NL9300730A - Installatie voor het automatisch melken van dieren. - Google Patents

Installatie voor het automatisch melken van dieren. Download PDF

Info

Publication number
NL9300730A
NL9300730A NL9300730A NL9300730A NL9300730A NL 9300730 A NL9300730 A NL 9300730A NL 9300730 A NL9300730 A NL 9300730A NL 9300730 A NL9300730 A NL 9300730A NL 9300730 A NL9300730 A NL 9300730A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
animals
passage
installation according
installation
milking
Prior art date
Application number
NL9300730A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Lely Nv C Van Der
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Family has litigation
First worldwide family litigation filed litigation Critical https://patents.darts-ip.com/?family=19862345&utm_source=google_patent&utm_medium=platform_link&utm_campaign=public_patent_search&patent=NL9300730(A) "Global patent litigation dataset” by Darts-ip is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Application filed by Lely Nv C Van Der filed Critical Lely Nv C Van Der
Priority to NL9300730A priority Critical patent/NL9300730A/nl
Priority to DE69408018T priority patent/DE69408018T2/de
Priority to EP97202005A priority patent/EP0801894B1/en
Priority to EP94201169A priority patent/EP0622019B1/en
Priority to DK94201169T priority patent/DK0622019T3/da
Priority to DE69430875T priority patent/DE69430875T2/de
Priority to DK97202005T priority patent/DK0801894T3/da
Publication of NL9300730A publication Critical patent/NL9300730A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/0005Stable partitions
    • A01K1/0017Gates, doors
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/12Milking stations

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Housing For Livestock And Birds (AREA)

