NL9202257A - Inrichting en werkwijze voor het snijden van een baan pleistermateriaal. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het snijden van een baan pleistermateriaal. Download PDF

Info

Publication number
NL9202257A
NL9202257A NL9202257A NL9202257A NL9202257A NL 9202257 A NL9202257 A NL 9202257A NL 9202257 A NL9202257 A NL 9202257A NL 9202257 A NL9202257 A NL 9202257A NL 9202257 A NL9202257 A NL 9202257A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
cutting
web
plasters
plaster material
plaster
Prior art date
Application number
NL9202257A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Cederroth Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cederroth Bv filed Critical Cederroth Bv
Priority to NL9202257A priority Critical patent/NL9202257A/nl
Priority to PCT/NL1993/000274 priority patent/WO1994014584A1/en
Priority to AU58433/94A priority patent/AU5843394A/en
Publication of NL9202257A publication Critical patent/NL9202257A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B23MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B23QDETAILS, COMPONENTS, OR ACCESSORIES FOR MACHINE TOOLS, e.g. ARRANGEMENTS FOR COPYING OR CONTROLLING; MACHINE TOOLS IN GENERAL CHARACTERISED BY THE CONSTRUCTION OF PARTICULAR DETAILS OR COMPONENTS; COMBINATIONS OR ASSOCIATIONS OF METAL-WORKING MACHINES, NOT DIRECTED TO A PARTICULAR RESULT
    • B23Q1/00Members which are comprised in the general build-up of a form of machine, particularly relatively large fixed members
    • B23Q1/25Movable or adjustable work or tool supports
    • B23Q1/44Movable or adjustable work or tool supports using particular mechanisms
    • B23Q1/50Movable or adjustable work or tool supports using particular mechanisms with rotating pairs only, the rotating pairs being the first two elements of the mechanism
    • B23Q1/54Movable or adjustable work or tool supports using particular mechanisms with rotating pairs only, the rotating pairs being the first two elements of the mechanism two rotating pairs only
    • B23Q1/5468Movable or adjustable work or tool supports using particular mechanisms with rotating pairs only, the rotating pairs being the first two elements of the mechanism two rotating pairs only a single rotating pair followed parallelly by a single rotating pair
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B23MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B23QDETAILS, COMPONENTS, OR ACCESSORIES FOR MACHINE TOOLS, e.g. ARRANGEMENTS FOR COPYING OR CONTROLLING; MACHINE TOOLS IN GENERAL CHARACTERISED BY THE CONSTRUCTION OF PARTICULAR DETAILS OR COMPONENTS; COMBINATIONS OR ASSOCIATIONS OF METAL-WORKING MACHINES, NOT DIRECTED TO A PARTICULAR RESULT
    • B23Q27/00Geometrical mechanisms for the production of work of particular shapes, not fully provided for in another subclass
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B26HAND CUTTING TOOLS; CUTTING; SEVERING
    • B26DCUTTING; DETAILS COMMON TO MACHINES FOR PERFORATING, PUNCHING, CUTTING-OUT, STAMPING-OUT OR SEVERING
    • B26D3/00Cutting work characterised by the nature of the cut made; Apparatus therefor
    • B26D3/10Making cuts of other than simple rectilinear form
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B26HAND CUTTING TOOLS; CUTTING; SEVERING
    • B26FPERFORATING; PUNCHING; CUTTING-OUT; STAMPING-OUT; SEVERING BY MEANS OTHER THAN CUTTING
    • B26F3/00Severing by means other than cutting; Apparatus therefor
    • B26F3/004Severing by means other than cutting; Apparatus therefor by means of a fluid jet

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Forests & Forestry (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Geometry (AREA)
  • Perforating, Stamping-Out Or Severing By Means Other Than Cutting (AREA)

