NL9201143A - Afwateringsgoot bestaande uit meerdere gootelementen, een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke afwateringsgoot, alsmede een bij de werkwijze te gebruiken hulponderdeel en gootelement. - Google Patents

Afwateringsgoot bestaande uit meerdere gootelementen, een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke afwateringsgoot, alsmede een bij de werkwijze te gebruiken hulponderdeel en gootelement. Download PDF

Info

Publication number
NL9201143A
NL9201143A NL9201143A NL9201143A NL9201143A NL 9201143 A NL9201143 A NL 9201143A NL 9201143 A NL9201143 A NL 9201143A NL 9201143 A NL9201143 A NL 9201143A NL 9201143 A NL9201143 A NL 9201143A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
sealing material
channel
gutter
rebate
drainage
Prior art date
Application number
NL9201143A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Ocra Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ocra Bv filed Critical Ocra Bv
Priority to NL9201143A priority Critical patent/NL9201143A/nl
Priority to DE9311904U priority patent/DE9311904U1/de
Priority to EP93201849A priority patent/EP0576102A1/de
Publication of NL9201143A publication Critical patent/NL9201143A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03FSEWERS; CESSPOOLS
    • E03F3/00Sewer pipe-line systems
    • E03F3/04Pipes or fittings specially adapted to sewers
    • E03F3/046Open sewage channels

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Hydrology & Water Resources (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Water Supply & Treatment (AREA)
  • Road Paving Structures (AREA)
  • Sewage (AREA)