Description

INSTALLATIE VOOR HET AUTOMATISCH MELKEN VAN DIEREN
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op eeninstallatie voor het automatisch melken van dieren, zoalskoeien, voorzien van een melkbox met een melkrobot en van eenruimte waar de dieren zich vrij kunnen bewegen. De installa¬tie kan derhalve zowel een stal met een weide omvatten alseen weide alleen; in het laatste geval zal de melkbox, bijvoorkeur verplaatsbaar, in de weide zijn opgesteld. In eeninrichting voor het automatisch melken, waarbij de dieren bijvoorkeur drie maal per etmaal worden gemolken, dient eenzekere regelmaat in de tijden tussen opeenvolgende melkbeur-ten te worden nagestreefd. Overeenkomstig de uitvinding omvatde inrichting daartoe één of meer in één richting openslaandedeuren, hekken of dergelijke middelen voor het bepalen van deloopweg en de looprichting van de dieren door de installatieen door de melkbox. Door het weidegebied op te delen in eenaantal afzonderlijke weiden en een doorloopsysteem in éénrichting door deze weiden mogelijk te maken, waarbij demelkbox in het door loopsys teem is opgenomen, kan worden be¬reikt dat dieren althans in zekere mate regelmatig wordengemolken.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een in¬stallatie voor het automatisch melken van dieren, zoalskoeien, voorzien van een melkbox met een melkrobot en van eenruimte waar de dieren zich vrij kunnen bewegen, welke instal¬latie het kenmerk heeft, dat deze een omweidesysteem omvat,waarbij de dieren bepaalde weiden van een boerderij nietkunnen betreden en een andere weide door een één-richting-doorgang kunnen bezoeken. Op deze wijze kan een doorloop-systeem in één richting worden verkregen, waarin de melkboxen slechts een beperkt aantal weiden, bijvoorbeeld twee, zijnopgenomen. Door een dergelijk omweidesysteem wordt het voor¬deel verkregen dat de dieren geregeld kunnen verwisselen vanweiden en daardoor steeds vers gras tot zich kunnen nemen,hetgeen de melkproduktie ten goede komt.
De uitvinding heeft verder nog betrekking op eeninstallatie voor het automatisch melken van dieren, zoals koeien, voorzien van een melkbox met een melkrobot en van eenruimte waar de dieren zich vrij kunnen bewegen, welke instal¬latie het kenmerk heeft, dat deze ten minste één heiningomvat met daarin een doorgang, waarbij de dieren als ze doorde doorgang gaan, voor de dieren aangenaam voer toegediendkrijgen. Op deze wijze worden de dieren aangemoedigd dedoorgang te passeren en zich naar een volgende weide tebegeven.
De uitvinding heeft verder betrekking op een in¬stallatie voor het automatisch melken van dieren, zoalskoeien, voorzien van een melkbox met een melkrobot en van eenruimte waar de dieren zich vrij kunnen bewegen, welke instal¬latie het kenmerk heeft, dat deze één of meer weiden omvatdie door onder stroom te zetten draden of kabels kunnenworden afgezet.
Opdat de dieren op gemakkelijke wijze ook 'snachts de opeenvolgende weiden in één richting kunnen doorlo¬pen, dienen de dieren zonder moeite de doorgang van eenweide naar een andere weide te kunnen vinden. De uitvindingheeft dan ook verder nog betrekking op een installatie voorhet automatisch melken van dieren, zoals koeien, voorzien vaneen melkbox en een melkrobot en van een ruimte waar de dierenzich vrij kunnen bewegen, welke installatie het kenmerkheeft, dat één of meer, door lampen verlichte openingenaanwezig zijn, waardoor de dieren van een ruimte in eenandere ruimte kunnen komen.
De uitvinding heeft verder nog betrekking op eeninstallatie voor het automatisch melken van dieren, zoalskoeien, voorzien van een melkbox met een melkrobot en van eenruimte waar de dieren zich vrij kunnen bewegen, welke instal¬latie het kenmerk heeft dat de bedrijfsgebouwen ongeveercentraal zijn aangebracht in de installatie, waarbij de in¬stallatie van heiningen met doorgangen in één richting isvoorzien. Een dergelijke opzet maakt een omweidesysteem ge¬makkelijk mogelijk; de in het doorloopsysteem in één richtingopgenomen weiden kunnen nu steeds rond de bedrijfsgebouwenwaar de melkbox kan zijn opgesteld, worden gegroepeerd.
