NL9202257A

NL9202257A - Apparatus and method for cutting a strip of plaster material.

Info

Publication number: NL9202257A
Application number: NL9202257A
Authority: NL
Original assignee: Cederroth Bv
Priority date: 1992-12-24
Filing date: 1992-12-24
Publication date: 1994-07-18
Also published as: WO1994014584A1; AU5843394A

Description

Inrichting en werkwijze voor het snijden van een baan pleistermateriaalApparatus and method for cutting a strip of plaster material

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting en werkwijze voor het uit een baan pleistermateriaal snijden van afzonderlijke pleisters.The invention relates to an apparatus and method for cutting individual plasters from a strip of plaster material.

Uit het Amerikaanse octrooischrift 3.550.589 is een inrichting bekend voor het vervaardigen van pleisters, waarbij eerst een baan pleistermateriaal samengesteld wordt uit een van perforaties voorzien, hechtend basisvel, een reeks daarop geplakte wondkussentjes en twee elkaar in het midden van de baan overlappende, verwijderbare bescherm- of dekstroken. Het basisvel kan vervaardigd zijn PE, PVC of PP en de beschermstroken kunnen vervaardigd zijn van bijvoorbeeld siliconenpapier. Uit de baan pleistermateriaal worden vervolgens afzonderlijke pleisters gesneden met behulp van een pons, die de vorm heeft van een afzonderlijke pleister en in verticale richting heen en weer bewogen wordt. Met deze pons wordt de baan pleistermateriaal telkens weer langs één rechte, dwars op de hoofdrichting van de baan pleistermateriaal staande lijn en langs twee tegenover elkaar liggende, zich in hoofdzaak evenwijdig aan de hoofdrichting van de baan pleistermateriaal uitstrekkende gebogen lijnen gesneden. De rechte lijn vormt steeds de achterste langszijde van een voorlopende pleister en de voorste langszijde van de direct daarop volgende, achterlopende pleister. De op deze wijze uit de baan pleistermateriaal gesneden pleisters worden meteen daarna in dwarsrichting afgevoerd en het overblijvende materiaal van de baan wordt benedenstrooms de pons in stukken gesneden.U.S. Pat. No. 3,550,589 discloses an apparatus for manufacturing plasters, wherein first a strip of plaster material is composed of a perforated adhesive base sheet, a series of wound pads taped thereon and two overlapping, removable overlapping centers protective or cover strips. The base sheet can be made of PE, PVC or PP and the protective strips can be made of, for example, silicone paper. Individual plasters are then cut from the strip of plaster material using a punch which is in the form of a separate plaster and is moved back and forth in the vertical direction. With this punch, the strip of plaster material is cut again and again along one straight line extending transversely to the main direction of the strip of plaster material and along two opposite curved lines extending substantially parallel to the main direction of the strip of plaster material. The straight line always forms the rear longitudinal side of a leading plaster and the front longitudinal side of the immediately following plaster. The patches cut from the strip of plaster material in this way are immediately transversely removed and the remaining strip material is cut into pieces downstream of the punch.

Uit de. Europese octrooiaanvrage 0.320.814 is een inrich- ting voor het vervaardigen van afzonderlijke pleisters bekend, waarbij de snijmiddelen een in verticale richting heen en weer beweegbare snijstempel omvatten, die voorzien is van een H-vormig snijblad, waarmee een gedeelte van de eindranden van een voorlopende pleister, de rand, die de grens vormt tussen de voorlopende en de achterlopende pleister en een gedeelte van de eindranden van de achterlopende pleister gesneden wordt.From the. European patent application 0.320.814 discloses a device for manufacturing individual plasters, wherein the cutting means comprise a vertically movable cutting die reciprocating, which is provided with an H-shaped cutting blade, with which part of the end edges of a leading plaster, the edge that forms the boundary between the leading and trailing plasters and a portion of the end edges of the trailing plaster is cut.

Uit de Europese octrooiaanvrage 0.120.612 is een inrichting voor het vervaardigen van afzonderlijke, rechthoekige pleisters bekend, waarbij de snijmiddelen gevormd worden door twee, boven en onder de baan pleistermateriaal geplaatste, van rechte messen voorziene cylinders, die roteerbaar zijn om loodrecht op de baan staande assen. Deze rechte messen strekken zich uit over de gehele breedte van de baan pleistermateriaal.European patent application 0,120,612 discloses an apparatus for manufacturing individual, rectangular plasters, wherein the cutting means are formed by two cylinders provided with straight blades, placed above and below the strip of plaster material, which are rotatable about perpendicular to the strip standing axles. These straight knives extend over the entire width of the plaster material strip.

Het Amerikaanse octrooischrift 3.900.027 toont een inrichting voor het vervaardigen van afzonderlijke, rechthoekige pleisters, omvattend snijmiddelen, die bestaat uit een paar boven en onder de baan pleistermateriaal en dwars daarop opgestelde rollen, waarvan de bovenste voorzien is van een reeks cirkelmessen voor het in langsrich-ting snijden van de baan en uit een paar benedenstrooms daarvan, boven en onder de baan pleistermateriaal, dwars op die baan opgestelde messencylinders, die de baan in dwarsrichting snijden.U.S. Pat. No. 3,900,027 discloses an apparatus for manufacturing discrete rectangular plasters comprising cutting means comprising a pair of plaster material above and below the web and rolls arranged transversely thereto, the upper of which is provided with a series of circular knives for longitudinally cutting the web and from a pair of downstream thereof, above and below the web of plaster material, knife cylinders disposed transversely to that web, which cut the web in the transverse direction.

