NL8101693A - Bakoven. - Google Patents

Description

- 1 - λ 4 i

Bakoven.

De uitvinding heeft betrekking op een bakoven met ten minste één in bovenaanzicht rechthoekige bakkamer, met een hierboven geplaatst aggregaat voor het leveren 5 van hete lucht en circuleren hiervan door de bakkamer, waarbij aan de van doorgangsopeningen voor de hete lucht voorziene zijwanden van de bakkamers zich telkens over het gehele zijwandoppervlak uitstrekkende hete luchtkamers zijn gevormd, waarvan afwisselend de ene met de drukzijde 10 en de andere met de zuigzijde van het aggregaat is verbon den, en met een inrichting voor het periodiek omkeren van de bewegingsrichting van de dwars door de bakkamer van de ene naar de andere hete luchtkamer stromende hete lucht.

15 Een bakoven van de bovengenoemde soort is bij voorbeeld bekend uit het Duitse Offenlegungsschrift 24 35 138 en heeft wegens het boven de bakkamer(s) geplaatste hete lucht- en circulatie-aggregaat het voordeel van een gering grondoppervlak. Bij de bekende bak-20 oven zijn de hete luchtkamers telkens aan hun boveneinden met de drukzijde, resp. zuigzijde van het hete luchten circulatie-aggregaat verbonden. Door deze uitvoering zal de hete lucht van bovenaf in de aan de drukzijde gelegen hete luchtkamers stromen. Dit heeft tot gevolg, 25 dat de hete lucht met een schuin naar onderen gerichte stromingscomponent in de bakkamer terecht komt en de bakprodukten, die zich aan de rand van de op gebruikelijke wijze door middel van een rekkenwagen in de bakkamer ingebrachte bakproduktendrager bevinden, direct 30 treft. Het direct aanvoeren schuin van boven af van hete lucht leidt tot een sterkere mate van bruin worden van de aan de randzijde gelegen bakprodukten en derhalve in het geheel bezien tot een onbevredigend bakresultaat.

Verder zijn uit het Duitse Auslegeschrift 27 09 068 35 en het Duitse Offenlegungsschrift 26 28 430 bakovens van de bovengenoemde soort bekend, waarbij in de hete luchtkamer leip]aten of dergelijke inbouwe lemen ten zijn aangebracht teneinde de in de bakkamers binnentredende hete lucht naar boven om te buigen. Deze maatregelen 8101693 * * - 2 - zijn evenwel niet toereikend om de bovengenoemde nadelige invloeden op de aan de randzijde gelegen bakprodukten te ondervangen, daar de naar omlaag gerichte hoofdstroming in de aan de drukzijde gelegen hete luchtkamers domi-5 neert. De genoemde inbouwelementen brengen bovendien stromingsweerstanden met zich mede, voor het overwinnen daarvan extra ventilatorvermogen noodzakelijk is.

De uitvinding heeft ten doel een bakoven van de bovenbeschreven soort zodanig uit te voeren, dat zonder 10 bijzondere inbouwelementen in de hete luchtkamers de hete lucht steeds onder een schuin naar boven gerichte hoek in de bakkamer stroomt.

Volgens de uitvinding wordt dit oogmerk hierdoor bereikt, dat de ene hete luchtkamer uitsluitend aan haar 15 ondereinde met de drukzijde van het aggregaat en de andere hete luchtkamer ten minste in een gebied van haar boveneinde met de zuigzijde van het aggregaat in verbinding staat. Met deze maatregelen volgens de uitvinding geraakt de hete lucht telkens alleen aan het onder-20 einde in de hete luchtkamers, waardoor op de van de ene naar de andere hete luchtkamer stromende hete lucht binnen de bakkamer(s) een naar boven gerichte component werkzaam wordt. Hieruit ontstaat automatisch de neiging tot een naar boven gerichte diagonaalstroming in de bak-25 kamer, waarmee een steeds van onderen af optredende toestroming door de bakprodukten over de totale hoogte van de bakkamer is gewaarborgd. Een ontbreken van enigerlei inbouwelementen in de hete luchtkamers heeft bovendien het voordeel, dat de hete luchtstroom minder belemmeringeh 30 ondervindt en derhalve voor het aandrijven van de circu-latieventilator kan worden volstaan met een gering vermogen.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van voor-35 beeld enige uitvoeringsvormen van de bakoven volgens de uitvinding zijn weergegeven.

