NL9201776A - Inrichting en werkwijze voor het rijpen van fruit. - Google Patents

Description

Titel: Inrichting en werkwijze voor het rijpen van fruit.

Beschrijving

De onderhavige uitvinding betreft een inrichting voor het rijpen van fruit, zoals bananen, omvattende een kamer met daarin een frame waarin tenminste twee rijen beladen pallets boven elkaar zijn te plaatsen zodanig dat zich aan weerszijden van de rijen beladen pallets een vrije ruimte bevindt, en in langsrichting langs het frame aangebrachte koelmiddelen voor het koelen van fluïdum en circulatiemiddelen om het fluïdum vanaf de ene langszijde van het frame naar de andere langszijde te transporteren, zodanig dat een drukverschil tussen de ruimte aan de ene en andere langszijde ontstaat tengevolge waarvan het fluïdum in hoofdzaak in horizontale richting door de belading van de pallets vanaf de andere naar de ene langszijde terugstroomt.

Een dergelijke inrichting is bekend en omvat een kamer met daarin een frame waarin vier rijen beladen pallets zijn te plaatsen. Deze vier rijen worden in twee gestapelde rijen, die elk twee beladen pallet rijen hoog zijn, evenwijdig naast elkaar zodanig in langsrichting in de kamer geplaatst, dat er drie afzonderlijke ruimtes ontstaan, te weten aan weerszijden van de kamer een zijruimte tussen de desbetreffende langszijwand van de kamer en de hierlangs geplaatste gestapelde rij (totaal dus twee zijruimtes), en een middenruimte gelegen tussen de gestapelde rijen. Bovenin de kamer boven de twee tweehoog gestapelde beladen pallet rijen zijn in langsrichting hiervan koel- en circulatiemiddelen aangebracht, die lucht uit de middenruimte aanzuigen, deze koelen en over de tweehoog gestapelde beladen palletrijen heen langs het plafond van de kamer naar de aan weerszijden van de kamer gelegen zijruimtes transporteren. Deze circulatiemiddelen brengen hierbij een drukverschil tussen de zijruimtes en de middenruimte teweeg, tengevolge waarvan de lucht in horizontale richting door de belading op de pallets heen van de zijruimtes naar de middenruimte terugstroomt.

Deze bekende inrichting heeft als nadeel dat, tengevolge van de door standaardafmetingen van de pallets bepaalde afstand tussen de boven- en onderkant van de tweehoog gestapelde palletrij, fruit onder in de kamer minder goed wordt omstroomd met lucht, dan het fruit boven in de kamer, waardoor het fruit niet gelijkmatig rijpt. Een dergelijke ongelijkmatige rijping is ongewenst, en dient te worden beperkt. Als parameter voor de ongelijkmatige rijping wordt het grootste in de kamer vindbare temperatuurverschil van de lucht tussen twee plaatsen in de kamer genomen. Dit temperatuurverschil dient voor willekeurige plaatsen in de kamer zo klein mogelijk te zijn. Dit kan worden bereikt door het circulatievermogen van de circulatiemiddelen op te voeren. Het energieverbruik van een dergelijke inrichting stijgt hierdoor aanzienlijk. Ook het koelvermogen wordt hierbij vaak opgevoerd, hetgeen ook tot een verhoogd energie verbruik leidt.

De onderhavige uitvinding heeft tot doel een oplossing voor voorgaande problemen te bieden.

Dit wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat het frame tussen de beladingen van twee boven elkaar geplaatste rijen beladen pallets een in hoofdzaak horizontale tussenruimte verschaft, via welke horizontale tussenruimte de circulatiemiddelen het fluïdum van de ene naar de andere langszijde transporteren, waarbij deze horizontale tussenruimte aan de onder- en bovenzijde is begrensd door respectievelijk onderste en bovenste afdichtingen, en waarbij de koel- en circulatiemiddelen in hoofdzaak ter hoogte van de horizontale tussenruimte zijn aangebracht.