Description

Inrichting en werkwijze voor het snijden van een baan pleistermateriaal
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting en werkwijze voor het uit een baan pleistermateriaal snijden van afzonderlijke pleisters.
Uit het Amerikaanse octrooischrift 3.550.589 is een inrichting bekend voor het vervaardigen van pleisters, waarbij eerst een baan pleistermateriaal samengesteld wordt uit een van perforaties voorzien, hechtend basisvel, een reeks daarop geplakte wondkussentjes en twee elkaar in het midden van de baan overlappende, verwijderbare bescherm- of dekstroken. Het basisvel kan vervaardigd zijn PE, PVC of PP en de beschermstroken kunnen vervaardigd zijn van bijvoorbeeld siliconenpapier. Uit de baan pleistermateriaal worden vervolgens afzonderlijke pleisters gesneden met behulp van een pons, die de vorm heeft van een afzonderlijke pleister en in verticale richting heen en weer bewogen wordt. Met deze pons wordt de baan pleistermateriaal telkens weer langs één rechte, dwars op de hoofdrichting van de baan pleistermateriaal staande lijn en langs twee tegenover elkaar liggende, zich in hoofdzaak evenwijdig aan de hoofdrichting van de baan pleistermateriaal uitstrekkende gebogen lijnen gesneden. De rechte lijn vormt steeds de achterste langszijde van een voorlopende pleister en de voorste langszijde van de direct daarop volgende, achterlopende pleister. De op deze wijze uit de baan pleistermateriaal gesneden pleisters worden meteen daarna in dwarsrichting afgevoerd en het overblijvende materiaal van de baan wordt benedenstrooms de pons in stukken gesneden.
Uit de. Europese octrooiaanvrage 0.320.814 is een inrich- ting voor het vervaardigen van afzonderlijke pleisters bekend, waarbij de snijmiddelen een in verticale richting heen en weer beweegbare snijstempel omvatten, die voorzien is van een H-vormig snijblad, waarmee een gedeelte van de eindranden van een voorlopende pleister, de rand, die de grens vormt tussen de voorlopende en de achterlopende pleister en een gedeelte van de eindranden van de achterlopende pleister gesneden wordt.
Uit de Europese octrooiaanvrage 0.120.612 is een inrichting voor het vervaardigen van afzonderlijke, rechthoekige pleisters bekend, waarbij de snijmiddelen gevormd worden door twee, boven en onder de baan pleistermateriaal geplaatste, van rechte messen voorziene cylinders, die roteerbaar zijn om loodrecht op de baan staande assen. Deze rechte messen strekken zich uit over de gehele breedte van de baan pleistermateriaal.
Het Amerikaanse octrooischrift 3.900.027 toont een inrichting voor het vervaardigen van afzonderlijke, rechthoekige pleisters, omvattend snijmiddelen, die bestaat uit een paar boven en onder de baan pleistermateriaal en dwars daarop opgestelde rollen, waarvan de bovenste voorzien is van een reeks cirkelmessen voor het in langsrich-ting snijden van de baan en uit een paar benedenstrooms daarvan, boven en onder de baan pleistermateriaal, dwars op die baan opgestelde messencylinders, die de baan in dwarsrichting snijden.
Bekend zijn verder inrichtingen voor het vervaardigen van afzonderlijke pleisters uit een baan pleistermateriaal, waarbij met behulp van cylinders met loodrecht op de baan pleistermateriaal gerichte messen de baan pleistermateriaal in afzonderlijke stukken met de breedte van de te verkrijgen pleisters gesneden wordt, nadat met behulp van twee boven de baanranden opgestelde, van gebogen messen voorziene rollen de gebogen eindranden van de (daarna te snijden) pleisters gesneden zijn.
Alle voornoemde inrichtingen maken gebruik van snijdende onderdelen, die werkzaam zijn in contact met de baan pleistermateriaal en daardoor gevoelig zijn voor slijtage. Hierdoor moeten de snijdende delen regelmatig vervangen worden, mogelijk zelfs tijdens een produc-tieperiode.
Een doel van de uitvinding is een inrichting van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, die de voornoemde nadelen niet kent.
Hiertoe voorziet de uitvinding in een inrichting voor het snijden van wondpleisters uit een baan pleistermateriaal, omvattend een transporteur voor ondersteuning en beweging van de baan pleistermateriaal, eerste snijorganen voor het in dwarsrichting snijden van de baan voor het vormen van de langsranden van de pleisters, en tweede snijorganen voor het in hoofdzaak in lengterichting snijden van de baan voor het vormen van de eindranden van de pleisters, waarbij de tweede snijorganen opgesteld zijn op afstand van de zijranden van de baan pleistermateriaal en organen omvatten voor het afgeven van een door de baan snijdende straal.
