NL9300377A

NL9300377A - Raam- of deurconstructie en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.

Info

Publication number: NL9300377A
Application number: NL9300377A
Authority: NL
Original assignee: Noordenne Glas En Verfhandel B; David Schaling
Priority date: 1993-03-01
Filing date: 1993-03-01
Publication date: 1994-10-03
Also published as: NL193910C; NL193910B

Description

Korte Titel:

Raam- of deurconstructie en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.

De uitvinding heeft betrekking op een raam- of deurconstructie omvattende een kozijn, dat voorzien is van beglazing. Dergelijke constructies worden algemeen toegepast in huizen en gebouwen waarbij de beglazing in een buitensponning van een kozijn wordt bevestigd waarbij aan de buitenzijde de beglazing wordt gefixeerd met behulp van glaslatten, stopverf of andere kleefmiddelen.

Reeds vele malen is geprobeerd om ruiten tegen de buitenzijde van een kozijn aan te brengen met bijvoorbeeld kleefmiddelen. Een bezwaar van deze wijze van aanbrengen van een ruit is dat er geen goede kleefmiddelen bekend zijn, waardoor gegarandeerd kan worden, dat een op dergelijke wijze aangebrachte ruit gedurende de levensduur van de ruit tegen het raam bevestigd zou blijven. Ten opzichte van de bekende wijze van het aanbrengen van beglazing in een kozijn, bijvoorbeeld met behulp van glaslatten heeft het aanbrengen van beglazing aan de buitenzijde van een kozijn en vooral een houten kozijn, het voordeel, dat het kozijn tegen weersinvloeden wordt beschermd.

Het doel van de uitvinding is om beglazing aan de buitenzijde van een kozijn aan te kunnen brengen waarbij deze het gehele kozijn, en bij draaiende ramen het gehele raamkozijn en een deel of het hele buitenkozijn bedekken, waardoor de weersinvloeden op het kozijn sterk kunnen worden verminderen, waardoor minder onderhoud aan de kozijnen dient te worden verricht.

Het doel van de uitvinding wordt bereikt doordat de beglazing bestaat uit een glasruit waarvan de afmetingen overeenkomen of groter zijn dan de buitenafmetingen van een raam of deur welke glasruit tegen één van de naar buiten gekeerde zijde van het raam- of deurkozijn is bevestigd met behulp van kleefmiddelen en dat de voor- en/of achterzijde van de glasruit vanaf de rand over een gewenste breedte, die tenminste overeenkomt met de kleefrand waarmee de glasruit aan het kozijn is bevestigd, van een deklaag is voorzien. Met deze maatregelen wordt bereikt, dat de kleefmiddelen waarmede de ruit aan het kozijn of sponning is bevestigd, niet door de directe zonnestralen en meer speciaal door het ultraviolet licht kunnen worden bereikt, hetgeen van belang is omdat onder invloed van deze straling de eigenschappen van de kleefmiddelen snel veranderen en de kleef-kracht verminderd. Tot op heden was het ook niet mogelijk om duurzame kleefmiddelen te vinden waarmee de ruiten aan de buitenzijde van kozijnen en meer speciaal aan houten kozijnen, konden worden bevestigd zonder dat in de loop van de tijd het risico werd gelopen, dat een dergelijke glazenruit door de verminderde kleefkracht van de kleefmiddelen zou loslaten van het kozijn met alle gevolgen van dien. Bovendien wordt door het aanbrengen van een dergelijke deklaag bereikt dat de kleeflaag en eventueel ook andere delen van het kozijn en of de bevestiging aan het oog worden onttrokken hetgeen een mooier aanzicht oplevert.

