NL9300317A - Werkwijze voor het aanvullen van een kapsel. - Google Patents

Description

Werkwijze voor het aanvullen van een kapsel.

De onderhavige uitvinding betreft een werkwijze voor het aanvullen van een kapsel.

Er bestaat tegenwoordig bij een toenemend aantal mensen belangstelling voor hun uiterlijk, en derhalve voor hun kapsel, dat immers in belangrijke mate het uiterlijk bepaalt. Een steeds toenemend aantal mensen wenst dan ook zijn kapsel regelmatig te variëren en aan te passen aan heersende modetrends. Een probleem hierbij is dat hoofdhaar slechts een beperkte groeisnelheid heeft, zodat het niet goed mogelijk is de lengte van het kapsel op korte termijn te vergroten. Een ander probleem is dat een groot aantal mensen te weinig of te dun hoofdhaar heeft om een redelijke variëteit in kapsels mogelijk te maken.

Er zijn reeds verschillende methoden bekend voor het aanvullen van een kapsel. Het eenvoudigst is het plaatsen van een pruik of haarstukje. Dit heeft echter het nadeel dat altijd het gevaar van losraken bestaat, waardoor voor de drager pijnlijke situaties kunnen ontstaan. Mede hierdoor kunnen pruiken bij allerhande activiteiten nauwelijks gedragen worden.

Een andere oplossing, met name voor mensen met te weinig hoofdhaar is het implanteren van extra hoofdhaar. Dit is echter een ingrijpende behandeling, die bovendien geen soelaas biedt wanneer men de lengte van zijn hoofdhaar snel wil aanpassen aan een heersende modetrend.

De uitvinding beoogt derhalve een werkwijze te verschaffen waarmee het mogelijk is een kapsel snel en met geringe inspanning aan te passen aan de wensen van de drager. Dit wordt volgens de uitvinding bereikt, door het met een deel van het het kapsel vormende hoofdhaar verbinden van een aantal losse haren. Zo kan een kapsel eenvoudig aangevuld worden, terwijl door de verbinding tussen het hoofdhaar en de losse haren het aangevulde kapsel robuust is en er geen gevaar voor losraken bestaat.

Voorkeursvarianten van de werkwijze volgens de uitvinding worden beschreven in de afhankelijke conclusies 2-11.

De uitvinding wordt nu toegelicht aan de hand van een voorbeeld, waarbij verwezen wordt naar de bijgevoegde tekening, waarin overeenkomstige delen aangeduid zijn met overeenkomstige verwijzingscijfers, en waarin: fig. 1 een aanzicht is van een hoofd met een natuurlijk kapsel en een daarmee volgens de werkwijze volgens de uitvinding te verbinden aanvullend kapseldeel, en fig. 2 een gedeeltelijk weggesneden perspectivisch aanzicht is van een detail van een streng hoofdhaar en een daaraan volgens de werkwijze volgens de uitvinding te bevestigen trens lose haren.

Op een hoofd 1 van een drager is van een groot aantal hoofdharen 3 een kapsel 2 gevormd. Dit kapsel 2 kan volgens de uitvinding worden aangevuld door met een deel van de hoofdharen 3 een aantal losse haren 4 te verbinden, bijvoorbeeld te verweven. Hiertoe kan eerst op een willekeurige plaats in het kapsel 2 een scheiding 5 van willekeurige vorm getrokken worden. Langs deze scheiding 5 kan een aantal hoofdharen 3 met elkaar verweven worden tot een streng 6, waaraan de aanvullende losse haren 5 vervolgens bevestigd kunnen worden. De streng 6 wordt dus gevormd in de nabijheid van de wortels 12 van de met elkaar verweven hoofdharen 3.

De streng 6 kan eventueel gevormd worden door de hoofdharen 3 pluk voor pluk langs een steunband 7 te binden. Op deze wijze wordt voorkomen dat de hoofdharen 3 in de streng 6 gaan klitten, waardoor het later loshalen van de streng een moeilijke, tijdrovende en voor de drager pijnlijke bezigheid zou worden. De steunband 7 kan bijvoorbeeld van viscosemateriaal vervaardigd zijn. De streng 6 wordt langs de steunband 7 aangebracht door met behulp van een naald 11 een weefdraad 10 om de plukken hoofdhaar 3 en de band 7 te rijgen. Hiertoe wordt de draad 10 eerst aan de buitenzijde evenwijdig aan de streng 6 gelegd, vervolgens aan de onderzijde achter de streng 6 en band 7 langsgehaald, kruislings onder het evenwijdig verlopende deel van de draad 10 langs aan de buitenzijde van de streng 6 naar beneden geleid onder vorming van een le lus, wederom aan de onderzijde achter de streng 6 en de steunband 7 langsgehaald en aan de buitenzijde van de streng 6 over het evenwijdig daaraan verlopend draaddeel naar beneden geleid onder vorming van een 2e lus, en tenslotte door de le lus gestoken en verder evenwijdig aan de streng 6 geleid. Zo wordt éen stevige streng 6 gevormd, die indien nodig toch eenvoudig weer losgenomen kan worden.