Door het gebruik van straalafgifteorganen voor het snijden van de eindranden van de pleisters zal de werking van de snijorganen na verloop van tijd veel minder snel achteruit gaan, of zelfs niet, dan die van messen, die tenslotte na verloop van tijd wegens slijtage vervangen moeten worden. Hierdoor wordt de netto haalbare productietijd van de inrichting voor het vervaardigen van afzonderlijke pleisters vergroot. Bovendien behoeft geen voorraad vervangende messen aangehouden te worden.
Om pleisters met gebogen eindranden te kunnen snijden heeft het de voorkeur dat de tweede snijorganen organen omvatten voor het in dwarsrichting heen en weer bewegen van de straalafgifteorganen. Hiermee is tevens een voorwaarde vervuld voor een hieronder te bespreken verdere voordelige ontwikkeling van de inrichting volgens de uitvinding.
Daar de afmetingen van wonden variëren van klein tot groot bestaat er behoefte te kunnen beschikken over pleisters van verschillende grootte. De inrichtingen voor het vervaardigen van afzonderlijke pleisters zijn daarom ook bij voorkeur ingericht om versteld te kunnen worden voor het vervaardigen van pleisters van verschillendee afmetingen. Bij een inrichting die gebruik maakt van de voornoemde ponsen of snij stempels is het bij wijziging van de afmetingen van de te vervaardigen pleisters nodig om de inrichting geheel stil te zetten en alle snijdende delen te vervangen door snijdelen met andere afmetingen. Bij de inrichtingen die werken met van gebogen messen voorziene rollen ter plaatse van de randen van de baan pleistermateriaal zullen, indien de dwarsafmetingen van de pleisters gewijzigd moeten worden, de rollen vervangen moeten worden door rollen met messen met andere afmetingen. Een en ander betekent een verlies aan productietijd, terwijl het aanhouden van een voldoende gevarieerde voorraad verschillende ponsen, stempels, messen en dergelijke een kostbare en omslachtige aangelegenheid is.
Een verder doel van de uitvinding is daarom een inrichting van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarmee bij de overgang naar een ander pleisterformaat, in het bijzonder overgang naar een andere pleisterbreedte bij pleisters met gebogen eindranden, de ingreep in het productieproces tot een minimum beperkt kan worden.
Hiertoe omvat de bovenomschreven inrichting volgens de uitvinding, waarbij de tweede snijorganen organen omvatten voor het in dwarsrichting heen en weer bewegen van de straalafgifteorganen, organen voor het instellen van de bewegingssnelheid van de baan pleistermateriaal ten opzichte van de bewegingssnelheid van de straalafgifteorganen. Door instelling van de baansnelheid en/of instelling van de reciproceersnelheid van de straalafgifteorganen kan de afmeting van de zich in lengterichting van de baan uitstrekkende koorde van de eindrand van de pleister naar wens ingesteld worden. De eigenlijke snijorganen behoeven hiervoor niet vervangen te worden, zodat het vervaardigingsproces hierdoor niet vertraagd wordt.
Bij voorkeur omvat de inrichting volgens de uitvinding verder organen voor het heen en weer bewegen van de straalafgifteorganen in lengterichting van de baan. Hierdoor wordt het mogelijk de randen van de baan een bijzondere, gebogen vorm te geven, ook wanneer de straalafgifteorganen met een eenparige snelheid bewogen worden. Volgens een verdere ontwikkeling van de inrichting volgens de uitvinding worden de organen voor het heen en weer bewegen van de straalafgifteorganen in dwarsrichting zowel als lengterichting gevormd door organen voor het langs een gesloten baan bewegen van de straalafgifteorganen. Uit oogpunt van eenvoud van de constructie is deze baan bij voorkeur cirkelvormig.
De straalafgifteorganen kunnen zijn ingericht voor het afgeven van een snijdende waterstraal.
De uitvinding zal nu toegelicht worden aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld. Getoond wordt in: fig. 1 een schematisch aanzicht van een inrichting voor het vervaardigen van afzonderlijke pleisters uit een baan pleisterma-teriaal, waarin de snijrichting volgens de uitvinding opgenomen kan zijn; fig. 2 de snijrinrichting volgens de uitvinding, gezien in aanzicht in de transportrichting van de baan pleistermateriaal; fig. 3 een bovenaanzicht III-III op de snijinrichting van fig. 2; fig. 4 een verticale doorsnede volgens IV-IV in fig. 2; fig. 5 een verticale doorsnede van een onderdeel van de snij inrichting van fig. 2; fig. 6 een bovenaanzicht op het onderdeel van fig. 5; en figuren 7A-C enige voorbeelden van de vorm waarin de randen van de baan pleistermateriaal gesneden kunnen worden met behulp van de snijinrichting volgens de uitvinding. De pleisterbaan wordt op plaatsen waar dat nodig is ondersteund.
