NL9500627A - Inrichting voor het opnemen en transporteren van een plaatvormig voorwerp. - Google Patents

Description

Inrichting voor het opnemen en transporteren van een plaatvormig voorwerp

Bijvoorbeeld bij stratenmakersbedrijven wordt het als een bezwaar gezien, dat zware plaatvormige voorwerpen met de hand moeten worden opgenomen en naar een werkplek getransporteerd.

Het is een doel van de uitvinding, een inrichting te bieden, die dit zware en onaangename werk zeer aanzienlijk kan verlichten, waardoor spierkracht van een gebruiker aanzienlijk efficiënter kan worden ingezet en medische klachten als gevolg van een verkeerde houding bij het tillen effectief worden voorkomen.

Het is een verder doel van de uitvinding, een inrichting te bieden, waardoor de effectiviteit van het opnemen en transporteren van tegels aanzienlijk kan worden verbeterd, hetgeen in het bijzonder bij bedrijfsmatige toepassingen van belang is.

Bovengenoemde doelstelling worden gerealiseerd met een inrichting voor het opnemen en transporteren van een plaatvormig voorwerp, bijvoorbeeld een betontegel, welke inrichting omvat: een gestel; aan de voorkant van dat gestel aangebrachte opnemer voor het opnemen van een voorwerp, welke opnemer een ondersteun en een op gekozen hoogte ten opzichte daarvan geplaatste bovensteun omvat, tussen welke steunen een voorwerp met ruimte past; en kantelmiddelen voor het rond een zich in dwarsrichting uitstrekkende hartlijn kantelen van het gestel; een en ander zodanig, dat de ondersteun met een vrije voorste zone onder een voorwerp kan worden geschoven, totdat de bovensteun zich boven de betreffende rand van het voorwerp bevindt, waarna door het uitoefen van een omhoog gerichte kracht de opnemer met zijn voorste zone omhoog wordt gekanteld rond de genoemde hartlijn met meeneming van het voorwerp.

Een zware professionele uitvoering kan zijn voorzien van koppelmiddelen, met behulp waarvan de inrichting kan worden gedragen door een gemotoriseerde inrichting, bijvoorbeeld een shovel.

Een met de hand bedienbare inrichting kan omvatten: twee aan beide zijkanten van het gestel aangebrachte, rond een gemeenschappelijke hartlijn vrij roteerbare wielen; en een aan de achterkant van het gestel aangebrachte, zich schuin omhoog uitstrekkende arm met een handgreep.

Zeer eenvoudig en praktisch is die uitvoering, waarin de rotatie-hartlijn van de wielen samenvalt met de kantel-hartlijn van het gestel. Aldus worden twee functies op een natuurlijke wijze met elkaar verenigd, hetgeen de inrichting eenvoudig en goedkoop maakt.

Om gemakkelijk bochten te kunnen maken verdient die uitvoering de voorkeur waarin de wielen individueel vrij roteerbaar zijn.

Een andere uitvoering vertoont de bijzonderheid dat ten minste één paar wielen is aangebracht op een met het gestel gekoppelde gemeenschappelijke as.

Om de spoorbreedte van de inrichting te kunnen aanpassen verdient in de laatste uitvoering die variant de voorkeur waarin de as wegneembaar is.

Bij voorkeur vertoont de inrichting de bijzonderheid dat de ondersteun ten minste twee draagstroken omvat.

Deze uitvoering kan in het bijzonder het kenmerk vertonen dat aangrenzende draagstroken een naar voren toe zich verwijdende ruimte begrenzen.

Omdat de voorste zone relatief zwaar op slijtage belast wordt, verdient die uitvoering de voorkeur, waarin de voorste zone van de ondersteun slijtvast is.

Om het opnemen van een plaatvormig voorwerp van de grond gemakkelijk mogelijk te maken verdient die uitvoering de voorkeur waarin bij neerwaartse kanteling van de opnemer de voorste zone van de ondersteun de grond raakt.

Aanpassing aan verschillende dikten van op te nemen voorwerpen kan plaatsvinden met een variant waarin de hoogte van de bovensteun instelbaar is.