Hierin toont:

Fig. 1 schematisch een verticale doorsnede van een gunstige uitvoeringsvorm van de bakoven volgens de 8101693 ί* i - 3 - uitvinding met een verrijdbaar rekkengestel,

Fig. 2 een voorstelling overeenkomstig fig. 1, doch met een andere omkeerinrichting,

Fig. 3 een voorstelling overeenkomstig fig. 1, 5 doch met nog een andere omkeerinrichting,

Fig. 4 een deel van de uitvoeringsvorm volgens fig. 3 in een andere werkstand,

Fig. 5 een voorstelling overeenkomstig fig. 1 met nog een verdere variant van de omkeerinrichting, 10 Fig. 6 een zijaanzicht van een deel van de uit voeringsvorm volgens fig. 5,

Fig. 7 een verticale langsdoorsnede over een etage-bakoven, en

Fig. 8 een doorsnede volgens de lijn VIII-VIII 15 in fig. 7.

De in fig. 1 weergegeven uitvoeringsvorm van de bakoven volgens de uitvinding is een z.g. bakkast met een in bovenaanzicht rechthoekige bakkamer 1 met zijwanden 2 en 3, die voorzien zijn van doorgangsopeningen 20 voor de hete lucht, aan welke zijwandaa.telkens over het gehele zijwandoppervlak zich uitstrekkende hete luchtkamers 4 en 5 zijn gevormd. Boven de bakkamer 1 bevindt zich uit een ramteuitwisselaar 6 en een ventilator 7 bestaand aggregaat voor het voortbrengen en circuleren 25 van hete lucht. Direct aan de buitenzijden van de hete luchtkamers 4 en 5 zijn zich over het gehele buiten-wandoppervlak hiervan uitstrekkende hete luchtkanalen 8 en 9 aangebracht, die met resp. de betreffende hete luchtkamers 4 en 5 een gemeenschappelijke wand 10, resp. 30 11 vormen. Voor het toevoeren van bakprodukten aan de bakoven dient een in de bakkamer 1 inrijdbaar rekkengestel 12, dat een aantal boven elkaar geplaatste bak-produktendragers 13 draagt.

De voor telkens een hete luchtkamër en haar bij-35 behorend hete luchtkanaal gemeenschappelijke wand 10, resp. 11 strekt zich niet geheel tot de bodem van de bakoven uit, zodat de hete luchtkanalen 8 en 9 aan hun ondereinden open in resp. de hete luchtkamers 4 en 5 uitmonden. Aan de boveneinden van de gemeenschappelijke 8101693 - 4 - * 5 wanden 10 en 11 zijn over 90° zwenkbare segmentkleppen 14 en 15 aangebracht, waarvan de breedte zodanig is gedimensioneerd, dat zij in hun betreffende eindstanden hetzij een opening 16 aan de drukzijde, hetzij een 5 opening 17 aan de zuigzijde van het aggregaat bedekken.

De segmentkleppen 14 en 15 zijn zwenkbaar om resp. horizontale assen 14' en 15' en door middel van een niet nader weergegeven stangenstelsel zodanig met elkaar gekoppeld, dat de hete luchtkamers 4 en 5 afwisselend 10 hetzij op de weg via de hete luchtkanalen 8 en 9 met de drukzijde van het aggregaat, hetzij direct met de zuigzijde van het aggregaat in verbinding brengbaar zijn.