In fig. 1 is een schematische opstelling weergegeven van een inrichting 100 waarmee afzonderlijke pleisters uit een pleisterbaan vervaardigd kunnen worden. De inrichting 100 omvat een station 1, waar een rol 101 en een reserverol 101' met pleisterbaan A en twee rollen 102 en twee reserverollen 102' met banen cold-seal papier C opgesteld zijn. In het station 1 zijn voorts diverse keer- en gelei-dingsrollen aangebracht om de banen A en C tijdens het afwikkelen van d& betreffende rollen te geleiden.
De pleisterbaan A is opgebouwd uit drie lagen, te weten een laag folie, een zelfklevende lijmlaag en een laag siliconenpapier. De pleisterbaan wordt op conventionele wijze vervaardigd en is iets breder dan de lengte van de te vervaardigen pleisters.
De pleisterbaan A wordt geleid naar rechts toe naar een station 2, alwaar het siliconenpapier van de pleisterbaan in de lengte van de baan doorgesneden en opengevouwen wordt. Hierdoor is het mogelijk om in het volgende station 3 van een baan B, die aangevoerd wordt vanaf een voorraad 103, afkomstige wondkussens op de zelfklevende laag van de pleisterbaan A aan te brengen. Hierop wordt het silico-nepapier van de pleisterbaan weer dichtgevouwen en komt de van wondkussens voorziene pleisterbaan A* in station 4, waar deze baan in dwarsrichting gesneden wordt en de langszijden van de latere pleisters gevormd worden. Station 4 omvat hier drie snijorganen 4', 4'', 4*'* die verschillende afmetingen hebben, zodat hier een keuze gemaakt kan worden voor de breedte van de pleisters. Het station 4 omvat voorts een doorvoer 4a voor de pleisterbaan A*. Benedenstrooms van het station 4 bevindt zich station 5, met behulp waarvan de in station 4 gesneden baan naar station 9 getransporteerd wordt, waar de pleisterbaan A* in langsrichting gesneden wordt met behulp van de snijinrichting volgens de uitvinding, en de ronde zijden van de pleister gevormd worden. Benedenstrooms hiervan worden in station 6 met behulp van de van boven en van onderaf aangevoerde banen cold-seal papier C de pleisters verpakt en vervolgens in station 7 de verpakkingen losgesneden. Tenslotte worden in station 8 de pleisters groepsgewijs verpakt. De pleisterbaan wordt op diverse plaatsen, waar dat nodig is, zoals ter plaatse van de stations waar gesneden wordt, ondersteund, bijvoorbeeld met behulp van transportbanden.
In fig. 2 is een Z-vormige steun 10, 11, 12 weergegeven, die ter plaatse van zijn voetplaat 11 met behulp van bout 61 bevestigd is op het frame 60 van de inrichting 1. Aan de verticale plaat 10 is door middel van bouten 29 een gelijkstroommotor 13 bevestigd, die regelbaar is en zorgt voor rotatie van de as 14, aan het boveneind waarvan een tandwielschijf 15 bevestigd is. Om de tandwielschijf 15 is een eindloze tandriem 16 gevoerd, die aan het linkereinde om een tandriemschijf 17 heen loopt. De tandriemschijf 17 is vast bevestigd aan een tandwiel 19a, waarvan de tanden 32a ingrijpen met tanden 32b van een daarnaast opgesteld tandwiel 19b. De tanden 32a van tandwiel 19a grijpen ineen met de tanden 33a van een tandwiel 66a van een eerste snijspuit 55a, terwijl de tanden 32b van het tandwiel 19b ineengrijpen met de tanden 33b van een tandwiel 66b van een tweede snijspuit 55b. De tandwielen 19a, 19b worden verder op roteerbare wijze ondersteund op de steunplaat 12. Aan de onderzijde van de plaat 12 bevinden zich houders 22a, 22b, die nog nader besproken zullen worden, en die op verzwenkbare wijze verbonden zijn met de plaat 12.
In de houders 22a, 22b zijn op roteerbare wijze waterpijpen 25a, 25b opgenomen. Deze waterpijpen 25a, 25b bezitten aan hun ondereind mondstukken 68a, 68b en zijn aan het boveneind middels koppelstukken 20a, 20b verbonden met watertoevoerbuizen 21a, 21b, die water toevoeren vanaf een bron van water onder druk.
In fig. 2 is voorts nog de nokkenbaan 26 te zien, die voorzien is van twee zich over een halve omtrek, schuin naar elkaar toe uitstrekkende nokkenbanen 27a, 27b. Indien dat gewenst is kan de nokkenbaanrol 26 over een halve omwenteling verdraaid worden met behulp van draailuchtcylinder 28. In de nokkenbanen 27a, 27b grijpen respectievelijk volgpennen 31a, 31b, die respectievelijk aangebracht zijn op de uiteinden van armen 30a, 30b, die één geheel vormen met de voornoemde houders 22a, 22b.
