NL9201272A - Werkwijze en inrichting voor het koelen van voeder. - Google Patents
Werkwijze en inrichting voor het koelen van voeder. Download PDFInfo
- Publication number
- NL9201272A NL9201272A NL9201272A NL9201272A NL9201272A NL 9201272 A NL9201272 A NL 9201272A NL 9201272 A NL9201272 A NL 9201272A NL 9201272 A NL9201272 A NL 9201272A NL 9201272 A NL9201272 A NL 9201272A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- stage
- air
- cooling
- feed
- flow
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F25—REFRIGERATION OR COOLING; COMBINED HEATING AND REFRIGERATION SYSTEMS; HEAT PUMP SYSTEMS; MANUFACTURE OR STORAGE OF ICE; LIQUEFACTION SOLIDIFICATION OF GASES
- F25D—REFRIGERATORS; COLD ROOMS; ICE-BOXES; COOLING OR FREEZING APPARATUS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- F25D13/00—Stationary devices, e.g. cold-rooms
- F25D13/06—Stationary devices, e.g. cold-rooms with conveyors carrying articles to be cooled through the cooling space
- F25D13/067—Stationary devices, e.g. cold-rooms with conveyors carrying articles to be cooled through the cooling space with circulation of gaseous cooling fluid
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F28—HEAT EXCHANGE IN GENERAL
- F28C—HEAT-EXCHANGE APPARATUS, NOT PROVIDED FOR IN ANOTHER SUBCLASS, IN WHICH THE HEAT-EXCHANGE MEDIA COME INTO DIRECT CONTACT WITHOUT CHEMICAL INTERACTION
- F28C3/00—Other direct-contact heat-exchange apparatus
- F28C3/10—Other direct-contact heat-exchange apparatus one heat-exchange medium at least being a fluent solid, e.g. a particulate material
- F28C3/12—Other direct-contact heat-exchange apparatus one heat-exchange medium at least being a fluent solid, e.g. a particulate material the heat-exchange medium being a particulate material and a gas, vapour, or liquid
- F28C3/14—Other direct-contact heat-exchange apparatus one heat-exchange medium at least being a fluent solid, e.g. a particulate material the heat-exchange medium being a particulate material and a gas, vapour, or liquid the particulate material moving by gravity, e.g. down a tube
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F25—REFRIGERATION OR COOLING; COMBINED HEATING AND REFRIGERATION SYSTEMS; HEAT PUMP SYSTEMS; MANUFACTURE OR STORAGE OF ICE; LIQUEFACTION SOLIDIFICATION OF GASES
- F25D—REFRIGERATORS; COLD ROOMS; ICE-BOXES; COOLING OR FREEZING APPARATUS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- F25D2317/00—Details or arrangements for circulating cooling fluids; Details or arrangements for circulating gas, e.g. air, within refrigerated spaces, not provided for in other groups of this subclass
- F25D2317/06—Details or arrangements for circulating cooling fluids; Details or arrangements for circulating gas, e.g. air, within refrigerated spaces, not provided for in other groups of this subclass with forced air circulation
- F25D2317/066—Details or arrangements for circulating cooling fluids; Details or arrangements for circulating gas, e.g. air, within refrigerated spaces, not provided for in other groups of this subclass with forced air circulation characterised by the air supply
- F25D2317/0661—Details or arrangements for circulating cooling fluids; Details or arrangements for circulating gas, e.g. air, within refrigerated spaces, not provided for in other groups of this subclass with forced air circulation characterised by the air supply from the bottom
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Thermal Sciences (AREA)
- Fodder In General (AREA)
Description
Werkwijze en inrichting voor het koelen van voeder.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het met lucht koelen van tot vaste lichamen zoals brokken geperst voeder, waarbij het voeder in een koeler in aanraking wordt gebracht met een koelluchtstroom en op een inrichting voor het toepassen van de werkwijze.
Bij het tot vaste lichamen, zoals brokken, persen van voeder ondergaat dit een aanmerkelijke temperatuurverhoging en het is bekend om deze reden de geperste brokken te koelen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren met koellucht, die door een koeler wordt gevoerd, waar de geperste brokken eveneens door gevoerd worden, bijvoorbeeld door hen door een schudrooster te laten bewegen. Daarbij komen zij in kontakt met koellucht, die door de laag op een schudrooster liggende brokken en door het rooster zelf stroomt.