De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande figuren.
Figuur 1 stelt een weidegebied voor, verdeeld ineen aantal weiden die een doorloopsysteem in één richtingvormen, terwijl voorts een stal met een melkbox en een door¬gang waar desgewenst voer kan worden verstrekt, aanwezigzijn;
Figuur 2 toont een omweidesysteem, waarbij hetdoorloopsysteem in één richting telkens twee weiden omvat metdaartussen een doorgang waar desgewenst voer kan worden ver¬strekt;
Figuur 3 toont een bovenaanzicht van een doorgangtussen twee weiden;
Figuur 4 toont een zijaanzicht van deze doorgang;
Figuur 5 toont een achteraanzicht van de doorgangin de Figuren 3 en 4;
Figuur 6 toont een achteraanzicht van een uitvoe¬ring van in één richting openslaande deuren.
In Figuur 1 is een weidegebied 1 aangegeven dat isverdeeld in tien afzonderlijke weiden 2. Voorts is een stal 3aangegeven, welke is verdeeld in twee helften 4 en 5 die metelkaar in verbinding staan middels een melkbox 6. De melkbox6 is uitgerust met een melkrobot voor het automatisch aan¬sluiten van melkbekers aan de spenen van de te melken dieren.In de melkbox 6 of in de nabijheid daarvan zijn verder demiddelen opgesteld die nodig zijn voor het automatisch uit¬voeren van het eigenlijke melkproces, dit is het melken vaneen dier in een melkbeurt. De weiden 2 staan met elkaar inverbinding via in één richting openslaande deuren, hekken ofdergelijke middelen en wel op zodanige wijze dat via eendeur, hek of dergelijke middelen de dieren van een weide naareen andere weide kunnen gaan, waarbij dan alle tien de weiden2 successievelijk worden doorlopen zonder dat dieren terugkunnen gaan naar een weide waar zij direct daarvoor waren.Met andere woorden, door het verdelen van het weidegebied 1in afzonderlijke weiden 2 en het gebruik van in één richtingopenslaande deuren wordt een loopweg en een looprichting vande dieren door de gehele installatie verkregen. Vanuit delaatst doorlopen weide betreden de dieren via in één richting openslaande deuren de stalhelft 4; van daar kunnende dieren de melkbox 6 betreden om te worden gemolken, ter¬wijl de dieren na het melken vanuit de melkbox 6 in de stal¬helft 5 terecht komen en vervolgens via in één richtingopenslaande deuren in de eerste weide van het aantal danwederom te doorlopen weiden 2. De loopweg en de looprichtingvan de dieren door de installatie omvat derhalve niet alleende afzonderlijke weiden 2, doch eveneens de beide stalhelften4, 5 en de melkbox 6. De in één richting openslaande deuren3 zijn in Figuur 1 aangegeven door A, terwijl de loopweg en delooprichting door de installatie door pijlen is weergegeven.In Figuur 1 is als verbinding tussen de twee het verst van destal 3 gelegen weiden een doorgang B aangegeven. Deze door¬gang B is van een ander karakter dan de in één richting5 openslaande deuren A, daar de doorgang B, behalve een derge¬lijk stel in één richting openslaande deuren, tevens eenvoederinrichting omvat. Door de dieren op de het verst van destal 3 verwijderde plaats voer en bij voorkeur krachtvoer teverstrekken, worden de dieren gestimuleerd vanuit de stal 33 het volledige weidegebied 1 te doorlopen.