Eventueel kan verder vóór het vormen van de streng 6 op het hoofdhaar 3 langs de scheiding 5 een beschermingslaag worden aangebracht, zoals bijvoorbeeld in de handel gebracht onder de naam Micro-form Hairweave Protection. Hiermee kan beschadiging van het hoofdhaar 3 als gevolg van het daaraan bevestigen van het losse haar 4 voorkomen worden. Tevens kan deze beschermingslaag gebruikt worden om de steunband 7 tijdens het vormen van de streng 6 op zijn plaats te houden.

De losse haren 4 kunnen, teneinde het bevestigen daarvan aan het hoofdhaar 3 te vereenvoudigen, eerst met een aantal steundraden 8 verweven worden tot een zogeheten trens 9. Deze trens 9 wordt dan vervolgens vastgenaaid aan de streng 6, waarna het totale zo ontstane kapsel in een gewenst model geknipt kan worden.

Wanneer het hoofdhaar 3 groeit en de afstand tussen de streng 6 en de haarwortels 12 dus toeneemt, zullen de losse haren 4, die immers aan het hoofdhaar 3 gehecht zijn mee "groeien". Wanneer het hoofdhaar 3 zover gegroeid is dat de verbinding tussen het hoofdhaar 3 en het aangehechte losse haar 4 zichtbaar dreigt te worden, kan de trens 9 losgenomen worden van de streng hoofdhaar 6, en kan de streng 6 uitgehaald worden. Vervolgens kan op een andere plaats een scheiding 5 getrokken worden en kan weer nabij de wortels 12 van het hoofdhaar 3 naast de scheiding 5 een nieuwe streng 6 gevormd worden, waaraan de trens losse haren 4 dan bevestigd kan worden.

De losse haren 4 kunnen van kunststof vervaardigd zijn, bijvoorbeeld kan het gaan om haren als op de markt gebracht onder de naam "Fortune Modacrylic Fibre". Deze kunstharen zijn in een groot aantal verschillende kleuren beschikbaar, zodat door het in een geschikte verhouding met elkaar tot een trens 9 verweven van kunstharen met verschillende kleuren precies de kleur van het hoofdhaar van de drager gevormd kan worden. Ook is het natuurlijk mogelijk een afwijkende kleur te kiezen. Het is echter natuurlijk ook denkbaar in plaats van kunstharen 'een trens 9 van natuurlijk haar te maken, bijvoorbeeld zelfs het haar van de drager zelf.

Claims (11)

1. Werkwijze voor het aanvullen van een kapsel (2) door het met een deel van het het kapsel (2) vormende hoofdhaar (3) verbinden van een aantal'losse haren (4).

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de losse haren (4) met het hoofdhaar (3) verweven worden.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat een aantal hoofdharen (3) met elkaar verweven wordt tot een streng (6), en de losse haren (4) met de zo gevormde streng (6) verbonden worden.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de streng (6) gevormd wordt langs een steunband (7).

5. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de steunband (7) van viscosemateriaal vervaardigd is.

6. Werkwijze volgens één der conclusies 3-5, met het kenmerk, dat vóór het vormen van de streng (6) een scheiding (5) met een gewenste vorm in het hoofdhaar (3) getrokken wordt.

7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat na het trekken van de scheiding (5) een beschermingslaag op het hoofdhaar (3) langs de scheiding (5) wordt aangebracht .

8. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de losse haren (4) eerst tot een trens (9) geweven worden, en vervolgens de trens (9) met het hoofdhaar (3) verbonden wordt.

9. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de losse haren (4) van kunststof vervaardigd zijn.

10. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kleur van de losse haren (4) aangepast is aan de kleur van het hoofdhaar (3).

11. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de met het hoofdhaar (3) verbonden losse haren (4) na enige tijd losgenomen en op een gewenste plaats weer met het hoofdhaar (3) verbonden worden.