Bij een inrichting volgens de uitvinding wordt het fluïdum dus niet over de gestapelde beladen palletrijen heen van de ene langszijde naar de andere langszijde van de rij getransporteerd, maar tussen de beladingen van twee boven elkaar gestapelde beladen palletrijen door via een tussen de belading van de onderste palletrij en bovenste palletrij aangebrachte in hoofdzaak horizontale tussenruimte. De aan de onder- en bovenzijde van de horizontale tussenruimte aangebrachte afdichtingen zorgen ervoor dat het fluïdum niet rechtstreeks uit de horizontale tussenruimte de beladingen in kan stromen. Op deze wijze wordt bij een twee rijen hooggestapelde palletrij de fluïdum omstroming van het fruit gelijkmatiger, waardoor, vergeleken met de bekende inrichting, met dezelfde koel- en circulatiemiddelen een kleiner temperatuur verschil is te verwezenlijken, zodat de rijping gelijkmatiger is. Maar ook is het denkbaar, vergeleken met de bekende inrichting, het circulatie- en/of koelvermogen bij een inrichting volgens de uitvinding te verminderen, zonder dat het maximale temperatuurverschil groter wordt, waardoor zonder dat de rijpingsprestaties verminderen het energieverbruik van een inrichting volgens de uitvinding afneemt.

Het is volgens de uitvinding voordelig als de inrichting afdichtmiddelen omvat, die de fluïdumstroming tussen de ruimtes aan de langszijdes van een beladen palletrij anders dan via de horizontale tussenruimte en anders dan horizontaal door de belading van de pallets heen belemmeren. Dergelijke afdichtmiddelen zorgen ervoor dat er geen valse fluïdumstromingen ontstaan tussen de langszijdes van een beladen palletrij, waardoor beheersbaarheid en gelijkmatigheid van de rijping zouden afnemen.

Dergelijke afdichtmiddelen omvatten volgens de uitvinding op voordelige wijze een opblaasbare luchtzak. Een degelijke luchtzak kan worden opgeblazen met bijvoorbeeld lucht en daarna afgesloten, of door middel van bijvoorbeeld een ventilator continu van lucht worden voorzien waardoor deze de opgeblazen toestand vasthoudt. Met dergelijke opblaasbare luchtzakken zijn alle doorgangen waarlangs geen fluïdumstromingen mogen plaatsvinden op eenvoudige wijze afdichtbaar, aangezien dergelijke zakken zich bij het opblazen aanpassen aan de vorm van de doorgang.

Volgens een voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding omvatten deze afdichtmiddelen een vertikale afdichting, die zich in langsrichting van het frame uitstrekt en bij de bovenzijde van een beladen palletrij is aangebracht. Dergelijke vertikale afdichtingen belemmeren ongewenste fluïdumstroming vanaf de andere naar de ene langszijde langs de bovenzijde van de belading van een palletrij. Een dergelijke vertikale afdichting kan een opgeblazen luchtzak zijn, die boven de belading van een palletrij is geplaatst. Het is hierbij volgens de uitvinding voordelig als een dergelijke vertikale afdichting langs zijn bovenzijde is bevestigd aan de onderste afdichting van de horizontale tussenruimte.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is het voordelig, als deze vertikale afdichting een bij de zijkant van een palletrij aangebrachte klep is, die om een zich in langsrichting van het frame uitstrekkende as klapbaar is. Eventueel kunnen twee van dergelijke kleppen op gelijke hoogte aan weerszijden van een palletrij worden aangebracht. Een dergelijke klep kan bijvoorbeeld aan het plafond van de kamer worden bevestigd, aan het frame of aan de onderste afdichting van een horizontale tussenruimte.