In Figuur 2 is een andere indeling van een weide¬gebied 7 aangegeven, waarbij de bedrijfsgebouwen 8 in hetmidden zijn opgesteld en een omweidesysteem is toegepast.Daartoe is het weidegebied 7 rondom de bedrijfsgebouwen 85 verdeeld in, in het onderhavige geval twaalf, afzonderlijkeweiden. Een doorloopsysteem in één richting voor de dierenwordt nu gevormd door een tweetal weiden 9 en 10, een door¬gang BI in één richting van de weide 9 naar de weide 10 envoorts de stal van de bedrijfsgebouwen 8 met de daarin aanwe-0 zige melkbox. Wanneer de weiden 9 en 10 onvoldoende gras voorde dieren hebben, dan worden de dieren naar een volgendtweetal weiden 9' en 10' geleid en wordt een doorloopsysteemin één richting gevormd door de weide 9’, één doorgang B2 inéén richting van de weide 9' naar de weide 10', de weide 10’5 zelf en wederom de stal met de melkbox, via welke de weide 9'weer wordt bereikt. In de onderhavige uitvoering komen dedieren na zes tijdsperioden van een zeker aantal dagen weerterecht op de eerste twee weiden 9 en 10. Met andere woorden, het omloopsysteem in één richting rouleert rondom de be¬drijfsgebouwen 8. Doordat de dieren hierdoor geregeld kunnenverwisselen van weiden, kunnen zij steeds vers gras tot zichnemen, hetgeen de melkproduktie ten goede komt.
In de Figuren 3, 4 en 5 is een doorgang 11 in eendoor schrikdraad gevormde afscheiding 12 weergegeven, welkedoorgang zodanig is uitgevoerd dat aan de dieren ter plaatsevoer, in het bijzonder krachtvoer, kan worden verstrekt. Inplaats van door schrikdraad gevormde afscheidingen kunnenuiteraard allerlei andere hekken, heiningen of dergelijkebegrenzingen tussen de afzonderlijke weiden worden toegepast.De doorgang 11 in de afscheiding 12 is gevormd door een freem13, waarvan de voorste verticale freembalken 14 en 15, deachterste verticale freembalken 16 en 17 en de horizontalefreembalken 18, 19 en 20 een box vormen die aan de zijkantvolledig open is, aan de voorkant is voorzien van een automa¬tische voederinrichting 21 en aan de achterzijde van in éénrichting openslaande deuren 22, 23. Naast één der achtersteverticale freembalken, in de Figuren 3 - 5 de freembalk 17,is een electriciteitsverdeelkast 24 aangebracht, waarvan deingangskabel 25 vanuit een bedrijfsgebouw door de grond naarde verdeelkast 24 loopt, terwijl in de verdeelkast 24 debenodigde electrotechnische eenheden aanwezig zijn om dejuiste stroom op het schrikdraad 12 te zetten, om de automa¬tische voederinrichting 21 te bedienen, om een verlichtingvan de doorgang 11 mogelijk te maken, enz. Ten behoeve van deverlichting zijn op de twee horizontale freembalken 18 en 19lampen 31 en 32 aangebracht die de doorgang 11 kunnen ver¬lichten. Aangezien de installatie permanent werkzaam dient tezijn, waarbij de dieren bij voorkeur drie keer per etmaalworden gemolken, dienen de dieren, ook wanneer het donker is,het gehele weidegebied te doorlopen. Een indicatie met behulpvan lampen 31, 32 waar zich de doorgang 11 in de twee hetverst van de stal gelegen weiden bevindt, is dan ook vanvoordeel. De voederinrichting voor het automatisch verstrek¬ken van voer aan de dieren, die de in één richting openslaan¬de deuren 22, 23 en derhalve de doorgang 11 zijn gepasseerd,omvat een voercontainer 26 welke is aangebracht bovenop de horizontale freembalken 18 en 19, terwijl onder deze voercon- *tainer 26 een trechter 27 aanwezig is om het uit de voercon-tainer 26 stromende voer gecontroleerd in een voertrog 28 telaten vallen, uit welke voertrog 28 de dieren kunnen vreten.
De in één richting openslaande deuren 22 en 23zijn op een afstand boven de grond aangebracht en zijn voortsnaar het midden toe lager dan aan de zijkant. De deuren 22 en23 zijn middels zich omhoog uitstrekkende draagbalken 29 en30 scharnierbaar verbonden met de achterste verticale freem¬balken 16, respectievelijk 17. Aan de draagbalk 29 is aan debovenzijde een naar achteren en naar buiten gerichte horizon¬tale arm 33 vast verbonden. Aan de draagbalk 30 is aan debovenzijde een naar voren en naar binnen gerichte horizontalearm 34 vast verbonden. De uiteinden van de armen 33 en 34zijn scharnierbaar met elkaar verbonden met behulp van eenspoorstang 35. De beide armen 