Bekend zijn verder inrichtingen voor het vervaardigen van afzonderlijke pleisters uit een baan pleistermateriaal, waarbij met behulp van cylinders met loodrecht op de baan pleistermateriaal gerichte messen de baan pleistermateriaal in afzonderlijke stukken met de breedte van de te verkrijgen pleisters gesneden wordt, nadat met behulp van twee boven de baanranden opgestelde, van gebogen messen voorziene rollen de gebogen eindranden van de (daarna te snijden) pleisters gesneden zijn.Also known are devices for manufacturing individual plasters from a strip of plaster material, in which the strip of plaster material is cut into separate pieces with the width of the plasters to be obtained by means of cylinders with blades oriented perpendicular to the strip of plaster material, after rollers provided with curved knives arranged above the web edges have the curved end edges of the plasters (to be cut thereafter) cut.

Alle voornoemde inrichtingen maken gebruik van snijdende onderdelen, die werkzaam zijn in contact met de baan pleistermateriaal en daardoor gevoelig zijn voor slijtage. Hierdoor moeten de snijdende delen regelmatig vervangen worden, mogelijk zelfs tijdens een produc-tieperiode.All of the aforementioned devices utilize cutting parts which operate in contact with the plaster web and are therefore susceptible to wear. As a result, the cutting parts must be replaced regularly, possibly even during a production period.

Een doel van de uitvinding is een inrichting van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, die de voornoemde nadelen niet kent.An object of the invention is to provide a device of the type mentioned in the preamble, which does not have the above-mentioned drawbacks.

Hiertoe voorziet de uitvinding in een inrichting voor het snijden van wondpleisters uit een baan pleistermateriaal, omvattend een transporteur voor ondersteuning en beweging van de baan pleistermateriaal, eerste snijorganen voor het in dwarsrichting snijden van de baan voor het vormen van de langsranden van de pleisters, en tweede snijorganen voor het in hoofdzaak in lengterichting snijden van de baan voor het vormen van de eindranden van de pleisters, waarbij de tweede snijorganen opgesteld zijn op afstand van de zijranden van de baan pleistermateriaal en organen omvatten voor het afgeven van een door de baan snijdende straal.To this end, the invention provides an apparatus for cutting wound plasters from a web of plaster material, comprising a conveyor for supporting and moving the web of plaster material, first cutting means for transversely cutting the web to form the longitudinal edges of the plasters, and second cutters for substantially longitudinally cutting the web to form the end edges of the patches, the second cutters being spaced from the side edges of the web of plaster material and comprising means for delivering a web cutting jet .

Door het gebruik van straalafgifteorganen voor het snijden van de eindranden van de pleisters zal de werking van de snijorganen na verloop van tijd veel minder snel achteruit gaan, of zelfs niet, dan die van messen, die tenslotte na verloop van tijd wegens slijtage vervangen moeten worden. Hierdoor wordt de netto haalbare productietijd van de inrichting voor het vervaardigen van afzonderlijke pleisters vergroot. Bovendien behoeft geen voorraad vervangende messen aangehouden te worden.The use of blasting devices for cutting the end edges of the patches will cause the cutting devices to deteriorate, if not more, over time than those of knives, which will eventually have to be replaced due to wear. . This increases the net attainable production time of the device for manufacturing individual plasters. In addition, it is not necessary to keep stock of replacement blades.

Om pleisters met gebogen eindranden te kunnen snijden heeft het de voorkeur dat de tweede snijorganen organen omvatten voor het in dwarsrichting heen en weer bewegen van de straalafgifteorganen. Hiermee is tevens een voorwaarde vervuld voor een hieronder te bespreken verdere voordelige ontwikkeling van de inrichting volgens de uitvinding.In order to be able to cut plasters with curved end edges, it is preferred that the second cutting means comprise means for reciprocating the jet delivery means in a transverse direction. This also fulfills a condition for a further advantageous development of the device according to the invention to be discussed below.

Daar de afmetingen van wonden variëren van klein tot groot bestaat er behoefte te kunnen beschikken over pleisters van verschillende grootte. De inrichtingen voor het vervaardigen van afzonderlijke pleisters zijn daarom ook bij voorkeur ingericht om versteld te kunnen worden voor het vervaardigen van pleisters van verschillendee afmetingen. Bij een inrichting die gebruik maakt van de voornoemde ponsen of snij stempels is het bij wijziging van de afmetingen van de te vervaardigen pleisters nodig om de inrichting geheel stil te zetten en alle snijdende delen te vervangen door snijdelen met andere afmetingen. Bij de inrichtingen die werken met van gebogen messen voorziene rollen ter plaatse van de randen van de baan pleistermateriaal zullen, indien de dwarsafmetingen van de pleisters gewijzigd moeten worden, de rollen vervangen moeten worden door rollen met messen met andere afmetingen. Een en ander betekent een verlies aan productietijd, terwijl het aanhouden van een voldoende gevarieerde voorraad verschillende ponsen, stempels, messen en dergelijke een kostbare en omslachtige aangelegenheid is.Since the sizes of wounds vary from small to large, there is a need to have patches of different sizes available. The devices for manufacturing individual patches are therefore preferably also arranged to be adjustable for manufacturing patches of different sizes. In a device using the aforementioned punches or cutting dies, when the dimensions of the plasters to be manufactured are changed, it is necessary to completely stop the device and to replace all cutting parts with cutting parts of different dimensions. In the devices operating with curved blade rollers at the edges of the plaster material web, if the transverse dimensions of the plasters are to be changed, the rollers will need to be replaced by rollers with other sized blades. All this means a loss of production time, while maintaining a sufficiently varied stock of different punches, stamps, knives and the like is an expensive and cumbersome matter.