Bij voorkeur is de deklaag een emaillelaag, omdat een dergelijke laag onwrikbaar verbonden is met de glazenruit en een dergelijke laag geen zonnestraling doorlaat. Tevens is gebleken dat er een aantal kleefmiddelen bestaan, die niet in de tijd van eigenschappen veranderen indien deze kleefmiddelen maar niet worden blootgesteld aan straling en meer speciaal aan ultraviolette straling, waarbij deze kleefmiddelen zich zeer goed hechten aan glas en aan een emaillelaag alsmede aan het materiaal waarvan kozijnen zijn vervaardigd, en meer speciaal kozijnen die zijn vervaardigd uit levend materiaal zoals hout. Een zeer groot voordeel van de toepassing van een dergelijke emaillelaag volgens de vinding is dat ramen en deuren vervaardigd van hout kunnen worden toegepast, waarbij het contactvlak van het glas met het hout geen of slechts van een geringe deklaag behoeft te worden voorzien, zoals een primerlaag hetgeen een besparing oplevert omdat geen verf of impregneermiddel op de kozijnen behoeft te worden aangebracht, dit omdat deels het raam- of deurkozijn door de ruit met de emaillelaag wordt bedekt, deze kozijnen zodanig tegen de weersinvloeden worden beschermt, dat nauwelijks of geen onderhoud aan dergelijke aan de buitenzijde van een glazen plaat voorziene kozijnen behoeft te worden verricht. Gebleken is ook dat raamconstructies volgens de uitvinding kunnen worden gemaakt, waarbij kozijnen worden toegepast vervaardigd uit niet verduurzaamde naaldhoutsoorten welke het milieu niet belasten.

Zeer goed kunnen ook dubbele ruiten worden toegepast, waarbij in een kozijn een beglazing wordt aangebracht, die bestaat uit een glasruit of glasruiten, waarbij de eerste glasruit voorzien is van de deklaag, en een tweede glasruit waarvan de afmetingen liggen binnen de afmetingen van de eerste glasruit en de beide ruiten nabij de omtrek van de tweede ruit lucht- en gasdicht aan elkaar zijn bevestigd en de tweede ruit valt in een buitensponning van het raam- of deurkozijn. Door deze maatregelen wordt bereikt, dat de buitenste ruit via de binnenste ruit nog beter wordt verankerd in het kozijn. Bij voorkeur wordt een emaillelaag aangebracht van een zodanige breedte dat tevens de randverbinding van de beide ruiten aan het zicht wordt onttrokken en bovendien deze worden beschermd tegen de inwerking van het U.V. licht.

Bij voorkeur wordt een werkwijze toegepast voor het vervaardigen van glazenruiten voorzien van een deklaag, gekenmerkt doordat eerst met behulp van zeefdruk het emaillepoeder op de gewenste plaats wordt aangebracht, vervolgens de glazenruit verhit tot een zodanige temperatuur, dat het emaillepoeder vervloeit en daarna de ruit afgekoeld en dat na het aanbrengen van de emaillelaag op de eerste glasplaat een tweede ruit luchtdicht tegen de eerste ruit wordt bevestigd aan de zijde waar deze voorzien is van een emaillelaag. Met een dergelijke werkwijze worden enkele of dubbele ruiten verkregen, waarop een emaillelaag zeer dun en gelijkmatig is aangebracht op één van de ruiten en waarbij de ruit met emaillelaag zonder dat deze ruit een extra behandeling behoeft te ondergaan, gehard is, waardoor deze ruit zeer moeilijk kapt te maken is en dus helpt om inbraak te voorkomen.

Aan de hand van de tekening zal de uitvinding nader worden verklaard. In de tekening toont:

Fig. 1 in dwarsdoorsnede een raamconstructie volgens de uitvinding;

Fig. 2 in dwarsdoorsnede een detail van de verbinding van de ruit aan het raamkozijn;

