NL9300196A - Verwarmings- en doekendrooginrichting. - Google Patents

Description

Titel: Verwamings- en doekendrooginrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een verwamings- en doekendrooginrichting.

Er zijn verwarmingsapparaten bekend, welke in zich een tweetal funkties combineren nl. de funktie van het drogen van doeken en de funktie van het verwarmen van de omgeving.

Enkele van deze bekende inrichtingen hebben een aantal horizontale kanalen welke kunnen worden gebruikt als droogstangen, waarbij door die kanalen een als warmtedrager fungerend fluïdum stroomt, terwijl andere van die bekende inrichtingen de vorm hebben van warmteuitstralende panelen, waarvóór de droogstaven gerangschikt zijn.

Ook zijn er van die inrichtingen, welke zijn uitgerust met een ventilatieinrichting welke zich dan bevindt achter de kanalen op de warmteafstralende panelen.

In het algemeen hebben die bekende inrichtingen de volgende nadelen: verwarmingsapparaten hebben inwendige, kenmerkende eigenschappen (thermische traagheid, regeling), welke verschillen van droog inrichtingen en welke, tegen redelijke kosten ook moeilijk verenigbaar zijn; een goede droging wordt slechts verkregen op die weefselstukken welke rechtstreeks onderworpen zijn aan de warmtebron; de werkzaamheid van ventilatoren wordt belemmerd door die weefselstukken welke uiteindelijk alle drogend werkzame warmte absorberen, zulks ten nadele van de andere weefselstukken welke overigens ook nog de verwarming van het vertrek of de ruimte verhinderen.

De onderhavige uitvinding heeft nu tot doel een inrichting te verschaffen waarmee het mogelijk is om de funkties van verwarming en van het drogen van doeken of dergelijke stukken weefsel te combineren onder het daarbij echter niettemin zodanig van elkaar gescheiden houden van die beide funkties dat daarbij twee verschillende wijzen van fuhktioneren worden voorgesteld, welke geschikt zijn voor elk van die beide funkties, d.w.z. enerzijds een droging die op gunstige wijze wordt verdeeld over een aantal bij elkaar geplaatste stukken doek en anderzijds een verwarming van de omgeving.

Dienovereenkomstig heeft de uitvinding een verwarmings-en doekendrooginrichting tot doel van de soort, met in combinatie, een door natuurlijke convectie werkzame verwarmingskast, voorzien van een, door een thermostaat geregeld verwarmingslichaam, en een, met geforceerde convectie omlaag met blaaswerking op droogstaven werkzame droogkast.

Verdere, de uitvinding nog nader uitwerkende, kenmerkende bijzonderheden volgens de uitvinding zijn de volgende: de verwarmingskast en de droogkast vormen te zamen één deel, in het inwendige waarvan het verwarmingslichaam en de ventilatieinrichting zijn ondergebracht.

de gezamelijke kast is parallelpipedumvormig en de ventilatieinrichting wordt gevormd door een schoepenwiel, dat zich in hoofdzaak over de volle breedte van de voorzijde van die kast uitstrekt.

de genoemde kast draagt aan zijn voorzijde een bedieningskastje, dat is verbonden met een in de kast ondergébrachte elektrische installatie.

de droogstaven zijn in eenzelfde horizontaal vlak zwenkbaar om een vertikale as gemonteerd.

de verwarmings- en doekendrooginrichting is voorzien van een grendelinrichting voor de droogstaven in hun drogend werkzame stand.

Nadere details volgens de uitvinding zullen blijken uit de hieronder volgende beschrijving van een voor de uitvinding niet beperkend bedoeld uitvoeringsvoorbeeld volgens de uitvinding zoals weergegeven in de tekening:.

figuur 1 is een perspectivisch aanzicht van een verwarmings- en doekendrooginrichting volgens de uitvinding; figuur 2 is een schematisch aanzicht - met -doorsnede volgens de lijn Il-ll; en figuur 3 is een schematisch aanzicht - met -doorsnede langs de lijn m-lll.

Blijkens de tekening omvat de uitgevonden inrichting een kast 1 van in algemeen parallelpipedumvormige gedaante, welke kast is voorzien van: een platte achterzijde 2 welke bestemd is om te worden bevestigd op een plat vlak 3, d.w.z. van een muur, een tussenwand o.d.; een in hoofdzaak vlakke, of - enigszins gebogen en hellende, zoals bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld -voorzijde 4; twee vertikale zijwanden.

De horizontale zijden 6, 7 worden gevormd door roosters waardoor lucht kan circuleren tussen de omgeving en het inwendige van de kast.

Onder de kast, en wel op een afstand in de orde van grootte van ongeveer 10 tot 30 cm, is de inrichting voorzien van één of een aantal droogstaven 8, bij voorkeur ten minste een tweetal.