Een verder doel van de uitvinding is daarom een inrichting van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarmee bij de overgang naar een ander pleisterformaat, in het bijzonder overgang naar een andere pleisterbreedte bij pleisters met gebogen eindranden, de ingreep in het productieproces tot een minimum beperkt kan worden.A further object of the invention is therefore to provide a device of the type mentioned in the preamble, with which, during the transition to a different plaster format, in particular transition to a different plaster width in plasters with curved end edges, the intervention in the production process leads to a can be minimized.

Hiertoe omvat de bovenomschreven inrichting volgens de uitvinding, waarbij de tweede snijorganen organen omvatten voor het in dwarsrichting heen en weer bewegen van de straalafgifteorganen, organen voor het instellen van de bewegingssnelheid van de baan pleistermateriaal ten opzichte van de bewegingssnelheid van de straalafgifteorganen. Door instelling van de baansnelheid en/of instelling van de reciproceersnelheid van de straalafgifteorganen kan de afmeting van de zich in lengterichting van de baan uitstrekkende koorde van de eindrand van de pleister naar wens ingesteld worden. De eigenlijke snijorganen behoeven hiervoor niet vervangen te worden, zodat het vervaardigingsproces hierdoor niet vertraagd wordt.To this end, the above-described device according to the invention, wherein the second cutting members comprise means for reciprocating the jet dispensing members reciprocally, means for adjusting the speed of movement of the strip of plaster material relative to the speed of movement of the jet dispensing means. By adjusting the web speed and / or adjusting the reciprocating speed of the jet dispensers, the size of the chord of the end edge of the patch extending in the longitudinal direction of the web can be adjusted as desired. The actual cutting members need not be replaced for this, so that the manufacturing process is not slowed down by this.

Bij voorkeur omvat de inrichting volgens de uitvinding verder organen voor het heen en weer bewegen van de straalafgifteorganen in lengterichting van de baan. Hierdoor wordt het mogelijk de randen van de baan een bijzondere, gebogen vorm te geven, ook wanneer de straalafgifteorganen met een eenparige snelheid bewogen worden. Volgens een verdere ontwikkeling van de inrichting volgens de uitvinding worden de organen voor het heen en weer bewegen van de straalafgifteorganen in dwarsrichting zowel als lengterichting gevormd door organen voor het langs een gesloten baan bewegen van de straalafgifteorganen. Uit oogpunt van eenvoud van de constructie is deze baan bij voorkeur cirkelvormig.Preferably, the device according to the invention further comprises means for reciprocating the jet discharge members in the longitudinal direction of the path. This makes it possible to give the edges of the web a special, curved shape, even when the jet discharge members are moved at a uniform speed. According to a further development of the device according to the invention, the means for reciprocating the beam-emitting members in the transverse direction as well as in the longitudinal direction are formed by means for moving the beam-emitting members along a closed path. For the sake of simplicity of construction, this track is preferably circular.

De straalafgifteorganen kunnen zijn ingericht voor het afgeven van een snijdende waterstraal.The jet delivery means may be arranged to deliver a cutting water jet.

De uitvinding zal nu toegelicht worden aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld. Getoond wordt in: fig. 1 een schematisch aanzicht van een inrichting voor het vervaardigen van afzonderlijke pleisters uit een baan pleisterma-teriaal, waarin de snijrichting volgens de uitvinding opgenomen kan zijn; fig. 2 de snijrinrichting volgens de uitvinding, gezien in aanzicht in de transportrichting van de baan pleistermateriaal; fig. 3 een bovenaanzicht III-III op de snijinrichting van fig. 2; fig. 4 een verticale doorsnede volgens IV-IV in fig. 2; fig. 5 een verticale doorsnede van een onderdeel van de snij inrichting van fig. 2; fig. 6 een bovenaanzicht op het onderdeel van fig. 5; en figuren 7A-C enige voorbeelden van de vorm waarin de randen van de baan pleistermateriaal gesneden kunnen worden met behulp van de snijinrichting volgens de uitvinding. De pleisterbaan wordt op plaatsen waar dat nodig is ondersteund.The invention will now be elucidated on the basis of an exemplary embodiment shown in the drawing. Fig. 1 shows a schematic view of an apparatus for manufacturing individual plasters from a plaster material web, in which the cutting direction according to the invention can be included; Fig. 2 shows the cutting device according to the invention, seen in view in the transport direction of the strip of plaster material; fig. 3 shows a top view III-III on the cutting device of fig. 2; fig. 4 shows a vertical section according to IV-IV in fig. 2; fig. 5 shows a vertical section of a part of the cutting device of fig. 2; Fig. 6 is a top view of the part of Fig. 5; and Figures 7A-C show some examples of the shape in which the edges of the plaster material strip can be cut using the cutting device according to the invention. The plaster track is supported where necessary.

In fig. 1 is een schematische opstelling weergegeven van een inrichting 100 waarmee afzonderlijke pleisters uit een pleisterbaan vervaardigd kunnen worden. De inrichting 100 omvat een station 1, waar een rol 101 en een reserverol 101' met pleisterbaan A en twee rollen 102 en twee reserverollen 102' met banen cold-seal papier C opgesteld zijn. In het station 1 zijn voorts diverse keer- en gelei-dingsrollen aangebracht om de banen A en C tijdens het afwikkelen van d& betreffende rollen te geleiden.Fig. 1 shows a schematic arrangement of a device 100 with which individual plasters can be manufactured from a plaster band. The device 100 comprises a station 1, where a roll 101 and a spare roll 101 'with plaster web A and two rolls 102 and two spare rolls 102' with webs of cold-seal paper C are arranged. Various reversing and guiding rollers are further arranged in station 1 to guide the webs A and C during the unwinding of the respective rollers.