Het is volgens de uitvinding verder voordelig, als de afdichtmiddelen verder aan de bovenzijde van een palletrij een in hoofdzaak horizontaal aangebracht, aan een hefinrichting, zoals kabels, bevestigd element omvatten, welk element door middel van de hefinrichting omhoog en omlaag beweegbaar is, waarbij de vertikale afdichting bij zijn onderzijde aan het element bevestigbaar of bevestigd is. Een dergelijk element kan bijvoorbeeld een plaat omvatten, waarbij de vertikale afdichting bijvoorbeeld een doek is. Het is echter ook zeer goed denkbaar dat voor dit element een luchtzak wordt gebruikt, waarbij dan de vertikale afdichting een gedeelte van de luchtzak is. Maar ook kan de vertikale afdichting hierbij een klep zijn, die aan het element bevestigd is of in vertikale (gesloten) stand hieraan bevestigbaar is. Het element (bijvoorbeeld luchtzak of plaat) is hierbij door middel van de hefinrichting omhoog en omlaag beweegbaar, zodat de rij beladen pallets er gemakkelijk onder kan worden geplaatst, waardoor het in de kamer plaatsen van met fruit beladen pallets wordt vergemakkelijkt. Als de rij beladen pallets onder het element is geplaatst, laat men het element bovenop de belading zakken (bij een luchtzak wordt het element ook nog opgeblazen en bij een klep als vertikale afdichting wordt deze in vertikale gesloten stand gezet), zodat een fluïdumstroming door het horizontale bovenvlak van de belading wordt belemmerd. Ook maakt een dergelijk aan een hefinrichting omhoog en omlaag beweegbaar element het mogelijk palletbeladingen van verschillende hoogte aan de bovenzijde af te sluiten. De vertikale afdichting zorgt er hierbij voor dat de in grootte variabele doorgang boven het element is afgesloten, zodat er geen fluïdum boven het elément langs van de andere naar de ene langszijde van de palletrij kan stromen.

Verder is het volgens de uitvinding voordelig als de inrichting een in langsrichting van de rij beladen pallets en in hoofdzaak loodrecht op zijn afdichtrichting verplaatsbaar afdichtend schot omvat, dat fluïdumstroming tussen de langszijdes van een beladen palletrij via de voor- of achterkant van die rij belemmert. Met een dergelijk schot, zoals bijvoorbeeld een luchtzak, worden valse fluïdumstromingen langs een kopzijde van een rij verhinderd als bijvoorbeeld de lengte van die rij niet gelijk is aan die van andere rijen of als de kamer niet volledig is gevuld.

Volgens een voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding, zijn in het frame tenminste vier beladen palletrijen boven elkaar te plaatsen, waarbij het frame die horizontale tussenruimte verschaft tussen de tweede en derde palletrij. Op deze wijze is ten opzichte van de bekende inrichting, zonder het vloeroppervlak van de kamer te vergroten, de rijpingscapaciteit op economische wijze te verdubbelen, zonder dat de rijpingsprestaties afnemen. Bij de bekende inrichting is het bij een verdubbeling van de rijpingscapaciteit door de gestapelde rijen in hoogte te verdubbelen door de grote hoogte moeilijk om onderin de kamer nog voldoende doorstroming van het fruit te verwezenlijken. Om enigszins vergelijkbare rijpingsprestaties te realiseren zal het totaal van benodigde koel- en ventilatievermogen meer dan verdubbelen. Bij een inrichting volgens de uitvinding is een verdubbeling van koel- en ventilatievermogen toereikend. Zelfs verdere vergroting van de rijpingscapaciteit door de rijen hoger, dan vier beladen pallets hoog, te stapelen is mogelijk zonder dat de rijpingsprestaties verminderen en zonder dat het benodigde koel- en circulatievermogen oneconomisch toeneemt. Dit is met bekende inrichtingen, onder overigens vergelijkbare omstandigheden, niet realiseerbaar.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding is het voordelig, als de fluïdum toevoer voor de circulatiemiddelen is gescheiden in een eerste toevoer voor van boven komend fluïdum en een tweede toevoer voor van beneden komend fluïdum, waarbij de fluïdum stromingen door deze eerste en tweede toevoer onafhankelijk van elkaar regelbaar zijn. Op deze wijze is het rijpen van het fruit nauwkeuriger te regelen. Bovendien is het met een dergelijke inrichting mogelijk om bijvoorbeeld de fluïdumtoevoer van bovenaf uit te schakelen, als er zich boven de horizontale ruimte geen beladen palletrij bevindt, waardoor een valse fluïdumstroming via de ongevulde plaats voor een pallet rij wordt voorkomen.