33 en 34 alsmede de spoorstang 35 zijn zodanig aangebracht dat, wanneer één van de deuren 22en 23 in de doorlooprichting wordt geopend, de andere deurtegelijkertijd in de doorlooprichting wordt geopend, terwijlde deuren tegen de doorlooprichting in niet of slechts inzeer geringe mate kunnen worden verdraaid. Doordat de deurennaar het midden toe lager zijn dan aan de zijkant, zal eendier dat de doorgang 11 wil passeren de neiging hebben zoveelmogelijk in het midden de doorgang 11 te willen passeren,waarbij de deuren door het lichaam van het dier worden geo¬pend. De hoogte van de deuren in het midden zijn daartoelager dan de kop van het dier. Mocht het dier echter tochhoofdzakelijk tegen één der deuren drukken, dan worden doorde constructie van de armen 33 en 34 met de spoorstang 35toch beide deuren geopend en kan het dier gemakkelijk dedoorgang 11 passeren. Wanneer het dier de doorgang 11 eenmaalgepasseerd is, dienen de deuren te worden gesloten. Daartoezijn de deuren 22, 23 werkzaam tegen de werking van een veer 36 in. De deuren worden door het lichaam van het dier geopenden blijven zo lang het dier de opening van de deuren nietvolledig gepasseerd is tegen het lichaam van het dier aan¬drukken door de werking van de veer 36, terwijl, wanneer hetdier de deuropening volledig gepasseerd is, de deuren door de werking van de veer 36 weer terugklappen. De in de onderha¬vige uitvoering aangebrachte veer 36 is daarom aangebrachttussen het uiteinde van één der armen, te weten de arm 33, enéén steunelement 37 dat vast is bevestigd aan de horizontalefreembalk 18. In plaats van een systeem waarbij de deuren inéén richting worden opengeduwd door het lichaam van het dieren onder veerwerking worden gesloten, kan ook gebruik wordengemaakt van een electrisch werkend systeem dat zodanig isuitgevoerd dat, wanneer een dier dat de doorgang wil passerenvlak bij de deuren is gekomen, de deuren automatisch wordengeopend, terwijl de deuren automatisch worden gesloten wan¬neer het dier volledig de deuropening is gepasseerd. Deafstand tussen de automatische voederinrichting 21 en dedeuren 22 en 23 dient zodanig te zijn dat, wanneer het diermet zijn kop in de voedertrog gaat, aan de achterzijde vanhet dier voldoende ruimte is opdat de deuren 22 en 23 dichtkunnen klappen. De doorgang 11 kan voorts zijn voorzien vaneen telinrichting om het aantal dieren dat de doorgang gepas¬seerd is, te tellen. Op deze wijze kan controle worden uit¬geoefend op het aantal dieren dat de doorgang is gepasseerd.Een dergelijke telinrichting kan ook worden aangebracht op dein één richting openslaande deuren tussen de onderscheidenweiden waarin het gehele weidegebied is verdeeld en de inéén richting openslaande deuren tussen de weiden en de stal.Op deze wijze wordt het mogelijk gemaakt om het gehele door-loopproces van de kudde te controleren en eventueel te regu¬leren, bijvoorbeeld om te voorkomen dat in te korte tijd alledieren van de kudde de onderscheiden weiden hebben doorlopenen staan te wachten voor de melkbox.
In Figuur 6 is een uitvoering van in één richtingopenslaande deuren afgebeeld, zonder dat verder een automa¬tische voederinrichting aanwezig is. Deze constructie kanderhalve niet alleen voor de doorgangen B in de Figuren 1 en2 worden gebruikt, maar ook voor de doorgangen A in Figuur 1.Het freem van de doorgang 11 wordt nu enkel gevormd door debalken 38 en 39 waaraan de deuren 22 en 23 middels de draag-balken 29 en 30 scharnierbaar zijn verbonden. De deuren 22 en23 zijn wederom aan elkaar gekoppeld met armen 33 en 34 en een spoorstang 35 op dezelfde wijze als in de uitvoeringsvorm ?van de Figuren 3-5.
De uitvinding is niet beperkt tot de hier beschre¬ven en weergegeven uitvoeringsvormen, doch omvat allerleimodificaties, uiteraard vallende binnen de omvang van debijgaande conclusies.

