NL9300926A

NL9300926A - Transportinrichting en werkwijze voor het langs een geleidingsbaan transporteren van containers.

Info

Publication number: NL9300926A
Application number: NL9300926A
Authority: NL
Original assignee: Hollandia Ind Mij Nv
Priority date: 1993-05-28
Filing date: 1993-05-28
Publication date: 1994-12-16
Also published as: AU6937094A; WO1994027851A1

Description

Transportinrichting en werkwijze voor het langs een geleidingsbaan transporteren van containers.

De uitvinding heeft betrekking op een transportinrichting en werkwijze voor het langs een geleidingsbaan transporteren van containers.

Een bestaande transportinrichting voor het langs een geleidingsbaan transporteren van containers wordt gevormd door een spoorbaan en een daarover verplaatsbaar treinstel waarop de containers geplaatst zijn. De werkwijze voor containertransport met een dergelijke inrichting bestaat uit het met containers beladen van het treinstel, het over de spoorbaan verplaatsen van het beladen treinstel en het vervolgens op de plaats van bestemming van het treinstel nemen van de containers. Voordelen van treintransport zijn onder andere snelheid van vervoer, milieuvriendelijkheid en ontlasten van het wegennet. Nadelen van dergelijke treintransport van containers worden gevormd door de hoge investeringskosten in de spoorbaan, de beperkte flexibiliteit met betrekking tot het transport wanneer een trein eenmaal is beladen en de voorraadvorming bij het beladen en leegladen van de trein. De uitvinding heeft als doel een transportinrichting en werkwijze te verschaffen voor snel en milieuvriendelijke containertransport zonder het wegennet te belasten waarbij de investering in een geleidingsbaan kleiner is dan bij bestaande spoorbanen, de transportflexibiliteit vergroot wordt en de voorraadvorming bij beladen en leegladen beperkt wordt ten opzichte van bestaand treintransport .

De uitvinding verschaft daartoe een transportinrichting voor het langs een geleidingsbaan transporteren van containers omvattende tenminste één geleidingsbaan, tenminste één langs de geleidingsbaan verplaatsbaar draaglichaam voor tenminste één transportcontainer, tenminste één aandrijving voor het verplaatsen van het draaglichaam en een regelsysteem voor de besturing van het draaglichaam. Met behulp van deze transportinrichting is het mogelijk een aantal draaglichamen op afstand van elkaar langs de gelei-dingsbaan te verplaatsen. Wanneer slechts één of enkele containers per draaglichaam worden getransporteerd is de belasting van de geleidingsbaan beperkt en kan deze relatief licht worden geconstrueerd. Bovendien is de transportflexi-biliteit groot en is de benodigde voorraadvorming voor beladen en lossen gering.

Het draaglichaam omvat bij voorkeur aandrijfmidde-len. De aandrijfmiddelen bestaan bij voorkeur uit tenminste één elektromotor. Door de aandrijfmiddelen kan een draaglichaam zich zelfstandig in de geleidingsbaan verplaatsen. Een elektromotor is relatief stil in verhouding tot verbrandingsmotoren en veroorzaakt nabij de geleidingsbaan geen uitstoot van uitlaatgassen.

De transportinrichting wordt bij voorkeur gekenmerkt doordat de voeding van de elektrische aandrijfmiddelen door middel van een met het draaglichaam verbonden taster die in verbinding staat met een met de geleidingsbaan verbonden spanningsbron aan het draaglichaam wordt toegevoerd. Zo kan de energie uit een elektriciteitsnet worden onttrokken.

Het draaglichaam hangt bij voorkeur aan de geleidingsbaan. Op deze wijze kan van of uit een container vallende materie de geleidingsbaan niet verontreinigen.

Het draaglichaam staat bij voorkeur op de geleidingsbaan. Op deze wijze kan het draaglichaam niet eenvoudig loskomen van de geleidingsbaan.

De geleidingsbaan is bij voorkeur van een mantel voorzien, om ervoor te zorgen dat de baan droog en schoon blijft, niemand op de baan kan komen en de geluidsoverlast van een over de geleidingsbaan bewegend draaglichaam verder kan worden beperkt. Een ander voordeel van de mantel is het voorkomen van vervuilen van de geleidingsbaan.

De geleidingsbaan staat bij voorkeur in verbinding met tenminste één rangeerterrein. Het draaglichaam is bij voorkeur rangeerbaar. Door deze maatregelen is het mogelijk een draaglichaam uit de geleidingsbaan te plaatsen voor bijvoorbeeld het laden, lossen of onderhouden van het draag-lichaara.

Het regelsysteem is bij voorkeur voor meerdere draaglichamen centraal opgesteld. Een centraal regelsysteem kan de afstand tussen twee opeenvolgende draaglichamen regelen en kan, indien zich ergens een storing voordoet, direkt ingrijpen.

De geleidingsbaan is bij voorkeur dubbel uitgevoerd voor transport in twee richtingen. Een dubbel uitgevoerde geleidingsbaan maakt het mogelijk de capaciteit per geleidingsbaan optimaal te benutten.