De regelbaarheid van de rijping en het rijpen van fruit bij een niet geheel gevulde kamer, wordt volgens de uitvinding verder verbeterd, als de fluïdum afvoer van de circulatiemiddelen is gescheiden in een eerste afvoer voor naar boven gaand fluïdum en een tweede afvoer voor naar beneden gaand fluïdum, waarbij de fluïdum stromingen door deze eerste en tweede afvoer onafhankelijk van elkaar regelbaar zijn.

De regelbaarheid van de rijping en het rijpen van fruit bij een niet geheel gevulde kamer, wordt volgens de uitvinding nog verder verbeterd, als de fluïdumstromingen door de horizontale tussenruimte in langsrichting van het frame gezien plaatsafhankelijk regelbaar zijn.

Verder is het volgens de uitvinding voordelig als de koel- en/of circulatiemiddelen in langsrichting van het frame gezien plaatsafhankelijk in- en uitschakelbaar zijn. Hierdoor is het mogelijk energie te besparen als de kamer niet geheel gevuld is.

Bij een inrichting, waarbij in de kamer twee rijen beladen pallets met een vertikale tussenruimt naast elkaar zijn te plaatsen, is het volgens de uitvinding voordelig, als het frame zodanig is gevormd, dat het in beide rijen een horizontale tussenruimte verschaft, waarbij deze horizontale tussenruimtes in hoofdzaak op gelijke hoogte zijn gelegen. Bij een dergelijke inrichting kunnen de koel- en circulatiemiddelen op voordelige wijze ter hoogte van de horizontale tussenruimte tussen de twee naast elkaar geplaatste rijen in worden aangebracht. De vertikale tussenruimte tussen de naast elkaar gelegen rijen is dan de ruimte aan de ene langszijde. De fluïdumstromingen door beladingen van naast elkaar geplaatste rijen beladen pallets zijn dan tegengesteld gericht. Hetzelfde geldt voor de fluïdumstromingen door de horizontale tussenruimtes.

Verder betreft de uitvinding een werkwijze voor het rijpen van fruit, zoals bananen, waarbij tenminste twee rijen beladen pallets boven elkaar worden geplaatst in een kamer, waarbij fluïdum wordt gekoeld en gecirculeerd, en waarbij een drukverschil tussen de langszijden van de rijen beladen pallets wordt bewerkstelligd, ten gevolge waarvan het fluïdum wordt gedwongen in in hoofdzaak horizontale richting vanaf de andere naar de ene langszijde door de belading van de pallets te stromen. Volgens de uitvinding wordt een dergelijke werkwijze zeer voordelig uitgevoerd, als de beladen pallets zodanig in de kamer worden geplaatst, dat de beladingen van twee pallets met een in hoofdzaak horizontale tussenruimte boven elkaar worden geplaatst, waarbij het fluïdum via de horizontale tussenruimte van de ene langszijde naar de andere langszijde wordt getransporteerd, waarbij het fluïdum tijdens dit transport wordt gekoeld.

In het nu volgende zal de uitvinding aan de hand een tekening, waarin bij wijze van voorbeeld enkele uitvoeringsvormen van een inrichting volgens de uitvinding zijn weergegeven, nader worden toegelicht. Hierin toont:

Figuur 1 een gedeeltelijk opengewerkt schematisch aanzicht in perspectief van een inrichting volgens de uitvinding,

Figuur 2 een schematische vertikale dwarsdoorsnede van een andere inrichting volgens de uitvinding, en