Description

Korte aanduiding: Afwateringsgoot bestaande uit meerdere gootelementen, een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke afwateringsgoot, alsmede een bij de werkwijze te gebruiken hulponderdeel en gootelement.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een afwateringsgoot, tenminste omvattende meerdere gootelementen met in hoofdzaak U-vormige dwarsdoorsnede, welke gootelementen aan tenminste een der uiteinden zodanig van een profiel zijn voorzien, dat ter plaatse van de aansluiting van twee naburige gootelementen een sponning is gevormd, die over in hoofdzaak de gehele binnen-wand van de afwateringsgoot met de door de afwateringsgoot omsloten ruimte in verbinding staat, waarbij in de sponning een dichting aanwezig is.
Een dergelijke afwateringsgoot is bekend uit EP-A-0 357 895. Genoemde Europese octrooiaanvrage betreft in eerste instantie een afwateringsgoot, waarbij de kopeinden van de gootelementen voor het aanbrengen van de dichting zijn voorbereid, bijvoorbeeld door deze kopeinden in een impregneermiddel onder te dompelen, of deze daarmee te bestrijken. Voorts wordt een afwateringsgoot beschreven, met een ter plaatse van de aansluiting van twee naburige gootelementen aanwezige sponning, waarin vanuit de binnenzijde van de goot een dichtingsstrook kan worden gedrukt. i Een nadeel van de toepassing van een dergelijke dichtingsstrook is, dat de afdichting ter plaatse van de aansluiting van twee gootelementen volledig afhankelijk is van de mate van compressie van de dichtingsstrook welke hoofdzakelijk bepaald wordt door de maatnauwkeurigheid van de sponning, de i oppervlakteruwheid van de met de dichtingsstrook samenwerkende vlakken en de omstandigheden waaronder de afdichtingsstrook wordt aangebracht. Voorts is controle hiervan niet gemakkelijk en levert herstel bij een geconstateerde lekkage meestal problemen op.
> De onderhavige uitvinding poogt voor bovengenoemd nadeel een oplossing te verschaffen en bezit daartoe als kenmerk, dat de dichting is uitgevoerd in de vorm van een dichtingsmateriaal, dat in vloeibare of plastische vorm is aangebracht.
Een dergelijk dichtingsmateriaal verschaft een ondubbelzinnige afdichting in de sponning en biedt voorts de mogelijkheid van een visuele controle achteraf, zodat immer de plaats van lekkage gemakkelijk kan worden gevonden. Aldus kan zonder overmatige kosten het dichtingsmateriaal ter plaatse van de lekkage worden vernieuwd of hersteld.
Op zich is de toepassing van een dichtingsmateriaal dat wordt aangebracht in vloeibare of plastische vorm bekend uit dezelfde EP-A-0 357 895, doch daarbij wordt genoemd dichtingsmateriaal in een uitsparing gespoten, die niet naar de binnenzijde van de goot open is, en de ondubbelzinnige afdichting kan achteraf derhalve niet worden gecontroleerd. Het is bij genoemde uitsparing niet mogelijk om de plaats van lekkage te constateren, en evenmin kan een volledig vullen van genoemde uitsparing bij vervaardiging van een dergelijke afwateringsgoot worden gecontroleerd. De uitsparing kan onvolledig worden gevuld, doch het komt ook voor dat deze in het geheel niet wordt gevuld. Bij lekkage zal veelal de gehele afwateringsgoot of een belangrijk gedeelte daarvan dienen te worden gedemonteerd. Deze problemen treden bij de afwateringsgoot volgens de onderhavige uitvinding niet op, daar immer een volledige vulling van de sponning na aanbrengen van het dichtingsmateriaal kan worden gecontroleerd. Derhalve kan de plaats van optredende lekkage gemakkelijk worden gevonden en kan de lekkage op eenvoudige wijze worden hersteld.
Afwateringsgoten worden veelal toegepast in verharde oppervlakken of vloeren, zowel buiten als binnen, waarbij genoemde verharde oppervlakken hierop afwateren.
Voorbeelden hiervan omvatten wegen, op- en afritten, parkeerplaatsen, parkeergarages en dergelijke, voor de afvoer van hemelwater, doch ook industriële overdekte ruimten, werkplaatsen, wasstraten en dergelijke, waar op de vloer gemorste stoffen zoals proces-, spoel- of afvalwater dienen te worden opgevangen en af gevoerd, als ook de verharde oppervlakken bij brandstof distributiepunten, zoals tankstations waar sprake kan zijn van gemorste vloeistoffen.
In het vervolg van de beschrijving zal uitsluitend over af water ingsgoten worden gesproken, doch het zal duidelijk zijn dat de uitvinding hier geenszins toe beperkt is. Deze strekt zich eveneens uit tot andere goten zoals bijvoorbeeld kabelen leidinggoten.
Het is gebruikelijk om de gootelementen van dergelijke af water ingsgoten in cementbeton, polymeerbeton, kunststof of metaal uit te voeren en deze aan de bovenzijde af te dekken met inlaatroosters of deksels, welke rusten op de beide zijwanden van de gootelementen en waarvoor deze zijwanden aan de bovenzijde al dan niet kunnen zijn voorzien van hierop of hierin verankerde randprofielen of randlijsten van bijvoorbeeld metaal.
Het zal duidelijk zijn, dat de keuze van het dichtingsma-teriaal bij toepassing bij de afwateringsgoot volgens de uitvinding niet bijzonder beperkt is, doch dat dit tijdens aanbrengen vloeibaar of plastisch dient te zijn. Voorts heeft het de voorkeur dat het dichtingsmateriaal zich met grote sterkte aan het materiaal van de afwateringsgoot hecht. Als voorbeelden kunnen dichtingsmiddelen zoals specie op cement- of kunststofbases, voegkit en dergelijke worden genoemd. Het is niet noodzakelijk, dat het dichtingsmateriaal na het aanbrengen hardt of verknoopt, doch het dient bij gangbare omstandigheden niet te vervloeien. Dichtingsmaterialen die verknopen of harden tot een elastisch blijvende massa hebben echter de voorkeur.
Evenmin is de wijze van aanbrengen van het dichtingsmateriaal kritisch. Hierbij kan zowel aan inspuiten of gieten, als aan smeren of dergelijke worden gedacht.
Met in hoofdzaak U-vormige dwarsdoorsnede worden gootelementen met een nagenoeg U-vormige dwarsdoorsnede alsmede gootelementen met V-vormige- of gedeeltelijk cirkelvormige dwarsdoorsnede bedoeld.
Met voordeel heeft het dichtingsmateriaal een van de kleur van de goot afwijkende kleur. Door een dergelijk kleurverschil zal de controle op de aanwezigeheid van het dichtingsmateriaal worden vereenvoudigd, daar nalatigheden en eventuele beschadigingen of dergelijke duidelijker zichtbaar zijn.
Bij voorkeur is plaatselijk op de bodem van de sponning een bekleding aanwezig die bestaat uit een materiaal met geen of een geringe hecht ingssterkte ten opzichte van het goot- en/of het dichtingsmateriaal. De aanwezigheid van een dergelijke bekleding, bijvoorbeeld een lossingsmateriaal, biedt het voordeel, dat het dichtingsmateriaal niet aan de bodem van de sponning hecht, waardoor bij mogelijke vervorming van de afwateringsgoot ter plaatse van de aansluiting van twee naburige gootelementen uitsluitend trekkrachten op het dichtingsmateriaal worden uitgeoefend en afschuifkrachten zoveel mogelijk worden vermeden, teneinde beschadiging van het dichtingsmateriaal te voorkomen.
De sponningen in de afwateringsgoot volgens de uitvinding behoeven niet over hun gehele lengte ononderbroken open te zijn naar de door de goot omsloten binnenruimte, doch er kunnen eveneens plaatselijke overbruggingen in de vorm van afstandhoudende tanden of dergelijke aanwezig zijn, zonder dat de voordelen van de uitvinding nadelig worden beïnvloed.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een afwateringsgoot volgens de uitvinding, tenminste omvattende de stappen van het tegen elkaar plaatsen van een aantal gootelementen waarna in de of elke gevormde sponning een dichting wordt aangebracht, welke werkwijze wordt gekenmerkt doordat als dichting een vloeibaar of plastisch materiaal wordt toegepast.
Met voordeel wordt voorafgaand aan het aanbrengen van het dichtingsmateriaal de of elke sponning plaatselijk tenminste op de bodem daarvan van een bekleding voorzien, die bestaat uit een materiaal met geen of een geringe hechtingssterkte ten i opzichte van het goot- en/of dichtingsmateriaal.
Het heeft de voorkeur om bij toepassing van een giet-of inspuitbaar dichtingsmateriaal een hulponderdeel in de goot over de sponning aan te brengen, dat een aan het binnenprofiel van de goot aangepaste vorm bezit en geschikt is om een in i hoofdzaak gesloten sponningskanaal te vormen, welk kanaal door inspuiten of gieten van het dichtingsmateriaal wordt gevuld, en welk hulponderdeel na verstijven van het dichtingsmateriaal wordt verwijderd. Met verstijven wordt in dit verband zowel harden, stollen, verknopen als enige andere wijze van viskositeitsverhoging bedoeld.
De toepassing van genoemd hulponderdeel maakt een snel en nauwkeurig vullen van de sponningen mogelijk, zonder dat het voordeel van een visuele controle van de gevulde sponning achteraf onmogelijk wordt gemaakt.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een hulponderdeel, kennelijk bestemd om te worden toegepast bij de werkwijze volgens de uitvinding. In het bijzonder is genoemd hulponderdeel aan de met het dichtingsmateriaal in aanraking komende zijde tenminste plaatselijk voorzien van een materiaal, dat geen of een geringe hechtingssterkte heeft ten opzichte van het dichtingsmateriaal, teneinde hechting van het hulponderdeel aan het dichtingsmateriaal te voorkomen. Met voordeel is het aan de met het dichtingsmateriaal in aanraking komende zijde van het hulponderdeel aanwezige materiaal een bekleding in de vorm van een strook pakking.
Tenslotte heeft de uitvinding betrekking op een goot-element, kennelijk bestemd om te worden toegepast bij de werkwijze volgens de uitvinding ter vervaardiging van een afwateringsgoot volgens de uitvinding.
Thans zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening, daarin toont: ; Fig. 1 een bovenaanzicht ter plaatse van een aansluiting van twee gootelementen met een weggebroken gedeelte;
Fig. 2 een deeldoorsnede volgens de lijn II-II in fig.
i} i Fig. 3a, b twee varianten van gedeelte A uit fig. 1;
Fig. 4a-c nog drie varianten van gedeelte A uit fig. 1;
Fig. 5 een gedeeltelijk bovenaanzicht van een aansluiting van twee gootelementen volgens fig. 1 met een gedeeltelijk weggebroken hulponderdeel; i Fig. 6a, b twee gedeeltelijke dwarsdoorsneden van twee gootelementen volgens fig. 1 met een verschillend inwendig gootprofiel;
Fig. 7 en 8 twee deeldoorsneden volgens lijn II-II in fig. 1 voorzien van een metalen randlijst of -profiel.
In fig. 1 zijn twee gootelementen 1, 1' getoond, die een inwendig profiel bezitten, dat begrensd wordt door een bodemvlak 2, 2' en zijvlakken 3,3', welke gevormd worden door twee vanaf het bodemvlak opstaande zijwanden 4, 4'. De gootelementen 1, 1' omvatten voorts kopvlakken 5, 5' die bij het aaneenschakelen van meerdere gootelementen tot een afwateringsgoot van willekeurige lengte stuikend tegen elkaar worden gezet.
De kopvlakken 5, 5' van elk gootelement 1, 1' zijn zodanig van een profiel 6, 6' voorzien, dat deze gezamenlijk een sponning 11 vormen, met in dit geval (fig. 1) een trapeziumvormige vorm. Genoemde sponning 11 omvat begrenzingsvlakken 9, 10 en 10'. Op de bodem 9 van genoemde sponning 11 is een bekledings-laag 22 aangebracht, die geen of een geringe hechtingssterkte bezit ten opzichte van het dichtingsmateriaal 12, zodat het dichtingsmateriaal 12 zich uitsluitend hecht aan de vlakken 10 en 10'. Het dichtingsmateriaal heeft bij voorkeur een van de kleur van de goot 1, 1' afwijkende en met voordeel contrasterende kleur. Een en ander vereenvoudigt de controle van de dichting achteraf daar het duidelijk zichtbaar is wanneer de sponning 11 niet of volledig is gevuld of wanneer er een beschadiging is opgetreden. Met 7 is een spieetvormige voeg aangegeven.
Vanzelfsprekend kan genoemde bekleding 22 ook zodanig zijn uitgevoerd dat deze uitsluitend aan het dichtingsmateriaal, dan wel de bodem 9 van de sponning 11, of aan geen beide hecht. Van belang is dat bij een eventuele verplaatsing van de gootelementen ter plaatse van de aansluiting ten opzichte van elkaar zo min mogelijk afschuifkrachten optreden en zoveel mogelijk trekkrachten. Het zal duidelijk zijn dat wanneer genoemd bekledingsmateriaal 22 aan de gootelementen of het dichtingsmateriaal hecht, dit bij voorkeur elastisch is.
In fig. 2 is een deeldoorsnede van fig. 1 volgens lijn II-II getoond, waarin duidelijk het kopvlak 5 van het gootelement 1 zichtbaar is met het bekledingsmateriaal 22 en het dichtingsma- teriaal 12. Ook kan duidelijk worden gezien dat de zijwand van het gootelement 1 aan de bovenzijde op bekende wijze getrapt is uitgevoerd met steunvlak 14, bovenvlak 15 en een opsluitvlak 14', waarop, respectievelijk waartussen (niet weergegeven), op gebruikelijke wijze roosters of deksels kunnen rusten, die de afwateringsgoot aan de bovenzijde kunnen afdekken. Doorgaans valt het bovenvlak 15 gelijk of nagenoeg gelijk met de bovenvlakken van deze roosters of deksels, doch deze wijze van uitvoering van de bovenzijde staat eveneens de toepassing van dik uitgevoerde deksels of roosters toe.
Fig. 3 en 4 tonen verschillende vormen van de sponning 11. Fig. 3a en b tonen sponningen 11 met min of meer halfcirkelvormige, respektievelijk driekwartcirkelvormige doorsnedevorm. Deze vormen zijn slechts voorbeelden, en beperken de uitvinding geenszins, daar het ook mogelijk is om de vorm van de sponning te variëren, zoals bijvoorbeeld in fig. 4a-c is getoond. Hierbij zijn de beide gootelementen niet van eenzelfde profiel voorzien. Dergelijke profielen kunnen voor bepaalde toepassingen voordelen bieden. Zo biedt de uitvoering volgens fig, 4a een betere stabiliteit van de goot en voorkomt beschadiging van de dichting bij dwarsbelastingen.
Fig. 5 toont de aansluiting van twee gootelementen 1, 1', waarbij voor het uitvoeren van de werkwijze, dat wil zeggen het vullen van de sponning 11 een hulponderdeel 13 in de vorm van een strook is aangebracht. Deze strook bezit een in hoofdzaak met het inwendig profiel van de afwateringsgoot overeenstemmend buitenprofiel, zoals duidelijker zichtbaar is in fig. 6a en fig. 6b, waarin twee verschillende gootdoorsneden zijn getoond, met een afwijkend inwendig profiel. Het door het hulponderdeel 13 en de sponning 11 gevormde kanaal 18 kan worden volgespoten, respectievelijk, gegoten met een dichtingsmateriaal.
De hechting aan de vlakken 10, 10' kan worden verbeterd door deze op bekende wijze eventueel voor te behandelen.
Het hulponderdeel 13 omvat enerzijds een opening 19 (fig. 5, 6a), waardoor het kanaal 18 kan worden gevuld en anderzijds een ontluchtingsopening 21 (fig. 6b). De wijze waarop genoemd hulponderdeel in de afwateringsgoot wordt aangebracht of gefixeerd is aan de gemiddelde vakman algemeen bekend. Dit kan bijvoorbeeld worden uitgevoerd onder toepassing van algemeen bekende middelen, 2oals spannen met een spankleminrichting of het hulponderdeel kan zelfs met schroeven tijdelijk aan de beide gootelementen 1, 1' worden bevestigd.
Het hulponderdeel 13 kan voorts een buitenbekleding 20 omvatten, welke geen of een geringe hechtingssterkte ten opzichte van het dichtingsmateriaal 12 bezit, zodat het onderdeel 13 gemakkelijk kan worden verwijderd na verstijven van het dichtingsmateriaal 12. Als voorbeeld van genoemd bekledingsmate-riaal 20 kan release papier worden genoemd.
In fig. 7 en 8 zijn deeldoorsneden als in fig. 2 getoond, die zijn voorzien van een randlijst of -profiel 23, dat dient voor het opnemen van een rooster of een deksel voor afdekking van de afwateringsgoot.