De pleisterbaan A is opgebouwd uit drie lagen, te weten een laag folie, een zelfklevende lijmlaag en een laag siliconenpapier. De pleisterbaan wordt op conventionele wijze vervaardigd en is iets breder dan de lengte van de te vervaardigen pleisters.The plaster track A consists of three layers, namely a layer of foil, a self-adhesive glue layer and a layer of silicone paper. The plaster web is manufactured in a conventional manner and is slightly wider than the length of the plasters to be manufactured.

De pleisterbaan A wordt geleid naar rechts toe naar een station 2, alwaar het siliconenpapier van de pleisterbaan in de lengte van de baan doorgesneden en opengevouwen wordt. Hierdoor is het mogelijk om in het volgende station 3 van een baan B, die aangevoerd wordt vanaf een voorraad 103, afkomstige wondkussens op de zelfklevende laag van de pleisterbaan A aan te brengen. Hierop wordt het silico-nepapier van de pleisterbaan weer dichtgevouwen en komt de van wondkussens voorziene pleisterbaan A* in station 4, waar deze baan in dwarsrichting gesneden wordt en de langszijden van de latere pleisters gevormd worden. Station 4 omvat hier drie snijorganen 4', 4'', 4*'* die verschillende afmetingen hebben, zodat hier een keuze gemaakt kan worden voor de breedte van de pleisters. Het station 4 omvat voorts een doorvoer 4a voor de pleisterbaan A*. Benedenstrooms van het station 4 bevindt zich station 5, met behulp waarvan de in station 4 gesneden baan naar station 9 getransporteerd wordt, waar de pleisterbaan A* in langsrichting gesneden wordt met behulp van de snijinrichting volgens de uitvinding, en de ronde zijden van de pleister gevormd worden. Benedenstrooms hiervan worden in station 6 met behulp van de van boven en van onderaf aangevoerde banen cold-seal papier C de pleisters verpakt en vervolgens in station 7 de verpakkingen losgesneden. Tenslotte worden in station 8 de pleisters groepsgewijs verpakt. De pleisterbaan wordt op diverse plaatsen, waar dat nodig is, zoals ter plaatse van de stations waar gesneden wordt, ondersteund, bijvoorbeeld met behulp van transportbanden.The plaster strip A is guided to the right towards a station 2, where the silicone paper of the plaster strip is cut along the length of the strip and folded open. This makes it possible to apply wound pads on the adhesive layer of the plaster strip A in the next station 3 of a web B, which is supplied from a stock 103. The silicone tape of the plaster web is then folded back and the wound padded plaster web A * enters station 4, where this web is cut transversely and the longitudinal sides of the later plasters are formed. Station 4 here comprises three cutters 4 ', 4' ', 4 *' * which have different dimensions, so that a choice can be made here for the width of the plasters. The station 4 further comprises a passage 4a for the plaster strip A *. Downstream of the station 4 is station 5, by means of which the web cut in station 4 is transported to station 9, where the plaster web A * is cut longitudinally using the cutting device according to the invention, and the round sides of the plaster being shaped. Downstream of this, the plasters are packed in station 6 by means of the strips of cold-seal paper C supplied from above and from below and the packages are then cut loose in station 7. Finally, in station 8 the plasters are packed in groups. The plaster track is supported in various places, where necessary, such as at the stations where cutting is done, for example with the aid of conveyor belts.

In fig. 2 is een Z-vormige steun 10, 11, 12 weergegeven, die ter plaatse van zijn voetplaat 11 met behulp van bout 61 bevestigd is op het frame 60 van de inrichting 1. Aan de verticale plaat 10 is door middel van bouten 29 een gelijkstroommotor 13 bevestigd, die regelbaar is en zorgt voor rotatie van de as 14, aan het boveneind waarvan een tandwielschijf 15 bevestigd is. Om de tandwielschijf 15 is een eindloze tandriem 16 gevoerd, die aan het linkereinde om een tandriemschijf 17 heen loopt. De tandriemschijf 17 is vast bevestigd aan een tandwiel 19a, waarvan de tanden 32a ingrijpen met tanden 32b van een daarnaast opgesteld tandwiel 19b. De tanden 32a van tandwiel 19a grijpen ineen met de tanden 33a van een tandwiel 66a van een eerste snijspuit 55a, terwijl de tanden 32b van het tandwiel 19b ineengrijpen met de tanden 33b van een tandwiel 66b van een tweede snijspuit 55b. De tandwielen 19a, 19b worden verder op roteerbare wijze ondersteund op de steunplaat 12. Aan de onderzijde van de plaat 12 bevinden zich houders 22a, 22b, die nog nader besproken zullen worden, en die op verzwenkbare wijze verbonden zijn met de plaat 12.Fig. 2 shows a Z-shaped support 10, 11, 12, which is fixed at the location of its base plate 11 with the aid of bolt 61 on the frame 60 of the device 1. The vertical plate 10 is secured by bolts 29, a DC motor 13 is mounted, which is adjustable and provides rotation of the shaft 14, at the top of which a gear disc 15 is attached. An endless toothed belt 16 is passed around the gear wheel disc 15, which loops around a toothed belt pulley 17 at the left end. The toothed pulley 17 is fixedly attached to a gear wheel 19a, the teeth 32a of which engage with teeth 32b of an adjacent gear wheel 19b. The teeth 32a of the gear 19a mesh with the teeth 33a of a gear 66a of a first cutting syringe 55a, while the teeth 32b of the gear 19b mesh with the teeth 33b of a gear 66b of a second cutting syringe 55b. The gears 19a, 19b are further rotatably supported on the support plate 12. At the bottom of the plate 12 are holders 22a, 22b, which will be discussed in more detail, and which are pivotally connected to the plate 12.