Claims (24)

1. Installatie voor het automatisch melken van die¬ren, zoals koeien, voorzien van een melkbox met een melkroboten van een ruimte waar de dieren zich vrij kunnen bewegen,met het kenmerk, dat de inrichting één of meer in éénrichting openslaande deuren, hekken of dergelijke middelenvoor het bepalen van de loopweg en de looprichting van dedieren door de installatie en door de melkbox omvat.
2. Installatie volgens conclusie 1, met het kenmerk,dat de installatie een omweidesysteem omvat, waarbij de die¬ren bepaalde weiden van een boerderij niet kunnen betreden eneen andere weide door een één-richtingdoorgang kunnen bezoe¬ken.
3. Installatie voor het automatisch melken van die¬ren, zoals koeien, voorzien van een melkbox met een melkroboten van een ruimte waar de dieren zich vrij kunnen bewegen,met het kenmerk, dat de installatie een omweidesysteem omvat,waarbij de dieren bepaalde weiden van een boerderij nietkunnen betreden en een andere weide door een één-richting¬doorgang kunnen bezoeken.
4. Installatie volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat de installatie ten minste één heiningomvat met daarin een doorgang, waarbij dieren, als ze door dedoorgang gaan, voor de dieren aangenaam voer toegediend krij¬gen.
5. Installatie voor het automatisch melken van die¬ren, zoals koeien, voorzien van een melkbox met een melkroboten van een ruimte waar de dieren zich vrij kunnen bewegen,met het kenmerk, dat de installatie ten minste één heiningomvat met daarin een doorgang, waarbij dieren, als ze door dedoorgang gaan, voor de dieren aangenaam voer toegediend krij¬gen.
6. Installatie volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat deze één of meer weiden omvat, die dooronder stroom te zetten draden of kabels kunnen worden afge¬zet.
7. Installatie volgens een der voorgaande conclusies. met het kenmerk, dat deze één of meer door lampen verlichtedoorgangen omvat, waardoor de dieren van een ruimte in eenandere ruimte kunnen komen.
8. Installatie volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat de bedrijfsgebouwen ongeveer centraalzijn aangebracht in de installatie, waarbij de installatievan heiningen met één-richtingdoorgangen is voorzien.
9. Installatie volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat deze ten minste één heining omvat metdaarin een doorgang die twee in één richting openslaandedeuren omvat.
10. Installatie volgens conclusie 9, met het kenmerk,dat de in één richting openslaande deuren naar het midden toelager zijn dan aan de zijkant.
11. Installatie volgens conclusie 9 of 10, met hetkenmerk, dat de deuren op een afstand boven de grond zijnaangebracht.
12. Installatie volgens een der conclusies 9 - 11, methet kenmerk, dat de deuren op een zodanige wijze door eenspoorstang zijn gekoppeld dat, als een deur opengaat, tevensde andere deur opengaat.
13. Installatie volgens een der conclusies 9 - 12, methet kenmerk, dat de deuren onder veerdruk sluiten.
14. Installatie volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat een doorgang is aangebracht in eenheining, hek, door schrikdraad gevormde afscheiding of derge¬lijke begrenzing.
15. Installatie volgens conclusie 14, met het kenmerk,dat aan de zijkant van de doorgang een electriciteitsverdeel-kast is opgesteld, waarvan de ingangskabel in de grond isaangebracht.
16. Installatie volgens conclusie 14 of 15, met hetkenmerk, dat de doorgang is voorzien van een voerbox waar dedieren automatisch voer, in het bijzonder krachtvoer, krijgentoegediend.
17. Installatie volgens een der conclusies 14 - 16,met het kenmerk, dat de doorgang vanaf de bedrijfsgebouwenafsluitbaar is. IJ.
18. Installatie volgens een der conclusies 14 - 17,met het kenmerk, dat de doorgang zich automatisch opent alseen dier de doorgang nadert.
19. Installatie volgens een der conclusies 14 - 18,met het kenmerk, dat de doorgang is voorzien van een telin-richting om dieren die de doorgang passeren, te tellen.
20. Installatie volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat dieren slechts een beperkt aantal weidenkunnen bezoeken.
21. Installatie volgens conclusie 20, met het kenmerk,dat dieren twee weiden kunnen bezoeken als ze volgens eenéén-richtingssysteem lopen.
22. Installatie volgens conclusie 20 of 21, met hetkenmerk, dat de dieren daarbij krachtvoer toegediend krijgen.
23. Installatie volgens conclusie 22, met het kenmerk,dat de dieren het krachtvoer krijgen toegediend in de tijddat ze automatisch worden gemolken.
24. Installatie volgens een of meer der voorgaandeconclusies en/of zoals beschreven en weergegeven in de be¬schrijving met de bijgaande figuren.
NL9300730A 1993-04-29 1993-04-29 Installatie voor het automatisch melken van dieren. NL9300730A (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9300730A NL9300730A (nl) 1993-04-29 1993-04-29 Installatie voor het automatisch melken van dieren.
DE69408018T DE69408018T2 (de) 1993-04-29 1994-04-26 Gerät zum automatischen Melken von Tieren
EP97202005A EP0801894B1 (en) 1993-04-29 1994-04-26 A construction for automatically milking animals
EP94201169A EP0622019B1 (en) 1993-04-29 1994-04-26 A construction for automatically milking animals
DK94201169T DK0622019T3 (da) 1993-04-29 1994-04-26 Konstruktion til automatisk malkning af dyr
DE69430875T DE69430875T2 (de) 1993-04-29 1994-04-26 Gerät zum automatischen Melken von Tieren
DK97202005T DK0801894T3 (da) 1993-04-29 1994-04-26 Konstruktion til automatisk malkning af dyr