In fig. 4 is de inrichting van de snijspuit 55a nader in doorsnede verduidelijkt. Van rechts naar links gaande, is de pen 31a waar te nemen, die opgenomen is in de nokkenbaan 27a van de nokkenbaanrol 26, die aangedreven wordt door de draailuchtcylinder 28. De draailuchtcylinder 28 is door middel van bouten 56a bevestigd aan de steunplaat 12. De pen 31a is bevestigd aan het uiteinde van de arm 30a, die zich naar rechts toe uitstrekt vanaf de houder 22a en daarmee een geheel vormt. In de houder 22a is een boring 57a aangebracht, waarin een met de steunplaat 12 vast verbonden pen 37a steekt. Een bovenste groefkogellager 46a, en een onderste groefkogellager 4&a, alsmede een kogeltaatlager 47a maken rotatie van de houder 22a ten opzichte van 37a mogelijk. De pen 37a strekt zich uit naar boven toe, uit de boring 57a, door boring 58a in de steunplaat 12 en gaat dan over in een flens 59, die door middel van bout 62a vast bevestigd is aan de grondplaat 12. De pen 37a is daarmee op vaste wijze bevestigd aan de grondplaat 12. Boven de flens 59a is de pen 37a opgenomen in een boring 63a in het tandwiel 19a, en daarin roteerbaar gelegerd met behulp van de bovenste en onderste groefkogellagers 46a. Verder naar links is de houder 22a voorzien van een boring 64a, waarin de bus 36a op draaibare wijze, middels bovenste en onderste groefkogellagers 46a opgenomen is. Aan haar ondereind is de bus 36a voorzien van een draaibaar opgesteld contragewicht 23a, dat dient om de inrichting in balans te kunnen brengen. Aan haar boveneind is de bus 36a voorzien van een flens 48a, die voorzien is van een flens 48a, die voorzien is van sleufgaten 49a, waardoorheen bouten 65a steken voor bevestiging van een tandwiel 66a daaraan. De Bleufgaten 49a maken het mogelijk de positie van het tandwiel 66a nauwkeurig in te stellen, in het bijzonder ten opzichte van het andere tandwiel (66b), om de koorden, die de beide bijbehorende snijstralen uitsnijden, ten opzichte van elkaar uit te lijnen. Het tandwiel 66a is voorzien van de tanden 33a, die ineen- grijpen met tanden 32a van het tandwiel 19a. Binnen de bus 36a, die een boring 52a vormt, is op excentrische wijze opgenomen een pijp 24a, die aan het boveneind door middel van groefkogellager 46a en aan het ondereind door middel van kogeltaatslager 47a en groefkogellager 46a op roteerbare wijze binnen de bus 36a gelegerd en ondersteund is. De pijp 24a is verder aan zijn bovenzijde middels stelring 40a en stelhout 41a spelingvrij gemaakt ten opzichte van de bus 36a. De opwaartse krachten op de pijp 24a als gevolg van het spuiten van de snij spuit worden door de stelring 40a en kogeltaatslager 47a opgevangen. Aan het ondereind van de pijp 24a is een ring 42a door middel van niet weergegeven bouten bevestigd. Van deze ring 42a steekt een arm 44a uit, op het uiteinde waarvan een pen 45a bevestigd is, die op zijn beurt bevestigd is in de houder 22a. Hiermee wordt de (eventuele) rotatiebe-weging op van de pijp 24a en daarmee de spuit 25a begrensd, zodat tordering voorkomen wordt. De pijp 24a is voorzien van een boring 67a, waarin de spuit 25a opgenomen is. De waterpijp 25a is met behulp van bout 43a in vertikale richting gefixeerd. Deze spuit 25a is aan zijn ondereind voorzien van een monstuk 68a en ter plaatse van zijn boveneind middels stelring 38a en bevestigingsbout 39a op in vertikale richting spelingvrije wijze ondersteund op het boveneind van de pijp 24a. De hoogte van de waterpijp 25a kan met de stelring 38a ingesteld worden. De spuit 25a is middels koppeling 20a gekoppeld met de water-toevoerbuis 21a.
In fig. 5 is de bus 36a groter weergegeven, waarbij duidelijk te zien valt dat de hartlijn Y-Y van de boring 52a niet samenvalt met de hartlijn X-X van de boring 50a in het bovengedeelte van de bus 36a en van de boring 51a in het onderste deel van de bus 36a. De hartlijn Y-Y van de boring 52a valt wel samen met de hartlijn van de flens 48, en daarmee van het tandwiel 66a. De hartlijn X-X van de boringen 50a, 51a valt samen met de hartlijn van de pijp 24a en van de spuit 25a, wanneer deze zich in de in fig. 4 weergegeven gemonteerde toestand bevinden. Een en ander is nog verder veraanschouwelijkt in fig. 6, waarbij het punt N de plaats van de hartlijn X-X en het punt M de plaats van de hartlijn Y-Y weergeeft, en "e" de relatieve excentriciteit. Bij een buitendiameter van de bus 36a van 35 mm en een binnen-diameter daarvan van 30 mm, is de excentriciteit op 2 mm bepaald.
De werking van de in de figuren 2-6 afgeheelde snijinrich- ting is als volgt. Wanneer (zie fig. 3) de regelbare motor 13 bediend wordt, zal de tandriem 16 in de richting P verdraaid worden, met als gevolg dat de tandriemschij f 17 en daardoor ook het tandwiel 19a in die richting Q verdraaid worden. Door de ineengrijping van de tanden 32a van tandwiel 19a en de tanden 32b van tandwiel 19b wordt tandwiel 19b in de richting van R verdraaid. Door de gelijke straal van de tandwielen 19a en 19b zal de rotatiesnelheid van deze beide gelijk zijn. Door de ineengrijping van de tanden 33a van tandwiel 66a met de tanden 32a wordt tegelijkertijd het tandwiel 66a geroteerd in de richting S. Door de ineengrijping van de tanden 33b van