Fig. 3 een detail van andere mogelijke uitvoering van een raamconstructie volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont in dwarsdoorsnede een raamconstructie volgens de uitvinding, bestaande uit een vast buitenkozijn 1, waarin draaibaar om scharnieren (in de tekening niet weergegeven) een raamkozijn 2, voorzien van dubbele beglazing 3, is aangebracht. De beglazing 3 bestaat uit een twee glasplaten 4, 5, waarvan de buitenste glasplaat 4 een grotere afmeting heeft en aan alle zijden buiten de rand van de tweede glasplaat 5 uitsteekt. De grootste, buitenste glasplaat 4 is over een bepaalde breedte vanaf de rand langs de gehele omtrek voorzien van een emaille laag 6. In dit geval is de emaillelaag 6 aangebracht aan de naar het raamkozijn 2 toegekeerde zijde van de grootste glasplaat 4. De beide glasruiten 4 en 5 zijn op een op zich bekende wijze met behulp van kit en een afstandslijst 7, lucht- en vochtdicht met elkaar verbonden. De buitenste glasplaat 5 is met behulp van een kleeflaag 8 verbonden met de naar buiten gekeerde zijde, over de breedte van de dorpel 9, van het raam 2, welk raam in dit geval is vervaardigd van vuren of overeenkomstige voor timmerwerk geschikte houtsoorten en eventueel voorzien van een deklaag, zoals verf. Boven het raamkozijn op het vaste buitenste kozijn 1 is een strip 10 aangebracht om het lekwater langs de gevel en de regen te verhinderen om achter de glasplaat 4 te stromen.

Figuur 2 en 3 tonen meer in detail de bevestiging van de dubbele beglazing 4, 5 met behulp van kleefmiddelen of kleeflaag 8 aan een kozijn. In de uitvoering volgens figuur 2 is de emaillelaag 6 aangebracht aan de zijde van de eerste glazen plaat 4 die naar het kozijn 2 is gekeerd, en waarop tevens de kleeflaag op is aangebracht. In figuur 3 is de emaillelaag 6 aangebracht op de naar buiten gerichte zijde van de glazen plaat 4. In de in figuur 3 weergegeven uitvoering heeft de straling echter een grotere kans om de kleeflaag 8 te kunnen bereiken en te beïnvloeden .

Claims

1. Raam- of deurconstructie omvattende een kozijn, die voorzien is van beglazing, met het kenmerk, dat de beglazing bestaat uit een glasruit waarvan de afmetingen overeenkomen of groter zijn dan de buitenafmetingen van het kozijn, welke glasruit tegen één van de naar buiten gekeerde zijde van een raam- of deurkozijn is bevestigd met behulp van kleefmiddelen en dat de voor- en/of achterzijde van de glasruit vanaf de rand over een gewenste breedte, die tenminste overeenkomt met de kleefrand waarmee de glasruit aan het kozijn is bevestigd, van een deklaag is voorzien*

2. Raam- of deurconstructie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de deklaag bestaat uit een emaillelaag.

3. Raam- of deurconstructie volgens één der conclusies 1 of 2, met het kenmerk, dat de beglazing bestaat uit een glasruit of glasruiten, waarbij de eerste glasruit voorzien is van de deklaag, en een tweede glasruit waarvan de afmetingen liggen binnen de afmetingen van de eerste glasruit en de beide ruiten nabij de omtrek van de tweede ruit lucht- en gasdicht aan elkaar zijn bevestigd en de tweede ruit valt in een buitensponning van het kozijn.

4. Een raam- of deurconstructie volgens één der conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat het kozijn een houtenkozijn is en de kleefmiddelen bestaan uit een twee componenten kleef-middel.

5. Een raam- of deurconstructie volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het kleefmiddel bestaat uit een twee componenten kleefmiddel dat bekend staat als polysulfidekit.

6. Raamconstructie volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het kozijn een deur- of raamkozijn is, dat draaibaar is bevestigd in een vast buitenkozijn, met het kenmerk, dat de ruit aan één of meer zijden uitsteekt buiten het raam-, deur-of binnenkozijn.

7. Werkwijze voor het nabij de omtrek van een glazenruit aanbrengen van een deklaag, met het kenmerk, dat eerst met behulp van zeefdruk het emaillepoeder op de gewenste plaats wordt aangebracht, vervolgens de glazenruit verhit tot een zodanige temperatuur, dat het emaillepoeder vervloeit en daarna de ruit afgekoeld.

8. Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat na het aanbrengen van de emaillelaag op de eerste glasplaat een tweede ruit luchtdicht tegen de eerste ruit wordt bevestigd aan de zijde waar deze voorzien is van een emaillelaag.

9. Glasruit voorzien van een emaillelaag nabij de omtrek en vervaardigd volgens de werkwijze van conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat deze wordt toegepast voor het bevestigen op een raam- of deurkozijn, waarbij de ruit met emaillelaag is gehard-