Zoals in fig. 1 met de pijlen is aangeduid, stroomt bij de in fig. 1 weergegeven kiepstand de hete 15 lucht vanuit de ventilator 7, d.w.z. vanaf de drukzijde van het aggregaat eerst in het hete luchtkanaal 9 naar beneden. Aan het ondereinde van dit hete luchtkanaal treedt de hete lucht dan in de hete luchtkamer 5, van waaruit zij met een naar boven gerichte bewegingscompo-20 nent in de bakkamer 1 terecht komt. De hete lucht doorstroomt derhalve volgens een opwaarts gerichte diago-naalstroming de bakkamer 1 tot zij terecht komt in de tegenover gelegen hete luchtkamer 4, waarin eveneens een opwaarts gerichte stroming optreedt. Hieruit voert 25 de hete lucht direct naar de zuigzijde van het aggregaat, dit is naar de warmtewisselaar 6, waaraan de lucht op bekende wijze warmte wordt toegevoerd. Door het omkeren van de segmentkleppen 14 en 15 wordt de bewegingsrichting van de hete lucht omgekeerd, welke omkering op ge-30 bruikelijke wijze in regelmatige tijdsintervallen plaats vindt.

De in fig. 2, 3 en 5 weergegeven bakkast - uitvoeringsvormen hebben in principe een constructie, die overeenstemt met de uitvoeringsvorm volgens fig. 1, om 35 welke reden overeenstemmende delen met dezelfde verwij-zingscijfers zijn aangeduid. Zij verschillen van de uitvoeringsvorm volgens fig. 1 in hoofdzaak in de andere uitvoeringswijze dan de omkeerinrichting voor het periodiek omkeren van de bewegingsrichting van de hete lucht.

8101693 * - 5 -

In fig. 2 zijn aan de boveneinden van de hete luchtkanalen 8 en 9 resp. om horizontale assen 18 en 19 zwenkbare kleppen 20 en 21 aangebracht, die met hun vrije uiteinde in de ene eindstand aanligt tegen de buitenwand 5 van het hete luchtkanaal en in de andere eindstand aanligt tegen de naar buiten toe verlengde dekplaat 22 van de pakkamer 1. De kleppen 20 en 21 zijn aan hun vrije uiteinden via resp. scharnieren 23 en 24 verbonden met de boveneinden van resp. de gemeenschappelijke wanden 10 en 10 11. De wanden 10 en 11 zijn aan hun ondereinden zwenkbaar gelegerd om resp. horizontale assen 27 en 28, die verschuifbaar zijn in resp. verticale geleidingen 25 en 26.

In deze uitvoeringsvorm maakt de gemeenschappelijke wand 10, resp. 11 deel uit van de omkeerinrichting, waar-15 door bij het omkeren van de bewegingsrichting van de hete lucht tevens een verandering van de dwarsdoorsnede van de telkens met de zuigzijde van het aggregaat in verbinding staande hete luchtkamer, in het gegeven uit-voeringsvoorbeeld de hete luchtkamer 4, wordt bewerk-20 stelligd.

De bovengenoemde verandering van de dwarsdoorsnede kan ook bij beide hete luchtkamèrs 4 en 5 worden bewerkstelligd zoals uit fig. 3 blijkt. Hierbij is als omkeerinrichting een horizontaal beweegbare schuif 29, resp. 30 25 verschaft, die langs de onderzijde van de warmtewisselaar 9 glijdt. Het buiteinde van de schuif 29, resp. 30 is op identieke wijze als de kleppen 20, 21 uit fig. 2 scharnierend verbonden met het boveneinde van de gemeenschappelijke wand 10, resp. 11, die aan haar ondereinde even-30 eens weer zwenkbaar is gelegerd.

