NL9300947A - Inrichting voor het transporteren en leggen van plaatvormige bestratingselementen. - Google Patents

Description

INRICHTING VOOR HET TRANSPORTEREN EN LEGGEN VAN PLAATVORMIGE BESTRATINGSELEMENTEN.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het transporteren en leggen van plaatvormige bestratingselementen, bestaande uit een met de hand verrijdbaar, op twee wielen rustend, gestel voorzien van een kleminrichting.

Een dergelijke inrichting is bekend uit het Nederlandse octrooischrift 157366. Deze bekende inrichting is bestemd voor het in vertikale stand transporteren van zware bestratingselementen en deze op de plaats van bestemming te leggen. De inrichting bestaat uit een, op twee wielen rustend, gestel en een in vertikale en horizontale stand kantelbare kleminrichting welke bestaat uit beweegbare klemplaten.

De uitvinding beoogt een inrichting te verschaffen waarmee het mogelijk is bestratingselementen uit horizontale positie vast te klemmen, op te nemen en op de plaats van bestemming neer te leggen, op een van te voren gevlakt zandbed.

Uitvoering A van de inrichting wordt aangewend voor zware betonnen bestratingselementen in de formaten 40 x 40, 50 x 50, 40 x 60 cm enz. Uitvoering B van de inrichting is met name bedoeld voor trottoirtegels.

Gemeend wordt dat met de inrichting volgens onderhavige aanvrage een sterk verbeterde werkhouding wordt verkregen en de lichamelijke arbeid, welke nodig is om het werk uit te voeren, sterk wordt verminderd. De inrichting is zeer wendbaar en de constructie stelt de stratenmaker in staat een bijna loodrecht zicht te hebben op de werkplek. Mede hierdoor is de tegel ten opzichte van de reeds geplaatste tegels goed te positioneren. De inrichting is eenvoudig van constructie en goedkoop te produceren waardoor de inrichting mede uitermate geschikt is voor de verhuursector. Uitvoering A van de inrichting kan op eenvoudige wijze omgebouwd worden tot een steekwagentje waardoor de inrichting multifuncioneel wordt.

De inrichting wordt gekenmerkt doordat het ene deel van de kleminrichting aan de onderzijde van het gestel is vastgemaakt en het andere deel op enige afstand daarvan scharnierend aan het gestel is bevestigd. Hiermee wordt bereikt dat de afstand tussen de klemelementen wordt vergroot als het gestel 31 naar voren wordt gekanteld en verkleind als het gestel naar achteren wordt gekanteld. Wanneer nu het gestel met het vaste klemelement tegen een tegel wordt geplaatst en het gestel naar voren wordt gekanteld zal het beweegbare klemelement over de tegel vallen. Bij het achterover kantelen van het gestel zal de tegel worden vastgeklemd en vervolgens over een geringe hoogte worden opgetild. Bij het achterover kantelen moet het gestel aan de onderzijde geblokkeerd worden. Dit kan op eenvoudige wijze door een voet op de as, waar zich de wielen op bevinden, te laten rusten. De tegel kan nu getransporteerd worden. Op de plaats van bestemming wordt het gestel naar voren gekanteld zodanig dat de tegel, aan de zijde van het vaste klemelement, komt te rusten tegen het reeds aangelegde straatwerk. Bij het verder naar voren kantelen van het gestel zal de tegel aan de voorkant de ondergrond raken. Doordat de klemkrachten en daarmee de wrijvingskrachten kleiner worden bij het verder vergroten van de afstand tussen de klemelementen zal de tegel, op een zeker moment, op zijn plaats vallen waarbij de tegels onderling zeer strak aansluiten. De inrichting kan nu verwijderd worden door met de voet het scharnierende klemelement op te lichten.

De inrichting volgens de uitvinding zal aan de hand van de tekening worden toegelicht, waarin: fig. 1 toont uitvoering A in zijaanzicht; fig. 2 toont uitvoering A in achteraanzicht; fig. 3 t/m 5 tonen uitvoering A in verschillende werkstanden; fig. 6 toont uitvoering A omgebouwd tot steekwagentje; fig. 7 toont uitvoering B in doorsnede van het zijaanzicht; fig. 8 toont uitvoering B in achteraanzicht.

Referentiecijfers van overeenkomstige constructieonderdelen zullen voor uitvoering B tussen haakjes worden aangegeven.

De inrichting volgens de uitvinding bestaat uit een frame 1 (16) gedragen door wielen 9 (19) welke aan de onderzijde voorzien is van een vast klemelement 3 (13). Op enige afstand van ; het vaste klemelement 3 (13) bevindt zich aan het frame 1 (16) een scharnierpunt 7 (17) waar het klemelement 4 (14) scharnierend is bevestigd. Voorzieningen 8 (20) beperken de bewegingsvrijheid van het klemelement 4 (14) om de volgende redenen: - de inrichting blijft in een bepaalde ruststand staan, i rustend enerzijds op de wielen 9 (19) en anderzijds op het uiteinde van het beweegbare klemelement 4 (14).