Figuur 3 een schematisch detail van een horizontale dwarsdoorsnede van een inrichting volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont een kamer 1, met daarin een frame 2. In deze kamer 1 bevinden zich in totaal vier rijen 3 met beladen pallets. Deze rijen 3 zijn als twee twee rijen hoog gestapelde stapels naast elkaar in de kamer geplaatst. Tussen de beladingen van twee boven elkaar geplaatste rijen pallets wordt in elke stapel door het frame 2 een in hoofdzaak horizontale tussenruimte 4 verschaft. Deze horizontale tussenruimtes 4 bevinden zich op gelijke hoogte, en worden elk aan hun onder- en bovenzijde begrensd door respectievelijke onderste 12 en bovenste 13 afdichtplaten. Tussen twee naast elkaar geplaatste rijen beladen pallets is een vertikale tussenruimte 5 aanwezig. Deze vertikale tussenruimte 5 vormt voor twee naast elkaar geplaatste rijen beladen pallets een gemeenschappelijke zogenaamde ruimte aan ene langszijde van een rij beladen pallets. De rijen beladen pallets zijn verder zodanig in de kamer geplaatst dat aan beide zijden van de kamer tussen de beladingen en de zijwanden 7 van de kamer een vertikale zijruimte 6 overblijft. Deze zijruimtes 6 vormen voor de desbetreffende aangrenzende belading de zogenaamde ruimte aan andere langszijde van een rij beladen pallets.

De koel- en circulatiemiddelen 8 zijn tussen de horizontale tussenruimtes 4 en in de vertikale tussenruimte 5 aangebracht, zodanig dat deze als het ware een tussenstuk vormen, dat de vertikale tussenruimte in twee afzonderlijke, boven elkaar gelegen tussenruimtes scheidt.

Figuur 2 toont in schematische vorm een vertikale dwarsdoorsnede van een inrichting volgens de uitvinding, voor het rijpen van acht, in twee stapels van vier gestapelde, beladen palletrijen. Bij deze inrichting zijn de horizontale tussenruimtes 4 aangebracht tussen de tweede en derde beladingen van elke stapel. Tussen de overige beladingen bevinden zich ook tussenruimtes, maar hierdoorheen is in dwarsrichting van de kamer geen horizontale fluïdumstroming mogelijk, tengevolge van de vertikale afdichtingen 17.

Het door de koel- en circulatiemiddelen gevormde tussenstuk 8 is bij voorkeur (figuur 2) voorzien van een eerste toevoer 20 voor van boven komend fluïdum en een tweede toevoer 21 voor van beneden komend fluïdum, waarbij de fluïdum stromingen door deze toevoeren 20, 21 onafhankelijk van elkaar regelbaar zijn. Dit kan bijvoorbeeld worden gerealiseerd door de toevoeren 20 en 21 uit te voeren als een reeks in langsrichting van de kamer 1 aangebrachte openingen 20 en 21, waarvan de doorlaatgrootte is te variëren door het verschuiven van een (niet getoonde) schuif.

Op overeenkomstige wijze is in elke zijruimte 6 ter hoogte van de horizontale tussenruimte k een tussenstuk 10 aangebracht, dat de desbetreffende zijruimte 6 in twee afzonderlijke ruimtes verdeeld, een bovenste en een onderste. Onder en boven dit tussenstuk 10 bevinden zich uitstroom openingen 22 en 23 (respectievelijk een eerste afvoer 22 voor naar bovengaand fluïdum en een tweede afvoer 23 voor naar beneden gaand fluïdum), waarvan de doorlaat grootte bij voorkeur is te variëren, bijvoorbeeld door een niet getoonde schuif.

De niet getoonde voornoemde schuiven, zijn het liefst zo gevormd, dat de fluïdumstromingen door de horizontale tussenruimte 4 in langsrichting van de kamer 1 gezien plaatsafhankelijk regelbaar zijn. Als plaatselijk een of meer schuiven de doorgang plaatselijk geheel afsluiten, is het in verband met energie besparing zeer practisch als de koel- en circulatiemiddelen 8 op de desbetreffende plaats, dus eveneens plaatsafhankelijk, uitschakelbaar zijn.