In het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 3 is ter begrenzing van het zwenkgebied van de gemeenschappelijke wand 10, resp. 11 naar binnen toe een aan het boveneinde van de bakkamer 1 aan de dekplaat 22 gevormde verstelbare 35 aanslag 31, resp. 32, aangebracht. Door het verstellen van de aanslag 31, resp. 32 kan de afstand tussen de zijwand 2, resp. 3 en de gemeenschappelijke wand 10, resp. 11 en hiermede de mate van dwarsdoorsnedeverandering over de hoogte van de hete luchtkamer 4, resp. 5 zodanig 8101693 ' - $ - worden gevarieerd, dat een gelijkmatige toevoer van hete lucht aan alle etages van de rekkenwagen 12 wordt bewerkstelligd.

De in fig. 2 en 3 tot uitdrukking gebrachte be-5 wegelijkheid van de gemeenschappelijke wanden 10 en 11 verschaft bovendien voordelen bij het vöör het eigenlijke bakken uit te voeren dampbehandeling (Beschwadung) van het bakprodukt, die op gebruikelijke wijze zonder luchtcirculatie, d.w.z. bij in rust verkerende atmosfeer 10' plaats vindt. Wanneer zoals uit fig. 4 blijkt beide gemeenschappelijke wanden 10 en 11 naar binnen toe worden gezwenkt,.is door de bakkamer 1 en de beide hete luchtkamers 4 en 5 gevormde ruimte naar boven volkomen afgesloten. Voor het bedampen (Beschwaden) in deze ruimte ‘ 15 ingevoerde damp kan derhalve niet naar boven ontwijken en door de aldaar zich bevindende warmtewisselaar 6 worden oververhit. Daar alleen de bakkamer 1 en de hete luchtkamers 4 en 5 met damp worden gevuld, is voor de damp-behandeling een relatief geringe hoeveelheid damp 20 nodig.

Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 5 is evenals bij die volgens fig. 2 voor het hete luchtkanaal 8, resp.

9 aan een om een horizontale as 18, resp. 19 zwenkbare klep 20, resp. 21 aangebracht. Voor de directe verbinding 25 van de hete luchtkamer 8, resp. 9 met de zuigzijde van het aggregaat zijn in de gemeenschappelijke wand 10, resp. 11 op onderling verschillende hoogten rijen ope-ningen 33 gevormd, die door middel van een schuif 34 afdekbaar zijn. Voor een aan de as 18, resp. 19 van de 30 klep 20, resp. 21 scharnierend bevestigd stangenstelsel 35, resp. 36 worden de schuiven 34 gemeenschappelijk met de kleppen 20, 21 zodanig bediend., dat de openingen 33 zijn gesloten wanneer het hete luchtkanaal 8, resp. 9 in verbinding staat met de drukzijde van het aggregaat.

35 Zoals uit fig, 6 blijkt, is elke schuif 34 voorzien van een rij openingen 37, die samenvallen met de rij openingen 33. Door middel van een stelschroef 38 kan de schuif 34 in horizontale geleidingen 39 tegenover het stangenstelsel 35, resp. 36 worden versteld, waardoor de overlap- 8101693 ' - 7 - ping van de openingen 37 en de openingen 33 veranderbaar is. Hiermee kan op eenvoudige wijze de stroming van de hete lucht door de bakkamer 1 op verschillende hoogte-niveaus worden geregeld en een gelijkmatige warmte-5 afgifte in alle etages van het rekkengestel 12 worden bewerkstelligd.

De in fig. 7 en 8 weergegeven etage-bakoven bevat vijf boven elkaar geplaatste bakkamers 40, waarvan elk van bakprodukten kan worden voorzien via een door middel 10 van een klapdeur 41 afsluitbare opening aan de kopzijde.

’ Aan de van hete lucht-doorgangsopeningen voorziene zij wanden 42 en 43 zijn telkens zich over het gehele zij-wandoppervlak uitstrekkende hete luchtkamers 44 en 45 gevormd. Boven de bakkamers 40 bevindt zich het uit een 15 warmtewisselaar 46 en een ventilator 47 bestaande aggregaat voor het leveren en circuleren van hete lucht.