De verhoogde temperatuur van de brokken behoeft niet uitsluitend door de persbewerking te zijn ontstaan, maar het is ook mogelijk dat het voeder aan een stoombewerking gevolgd door ontspanning wordt onderworpen, waarbij de ontspanning wel aanleiding geeft tot verdamping en daardoor temperatuurverlaging, maar het geheel toch een aanmerkelijke temperatuur kan hebben en een betrekkelijk grote warm-teinhoud, mede door het watergehalte.
Bij het met lucht koelen van dergelijke brokken doet zich het probleem voor, dat de koellucht een onaangename geur aanneemt, waardoor milieubezwaren bestaan tegen het zonder meer lozen van de gebruikte koellucht. Reiniging van de koellucht is mogelijk, onder meer door middel van een zogenaamde biowasser, waarin de lucht met water in aanraking gebracht wordt, welk water verder biologisch gereinigd wordt. Dit is een betrekkelijk kostbare behandeling. Anderzijds is echter alleen filteren, bijvoorbeeld met doekfilters, onvoldoende gebleken.
De uitvinding beoogt het volume lucht, dat geurstoffen bevat, aanmerkelijk te beperken.
Daartoe voorziet de uitvinding er in, dat de koeling plaats heeft in een eerste en een tweede trap, waarbij het voeder in de eerste trap in aanraking wordt gebracht met een deelstroom van de koelluchtstroom, welke deelstroom apart wordt afgevoerd.
De uitvinding berust op de waarneming, dat de geurstoffen volledig of nagenoeg volledig worden afgegeven in het warmste traject van de koeling. Door nu slechts een deelstroom te gebruiken voor het koelen van de brokken wanneer die het warmste zijn, verkrijgt men een kleinere luchtstroom die, naar de praktijk geleerd heeft, alle of nagenoeg alle geurstoffen bevat. Daarbij wordt, althans voor vochtige brokken, een belangrijke koelwerking verkregen door verdamping van water, zodat toch nog een aanmerkelijke hoeveelheid warmte in de deelluchtstroom kan worden meegevoerd, omdat die deelluchtstroom tot een betrekkelijk hoge temperatuur wordt verwarmd, zodat hij veel waterdamp kan opnemen.
Bij voorkeur is de deelstroom kleiner dan 35% van de koel-luchtstroom. In de praktijk is met een deelstroom van ongeveer 25% een volkomen bevredigende resultaat verkregen.
Een gunstige uitvoeringsvorm van de uitvinding voorziet er in, dat de koelluchtstroom in zijn geheel aan de tweede trap wordt toegevoerd en dat na passage door deze trap de deelstroom van koelluchtstroom wordt gescheiden en door de eerste trap gevoerd. Op deze wijze wordt voor de koeling van het warmste traject van de brokken koellucht gebruikt, die reeds gedeeltelijk is opgewarmd in de tweede trap. Daardoor wordt met zekerheid bereikt, dat de uittredende lucht die voor koeling van de eerste trap gebruikt werd, een voldoend hoge temperatuur heeft om nagenoeg alle geurstoffen mee te nemen, terwijl bovendien daardoor veel vocht opgenomen kan worden.
Het verdient de voorkeur, wanneer voeder en lucht in tegenstroom bewegen, zowel in de eerste trap als in de tweede trap. Wanneer zij in beide trappen in tegenstroom bewegen behoeft alleen maar een luchtaftakking aangebracht te worden tussen de tweede en eerste trap (of bij het warme gedeelte van de tweede trap).
Het is mogelijk, hoewel dat niet de voorkeur verdient, om de koelluchtstroom reeds te splitsen alvorens deze aan de trappen wordt toegevoerd. Dit leidt in feite tot twee koelers, waarbij bovendien sluisvoorzieningen nodig zijn om de brokken wel van de eerste naar de tweede trap te bewegen doch de luchtstromen in beide trappen gescheiden te houden. Hoewel deze oplossing bijgevolg gewoonlijk geen voordelen heeft, geeft zij wel de mogelijkheid een beperkte stroom te verkrijgen, die met de geurstoffen beladen is.
De eenvoudigste uitvoeringsvorm van de uitvinding bestaat daarin, dat de koelluchtstroom aan de koude zijde van de tweede trap wordt toegevoerd, aan de warme zijde van deze trap voor meer dan 65% wordt afgevoerd en dat de niet afgevoerde koellucht aan de eerste trap wordt toegevoerd.