Het regelsysteem regelt de afstand tussen twee opeenvolgend zich in de geleidingsbaan bevindende draaglichamen bij voorkeur zodanig dat een maximale belasting van de geleidingsbaan niet overschreden wordt. Afhankelijk van de maximale toegestane belasting van de geleidingsbaan en eventueel ook het gewicht van de draaglichamen kan de afstand tussen twee opeenvolgende draaglichamen geregeld worden. Zo wordt de beschikbare transportcapaciteit optimaal benut.

Ter verduidelijking van de onderhavige uitvinding is in de bijgaande figuren een aantal niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden weergegeven. Hierin toont: fig. 1 een aanzicht op een gedeeltelijk opengewerkte perspektivische weergave van een enkelvoudige transportinrichting overeenkomstig de onderhavige uitvinding, fig. 2 een perspektivisch aanzicht op een dubbele transportinrichting overeenkomstig de onderhavige uitvinding, fig. 3 een perspektivisch aanzicht op een gedeeltelijk opengewerkte dubbel uitgevoerde transportinrichting overeenkomstig de onderhavige uitvinding, waarbij de draaglichamen aan de geleidingsbaan zijn opgehangen, en fig. 4 een perspektivisch aanzicht op een in een landschap geplaatste transportinrichting overeenkomstig de uitvinding.

Fig. 1 toont een enkele geleidingsbaan 1 met een zich daarop bevindend draaglichaam 2 waarop een container 3 geladen is. De geleidingsbaan 1 is voorzien van een mantel 4 waardoor de baan droog en schoon blijft, niemand op de baan kan komen en het landschap minder ontsierd wordt. De geleidingsbaan 1 is in deze figuur op palen 5 boven het maaiveld 6 geplaatst. Het is echter ook mogelijk de geleidingsbaan 1 op maaiveldhoogte aan te brengen of de geleidingsbaan 1 en de mantel 4 geheel ondergronds te plaatsen. Tussen de draag-wielen 7 van het draaglichaam 2 is een elektrische aandrijving 8 geplaatst. De minimale afstand A tussen twee opeenvolgende draaglichamen 2, 9 is afhankelijk van de maximale belasting van de geleidingsbaan 1 en het gewicht van de draaglichamen 2, 9. Een hier niet getoond centraal regelsysteem voor de besturing van de draaglichamen 2, 9 bepaalt de werkelijke afstand tussen de draaglichamen 2, 9.

Fig. 2 toont een transportinrichting met twee geleidingsbanen 10, 11. Hiermee is het bijvoorbeeld mogelijk in tegengestelde richtingen draaglichamen 12, 13 te transporteren. De elektrische aandrijving 14 van een draaglichaam 12 is door middel van een taster 15 met een spanningsbaan 16 verbonden.

Fig. 3 toont een alternatieve dubbel uitgevoerde transportinrichting waarbij de draaglichamen 17, 18 zijn opgehangen aan de geleidingsbanen 19, 20.

Fig. 4 toont een in een landschap geplaatste transportinrichting 21. De transportinrichting 21 kan bijvoorbeeld in de middenberm 22 van een autosnelweg 23, over water 24, door een weiland 25 en naast een bestaande spoorlijn 26 worden geplaatst. Door de relatief gespreide belasting van de geleidingsbaan 1, 10, ll, 19, 20 kan de transportinrichting 21 relatief licht worden geconstrueerd en zal daardoor weinig ruimte in beslagnemen.

Claims

1. Transportinrichting voor het langs een gelei-dingsbaan transporteren van containers, omvattende tenminste één geleidingsbaan, tenminste één langs de geleidingsbaan verplaatsbaar draaglichaam voor ten minste één transport-container, tenminste één aandrijving voor het verplaatsen van het draaglichaam en een regelsysteem voor de besturing van het draaglichaam.

2. Transportinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het draaglichaam aandrijfmiddelen omvat.

3. Transportinrichting volgens conclusie 1 of conclusie 2, met het kenmerk, dat de aandrijfmiddelen bestaan uit tenminste één elektromotor.

4. Transportinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat voor de voeding van de elektrische aandri jfmiddelen door middel van een met het draaglichaam verbonden taster die in verbinding staat met een met de geleidingsbaan verbonden spanningsbron aan het draaglichaam wordt toegevoerd.

5. Transportinrichting volgens één der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat het draaglichaam aan de geleidingsbaan hangt.

6. Transportinrichting volgens één der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat het draaglichaam op de geleidingsbaan staat.

7. Transportinrichting volgens één der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de geleidingsbaan van een mantel is voorzien.

8. Transportinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de geleidingsbaan in verbinding staat met tenminste één rangeerterrein.

9. Transportinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het draaglichaam rangeer-baar is.

10. Transportinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het regelsysteem voor meerdere draaglichamen centraal is opgesteld.

11. Transportinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de geleidingsbaan dubbel is uitgevoerd voor transport in twee richtingen.

12. Werkwijze voor het transporteren van containers met een inrichting volgens één der conclusies 1-11, met het kenmerk, dat het regelsysteem de afstand tussen twee opeenvolgend zich in de geleidingsbaan bevindende draaglichamen zodanig regelt dat een maximale belasting van de geleidingsbaan niet overschreden wordt.