Bij het opnemen van plaatvormige voorwerpen waarvan het bovenvlak een zekere kwetsbaarheid vertoont kan gebruik worden gemaakt van een variant, waarin de bovensteun aan zijn naar de ondersteun gerichte zijde is voorzien van een zachte laag. Een dergelijke zachte laag kan bijvoorbeeld uit een rubberachtig materiaal bestaan. Bijvoorbeeld bij het opnemen van marmeren platen met glad gepolijst bovenvlak wordt hiermee effectief voorkomen, dat het bovenvlak beschadigd raakt.

In het bijzonder in het geval, waarin zware voorwerpen moeten worden opgenomen en getransporteerd kan gebruik worden gemaakt van een uitvoering waarin het gestel aan zijn achterkant een met de voet omlaag te drukken uitsteeksel vertoont.

De aandacht wordt er op gevestigd, dat bij voorkeur de spoorbreedte, dat wil zeggen de grootste breedte van de inrichting, kleiner is dan de breedte van een op te nemen voorwerp. Aldus kunnen voorwerpen met hun betreffende zijranden tegen aanwezige structuren, bijvoorbeeld een muur, worden aangebracht.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekeningen. Hierin tonen:

Figuur 1 een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van een inrichting volgens de uitvinding;

Figuur 2 een zijaanzicht van de inrichting volgens figuur 1 tijdens bedrijf;

Figuur 3, 4, 5 en 6 schematische bovenaanzichten ter toelichting van verschillende gebruiksmogelijkheden; en

Figuur 7 een schematisch perspectivisch deelaanzicht van een alternatief.

Figuur 1 toont een inrichting 1 volgens de uitvinding. Deze inrichting is geschikt voor het opnemen en transporteren van een plaatvormig voorwerp, bijvoorbeeld een betontegel 2.

De inrichting 1 omvat een gestel 3, een aan de voorkant van het gestel aangebrachte opnemer 4, die een ondersteun 5 en een op instelbare ten opzichte daarvan geplaatste bovensteun 6 omvat, tussen welke steunen 5, 6 tegel 2 met ruimte past.

De bovensteun is door middel van schroefmiddelen 7 en een bijbehorende sleutel 8 in hoogte instelbaar, waardoor tegels van verschillende dikten kunnen worden geaccommodeerd. De bovensteun 6 is op en neer schuifbaar in een sleuf 35, zoals in figuur 1 is getoond.

Het gestel 3 draagt een wegneembare as 9, die wielen 10, 11 draagt. Deze wielen zijn individueel vrij roteerbaar.

De ondersteun 5 omvat twee draagstroken 12, 13, die samen een naar voren toe zich verwijdende ruimte 14 begrenzen. De draagstroken 13 zijn aan hun voorranden voorzien van slijtvaste blokken 15, 16.

In de in figuur 1 getoonde situatie raken de wielen 10, 11 en de blokken 15, 16 de met 17 aangeduide grond. Een arm 18 is met het gestel 3 verbonden en draagt een telescopisch verschuifbare losse arm 19 met een handgreep 20. Door middel van een pen 21 is de arm 19 ten opzichte van de arm 18 in gekozen posities vastzetbaar. Daartoe draagt de arm 19 op onderlinge afstand gerangschikte gaten 22 die in register kunnen worden gebracht met corresponderend geregistreerde gaten 23 in de arm 18. De bovensteun 6 is uitgevoerd als een rand, aan de onderzijde waarvan zich een rubberen strook 24 bevindt. Voor het opnemen van ruwe tegels kan worden afgezien van deze strook 24.

Een uitsteeksel 25 aan gestel 3 dient er voor om de gebruiker in de gelegenheid te stellen daarop met zijn voet een omlaag gerichte kracht uit te oefenen voor het omhoog kantelen van zeer zware lasten.

De figuren 3, 4, 5 en 6 tonen enkele mogelijke wijzen van opbeuren van verschillende tegels. In het bijzonder wordt gewezen op figuur 6, waaruit blijkt, dat ook twee tegels 26, 27 tegelijkertijd kunnen worden opgenomen.