De uitvinding is in het bijzonder van nut wanneer het voeder veevoeder is, waaraan additieven, bijvoorbeeld vetten, zijn toegevoegd, bijvoorbeeld door middel van opsproeien.
Bij voorkeur wordt de deelluchtstroom na zijn koelfunctie te hebben verricht, naar een biowasser gevoerd en eventueel hergebruikt. De hoofdluchtstroom kan, bijvoorbeeld na filtering in een doekfilter, weer naar buiten geleid worden of na koeling worden hergebruikt.
In de bovenstaande beschrijving is gesproken over twee trappen. Het spreekt vanzelf, dat daarbij eventueel nog één of meer trappen aanwezig kunnen zijn, maar tot dusver is een dergelijke complicatie noch nodig noch nuttig gebleken.
In de voederindustrie is het belangrijk zoveel mogelijk te verhinderen, dat bederfkiemen het voedsel kunnen bereiken. Omdat binnen de gebouwen, ondanks rigoureuze hygiënische maatregelen niet steeds verhinderd kan worden dat niet hier of daar resten achterblijven, die eventueel een bron van bederfkiemen zouden kunnen vormen, wordt er volgens een nadere uitwerking van de uitvinding in voorzien, dat de koellucht op een hoog gelegen punt uit de open lucht wordt aangezogen.
Een inrichting voor het toepassen van de werkwijze volgens de uitvinding bevat een koeler met een mechanisme om voeder door te voeren evenals toe- en afvoer voor koellucht, waarbij volgens de uitvinding er in is voorzien, dat de koeler twee na elkaar geschakelde trappen heeft, met een luchttoevoer aan de tweede trap, een hoofdluchtafvoer vanaf de tweede trap, een luchttoevoer naar de eerste trap en secundaire luchtafvoer van de eerste trap. Een uitvoeringsvorm van de uitvinding zonder een luchtscheiding tussen de trappen werd verkregen door dat de luchttoevoer naar de eerste trap een luchtdoorvoer van de tweede trap naar de eerste trap is.
Een voorkeursuitvoering bestaat daarin, dat de luchttoevoer zich aan de koude zijde van de tweede trap bevindt, de hoofdluchtafvoer aan de warme zijde van deze trap, de luchtdoorvoer tussen de warme zijde van de tweede trap en de koude van de eerste trap en de secundaire luchtafvoer aan de warme zijde van de eerste trap met vrije doorgang van voeder van de eerste trap naar de tweede en van lucht van de tweede trap naar de eerste. Op deze wijze wordt de doelmatigste koeling in tegenstroom gecombineerd met het voordeel geen luchtscheiding tussen de twee trappen nodig te hebben.
De uitvinding wordt in het onderstaande toegelicht aan de hand van de tekening.
In de tekening is met 1 een horizontale schroeftransporteur voor brokken weergegeven, die via een standpijp 2 een verdere schroeftransporteur 3 voedt, die afvoert via een verticale pijp 4, die uitmondt in de bovenzijde 5 van de eerste trap van een in het algemeen met 6 aangeduide twee-trapskoelinrichting. De uit de pijp 4 Vallende brokken worden door een spreidorgaan 7, dat roterend kan zijn opgesteld en/of van openingen is voorzien, verspreidt over een rooster 8, waar zij in een betrekkelijk dikke laag 9 op komen te liggen. Onder de staven van de rooster 8 bevindt zich een schudrooster 10, dat horizontaal heen en weer beweegbaar is, zoals met de pijl 11 is aangeduid. Na het verlaten van het schudrooster 11 bereiken de brokken de benedenruimte 12 van de eerste of bovenste trap van de koelinrichting, die in vrije verbinding staat met de bovenruimte 13 van de tweede of onderste trap. De brokken vormen nu een laag 14 op een verder rooster 15, waaronder een schudrooster 16 is gemonteerd. De brokken vallen nu in een bak 17, van waar zij met niet nader aangegeven transportmiddelen verwijderd kunnen worden.
Via toevoeropeningen 18 en 19 wordt lucht toegelaten, zoals met de pijlen 20 is aangegeven. Deze lucht wordt door de laag 14 gezogen, waarbij in de ruimte 13 een onderdruk in de orde van 150 mm waterkolom wordt gehandhaafd door middel van een niet getekende aan de uitlaat 21 aangesloten ventilator .