tandwiel 66b met de tanden 32b van tandwiel 19b wordt het tandwiel 36a gelijktijdig geroteerd in de richting T. Doordat de tandwielen 66a en 66b een gelijke diameter hebben is de rotatiesnelheid van beide gelijk. Beschouwen wij nu ook fig. 4, dan is te zien dat met de rotatie van de tandwielen 66a, 66b ook 36a en 36b (niet weergegeven) respectievelijk geroteerd worden in de richtingen S en T. Als gevolg van de excentrische opstelling van de boringen 50a en 51a (zie fig. 5) ten opzichte van de boring 52a van de bus 36a, en daarmee de excentrische opstelling van de lagers en de daarmee gelagerde pijp 24a, alsmede de weer daarbinnen opgenomen spuit 25a, zal deze spuit onderworpen worden aan een rotatiebeweging om het punt M (zie fig. 6) met een straal die overeenkomt met de excentriciteit e. Doordat de spuit 25a vrij maar draaibaar opgelegd is kan de spuit 25a zijn rotatiepositie blijven behouden ten opzichte van de houder 22a, zodat, mede door de door de delen 42a, 44a en 45a gevormde beperking van de roteerbaarheid van de pijp 24a ten opzichte van de vaste delen van de snij inrichting, torde-ring van de watertoevoer buis 21a voorkomen wordt. De spuit 25a geeft dus tijdens bedrijf met zijn mondstuk 68a een waterstraal af, die ten opzichte van een daaronder bewegende baan pleistermateriaal A* (zie fig. 3) een cirkelvormige roterende beweging maakt. Voor de spuit 68b geldt een overeenkomstig verhaal. Bij wijze van voorbeeld kan de straal die wordt afgegeven uit het mondstuk 68a en 68b een diameter hebben van 0,1 mm en onder een druk van 3000 bar af gegeven worden. Gebleken is dat een dergelijke waterstraal afdoende is voor het op scherepe wijze snijden van een baan pleistermateriaal.
Door combinatie van deze roterende beweging met de trans-latiebeweging van de pleisterbaan wordt het gewenste bogenprofiel van de randen van de pleisterbaan en daarmee van de eindranden van de pleiseters verkregen. Hierbij kan het patroon beïnvloed worden door bijvoorbeeld de snelheid van de eenparige beweging van de roterende spuiten ongewijzigd te laten en de translatiesnelheid van de baan te wijzigen om meer of minder brede pleisters te verkrijgen. Eenzelfde resultaat kan bereikt worden door bij ongewijzigde translatiesnelheid van de baan de rotatiesnelheid van de spuiten te wijzigen.
Voorbeelden hiervan zijn weergegeven in figuren 7A, 7B en 7C. In deze figuren is telkens de baan pleistermateriaal A* weergegeven, die beweegt in de richting E met een translatiesnelheid van Vb. De spuit is boven de rand van de baan opgesteld en beschrijft een cirkel met straal 2 mm op een omtreksnelheid Vw, linksom draaiend. In fig. 7A is het pad van het snijpunt van de waterstraal op de pleisterbaan weergegeven, wanneer Vb kleiner is dan Vw. In fig. 7B is wederom het pad van het snijpunt van de waterstraal op de baan pleistermateriaal weergegven, echter nu in het geval dat Vb gelijk is aan Vw· Dit pad heeft de voorkeur omdat hiermee de eindranden van de pleisters, die hier een breedte b hebben, zodanig gesneden worden dat ter plaatse van de grenzen tussen de pleisters een scherpe overgang bewerkstelligd wordt. Deze overgang is veel flauwer in het geval weergegeven in fig. 7C, waar de snelheid van de baan pleistermateriaal Vb groter is dan de omtreksnelheid Vw van de rotatiebeweging van de waterstraal. De pleisters worden vervolgens los van elkaar gesneden, bijvoorbeeld met behulp van een messencylinder met loodrecht op de baan staande messen.
De hierboven besproken snijinrichting kan aangepast worden aan de pleisterlengte, of anders gezegd pleisterbaanbreedte. Hiertoe wordt de draaicylinder 28 bediend, waardoor de nokkenbaancylinder 26, al naar gewenst, maar maximaal over een halve omwenteling, verdraaid zal worden. Hiermee verandert ook de positie van de nokkenbanen 27a, 27b ten opzichte van de daarin opgenomen pennen 31a, 31b. Als gevolg hiervan zullen de armen 30a en 30b, bijvoorbeeld gezien in het bovenaanzicht van fig. 3, in het horizontale vlak verzwaaien. Bijgevolg zal ook de stand van de houders 22a, 22b, welke houders verdraaien kunnen ten opzichte van de steunplaat 12, zoals boven besproken is, veranderen, waarbij, in het geval van fig. 3, de bussen 36a en 36b dichter naar elkaar toe worden gebracht en daarmee ook de spuiten 25a, 25b, zodat de afstand tussen de eindranden van een pleister verkleind wordt.
De gehele machine zal voorzien worden van een regelsysteem. Daarin zal de motor van de (water)snij inrichting als master dienen, de andere bewerkingsstations zullen deze motor met vastgelegde verhoudingen volgen. Het software-programma, van de regelaar, zorgt ervoor dat er verschillende afmetingen van pleisters gemaakt kunnen worden.