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9300730 1993-04-29
NL9300730A NL9300730A (nl) 1993-04-29 1993-04-29 Installatie voor het automatisch melken van dieren.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9300730A true NL9300730A (nl) 1994-11-16

Family

ID=19862345

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9300730A NL9300730A (nl) 1993-04-29 1993-04-29 Installatie voor het automatisch melken van dieren.

Country Status (4)

Country Link
EP (2) EP0801894B1 (nl)
DE (2) DE69408018T2 (nl)
DK (2) DK0801894T3 (nl)
NL (1) NL9300730A (nl)

Families Citing this family (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE69523628T2 (de) * 1994-12-28 2002-05-16 Delaval Holding Ab Vorrichtung und verfahren zur verwaltung von tieren
NZ512521A (en) * 2001-06-21 2004-03-26 Dexcel Ltd Selection system and method for animals for milking and for managing their movement around grazing area
SE522258C2 (sv) 2002-04-09 2004-01-27 Delaval Holding Ab Förfarande och arrangemang vid mjölkningsordning
NL1024997C2 (nl) * 2003-12-12 2005-06-14 Lely Entpr Ag Samenstel en werkwijze voor het beheren van een kudde vrij rond lopende dieren.
DE102006037370A1 (de) * 2006-08-09 2008-02-14 Förster Technik GmbH Verfahren zum Betreiben eines Futterstandes für Tiere
NZ590588A (en) 2008-08-29 2013-06-28 Delaval Holding Ab Sorting animals after milking to enter grazed paddock based on nutritional needs and/or animal production capacity
NL1037159C2 (nl) 2009-07-29 2011-02-02 Lely Patent Nv Werkwijze en systeem voor het beheren van een groep melkdieren.
CN103444625B (zh) * 2013-08-28 2015-12-09 百绿国际草业(北京)有限公司 轮牧方法
CN104765961A (zh) * 2015-04-08 2015-07-08 兰州大学 一种草原滩羊划区轮牧的方法
CN106818504B (zh) * 2016-12-06 2023-07-11 内蒙古自治区农牧业科学院 一种牧区专用的山羊引导控制围栏通道

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1158016A (en) * 1967-06-22 1969-07-09 Albert Frank Baker Cow-Milking Installations
US4445460A (en) * 1981-04-13 1984-05-01 Stencil Gerald R Crowd gate for milking parlor
FR2598236A1 (fr) * 1986-05-05 1987-11-06 Vayrac Marc Compteur d'animaux

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1158016A (en) * 1967-06-22 1969-07-09 Albert Frank Baker Cow-Milking Installations
US4445460A (en) * 1981-04-13 1984-05-01 Stencil Gerald R Crowd gate for milking parlor
FR2598236A1 (fr) * 1986-05-05 1987-11-06 Vayrac Marc Compteur d'animaux

Also Published As

Publication number Publication date
DE69430875T2 (de) 2003-02-20
EP0622019B1 (en) 1998-01-21
EP0801894A3 (en) 1998-01-07
EP0622019A1 (en) 1994-11-02
DE69430875D1 (de) 2002-08-01
EP0801894A2 (en) 1997-10-22
DE69408018T2 (de) 1998-08-13
DK0801894T3 (da) 2002-10-14
DE69408018D1 (de) 1998-02-26
EP0801894B1 (en) 2002-06-26
DK0622019T3 (da) 1998-09-21

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5596945A (en) Construction for automatically milking animals
DE69534863T3 (de) Ein Gerät für und ein Verfahren zum Halten von Tieren
EP0853875B2 (en) Device and method for automatically milking animals
AU2004210300B2 (en) Arrangement for housing milking animals
WO1999063808A1 (en) Arrangement and method for housing lactating animals
NL9300730A (nl) Installatie voor het automatisch melken van dieren.
US10136615B2 (en) Milking stall
EP0566201B2 (en) A construction for automatically milking animals, such as cows
EP0582350B2 (en) A construction for milking animals
DE102004014520A1 (de) Stallanordnung und Stallanlage für Milchviehhaltung
DE60220810T2 (de) Verfahren zur handhabung von tieren und melkstation
EP0619702B1 (en) A construction for automatically milking animals
NL9200714A (nl) Inrichting voor het automatisch melken van dieren.
NL1008334C2 (nl) Inrichting voor het melken van dieren.
Sutherst et al. Control of buffalo fly (Haematobia irritans exigua de Meijere) on dairy and beef cattle using traps
NL9300154A (nl) Inrichting voor het automatisch melken van dieren.
SE514442C2 (sv) Arrangemang och förfarande för att hantera en hjord av djur
NL9300307A (nl) Inrichting voor het automatisch melken van dieren.
DE1607040A1 (de) Anbinde-Laufstall zur Milchviehhaltung

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed