NL8800186A - Inrichting voor het koelen van deeltjesvormige stoffen en werkwijze voor het koelen. - Google Patents

Description

N.0. 34813 - I - Jï ’ *·

Inrichting voor het koelen van deeltjesvormige stoffen en werkwijze voor het koelen.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het koelen van deeltjesvormige vaste stoffen, zoals pellets, korrels, granulaten en dergelijke, bestaande uit een huis met een losinrichting bestemd 5 voor het ondersteunen van een laag te koelen materiaal, uit een toevoerinrichting voor het te koelen materiaal, uit middelen om de dikte van de laag zoveel mogelijk constant te houden, uit middelen om omgevingslucht geforceerd vanaf de onderzijde van de 10 losinrichting door het te koelen materiaal te voeren en uit middelen om de opgewarmde lucht af te voeren.

Een dergelijke inrichting is in de praktijk en literatuur algemeen bekend. Op een losinrichting wordt dan vanaf een bewerkingsmachine een laag te koelen 15 stoffen gestort.

Vanaf de onderzijde van de losinrichting wordt omgevingslucht bovenwaarts door de te koelen stoffen gevoerd en afgevoerd.

Het bezwaar van deze volgens het tegenstroom-principe 20 werkende koelinrichtingen is, dat de produkten veel te droog worden, de koelwerking is wel zeer goed.

Daar de omgevingslucht van onderaf geforceerd door de laag materiaal wordt gevoerd is de lucht onder in de laag nog koud, bijv. 15° C (is omgevingstemperatuur).

25 Tijdens het door de laag stromen wordt de lucht steeds warmer, omdat zij de warmte van de stoffen opneemt.

Volgens het Molliers-diagram kan warme lucht meer water bevatten dan koude lucht. Dit betekent dat de lucht boven in de laag, waar het produkt het natste is en de 30 lucht warm, veel vocht kan opnemen. Het gevolg is dat het te koelen produkt, bijvoorbeeld veevoederkorrels uiteindelijk te weinig vocht bevat.

.8&D 01B6 - 2 -

Om allerlei redenen moeten dergelijke korrels een minimaal en een maximaal vochtgehalte hebben.

De uitvinding beoogt dit bezwaar op te heffen en dit wordt bereikt door het produkt eerst door een koeler van 5 het meestroomprincipe te voeren, waarin de lucht slechts in geringe mate wordt opgewarmd, bijvoorbeeld van 15° C naar 25° C.

De uitvinding wordt gekenmerkt, doordat tussen de toevoerinrichting en de losinrichting een tweede koelin-10 richting is aangebracht, bestaande uit een huis, een losinrichting bestemd voor het ondersteunen van een laag te koelen materiaal, uit middelen om de laag zoveel mogelijk constant te houden, uit middelen om omgevingslucht geforceerd van bovenaf door de laag materiaal en 15 dan door de losinrichting te voeren, welke lucht gemengd met de door de eerste koelinrichting gevoerde lucht wordt afgevoerd.

Wanneer wordt uitgegaan van omgevingslucht met een temperatuur van 15° C en 70% relatieve vochtigheid, wat 20 normale waarden zijn, dan kan deze volgens het Mollier- diagram 0,008 kg water per kg droge lucht bevatten.

Bij opwarming van de lucht tot 25° C kan de lucht slechts 0,0200-0,008 = 0,012 kg water per kg droge lucht opnemen .

25 Tijdens het koelen volgens het meestroomprincipe wordt dus weinig vocht aan het produkt onttrokken.

Door deze voorafgaande koeling komt het produkt met een lagere temperatuur in de tegenstroomkoeler.

In de meestroomkoeler worden de korrels bijv. 20° C 30 afgekoeld, waarbij zij ongeveer 1¾ vocht afstaan.

De korrels verblijven hierin slechts één of enkele minuten.

In de tegenstroomkoeler verblijven de korresl ongeveer 15 minuten, waar ze met behulp van omgevingslucht .8800186 - 3 - λ

'V

* verder zullen afkoelen tot enige graden boven de omgevingstemperatuur. De korrels zullen in dit tegenstroomge-deelte nog 0,5 - 1¾ vocht afstaan.

In totaal wordt 0,5 - 1,5¾ minder vocht aan het 5 produkt onttrokken door de kombinatie van tegenstroom-en meestroomkoeler.

De uitvinding zal voor een uitvoeringsvoorbeeld aan de hand van een schematische tekening nader worden toegelicht.

10 De inrichting volgens de uitvinding bestaat voor een gedeelte uit een bekende koelinrichting van het tegenstroomtype.

Deze koelinrichting omvat een huis 1 van willekeurige vorm, een losinrichting 2, een niveaumelder 3 en een af-15 voerinrichting 4. Met 5 is de stromingsrichting van de omgevingslucht aangegeven.

