conclusie 2, waarbij het tweede aanligvlak is voorzien van een positioneeruitsteeksel en het tegen het tweede aanligvlak aanliggende gedeelte van de steunplaat is voorzien van een met het positioneeruitsteeksel complementaire positioneeruitsparing.

4. Verbinding volgens conclusie 3, waarbij het positioneeruitsteeksel de vorm heeft van een ribbe die zich over in hoofdzaak de gehele breedte van het plaatvormige deel evenwijdig aan de hartlijn van de boringen in de lippen uitstrekt. 35 1025811