Een gedeelte van de lucht wordt door de laag 9 gezogen en via de uitlaat 22 via een ventilator en filter naar een biowasinrichting gevoerd. Deze eveneens niet getekende ventilator handhaaft de druk in de ruimte 5 van de orde van grootte van 300 mm WK.
De uit de pijp 4 komende brokken hebben een hoge temperatuur, die, wanneer alleen geperst is 60 è 70° C kan bedragen en wanneer de brokken een stoombewerking hebben ondergaan zelfs in de buurt van 100° C kan liggen. In de laag 9 stroomt de lucht van de ruimte 12 naar de ruimte 5 door de laag brokken heen en koelt deze. Aangezien de door de afvoer 22 weggezogen lucht een aanmerkelijk kleiner volume heeft dan de door de afvoer 21 weggezogen lucht (bijvoorbeeld 5000 tegen 20.000 m3/h) zal deze betrekkelijk geringe hoeveelheid lucht aanmerkelijk worden opgewarmd. Gebleken is dat deze warme lucht vrijwel alle reukstoffen meeneemt en dat de lucht uit de leidingen 21 vrijwel geen reukstoffen meer bevat, althans niet in hinderlijke of milieutechnisch onaanvaardbare mate. De bij 22 uittredende betrekkelijk warme lucht kan relatief veel waterdamp opnemen, waardoor het drogen/koelen van de brokken gewaarborgd wordt. Ook kunnen de geurstoffen in een gasomgeving met hogere temperatuur een aanmerkelijk hogere verzadigingsdruk hebben, zodat ook de afvoer van de geurstoffen ruim is, en, naar de praktijk geleerd heeft, voldoende.
De via de leiding 22 afgevoerde lucht wordt na filtering door een biowasser gevoerd. Dit is een op zichzelf bekende inrichting, waarin deze lucht met water gewassen wordt, welk water biologisch gereinigd wordt. In het filter kunnen stofdeeltjes en/of additieven worden opgevangen, die veelal geschikt zijn voor hergebruik.
Door toepassing van de uitvinding wordt bereikt, dat een aanmerkelijk kleiner volume lucht aan de biowasinrichting moet worden toegevoerd dan wanneer er slechts in één trap wordt gekoeld.
Een voordeel van de getekende uitvoeringsvorm is, dat tussen de twee trappen geen scheiding aanwezig behoeft te zijn, maar dat de brokken uit de eerste trap vrij naar de tweede trap kunnen vallen en de lucht die door de tweede trap gegaan is vrij aan de onderzijde van de eerste trap wordt toegevoerd.
Het zal duidelijk zijn, dat de uitvinding niet beperkt is tot het getekende mechanisme, namelijk een vast rooster met een schudrooster om de brokken enerzijds tegen te houden en anderzijds beheerst af te voeren, maar dat daarvoor in principe elk geschikt mechanisme kan worden gebruikt, zoals trilplaten.
Claims (12)
1. Werkwijze voor het met lucht koelen van tot vaste lichamen zoals brokken geperst voeder, waarbij het voeder in een koeler in aanraking wordt gebracht met een koelluchtstroom, met het kenmerk, dat de koeling plaats heeft in een eerste en een tweede trap, waarbij het voeder in de eerste trap in aanraking wordt gebracht met een deelstroom, die kleiner is dan de koelluchtstroom, welke deelstroom apart wordt afgevoerd .
2. Werkwijze volgens conclusie l, met het kenmerk, dat de deelstroom kleiner is dan 35% van de koelluchtstroom.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de koelluchtstroom in zijn geheel aan de tweede trap wordt toegevoerd en dat na passage door deze trap de deelstroom van koelluchtstroom wordt afgescheiden en door de eerste trap gevoerd.
4. Werkwijze volgens één of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat voeder en lucht in de eerste trap in tegenstroom bewegen.
5. Werkwijze volgens één of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat voeder en lucht in de tweede trap in tegenstroom bewegen.
6. Werkwijze volgens, conclusie 3, 4 en 5, met het kenmerk, dat de koelluchtstroom aan de koude zijde van de eerste trap wordt toegevoerd, aan de warme zijde van deze trap voor meer dan 65% wordt afgevoerd en dat de niet afgevoerde koellucht aan de eerste trap wordt toegevoerd.