Die droogstaven strekken zich uit in een vlak evenwijdig aan het onderste rooster 7 en over de volle breedte van de voorzijde en worden aan elk van hun beide uiteinden ondersteund door één van een tweetal armen 9, 10. Bovendien zijn die droogstaven scharnierend bevestigd aan één van die amen 9, zodanig dat zij horizontaal kunnen zwenken, terwijl de tegenover gelegen arm 10 is voorzien van vergrendeling van de droogstaven in hun gesloten, voor droging werkzame stand.

Als variant zijn de droogstaven vast gemonteerd op een ondersteuning, welke zelf zwenkbaar gemonteerd is op de arm 9.

Ten slotte kunnen de droogstaven ook zwenkbaar gemonteerd zijn aan de ondersteuning welke dan zelf ook nog schamierbaar is bevestigd aan de arm 9.

De kast bevat in het inwendige een verwarmingslichaam 11, dat wordt gevormd door een verwarmingsweerstand welke zich uitstrekt over de volle breedte van de kast.

Uiteraard is deze wijze van aaribrengen en uitvoeren niet beperkend bedoeld en zijn ook andere wijzen van aanbreng mogelijk.

Onder bet verwarmingslichaam is een ventilatiescboepenwiel 12 aangebracht, dat vertikaal omlaag blaast. De lucht wordt aangezogen door het bovenste rooster 6, passeert het bereik dat wordt ingenomen door het verwarmingslichaam 11 en wordt voortgestuwd door het schoepenwiel 12 naar de droogstaven 8. Het schoepenwiel strekt zich ook uit over de volle breedte van de kast zodanig dat de lucht goed wordt verdeeld over die droogstaven.

Het verwarmingslichaam en het schoepenwiel zijn verbonden met een elektrische installatie 13, welke ten minste een thermostaat bevat en een tijdregelinrichting zoals een klok welke is gekoppeld met de aandrijfinrichtingen voor het schoepenwiel en andere funktie- organen van de inrichting.

Die elektrische inrichting is ondergébracht in de kast en bevat een bedieningskastje (14) dat op de voorzijde daarvan is gemonteerd en daar doorheen reikt om toegang te verlenen tot de bedieningsorganen zoals temperatuurregelinrichting, klok, schakelaars, waarschuwingslampjes, ....

De uitgevonden inrichting werkt als volgt: 1- Droging

De vochtige doeken worden opgehangen over de droogstaven zodanig dat zij vertikaal omlaag hangen. De temperatuur wordt geregeld met de temperatuurregelaar en de gewenste droogtijd wordt ingesteld. Vervolgens wordt de inrichting in werking gesteld: het schoepenwiel blaast daarbij op de doeken droge en warme lucht gedurende de vastgestelde tijd. De vertikale luchtstroom tussen de wanden leidt tot een goed verdeelde droging en maakt de doeken droog op een wijze die aangenaam aanvoelt, (d.w.z. dat het ruw, stug aanvoelen verdwijnt). De inrichting komt automatisch tot stilstand wanneer de ingestelde tijd is verstreken.

2- verwarming

De inrichting kan ook worden gebruikt als uitsluitend met convectie werkzame verwarmingsinrichting met de ventilator in niet werkzame toestand waarbij de omgevingstemperatuur wordt aangegeven op het bedieningspaneel van het bedieningskastj e en de thermostaat zorgt voor het verkrijgen van de gewenste temperatuur.

Wanneer het echter gewenst is om doeken te drogen wordt de verwarmingsfunktie automatisch onderbroken.

Als variantuitvoering kan worden voorzien in een ventilatieinrichting welke in beide richtingen werkzaam is. Daardoor kan wanneer de ruimte waarin de inrichting is opgesteld koud is, bijvoorbeeld na lange afwezigheid, de verwarming van die ruimte worden versneld door de inrichting te laten werken met een opwaarts gerichte ventilatiestroom.

Claims (6)

1. Verwarmings- en doekendrooginrichting van een soort met, in combinatie een, door natuurlijke convectie werkzame verwarmingskast, voorzien van een door een thermostaat geregeld verwarmingslichaam, en een, met geforceerde convectie omlaag met blaaswerking op droogstaven (8) werkzame droogkast.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verwarmings- en de droogkast te zamen één deel (1) vormen, in het inwendige waarvan het verwarmingslichaam (11) en een ventilatieinrichting (12) zijn ondergébracht.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de kast (1) parallelpipedumvormig is uitgevoerd en de ventilatieinrichting wordt gevormd door een schoepenwiel, dat zich in hoofdzaak over de volle breedte van de voorzijde (4) van die kast uitstrekt.

4. inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de genoemde kast (1) op zijn voorzijde (4) een bedieningskastje (14) draagt, dat is verbonden met een in de kast ondergebrachte, elektrische installatie (13).

5. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de droogstaven (8) in éénzelfde, horizontaal vlak zwenkbaar op een vertikale as gemonteerd zijn.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat die inrichting is voorzien van een grendelinrichting voor de droogstaven in hun bij het drogen ingestelde positie.