- bij het achterover kantelen van het gestel zal het beweegbare klemelement 4 (14) op een bepaald moment mee kantelen. Aanslagnokken 2 (12) zorgen ervoor dat het vaste klemelement 3 (13) de tegel 5 (15) niet te laag aangrijpt. Bij uitvoering A volgens fig. 2 kunnen de afstandbussen 11 tussen afstandbus 10 en de wielen 9 worden geplaatst. Hiermee wordt de wielbasis en daarmee de stabiliteit vergroot hetgeen gewenst is als het gestel is omgebouwd tot steekwagentje volgens fig.6.

De kleine wielbasis is noodzakelijk bij het leggen van bepaalde tegelpatronen zoals het zogenaamde molenwiek patroon waarbij vier tegels van het formaat 60 x 40 cm een vierkant vormen van 100 x 100 cm. De, bij dit patroon, beschikbare wielbasis is maximaal 20 cm. Het beweegbare klemelement 4 volgens fig.l is verstelbaar waardoor deze aangepast kan worden op de verschillende tegelformaten. Handgreep 18 volgens fig. 7 en 8 is verstelbaar en dient er voor de inrichting, met of zonder tegel, draagbaar te maken. De inrichting kan zelfs zonder wielen worden uitgevoerd als de tegels slechts over een geringe afstand behoeven te worden verplaatst.

De inrichting volgens de uitvinding werkt als volgt:

De te leggen tegels zijn op hun kant in pakketen aangeleverd. De tegel die door de inrichting moet worden opgepakt moet eerst in horizontale positie worden gebracht. Dit kan eenvoudig door met de voet of met de hand de tegel om te laten vallen op bijvoorbeeld een rubber deurmat. De inrichting wordt nu met het vaste klemelement tegen de tegel geplaatst. Door de inrichting voorover te kantelen zal het beweegbare klemelement, op een zeker moment, over de tegel vallen zoals aangegeven in fig.3. Door de inrichting nu achterover te kantelen, waarbij de voet tegen de wielas steunt, zal de tegel over een geringe hoogte worden opgenomen zoals aangegeven in fig.4. De inrichting, met de vastgeklemde tegel, wordt nu naar de te bestraten plaats gereden, waarbij de wielen zich bewegen over het reeds bestrate gedeelte. De in de inrichting geklemde tegel wordt nu tegen het reeds bestrate gedeelte geplaatst zoals aangegeven in fig. 5. Waarneer de inrichting nu verder naar voren wordt gekanteld zal eerst de voorkant van de tegel de ondergrond raken en vervolgens zal de tegel in zijn geheel op zijn plaats vallen.

Wanneer de te plaatsen tegel met een van de onderhoeken links of rechts tegen de eerder geplaatste tegels rust, wat kan voorkomen als de tegel niet goed is gepositioneerd, is door de inrichting wat heen en weer te kantelen het toch mogelijk de tegel goed aan te laten sluiten op het bestaande straatwerk.

De klem- en wrijvingskrachten worden beurtelings kleiner en groter waardoor de tegel ten opzichte van het vaste klemelement in langsrichting zal verschuiven totdat de tegel op zijn plaats ligt.

Bij het weghalen van bestaand tegelwerk is het noodzakelijk eerst wat ruimte tussen de te verwijderen tegel en het overige tegelwerk te creëren met behulp van bijvoorbeeld een spitriek of een platte schop. De inrichting wordt nu met het vaste klemelement tegen de te verwijderen tegel geplaatst waarbij de wielen zich in het zandbed bevinden. Bij het voorover kantellen van de inrichting zal het beweegbare klemelement tussen de zojuist gecreëerde ruimte vallen. Wanneer de tegel is opgenomen wordt de inrichting in het zandbed gekeerd en achterwaarts op de bestaande bestrating getrokken. Het is mogelijk, met een geringe krachtsinspanning, de tegels te stapelen door de inrichting beurtelings van het ene wiel op het andere wiel te laten kantelen waardoor trapsgewijs hoogteverschillen zijn te overbruggen.

Claims (7)

1. Inrichting voor het transporteren en leggen van plaatvor-mige bestratingselementen, bestaande uit een met de hand verrijdbaar, op twee wielen rustend, gestel voorzien van een kleminrichting, met het kenmerk, dat het ene deel van de klem-inrichting 3 (13) aan de onderzijde van het gestel is vastgemaakt en het andere deel 4 (14), op enige afstand daarvan, scharnierend aan het gestel is bevestigd.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het scharnierende klemelement 4 in lengte verstelbaar is.

3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het scharnierende klemelement 4 (14) door voorziening 8 (20) in de bewegingsvrijheid wordt beperkt.

4. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het vaste klemelement 3 (13) is voorzien van twee aanslagnokken 2 (12).

5. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het scharnierend klemelement 4 verwisseld kan worden met een steek-wagen hulpstuk.

6. Inrichting volgens conclusie 1 en 5, met het kenmerk, dat de wielbasis aangepast kan worden.

7. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het uitvoering B is voorzien van een verstelbare handgreep 18. Hierbij 5 bladen tekeningen.