7. Werkwijze volgens één of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het voeder veevoeder is, waaraan additieven, zoals bijvoorbeeld vetten zijn toegevoegd door middel van opsproeien.
8. Werkwijze volgens één of meer van de conclusies 1/7, met het kenmerk, dat de deelluchtstroom na zijn koelfunctie te hebben verricht naar een biowasser wordt gevoerd.
9. Werkwijze volgens één of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de koellucht op een hoog gelegen punt uit de open lucht wordt aangezogen.
10. Inrichting voor het toepassen van de werkwijze volgens één of meer van de conclusies 1-9, voorzien van een koeler met een mechanisme voor het doorvoeren van voeder en een toe- en afvoer van koellucht, met het kenmerk, dat de koeler twee na elkaar geschakelde trappen heeft, met een luchttoevoer aan de tweede trap, een hoofdluchtafvoer vanaf de tweede trap, een luchtdoorvoer van de tweede naar de eerste trap en secundaire luchtafvoer van de eerste trap.
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de luchttoevoer naar de eerste trap een luchtdoorvoer van de tweede trap naar de eerste trap is.
12. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de luchttoevoer zich aan de koude zijde van de tweede trap bevindt, de hoofdluchtafvoer aan de warme zijde van deze trap, de luchtdoorvoer tussen de warme zijde van de tweede trap en de koude van de eerste trap en de secundaire luchtafvoer aan de warme zijde van de eerste trap met vrije doorgang van voeder van de eerste trap naar de tweede en van lucht van de tweede trap naar de eerste.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9201272A NL191304C (nl) | 1992-07-15 | 1992-07-15 | Werkwijze en inrichting voor het koelen van voeder. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9201272 | 1992-07-15 | ||
NL9201272A NL191304C (nl) | 1992-07-15 | 1992-07-15 | Werkwijze en inrichting voor het koelen van voeder. |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL9201272A true NL9201272A (nl) | 1994-02-01 |
NL191304B NL191304B (nl) | 1994-12-16 |
NL191304C NL191304C (nl) | 1995-05-16 |
Family
ID=19861064
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9201272A NL191304C (nl) | 1992-07-15 | 1992-07-15 | Werkwijze en inrichting voor het koelen van voeder. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL191304C (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2002062162A1 (de) * | 2001-02-05 | 2002-08-15 | Bühler AG | Verfahren und anlage zum kühlen |
Citations (9)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE1117614B (de) * | 1952-11-18 | 1961-11-23 | Zsigmond De Galocsy | Waermeaustauscher mit zwei Kammern bzw. Kammergruppen |
FR1478224A (fr) * | 1965-05-05 | 1967-04-21 | Metallgesellschaft Ag | Procédé et installation pour le traitement, notamment pour la cristallisation, de granules amorphes en matière plastique avec des gaz très chauds |
FR1578125A (nl) * | 1968-06-19 | 1969-08-14 | ||
FR2125151A1 (en) * | 1971-02-15 | 1972-09-29 | Forplex | Cooling powders and granules - by agitation in a stream of cooling fluid |
FR2191085A1 (nl) * | 1972-07-03 | 1974-02-01 | Neu Sa | |
US3831668A (en) * | 1972-05-17 | 1974-08-27 | P Weissenburg | Tower type heat exchangers for heat interchange between gases heated to different temperatures |
DE3010273A1 (de) * | 1979-04-12 | 1980-10-23 | Fortschritt Veb K | Verfahren zur kuehlung von kompaktierten futtermitteln |
US4450895A (en) * | 1980-11-05 | 1984-05-29 | Tunzini-Nessi Enterprises D'equipements | Process and apparatus for heating or cooling light solid particles |
NL8800186A (nl) * | 1988-01-26 | 1989-08-16 | Heesen Nv Simon | Inrichting voor het koelen van deeltjesvormige stoffen en werkwijze voor het koelen. |
-
1992
- 1992-07-15 NL NL9201272A patent/NL191304C/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (9)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE1117614B (de) * | 1952-11-18 | 1961-11-23 | Zsigmond De Galocsy | Waermeaustauscher mit zwei Kammern bzw. Kammergruppen |