In de houders 22a, 22b zijn op roteerbare wijze waterpijpen 25a, 25b opgenomen. Deze waterpijpen 25a, 25b bezitten aan hun ondereind mondstukken 68a, 68b en zijn aan het boveneind middels koppelstukken 20a, 20b verbonden met watertoevoerbuizen 21a, 21b, die water toevoeren vanaf een bron van water onder druk.In the holders 22a, 22b, water pipes 25a, 25b are rotatably received. These water pipes 25a, 25b have nozzles 68a, 68b at their bottom end and are connected at the top end by coupling pieces 20a, 20b to water supply tubes 21a, 21b, which supply water from a source of pressurized water.

In fig. 2 is voorts nog de nokkenbaan 26 te zien, die voorzien is van twee zich over een halve omtrek, schuin naar elkaar toe uitstrekkende nokkenbanen 27a, 27b. Indien dat gewenst is kan de nokkenbaanrol 26 over een halve omwenteling verdraaid worden met behulp van draailuchtcylinder 28. In de nokkenbanen 27a, 27b grijpen respectievelijk volgpennen 31a, 31b, die respectievelijk aangebracht zijn op de uiteinden van armen 30a, 30b, die één geheel vormen met de voornoemde houders 22a, 22b.Fig. 2 furthermore shows the cam track 26, which is provided with two cam tracks 27a, 27b extending at an angle about half a circumference. If desired, the cam track roller 26 can be rotated by half a revolution with the aid of a rotary air cylinder 28. The cam tracks 27a, 27b respectively engage tracking pins 31a, 31b, which are respectively arranged on the ends of arms 30a, 30b, which form one whole. with the aforementioned holders 22a, 22b.

In fig. 4 is de inrichting van de snijspuit 55a nader in doorsnede verduidelijkt. Van rechts naar links gaande, is de pen 31a waar te nemen, die opgenomen is in de nokkenbaan 27a van de nokkenbaanrol 26, die aangedreven wordt door de draailuchtcylinder 28. De draailuchtcylinder 28 is door middel van bouten 56a bevestigd aan de steunplaat 12. De pen 31a is bevestigd aan het uiteinde van de arm 30a, die zich naar rechts toe uitstrekt vanaf de houder 22a en daarmee een geheel vormt. In de houder 22a is een boring 57a aangebracht, waarin een met de steunplaat 12 vast verbonden pen 37a steekt. Een bovenste groefkogellager 46a, en een onderste groefkogellager 4&a, alsmede een kogeltaatlager 47a maken rotatie van de houder 22a ten opzichte van 37a mogelijk. De pen 37a strekt zich uit naar boven toe, uit de boring 57a, door boring 58a in de steunplaat 12 en gaat dan over in een flens 59, die door middel van bout 62a vast bevestigd is aan de grondplaat 12. De pen 37a is daarmee op vaste wijze bevestigd aan de grondplaat 12. Boven de flens 59a is de pen 37a opgenomen in een boring 63a in het tandwiel 19a, en daarin roteerbaar gelegerd met behulp van de bovenste en onderste groefkogellagers 46a. Verder naar links is de houder 22a voorzien van een boring 64a, waarin de bus 36a op draaibare wijze, middels bovenste en onderste groefkogellagers 46a opgenomen is. Aan haar ondereind is de bus 36a voorzien van een draaibaar opgesteld contragewicht 23a, dat dient om de inrichting in balans te kunnen brengen. Aan haar boveneind is de bus 36a voorzien van een flens 48a, die voorzien is van een flens 48a, die voorzien is van sleufgaten 49a, waardoorheen bouten 65a steken voor bevestiging van een tandwiel 66a daaraan. De Bleufgaten 49a maken het mogelijk de positie van het tandwiel 66a nauwkeurig in te stellen, in het bijzonder ten opzichte van het andere tandwiel (66b), om de koorden, die de beide bijbehorende snijstralen uitsnijden, ten opzichte van elkaar uit te lijnen. Het tandwiel 66a is voorzien van de tanden 33a, die ineen- grijpen met tanden 32a van het tandwiel 19a. Binnen de bus 36a, die een boring 52a vormt, is op excentrische wijze opgenomen een pijp 24a, die aan het boveneind door middel van groefkogellager 46a en aan het ondereind door middel van kogeltaatslager 47a en groefkogellager 46a op roteerbare wijze binnen de bus 36a gelegerd en ondersteund is. De pijp 24a is verder aan zijn bovenzijde middels stelring 40a en stelhout 41a spelingvrij gemaakt ten opzichte van de bus 36a. De opwaartse krachten op de pijp 24a als gevolg van het spuiten van de snij spuit worden door de stelring 40a en kogeltaatslager 47a opgevangen. Aan het ondereind van de pijp 24a is een ring 42a door middel van niet weergegeven bouten bevestigd. Van deze ring 42a steekt een arm 44a uit, op het uiteinde waarvan een pen 45a bevestigd is, die op zijn beurt bevestigd is in de houder 22a. Hiermee wordt de (eventuele) rotatiebe-weging op van de pijp 24a en daarmee de spuit 25a begrensd, zodat tordering voorkomen wordt. De pijp 24a is voorzien van een boring 67a, waarin de spuit 25a opgenomen is. De waterpijp 25a is met behulp van bout 43a in vertikale richting gefixeerd. Deze spuit 25a is aan zijn ondereind voorzien van een monstuk 68a en ter plaatse van zijn boveneind middels stelring 38a en bevestigingsbout 39a op in vertikale richting spelingvrije wijze ondersteund op het boveneind van de pijp 24a. De hoogte van de waterpijp 25a kan met de stelring 38a ingesteld worden. De spuit 25a is middels koppeling 20a gekoppeld met de water-toevoerbuis 21a.In Fig. 4, the device of the cutting syringe 55a is further elucidated in cross section. Going from right to left, the pin 31a can be seen, which is received in the cam track 27a of the cam track roller 26, which is driven by the rotary air cylinder 28. The rotary air cylinder 28 is attached to the support plate 12 by bolts 56a. pin 31a is attached to the end of the arm 30a, which extends to the right from the holder 22a and is integral therewith. A bore 57a is provided in the holder 22a, into which a pin 37a fixedly connected to the support plate 12 is inserted. An upper groove ball bearing 46a, and a lower groove ball bearing 4 & a, as well as a ball thrust bearing 47a allow rotation of the holder 22a relative to 37a. The pin 37a extends upwardly, from the bore 57a, through the bore 58a into the support plate 12 and then merges into a flange 59, which is fixedly attached to the base plate 12 by means of bolt 62a. The pin 37a is therewith fixedly attached to the base plate 12. Above the flange 59a, the pin 37a is received in a bore 63a in the gear 19a, and is rotatably mounted therein using the top and bottom groove ball bearings 46a. Further to the left, the holder 22a is provided with a bore 64a, in which the sleeve 36a is rotatably received by means of upper and lower deep groove ball bearings 46a. At its lower end, the sleeve 36a is provided with a rotatably arranged counterweight 23a, which serves to balance the device. At its upper end, the sleeve 36a is provided with a flange 48a, which is provided with a flange 48a, which has slotted holes 49a, through which bolts 65a protrude to attach a gear 66a thereto. The bleed holes 49a allow the position of the sprocket 66a to be accurately adjusted, in particular relative to the other sprocket (66b), to align the cords cutting the two associated cutting beams relative to each other. The gear 66a is provided with the teeth 33a, which mesh with teeth 32a of the gear 19a. Inside the sleeve 36a, which forms a bore 52a, is eccentrically received a pipe 24a, which is rotatably mounted within the sleeve 36a at the top end by means of deep groove ball bearing 46a and at the bottom end by means of ball thrust bearing 47a and deep groove ball bearing 46a. is supported. The pipe 24a is furthermore made free of play relative to the sleeve 36a by means of adjusting ring 40a and adjusting wood 41a. The upward forces on the pipe 24a due to the spraying of the cutting syringe are absorbed by the adjusting ring 40a and ball thrust bearing 47a. A ring 42a is attached to the lower end of the pipe 24a by means of bolts (not shown). An arm 44a protrudes from this ring 42a, on the end of which a pin 45a is mounted, which in turn is mounted in the holder 22a. This limits the (possible) rotational movement of the pipe 24a and thus the syringe 25a, so that twisting is prevented. The pipe 24a is provided with a bore 67a, in which the syringe 25a is received. The water pipe 25a is fixed in vertical direction by means of bolt 43a. This syringe 25a is provided with a nozzle 68a at its lower end and supported at its upper end by means of adjusting ring 38a and mounting bolt 39a in the vertical direction without play on the upper end of the pipe 24a. The height of the water pipe 25a can be adjusted with the adjusting ring 38a. The syringe 25a is coupled to the water supply tube 21a by means of coupling 20a.