Vanuit de drukzijde van het aggregaat, d.w.z. vanuit de ventilator 47, voert een verticaal kanaal 48 naar een onder de bakkamers 40 geplaatste verdelerkanaal 49, dat 20 aan beide zijden in verbinding staat met de ondereinden van de hete luchtkamer 44 en 45. In elke hete luchtkamer 44 resp. 45 bevindt zich over de totale hoogte en diepte zich uitstrekkende en om een in het midden gelegen horizontale as 50, resp. 51 zwenkbare klep 52, resp. 53. 25 De kleppen 52 en 53 zijn door een niet nader weergegeven regelorgaan gemeenschappelijk en in dezelfde zin be-dienbaar en dienen voor het periodiek ontkeren van de bewegingsrichting van de dwars door de bakkamers 40 van de ene naar de andere hete luchtkamer 44, resp. 45 30 stromende hete lucht. Zoals uit fig. 8 blijkt, staat de ene hete luchtkamer 44 aan haar ondereinde via het verdelerkanaal 49 in verbinding met de drukzijde van het aggregaat, terwijl de andere hete luchtkamer 45 aan haar boveneinde direct in verbinding staat met de zuigzijde 35 van het aggregaat. Door de steeds van onder uit plaatsvindende toevoer van de hete lucht en de steeds naar boven gerichte afzuiging zoals in fig. 8 met de pijlen is aangegeven, bestaat ook bij deze bakoven-uitvoerings-vorm een opwaarts gerichte diagonaalstroming in de bak- 8101693 ; - 8 - kamers 40.

Behalve de voor het bereiken van een goed bakre-sultaat gunstige hete luchtstroming heeft de bakoven volgens fig. 7 en 8 het verdere voordeel, dat het ver-5 delerkanaal 49 tevens kan worden gebruikt voor de damp-levering. Hiertoe is een straalpijp 54 aangebracht, waaruit een fijne straal water wordt gespoten op het door de stromende hete lucht verwarmde bodem van het verdelerkanaal 49. Door het op het diepste punt van het 10 verdelerkanaal 49 geplaatste afvoer 55 wordt overtollig water afgevoerd. Gedurende de dampbehandeling (Beschwa-dung) kunnen beide kleppen 52 en 53 met hun boveneinden naar binnen toe worden gezwenkt teneinde de werking van de uitvoeringsvorm volgens fig. 4 te bereiken.

15

Conclusies.

81016 9 3

Claims (9)

1. Bakoven met ten minste één in bovenaanzicht rechthoekige bakkamer, met een hierboven geplaatst aggregaat voor het leveren van hete lucht en circuleren hiervan door de bakkamer, waarbij aan de van doorgangs- 5 openingen voor de hete lucht voorziene zijwanden van de bakkamers zich telkens over het gehele zijwandoppervlak uitstrekkende hete luchtkamers zijn gevormd, waarvan afwisselend de ene met de drukzijde en de andere met de zuigzijde van het aggregaat is verbonden, en met een 10 inrichting voor het periodiek omkeren van de bewegingsrichting van de dwars door de bakkamer van de ene naar de andere hete luchtkamer stromende hete lucht, met het kenmerk, dat de ene hete luchtkamer (4, 5; 44, 45) uitsluitend aan haar ondereinde in verbinding 15 staat met de drukzijde van het aggregaat (6, 7; 46, 47), terwijl de andere hete luchtkamer (4, 5; 44, 45) ten minste in het gebied van haar boveneinde is verbinding staat met de zuigzijde van het aggregaat (6, 7; 46, 47) .

2. Bakoven volgens conclusie 1, m e t het 20 kenmerk, dat direct aan de buitenzijde van élke hete luchtkamer (4, 5) een zich over het totale buiten-wandoppervlak hiervan uitstrekkend hete luchtkanaal (8, 9. is aangebracht, dat aan haar ondereinde open in de hete luchtkamer (4, 5) uitmondt en aan haar boveneinde 25 voorzien is van een omkeerinrichting (14, 15; 20, 21; 29, 30; 34), waarmee afwisselend de ene hete luchtkamer (4,5) via haar bijbehorende hete luchtkanaal (8, 9) met de drukzijde van het aggregaat (6, 7) en de andere hete luchtkamer (4, 5) direct met de zuigzijde van het aggre-30 gaat (6, 7) in verbinding brengbaar is.