FR1478224A (fr) * | 1965-05-05 | 1967-04-21 | Metallgesellschaft Ag | Procédé et installation pour le traitement, notamment pour la cristallisation, de granules amorphes en matière plastique avec des gaz très chauds |
FR1578125A (nl) * | 1968-06-19 | 1969-08-14 | ||
FR2125151A1 (en) * | 1971-02-15 | 1972-09-29 | Forplex | Cooling powders and granules - by agitation in a stream of cooling fluid |
US3831668A (en) * | 1972-05-17 | 1974-08-27 | P Weissenburg | Tower type heat exchangers for heat interchange between gases heated to different temperatures |
FR2191085A1 (nl) * | 1972-07-03 | 1974-02-01 | Neu Sa | |
DE3010273A1 (de) * | 1979-04-12 | 1980-10-23 | Fortschritt Veb K | Verfahren zur kuehlung von kompaktierten futtermitteln |
US4450895A (en) * | 1980-11-05 | 1984-05-29 | Tunzini-Nessi Enterprises D'equipements | Process and apparatus for heating or cooling light solid particles |
NL8800186A (nl) * | 1988-01-26 | 1989-08-16 | Heesen Nv Simon | Inrichting voor het koelen van deeltjesvormige stoffen en werkwijze voor het koelen. |
Cited By (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2002062162A1 (de) * | 2001-02-05 | 2002-08-15 | Bühler AG | Verfahren und anlage zum kühlen |
US7162879B2 (en) | 2001-02-05 | 2007-01-16 | Buhler Ag | Method and system for cooling food or feed products |
CN100352382C (zh) * | 2001-02-05 | 2007-12-05 | 布勒公司 | 用于冷却的方法及设备 |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
NL191304B (nl) | 1994-12-16 |
NL191304C (nl) | 1995-05-16 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
RU2753852C1 (ru) | Устройство очистки пылезащитного экрана сушилки путем обратной продувки, пылезащитное оборудование и сушилка | |
RU2739512C2 (ru) | Зерносушилка со смешанным потоком с системой рекуперации тепла с вакуумным охлаждением | |
US6101739A (en) | Method and apparatus for treating exhaust gases of thermal drying processes and particularly processes for drying sewage sludge | |
DE69131623T2 (de) | Verfahren zur entseuchung kontaminierten bodens | |
DD280479A5 (de) | Vorrichtung zum absaugen, abschneiden und auffangen von daempfen und von durch die genannten daempfe mitgefuehrten produkte | |
US5428904A (en) | Method and apparatus for drying sewage sludge with a drying gas that is itself dried and recirculated | |
WO2022011938A1 (zh) | 新型环保饲料干燥冷却一体机 | |
NL9202279A (nl) | Reflow-soldeermachine. | |
DE3039159A1 (de) | Verfahren und vorrichtung zum erwaermen und trocknen von koernigem feststoff-gut | |
NL9201272A (nl) | Werkwijze en inrichting voor het koelen van voeder. | |
DE3028279C2 (de) | Kühleinrichtung | |
US6248156B1 (en) | Particulate capture system and method of use | |
US20030072867A1 (en) | Two stage apparatus for desolventizing food grain meal | |
DE69716629T2 (de) | Effizienter kontinuierlicher trockner für flexiblen polyurethanschaum und reinigungsgerät | |
DE4231897C2 (de) | Verfahren zur kombinierten thermischen Behandlung eines Produktes durch Mikrowellen und Konvektion und Anlage zur Durchführung des Verfahrens | |
JP4006022B2 (ja) | 高温ブリケット状海綿鉄を冷却する方法および装置 | |
JP6564913B2 (ja) | 有機性廃棄物の処理方法 | |
US4024288A (en) | Apparatus for treating finely divided materials with gaseous fluid | |
DE4022702C1 (nl) | ||
US5259868A (en) | Process for purifying exhaust air from plant parts of oil mills | |
AT504996A1 (de) | Verfahren und vorrichtung zur trocknung von kristallinen carbonsäuren | |
US417273A (en) | Tom parkinson | |
ATE162614T1 (de) | Verfahren zur trocknung von festen nahrungsmitteln und vorrichtung zur durchführung des verfahrens | |
US6062238A (en) | Method for self cleaning of tobacco drying apparatus | |
US4072539A (en) | Method of cleaning raw ore |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1C | A request for examination has been filed | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20030201 |