Claims (14)

1. Inrichting voor het snijden van wondpleisters uit een baan pleistermateriaal, omvattend een transporteur voor ondersteuning en beweging van de baan pleistermateriaal, eerste snijorganen voor het in dwarsrichting snijden van de baan voor het vormen van de langsran-den van de pleisters, en tweede snij organen voor het in hoofdzaak in lengterichting snijden van de baan voor het vormen van de eindranden van de pleisters, waarbij de tweede snijorganen opgesteld zijn op afstand van de zijranden van de baan pleistermateriaal en organen omvatten voor het afgeven van een door de baan snijdende straal.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de tweede snijorganen organen omvatten voor het in dwarsrichting heen en weer bewegen van de straalafgifteorganen.
3. Inrichting volgens conclusie 2, omvattend organen voor het instellen van de bewegingssnelheid van de baan pleistermateriaal ten opzichte van de bewegingssnelheid van de straalafgifteorganen.
4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, omvattend organen voor het heen en weer bewegen van de straalafgifteorganen in lengterichting van de baan.
5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij de organen voor het heen en weer bewegen van de straalafgifteorganen in dwarsrichting zowel als in lengterichting gevormd door organen voor het langs een gesloten baan bewegen van de straalafgifteorganen.
6. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij de gesloten baan cirkelvormig is.
7. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij straalafgifteorganen zijn ingericht voor het afgeven van een snijdende waterstraal.
8. Werkwijze voor het snijden van wondpleisters uit een voortbewegende baan pleistermateriaal, waarbij de baan langs de randen daarvan gesneden wordt voor het vormen van de eindranden van de pleisters door middel van snijdende stralen.
9. Werkwijze volgens conclusie 8, waarbij de snijdende stralen heen en weer bewogen worden in een richting dwars op de baan.
10. Werkwijze volgens conclusie 9, waarbij de snelheid van de beweging van de stralen en de snelheid van voortbeweging van de baan op elkaar afgesteld worden met het oog op een bepaalde pleister-breedte.
11. Werkwijze volgens conclusie 9 of 10, waarbij de stralen ook in de baanrichting heen en weer bewogen worden.
12. Werkwijze volgens conclusie 11, waarbij de stralen bewogen worden volgens een rondlopend pad.
13. Werkwijze volgens conclusie 12, waarbij het rondlop-eende pad cirkelvormig is en de omtreksnelheid eenparig is.
14. Werkwijze volgens één der conclusies 8-13, waarbij de stralen waterstralen zijn.
NL9202257A 1992-12-24 1992-12-24 Inrichting en werkwijze voor het snijden van een baan pleistermateriaal. NL9202257A (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9202257A NL9202257A (nl) 1992-12-24 1992-12-24 Inrichting en werkwijze voor het snijden van een baan pleistermateriaal.
PCT/NL1993/000274 WO1994014584A1 (en) 1992-12-24 1993-12-23 Apparatus and method for cutting a web of plaster material
AU58433/94A AU5843394A (en) 1992-12-24 1993-12-23 Apparatus and method for cutting a web of plaster material