In fig. 5 is de bus 36a groter weergegeven, waarbij duidelijk te zien valt dat de hartlijn Y-Y van de boring 52a niet samenvalt met de hartlijn X-X van de boring 50a in het bovengedeelte van de bus 36a en van de boring 51a in het onderste deel van de bus 36a. De hartlijn Y-Y van de boring 52a valt wel samen met de hartlijn van de flens 48, en daarmee van het tandwiel 66a. De hartlijn X-X van de boringen 50a, 51a valt samen met de hartlijn van de pijp 24a en van de spuit 25a, wanneer deze zich in de in fig. 4 weergegeven gemonteerde toestand bevinden. Een en ander is nog verder veraanschouwelijkt in fig. 6, waarbij het punt N de plaats van de hartlijn X-X en het punt M de plaats van de hartlijn Y-Y weergeeft, en "e" de relatieve excentriciteit. Bij een buitendiameter van de bus 36a van 35 mm en een binnen-diameter daarvan van 30 mm, is de excentriciteit op 2 mm bepaald.In Fig. 5 the bush 36a is shown larger, it being clearly seen that the centerline YY of the bore 52a does not coincide with the centerline XX of the bore 50a in the upper part of the bush 36a and of the bore 51a in the lower part. from the bus 36a. The centerline Y-Y of the bore 52a does coincide with the centerline of the flange 48, and therefore of the gear 66a. The centerline X-X of the bores 50a, 51a coincides with the centerline of the pipe 24a and of the syringe 25a when they are in the assembled state shown in Fig. 4. All this is further illustrated in FIG. 6, where point N represents the location of centerline X-X and point M represents location of centerline Y-Y, and "e" represents relative eccentricity. With an outer diameter of the bush 36a of 35 mm and an inner diameter thereof of 30 mm, the eccentricity is determined at 2 mm.