Aan de bovenzijde van elke palletrij 3 is een horizontale, aan kabels 16 hangende plaat 15 aangebracht. De platen 15 hebben dusdanige afmetingen, dat zij de hieronder gelegen belading geheel afdekken, zodanig dat hierlangs geen fluïdum in of uit de lading kan stromen. Door middel van de kabels 16 (die in figuur 1 bij de platen op de bovenste beladingen niet zijn weergegeven) kunnen deze platen 15 omhoog en omlaag worden bewogen, hetgeen het vullen van de kamer 1 met beladen pallets 3 vergemakkelijkt, en het vullen van de kamer 1 met ongelijk beladen pallets 3 toelaat. Om er voor te zorgen dat onafhankelijk van de hoogte waarop de platen 15 zich bevinden, er geen horizontale fluïdumstroming dwars op de langsrichting van de kamer 1 langs de bovenzijde van deze platen 15 mogelijk is, zijn hieraan vertikale afdichtingen 17 bevestigd. Deze vertikale afdichtingen 17 zijn bijvoorbeeld uit doek vervaardigd. Deze, zich in langsrichting van de kamer 1 uitstrekkende vertikale afdichtingen 17 kunnen in principe op een willekeurige plaats aan de bovenzijde van de platen 15 zijn bevestigd. De vertikale afdichtingen 17, die zich niet vlak onder een horizontale tussenruimte 4 bevinden, zijn met hun bovenzijde aan het plafond van de kamer 1 of het frame 2 bevestigd, en de zich net onder de horizontale tussenruimtes 4 bevindende vertikale afdichtingen 17 aan de onderste afdekplaat 13 van de horizontale tussenruimte 4.

Verder zijn in figuur 1 in de horizontale tussenruimte 4 aangebrachte goten 11 voor de opvang en afvoer van condenswater aangegeven.

Aan de hand van figuur 2, waarin door middel van pijltjes de stroming van het fluïdum is aangegeven, zal nu de werking van de inrichting volgens de uitvinding worden beschreven.

De pallets zijn beladen met dozen fruit, waarbij in de met de zijwanden 7 van de kamer evenwijdige zijkanten van de dozen gaten 31 (in figuur 1 slechts gedeeltelijk weergegeven) zijn aangebracht.

De koel- en circulatiemiddelen 8 zuigen het fluïdum uit de vertikale tussenruimte 5 aan, zowel van bovenaf via toevoeropeningen 20, als van beneden af via toevoeropeningen 21. Ze koelen het fluïdum, en transporteren het in horizontale richting naar de zijwanden 7 van de kamer. Via afvoer openingen 22 en 23, wordt het fluïdum dan aan weerszijden van de kamer in de ruimtes 6 langs de zijwanden 7 geblazen. Het fluïdum verspreidt zich dan door de ruimtes 6, om vervolgens in horizontale richting door de gaten 31 in de dozen van de belading op de pallets naar de vertikale tussenruimte 5 terug te stromen. De circulatiemiddelen bewerkstelligen deze stroming bij voorkeur door middel van ventilatoren, waarmee een drukverschil tussen de vertikale tussenruimte 5 en de zij ruimtes 6 te weeg wordt gebracht. Voor het gelijkmatig en doelmatig rijpen van het fruit is het van belang dat de inrichting voldoende afdichtmiddelen omvat, die fluïdumstroming tussen de ruimtes aan de langszijdes van een beladen palletrij anders dan via de horizontale tussenruimte en anders dan horizontaal door de belading van de pallets heen belemmeren. Doordat de circulatiemiddelen over de gehele lengte van de kamer in vertikale richting fluïdum uit de tussenruimte aanzuigen en dwars hierop naar de zijruimtes transporteren, wordt de belading van de pallets zeer gelijkmatig met fluïdum doorstroomt. ·

Door het selectief afsluiten van toevoeropeningen (20 en 21) en/of afvoeropeningen (22 en 23) van de koel- en circulatiemiddelen 8 is het mogelijk om het fruit hierin gelijkmatig te rijpen als de kamer 1 slechts gedeeltelijk is gevuld. Als in een rij niet geheel is opgevuld met pallets, kan, zoals in figuur 3 is weergegeven, fluïdumstroming langs de kopsekant van deze rij worden verhinderd, door middel van bijvoorbeeld een schot 35» dat in langsrichting van de kamer verplaatsbaar is. Tevens zijn in figuur 3 afdichtingen 36 aangegeven, die bij een volledig gevulde rij met beladen pallets fluïdumstroming langs het uiteinde van een rij belemmeren.