Figuur 2 toont, dat een blok tegels 2 omsnoerd door een band 28 wordt geleverd. Na het verwijderen van deze omsnoering komen de eindtegels als het ware los te liggen, waarbij steeds een laatste tegel op de grond ligt om te worden opgenomen door de inrichting 3, conform de in figuur 1 getoonde situatie.

Figuur 7 toont een inrichting 2 9 volgens de uitvinding, die via een draaggestel 30 wordt gedragen door een hydraulisch bedienbare stangenmechanisme 31, dat deel uitmaakt van een gemotoriseerde inrichting, bijvoorbeeld een shovel. In deze uitvoering kan de inrichting 29 worden beschouwd als een bredere versie van de inrichting volgens figuur l. Hij omvat drie paren stroken 12, 13, die overigens identiek zijn aan de corresponderend genummerde stroken 12, 13 volgens figuur 1. Ook de bovensteun 32 is op dezelfde wijze uitgevoerd als de bovensteun 6, maar vertoont een grotere lengte. Hetzelfde geldt voor de rubberen strook 33.

De hoogte-instelling van de bovensteun 32 vindt plaats door gebruikmaking van twee schroefmiddelen 34, corresponderend met de schroefmiddelen 7 volgens figuur 1.

De getoonde uitvoeringen hebben alle met elkaar gemeen dat een opgenomen voorwerp wordt gedragen door de slijtvaste blokken 15, 16, dus in het algemeen de voorste zones van de ondersteun 5 en tegen kantelen wordt behoed door de bovensteun 6.

Claims (14)

1. Inrichting voor het opnemen en transporteren van een plaatvormig voorwerp, bijvoorbeeld een betontegel, welke inrichting omvat: een gestel; aan de voorkant van dat gestel aangebrachte opnemer voor het opnemen van een voorwerp, welke opnemer een ondersteun en een op gekozen hoogte ten opzichte daarvan geplaatste bovensteun omvat, tussen welke steunen een voorwerp met ruimte past; en kantelmiddelen voor het rond een zich in dwarsrichting uitstrekkende hartlijn kantelen van het gestel; een en ander zodanig, dat de ondersteun met een vrije voorste zone onder een voorwerp kan worden geschoven, totdat de bovensteun zich boven de betreffende rand van het voorwerp bevindt, waarna door het uitoefen van een omhoog gerichte kracht de opnemer met zijn voorste zone omhoog wordt gekanteld rond de genoemde hartlijn met meeneming van het voorwerp.

2. Inrichting volgens conclusie 1, omvattende koppelmiddelen, met behulp waarvan de inrichting kan worden gedragen door een gemotoriseerde inrichting, bijvoorbeeld een shovel.

3. Inrichting volgens conclusie l, omvattende twee aan beide zijkanten van het gestel aangebrachte, rond een gemeenschappelijke hartlijn vrij roteerbare wielen; en een aan de achterkant van het gestel aangebrachte, zich schuin omhoog uitstrekkende arm met een handgreep.

4. Inrichting volgens conclusie 3, waarin de rotatie-hartlijn van de wielen samenvalt met de kantel-hartlijn van het gestel.

5. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de wielen individueel vrij roteerbaar zijn.

6. Inrichting volgens conclusie 1, waarin ten minste één paar wielen is aangebracht op een met het gestel gekoppelde gemeenschappelijke as.

7. Inrichting volgens conclusie 6, waarin de as wegneembaar is.

8. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de ondersteun ten minste twee draagstroken omvat.

9. Inrichting volgens conclusie 8, waarin aangrenzende draagstroken een naar voren toe zich verwijdende ruimte begrenzen.

10. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de voorste zone van de ondersteun slijtvast is.

11. Inrichting volgens conclusie 1, waarin bij neerwaartse kanteling van de opnemer de voorste zone van de ondersteun de grond raakt.

12. Inrichting volgens conclusie l, waarin de hoogte van de bovensteun instelbaar is.

13. Inrichting volgens conclusie l, waarin de bovensteun aan zijn naar de ondersteun gerichte zijde is voorzien van een zachte laag.

14. Inrichting volgens conclusie 1, waarin het gestel aan zijn achterkant een met de voet omlaag te drukken uitsteeksel vertoont.