De werking van de in de figuren 2-6 afgeheelde snijinrich- ting is als volgt. Wanneer (zie fig. 3) de regelbare motor 13 bediend wordt, zal de tandriem 16 in de richting P verdraaid worden, met als gevolg dat de tandriemschij f 17 en daardoor ook het tandwiel 19a in die richting Q verdraaid worden. Door de ineengrijping van de tanden 32a van tandwiel 19a en de tanden 32b van tandwiel 19b wordt tandwiel 19b in de richting van R verdraaid. Door de gelijke straal van de tandwielen 19a en 19b zal de rotatiesnelheid van deze beide gelijk zijn. Door de ineengrijping van de tanden 33a van tandwiel 66a met de tanden 32a wordt tegelijkertijd het tandwiel 66a geroteerd in de richting S. Door de ineengrijping van de tanden 33b van tandwiel 66b met de tanden 32b van tandwiel 19b wordt het tandwiel 36a gelijktijdig geroteerd in de richting T. Doordat de tandwielen 66a en 66b een gelijke diameter hebben is de rotatiesnelheid van beide gelijk. Beschouwen wij nu ook fig. 4, dan is te zien dat met de rotatie van de tandwielen 66a, 66b ook 36a en 36b (niet weergegeven) respectievelijk geroteerd worden in de richtingen S en T. Als gevolg van de excentrische opstelling van de boringen 50a en 51a (zie fig. 5) ten opzichte van de boring 52a van de bus 36a, en daarmee de excentrische opstelling van de lagers en de daarmee gelagerde pijp 24a, alsmede de weer daarbinnen opgenomen spuit 25a, zal deze spuit onderworpen worden aan een rotatiebeweging om het punt M (zie fig. 6) met een straal die overeenkomt met de excentriciteit e. Doordat de spuit 25a vrij maar draaibaar opgelegd is kan de spuit 25a zijn rotatiepositie blijven behouden ten opzichte van de houder 22a, zodat, mede door de door de delen 42a, 44a en 45a gevormde beperking van de roteerbaarheid van de pijp 24a ten opzichte van de vaste delen van de snij inrichting, torde-ring van de watertoevoer buis 21a voorkomen wordt. De spuit 25a geeft dus tijdens bedrijf met zijn mondstuk 68a een waterstraal af, die ten opzichte van een daaronder bewegende baan pleistermateriaal A* (zie fig. 3) een cirkelvormige roterende beweging maakt. Voor de spuit 68b geldt een overeenkomstig verhaal. Bij wijze van voorbeeld kan de straal die wordt afgegeven uit het mondstuk 68a en 68b een diameter hebben van 0,1 mm en onder een druk van 3000 bar af gegeven worden. Gebleken is dat een dergelijke waterstraal afdoende is voor het op scherepe wijze snijden van een baan pleistermateriaal.The operation of the cutting device shown in Figures 2-6 is as follows. When (see fig. 3) the controllable motor 13 is operated, the toothed belt 16 will be turned in the direction P, with the result that the toothed belt disc 17 and thereby also the gear 19a will be turned in that direction Q. Due to the engagement of the teeth 32a of gear 19a and the teeth 32b of gear 19b, gear 19b is rotated in the direction of R. Due to the equal radius of the gears 19a and 19b, the rotational speed of both will be the same. By the engagement of the teeth 33a of the gear 66a with the teeth 32a, the gear 66a is simultaneously rotated in the direction S. By the engagement of the teeth 33b of gear 66b with the teeth 32b of gear 19b, the gear 36a is simultaneously rotated in the direction T. Because the gears 66a and 66b have the same diameter, the rotational speed of both is equal. Considering now also fig. 4, it can be seen that with the rotation of the gears 66a, 66b also 36a and 36b (not shown) are rotated in the directions S and T respectively. Due to the eccentric arrangement of the bores 50a and 51a (see Fig. 5) with respect to the bore 52a of the sleeve 36a, and with it the eccentric arrangement of the bearings and the pipe 24a bearing therewith, as well as the syringe 25a again incorporated therein, this syringe will be rotated around the point M (see fig. 6) with a radius corresponding to the eccentricity e. Because the syringe 25a is freely but rotatably mounted, the syringe 25a can continue to retain its rotational position relative to the holder 22a, so that, partly due to the limitation of the rotatability of the pipe 24a relative to the pipe 24a formed by the parts 42a, 44a and 45a. fixed parts of the cutting device, twisting of the water supply tube 21a is prevented. The syringe 25a thus emits a jet of water during operation with its nozzle 68a, which makes a circular rotary movement with respect to a web of plaster material A * (see fig. 3) moving under it. A corresponding story applies to the syringe 68b. For example, the jet released from the nozzle 68a and 68b may have a diameter of 0.1 mm and be delivered under a pressure of 3000 bar. It has been found that such a water jet is sufficient to sharply cut a strip of plaster material.

Door combinatie van deze roterende beweging met de trans-latiebeweging van de pleisterbaan wordt het gewenste bogenprofiel van de randen van de pleisterbaan en daarmee van de eindranden van de pleiseters verkregen. Hierbij kan het patroon beïnvloed worden door bijvoorbeeld de snelheid van de eenparige beweging van de roterende spuiten ongewijzigd te laten en de translatiesnelheid van de baan te wijzigen om meer of minder brede pleisters te verkrijgen. Eenzelfde resultaat kan bereikt worden door bij ongewijzigde translatiesnelheid van de baan de rotatiesnelheid van de spuiten te wijzigen.By combining this rotary movement with the translation movement of the plaster strip, the desired arch profile of the edges of the plaster strip and thus of the end edges of the plasterers is obtained. Here, the pattern can be influenced by, for example, leaving the speed of the uniform movement of the rotating syringes unchanged and changing the translation speed of the web to obtain more or less wide patches. The same result can be achieved by changing the rotation speed of the syringes at an unchanged translation speed of the web.

Voorbeelden hiervan zijn weergegeven in figuren 7A, 7B en 7C. In deze figuren is telkens de baan pleistermateriaal A* weergegeven, die beweegt in de richting E met een translatiesnelheid van Vb. De spuit is boven de rand van de baan opgesteld en beschrijft een cirkel met straal 2 mm op een omtreksnelheid Vw, linksom draaiend. In fig. 7A is het pad van het snijpunt van de waterstraal op de pleisterbaan weergegeven, wanneer Vb kleiner is dan Vw. In fig. 7B is wederom het pad van het snijpunt van de waterstraal op de baan pleistermateriaal weergegven, echter nu in het geval dat Vb gelijk is aan Vw· Dit pad heeft de voorkeur omdat hiermee de eindranden van de pleisters, die hier een breedte b hebben, zodanig gesneden worden dat ter plaatse van de grenzen tussen de pleisters een scherpe overgang bewerkstelligd wordt. Deze overgang is veel flauwer in het geval weergegeven in fig. 7C, waar de snelheid van de baan pleistermateriaal Vb groter is dan de omtreksnelheid Vw van de rotatiebeweging van de waterstraal. De pleisters worden vervolgens los van elkaar gesneden, bijvoorbeeld met behulp van een messencylinder met loodrecht op de baan staande messen.Examples of this are shown in Figures 7A, 7B and 7C. These figures show in each case the web of plaster material A *, which moves in the direction E with a translation speed of Vb. The syringe is positioned above the edge of the track and describes a circle with radius 2 mm at a circumferential speed Vw, rotating counterclockwise. In Fig. 7A, the path of the intersection of the water jet on the patch is shown when Vb is less than Vw. In fig. 7B the path of the point of intersection of the water jet on the plaster material strip is again shown, however now in the case where Vb is equal to Vw · This path is preferred because it allows the end edges of the plasters, which here are a width b cut so that a sharp transition is achieved at the boundaries between the patches. This transition is much slower in the case shown in Fig. 7C, where the speed of the plaster material web Vb is greater than the peripheral speed Vw of the rotational movement of the water jet. The patches are then cut separately, for example with the aid of a knife cylinder with blades perpendicular to the track.

De hierboven besproken snijinrichting kan aangepast worden aan de pleisterlengte, of anders gezegd pleisterbaanbreedte. Hiertoe wordt de draaicylinder 28 bediend, waardoor de nokkenbaancylinder 26, al naar gewenst, maar maximaal over een halve omwenteling, verdraaid zal worden. Hiermee verandert ook de positie van de nokkenbanen 27a, 27b ten opzichte van de daarin opgenomen pennen 31a, 31b. Als gevolg hiervan zullen de armen 30a en 30b, bijvoorbeeld gezien in het bovenaanzicht van fig. 3, in het horizontale vlak verzwaaien. Bijgevolg zal ook de stand van de houders 22a, 22b, welke houders verdraaien kunnen ten opzichte van de steunplaat 12, zoals boven besproken is, veranderen, waarbij, in het geval van fig. 3, de bussen 36a en 36b dichter naar elkaar toe worden gebracht en daarmee ook de spuiten 25a, 25b, zodat de afstand tussen de eindranden van een pleister verkleind wordt.The cutting device discussed above can be adapted to the plaster length, or in other words plaster web width. For this purpose, the rotary cylinder 28 is operated, whereby the cam track cylinder 26 will be rotated, if desired, but at most over half a revolution. This also changes the position of the cam tracks 27a, 27b relative to the pins 31a, 31b incorporated therein. As a result, the arms 30a and 30b, seen, for example, in the plan view of Fig. 3, will swing in the horizontal plane. Accordingly, the position of the holders 22a, 22b, which holders can rotate relative to the support plate 12, as discussed above, will also change, with, in the case of Fig. 3, the bushings 36a and 36b becoming closer together. and thereby also the syringes 25a, 25b, so that the distance between the end edges of a patch is reduced.

De gehele machine zal voorzien worden van een regelsysteem. Daarin zal de motor van de (water)snij inrichting als master dienen, de andere bewerkingsstations zullen deze motor met vastgelegde verhoudingen volgen. Het software-programma, van de regelaar, zorgt ervoor dat er verschillende afmetingen van pleisters gemaakt kunnen worden.The entire machine will be equipped with a control system. In it, the motor of the (water) cutting device will serve as master, the other processing stations will follow this motor with fixed proportions. The controller's software program ensures that different sizes of plasters can be made.

Claims

A device for cutting wound plasters from a band of plaster material, comprising a conveyor for supporting and moving the web of plaster material, first cutting means for transversely cutting the web to form the longitudinal edges of the plasters, and second cutting means for substantially longitudinally cutting the web to form the end edges of the plasters, the second cutting members being spaced from the side edges of the web of plaster material and comprising means for delivering a web cutting jet.

The device according to claim 1, wherein the second cutting members comprise means for reciprocally moving the jet delivery means back and forth.

Apparatus according to claim 2, comprising means for adjusting the speed of movement of the strip of plaster material relative to the speed of movement of the jet delivery means.

Device as claimed in claim 2 or 3, comprising means for reciprocating the beam-emitting members in the longitudinal direction of the path.

Apparatus according to claim 4, wherein the means for reciprocating the beam emitting means in the transverse direction as well as in the longitudinal direction are formed by means for moving the beam emitting means along a closed path.

The device of claim 5, wherein the closed track is circular.

An apparatus according to any preceding claim, wherein jet delivery means are arranged to deliver a cutting water jet.

A method of cutting wound plasters from a moving web of plaster material, the web being cut along its edges to form the end edges of the plasters by cutting jets.

The method of claim 8, wherein the cutting rays are reciprocated in a direction transverse to the track.

A method according to claim 9, wherein the speed of the movement of the rays and the speed of the movement of the web are adjusted to each other in view of a given patch width.

A method according to claim 9 or 10, wherein the beams are also reciprocated in the path direction.

The method of claim 11, wherein the beams are moved along a circular path.

The method of claim 12, wherein the circulating duck path is circular and the peripheral speed is uniform.

The method of any of claims 8-13, wherein the jets are water jets.