Het zal voor een gemiddeld vakman duidelijk zijn dat in de weergegeven uitvoeringsvoorbeelden binnen de strekking van de uitvinding vele wijzigingen en variaties kunnen worden aangebracht, bijvoorbeeld: het gebruikte fluïdum, dat bij voorkeur lucht is, kan ook een ander fluïdum zijn, de rijen pallets kunnen in principre onbeperkt lang worden gemaakt, - de stapels kunnen in principe onbeperkt hoog worden gemaakt door voldoende horizontale tussenruimtes met koel- en circulatiemiddelen tussen beladingen van verschillende boven elkaar geplaatste rijen aan te brengen, in principe kunnen onbeperkt veel stapels naast elkaar worden geplaatst, de vertikale afdichtingen 17 kunnen van een harmonika-achtige in-/uitvouwbare constructie zijn, de vertikale afdichtingen 17 en eventueel ook de platen 15 kunnen gemakkelijk worden vervangen door kleppen, de vertikale afdichtingen 17 en platen 15 kunnen zeer voordelig worden vervangen door opblaasbare luchtzakken, die tussen de beladingen en de onderste afdichtplaten 12 of het plafond van de kamer worden aangebracht, - de afdichtingen 36 zijn te vervangen door opblaasbare luchtzakken, en, het schot 35 is te vervangen door een opblaasbare luchtzak, die tussen de belading en de zijwand van de kamer wordt geplaatst.

Claims (16)

1. Inrichting voor het rijpen van fruit, zoals bananen, omvattende een kamer met daarin een frame waarin tenminste twee rijen beladen pallets boven elkaar zijn te plaatsen zodanig dat zich aan weerszijden van de rijen beladen pallets een vrije ruimte (5.6) bevindt, en in langsrichting langs het frame aangebrachte koelmiddelen voor het koelen van fluïdum en circulatiemiddelen om het fluïdum vanaf de ene langszijde (5) van het frame naar de andere langszijde (6) te transporteren, zodanig dat een drukverschil tussen de ruimte aan de ene (5) en andere (6) langszijde ontstaat tengevolge waarvan het fluïdum in hoofdzaak in horizontale richting door de belading van de pallets vanaf de andere (6) naar de ene (5) langszijde terugstroomt, met het kenmerk, dat het frame (2) tussen de beladingen van twee boven elkaar geplaatste rijen beladen pallets (3) een in hoofdzaak horizontale tussenruimte (4) verschaft, via welke horizontale tussenruimte (4) de circulatiemiddelen (8) het fluïdum van de ene (5) naar de andere (6) langszijde transporteren, waarbij deze horizontale tussenruimte (4) aan de onder- en bovenzijde is begrensd door respectievelijk onderste (12) en bovenste (13) afdichtingen, en waarbij de koel- en circulatiemiddelen (8) in hoofdzaak ter hoogte van de horizontale tussenruimte (4) zijn aangebracht.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk. dat deze afdichtmiddelen (onder andere 15.17*35.36) omvat, die fluïdumstroming tussen de ruimtes (5 en 6) aan de langszijdes van een beladen palletrij anders dan via de horizontale tussenruimte (4) en anders dan horizontaal door de belading (3) van de pallets heen belemmeren.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk. dat de afdichtmiddelen een opblaasbare luchtzak omvatten.

4. Inrichting volgens conclusie 2-3, met het kenmerk, dat de afdichtmiddelen een vertikale afdichting (17) omvatten, die zich in langsrichting van het frame (2) uitstrekt en bij de bovenzijde van een beladen palletrij (3) is aangebracht.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat deze vertikale afdichting (17) langs zijn bovenzijde is bevestigd aan de onderste afdichting (12) van de horizontale tussenruimte (4).

6. Inrichting volgens conclusie 4-5, met het kenmerk, dat deze vertikale afdichting een bij de zijkant van een palletrij aangebrachte klep is, die om een zich in langsrichting van het frame uitstrekkende as klapbaar is.

7. Inrichting volgens conclusie 4-6, met het kenmerk, dat deze afdichtmiddelen verder aan de bovenzijde van een palletrij een in hoofdzaak horizontaal aangebracht, aan een hefinrichting (16), ?oals kabels, bevestigd element (15) omvatten, welk element (15) door middel van de hefinrichting (16) omhoog en omlaag beweegbaar is, waarbij de vertikale afdichting (1?) bij zijn onderzijde aan het element (15) bevestigbaar of bevestigd is.

8. Inrichting volgens conclusie 2-7, met het kenmerk, dat de afdichtmiddelen een schot (35) omvatten, dat in langsrichting van een rij beladen pallets (3) en in hoofdzaak loodrecht op zijn afdichtrichting verplaatsbaar is, en dat fluïdumstroming tussen de langszijdes (5 en 6) van een beladen palletrij (3) via de voor- of achterkant van die rij belemmert.

9. Inrichting volgens conclusie 1-8, met het kenmerk, dat in het frame (2) tenminste vier beladen palletrijen (3) boven elkaar zijn te plaatsen, waarbij het frame (2) die horizontale tussenruimte (4) verschaft tussen de tweede en derde palletrij.

10. Inrichting volgens conclusie 1-9, met het kenmerk, dat de ruimte aan een langszijde (5,6) van het frame ter hoogte van de horizontale tussenruimte (4) door een in langsrichting langs het frame aangebracht tussenstuk (10,8) is gescheiden in twee afzonderlijke ruimtes.

11. Inrichting volgens conclusie 1-10, met het kenmerk, dat de fluïdum toevoer (20, 21) voor de circulatiemiddelen (8) is gescheiden in een eerste toevoer (20) voor van boven komend fluïdum en een tweede toevoer (21) voor van beneden komend fluïdum, waarbij de fluïdum stromingen door deze eerste (20) en tweede (21) toevoer onafhankelijk van elkaar regelbaar zijn.

12. Inrichting volgens conclusie 1-11, met het kenmerk, dat de fluïdum afvoer (22, 23) van de circulatiemiddelen (8) is gescheiden in een eerste afvoer (22) voor naar boven gaand fluïdum en een tweede afvoer (23) voor naar beneden gaand fluïdum, waarbij de fluïdum stromingen door deze eerste (22) en tweede afvoer (23) onafhankelijk van elkaar regelbaar zijn.

13· Inrichting volgens conclusie 1-12, met het kenmerk. dat de fluïdumstromingen door de horizontale tussenruimte (4) in langsrichting van het frame (2) gezien plaatsafhankelijk regelbaar zijn.

14. Inrichting volgens conclusie 1-13. met het kenmerk, dat de koel-en/of circulatiemiddelen (8) in langsrichting van het frame (2) gezien plaatsafhankelijk in- en uitschakelbaar zijn.

15. Inrichting volgens conclusie 1-14, waarbij in de kamer twee rijen beladen pallets met een vertikale tussenruimte (5) naast elkaar zijn te plaatsen, met het kenmerk, dat het frame (2) zodanig is gevormd, dat het in beide rijen een horizontale tussenruimte (4) verschaft, waarbij deze horizontale tussenruimtes (4) in hoofdzaak op gelijke hoogte zijn gelegen.

16. Werkwijze voor het rijpen van fruit, zoals bananen, waarbij tenminste twee rijen beladen pallets boven elkaar worden geplaatst in een kamer, waarbij fluïdum wordt gekoeld en gecirculeerd, en waarbij een drukverschil tussen de langszijden van de rijen beladen pallets wordt bewerkstelligd, ten gevolge waarvan het fluïdum wordt gedwongen in in hoofdzaak horizontale richting vanaf de andere naar de ene langszijde door de belading van de pallets te stromen, met het kenmerk. dat de beladen pallets (3) zodanig in de kamer worden geplaatst, dat de beladingen van twee pallets met een in hoofdzaak horizontale tussenruimte (4) boven elkaar worden geplaatst, waarbij het fluïdum via de horizontale tussenruimte (4) van de ene (5) langszijde naar de andere (6) langszijde wordt getransporteerd, waarbij het fluïdum tijdens dit transport wordt gekoeld.