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9202257A NL9202257A (nl) 1992-12-24 1992-12-24 Inrichting en werkwijze voor het snijden van een baan pleistermateriaal.
NL9202257 1992-12-24

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9202257A true NL9202257A (nl) 1994-07-18

Family

ID=19861685

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9202257A NL9202257A (nl) 1992-12-24 1992-12-24 Inrichting en werkwijze voor het snijden van een baan pleistermateriaal.

Country Status (3)

Country Link
AU (1) AU5843394A (nl)
NL (1) NL9202257A (nl)
WO (1) WO1994014584A1 (nl)

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0731211B1 (de) * 1995-02-24 2002-06-05 Voith Paper Patent GmbH Strahleinrichtung
DE19548302A1 (de) * 1995-12-22 1997-09-25 Voith Sulzer Papiermasch Gmbh Spitzenschneider
US5944686A (en) * 1995-06-07 1999-08-31 Hydrocision, Inc. Instrument for creating a fluid jet
US5871462A (en) * 1995-06-07 1999-02-16 Hydrocision, Inc. Method for using a fluid jet cutting system
US6216573B1 (en) 1995-06-07 2001-04-17 Hydrocision, Inc. Fluid jet cutting system
WO2002095234A1 (en) 2001-04-27 2002-11-28 Hydrocision, Inc. High pressure pumping cartridges for medical and surgical pumping and infusion applications
CA2493238C (en) 2001-08-08 2007-10-23 Hydrocision, Inc. Medical device with high pressure quick disconnect handpiece

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3900027A (en) * 1974-01-02 1975-08-19 Pall Corp Process for preparing integral absorbent pad bandages and product
US4573382A (en) * 1984-05-07 1986-03-04 Kimberly-Clark Corporation Apparatus and method for cutting a web
US4966059A (en) * 1987-09-22 1990-10-30 First Brands Corporation Apparatus and process for high speed waterjet cutting of extensible sheeting
ATE121274T1 (de) * 1987-12-24 1995-05-15 Josef Ziegler Gmbh Landmaschin Verfahren zum simultanen und/oder konsekutiven entfernen von oberflächenschichten im wesentlichen rotationssymmetrischer gegenstände, insbesondere von gemüsesorten wie spargel, schwarzwurzeln, möhren und dergleichen, sowie vorrichtung zur ausführung dieses verfahrens.
WO1992011965A1 (fr) * 1990-12-27 1992-07-23 Pavel Vasilievich Ovechkin Fraiseuse

Also Published As

Publication number Publication date
WO1994014584A1 (en) 1994-07-07
AU5843394A (en) 1994-07-19

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US10894687B2 (en) Single transfer insert placement method and apparatus
ES2880362T3 (es) Puesta a disposición de un material de hoja intermedia en forma de banda en una zona de corte
JP2744813B2 (ja) 材料の層を供給する装置と方法
CA1120369A (en) Method and relative manufacturing machine for simultaneously producing two continuous cigarette rods
US4736567A (en) Wrapping machine
US3908333A (en) Device for registering articles and package elements therefor during feed to a packaging machine
DE60015743T2 (de) Vorrichtung zum kleben von rollen aus bahnmaterial und dazugehöriges verfahren
DE1290071B (de) Einwickelmaschine fuer Papierrollen
NL9202257A (nl) Inrichting en werkwijze voor het snijden van een baan pleistermateriaal.
US4646508A (en) Apparatus for producing packs especially cigarette sticks
EP1864768B1 (en) Cutting device, for instance for producing sanitary products, and corresponding methods of operation
WO1996041760A1 (de) Zuführeinrichtung zu einer verpackungsmaschine
EP2659868B1 (en) Single transfer insert placement method and apparatus
JPH0710127A (ja) 包装対象物にブランクを供給するブランク・ユニット装置
US4418705A (en) Method and relative manufacturing machine for simultaneously producing two continuous cigarette rods
US2346776A (en) Sealing apparatus
NL8203968A (nl) Inrichting voor het vervaardigen van een doorlopende baan golfkarton.
CN207581020U (zh) 一种床单折叠机
CA2570066C (en) Apparatus and method for transverse sealing of a packaging tube
CA2047602A1 (en) Roll infeed conveyor
DE4127428A1 (de) Vorrichtung zum schneiden eines bandes in konfektioniermaschinen fuer produkte
DE2539366A1 (de) Vorrichtung zur behandlung von erzeugnissen aus thermoplastfilm
NL192874C (nl) Werkwijze en inrichting voor het in afzonderlijke stukken heropwikkelen van een materiaalbaan.
US20040112014A1 (en) Method and device for the packaging of flat objects
US3049167A (en) Machine for making glued cell formers

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
AK Correction of former applications already laid open

Free format text: PAT.BUL.14/94 PAGE 2371:THE NAME OF THE INVENTOR "ERIC HENRI LOUIS VAN POLKELBURGH" SHOULD BE MODIFIED INTO:"ERIC HENRI LOUIS VAN POTTELBERGH"

BV The patent application has lapsed