3. Bakoven volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat als omkeerinrichting een om een horizontale as (14', 15') zwenkbare segmentklep (14, 15) is aangebracht aan het boveneinde van de.voor het hete 35 luchtkanaal (8, 9) en de hete luchtkamer (4, 5) gemeen- 81 01 693 ·' -10-. schappelijke wand (10, 11).

4. Bakoven volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat als omkeerinrichting een om een horizontale as (18, 19) zwenkbare klep (20, 21) is aange- 5 bracht, waarvan het vrije uiteinde scharnierend is verbonden met het boveneinde van de voor het hete luchtkanaal (8, 9) en de hete luchtkamer (4, 5) gemeenschappelijke wand (10, ll), en dat de gemeenschappelijke wand (10, 11) aan haar ondereinde zwenkbaar is gelegerd om 10 een in een verticale leiding (25, 26) verschuifbare horizontale as (27, 28).

5. Bakoven volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat de omkeerinrichting een horizontaal beweegbare schuif (29, 30) is, waarvan het buiteinde 15 scharnierend is verbonden met het boveneinde van de voor het hete luchtkanaal (8, 9) en de hete luchtkamer (4, 5) gemeenschappelijke wand (10, 11), en dat de gemeenschappelijke wand (10, 11) aan haar ondereinde zwenkbaar is gelegerd om een horizontale as (27, 28).

6. Bakoven volgens conclusie 4 of 5,met het kenmerk, dat het zwenkgebied van de voor het hete luchtkanaal (8, 9) en de hete luchtkamer (4, 5) gemeenschappelijke wand (10, 11) naar binnen toe wordt begrensd door een aan het boveneinde van de bakkamer (1) aange-25 brachte verstelbare aanslag (31, 32),

7. Bakoven volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat voor de directe verbinding van de hete luchtkamer (4, 5) met de zuigzijde van het aggregaat (6, 7) 'ten minste in het bovenste gebied van de voor het 30 hete luchtkanaal (8,9) een hete luchtkamer (4, 5) gemeenschappelijke wand (10, 11) een opening (33) is gevormd en de omkeerrichting béstaat uit een klep (20, 21) voor het hete luchtkanaal (8,9) en uit een aan de opening (33) in de gemeenschappelijke wand (10, 11) toegevoegde 35 schuif (34) met gemeenschappelijke bediening. 8101693 - 11 -

8. Bakoven volgens conclusie 7, m e t het kenmerk, dat in de voor het hete luchtkanaal (8, 9) en de hete luchtkamer (4, 5) gemeenschappelijke wand (10, 11) meerdere van schuiven (34) voorziene openingen 5 (34) op verschillende hoogten zijn gevormd.

9. Bakoven volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat onder de bakkamer (40) een verdeler-kanaal (49) voor de hete lucht is aangebracht, die aan haar achtereinde via een verticaal kanaal (48) met de 10 drukzijde van het aggregaat (46, 47) en aan beide zijden direct met de hete luchtkamers (44, 4.5) in verbinding staat en dat elke hete luchtkamer (44, 45) een zich over de totale hoogte en diepte uitstrekkende en om een in het midden geplaatste horizontale as (50, 51) zwenk-15 bare klep (52, 53) zodanig is aangebracht, dat bij het bedienen van de kleppen (52, 53) in dezelfde zin afwisselend de ene hete luchtkamer (44, 45) via het verdeler-kanaal (49) met de drukzijde van het aggregaat (46, 47) en de andere hete luchtkamer (44, 45) aan haar boveneinde 20 direct met de zuigzijde van het aggregaat (46, 47) in verbinding wordt gebracht. 8101693