De hoeveelheid te koelen produkt, bijvoorbeeld veevoederpellets, is aangegevne met 6.

De geforceerd door het produkt 6 gevoerde lucht 20 wordt via een uitlaat 7 afgevoerd.

Tot nu toe is de inrichting conventioneel.

Tot nu toe wordt het te koelen produkt direct vanuit een produkttoevoer toegevoerd, tot een laag 6 van zekere dikte wordt gevormd. Deze dikte wordt zoveel mogelijk 25 constant gehouden door de niveauregelaar 3 in samenwerking met de losinrichting 2.

Het produkt, zoals veevoederpellets wordt in het algemeen direct vanuit de pelleteerpers toegevoerd.

De omgevingslucht van bijvoorbeeld 15° C en 70¾ 30 relatieve vocht wordt met een bepaalde capaciteit door het produkt gezogen, dat daarbij afkoelt en gedroogd wordt.

Het gaat echter vooral om het afkoelen.

Volgens de uitvinding wordt nu vóór de bekende tegen-stroomkoeler een meestroomkoeler geplaatst. Deze is 35 bij voorkeur als eenheid met de tegenstroomkoeler uitgevoerd.

.8600186 · *-*&** - 4 -

Deze meestroomkoeler bestaat uit een van perforaties of dergelijke voorzien huisdeel 8, een losinrichting 9, een niveaumelder 10 en een produkttoevoer 11 en een produktbed 12.

5 Met pijlen 13 is de richting aangegeven, waarin omgevingslucht van boven naar beneden door het produktbed 12, de losinrichting 9 naar de uitlaat 7 wordt bewogen. De hoeveelheid koellucht, die door de perforaties in het huisdeel 8 wordt aangezogen, kan geregeld worden 10 met behulp van regelkleppen 8a of dergelijke.

De luchthoeveelheid wordt zodanig gedoseerd, dat de temperatuur niet verder stijgt dan van ongeveer 15° C naar ongeveer 25° C.

Het produkt 12 verblijft slechts één of enkele 15 minuten in de meestroomkoeler en koelt daarbij ongeveer 20° C af bijvoorbeeld van 70° C naar 50° C en zal 1¾ vocht afstaan.

Wanneer lucht wordt opgewarmd van 10° C naar 20° C dan kan deze lucht zoals reeds vermeld 0,0012 kg vocht 20 per kg droge lucht opnemen.

In het tegenstroomgedeelte verblijven de pellets ongeveer 15 minuten en worden door omgevingslucht verder afgekoeld tot enige graden boven de omgevingstemperatuur.

25 In dit gedeelte zullen de korrels nog 0,5 - 1% vocht afstaan.

De kombinatie van mee- en tegenstroomkoeler heeft tot resultaat dat aan de korrels 0,5 - 1,5% minder vocht wordt onttrokken, dan wanneer alleen volgens het 30 tegenstroomprincipe zou zijn gekoeld.

, as o o 1s6

Claims (4)

1. Inrichting voor het koelen van deeltjesvormige vaste stoffen, zoals pellets, korrels, granulaten en dergelijke, bestaande uit een huis met een losinrichting bestemd voor het ondersteunen van een laag te koelen 5 materiaal, uit een toevoerinrichting voor het te koelen materiaal, uit middelen om de dikte van de laag zoveel mogelijk constant te houden, uit middelen om omgevingslucht geforceerd vanaf de onderzijde van de losinrichting door het te koelen materiaal 10 te voeren en uit middelen van de opgewarmde lucht af te voeren, met het kenmerk, dat tussen de toevoerinrichting en de losinrichting een tweede koel-inrichting is aangebracht, bestaande uit een huis, een losinrichting bestemd voor het ondersteunen 15 van een laag te koelen materiaal, uit middelen om de laag zoveel mogelijk constant te houden, uit middelen om omgevingslucht geforceerd van bovenaf door de laag materiaal en dan door de losinrich-ting te voeren, welke lucht gemengd met de door de eerste 20 koelinrichting gevoerde lucht wordt afgevoerd.

2. Inrichting volgens conclusies 1, met het kenmerk , dat het huis van de tweede koelinrich-ting voorzien is van aanzuigopeningen voor omgevingslucht, waarvan de doorlaat door kleppen of dergelijke 25 gewijzigd kan worden.

3. Werkwijze voor het koelen van deeltjesvormige vaste stoffen, zoals pellets, korrels, granulaten en dergelijke in een inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de capaciteit waarmee 30 de omgevingslucht door de tweede koelinrichting wordt gevoerd zodanig wordt gedoseerd, dat deze lucht ongeveer 5-15° C, bij voorkeur 8-12° C wordt opgewarmd. - 88 0 01 86 iwfe. *? - - 6 -

4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk , dat het produkt slechts één tot enkele minuten in de tweede koelinrichting verblijft. , 880 0186