Claims (10)

1. Af water ingsgoot, tenminste omvattende meerdere gootelemen-ten met in hoofdzaak U-vormige dwarsdoorsnede, welke gootele-menten aan tenminste een der uiteinden zodanig van een profiel zijn voorzien, dat ter plaatse van de aansluiting van twee naburige gootelementen een sponning is gevormd, die over in hoofdzaak de gehele binnenwand van de afwateringsgoot met de door de afwateringsgoot omsloten ruimte in verbinding staat, waarbij in de sponning een dichting aanwezig is, met het kenmerk/ dat de dichting is uitgevoerd in de vorm van een dichtingsmateri-aal (12), dat in vloeibare of plastische vorm is aangebracht.
2. Afwateringsgoot volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het dichtingsmateriaal (12) een van de kleur van de goot (1,1') afwijkende kleur heeft.
3. Afwateringsgoot volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat plaatselijk tenminste op de bodem (9) van de sponning (6) een bekleding (22) aanwezig is, die bestaat uit een materiaal met geen of een geringe hechtingssterkte ten opzichte van het goot- resp. het dichtingsmateriaal (12).
4. Werkwijze voor het vervaardigen van een afwateringsgoot volgens een of meer van de conclusies 1-3, tenminste omvattende de stappen van het tegen elkaar plaatsen van een aantal gootelementen, waarna in de of elke gevormde sponning een dichting wordt aangebracht, met het kenmerk, dat als dichting een vloeibaar of plastisch materiaal (12) wordt toegepast.
5. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat voorafgaand aan het aanbrengen van het dichtingsmateriaal (12) de of elke sponning (6) plaatselijk tenminste op de bodem (9) daarvan van een bekleding (22) wordt voorzien, die bestaat uit een materiaal met geen of een geringe hechtingssterkte ten opzichte van het goot- resp. het dichtingsmateriaal (12).
6. Werkwijze volgens conclusies 4 of 5, met het kenmerk, dat bij toepassing van een giet- of inspuitbaar dichtingsmateri-aal (12) een hulponderdeel (13) in de goot (1,1') over de sponning (6) wordt aangebracht, dat een aan het binnenprofiel van de goot (1,1') aangepaste vorm bezit en geschikt is om een in hoofdzaak gesloten sponningskanaal (18) te vormen, welk kanaal (18) door inspuiten met het dichtingsmateriaal (12) wordt gevuld, en welk hulponderdeel (13) na verstijven van het dichtingsmateri-aal (12) wordt verwijderd.
7. Hulponderdeel kennelijk bestemd om te worden toegepast bij de werkwijze volgens conclusie 6.
8. Hulponderdeel volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat deze aan de met het dichtingsmateriaal (12) in aanraking komende zijde is voorzien van een materiaal (20), dat geen of een geringe hechtingssterkte heeft ten opzichte van het dichtingsmateriaal (12).
9. Hulponderdeel volgens conclusies 7 of 8, met het kenmerk, dat het aan de met het dichtingsmateriaal in aanraking komende zijde van het hulponderdeel aanwezige materiaal is uitgevoerd in de vorm van een strook pakking.
10. Gootelement, kennelijk bestemd om te worden toegepast bij de werkwijze volgens een of meer van de conclusies 4-6 ter vervaardiging van een afwateringsgoot (1,1') volgens een of meer van de conclusies 1-3.
NL9201143A 1992-06-26 1992-06-26 Afwateringsgoot bestaande uit meerdere gootelementen, een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke afwateringsgoot, alsmede een bij de werkwijze te gebruiken hulponderdeel en gootelement. NL9201143A (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9201143A NL9201143A (nl) 1992-06-26 1992-06-26 Afwateringsgoot bestaande uit meerdere gootelementen, een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke afwateringsgoot, alsmede een bij de werkwijze te gebruiken hulponderdeel en gootelement.
DE9311904U DE9311904U1 (de) 1992-06-26 1993-06-25 Abflußrinne aus mehreren Rinnenelementen, Rinnenelemente für eine solche Abflußrinne sowie Hilfsteil für die Herstellung einer solchen Abflußrinne
EP93201849A EP0576102A1 (de) 1992-06-26 1993-06-25 Abflussrinne aus mehreren Rinnenelementen, Kombination einer solchen Abflussrinne und Pflasterelementen, Arbeitsweise für die Herstellung einer solchen Abflussrinne sowie ein bei der Arbeitsweise zu verwendendes Hilfsteil und Rinnenelement

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9201143 1992-06-26
NL9201143A NL9201143A (nl) 1992-06-26 1992-06-26 Afwateringsgoot bestaande uit meerdere gootelementen, een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke afwateringsgoot, alsmede een bij de werkwijze te gebruiken hulponderdeel en gootelement.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9201143A true NL9201143A (nl) 1994-01-17

Family

ID=19860981

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9201143A NL9201143A (nl) 1992-06-26 1992-06-26 Afwateringsgoot bestaande uit meerdere gootelementen, een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke afwateringsgoot, alsmede een bij de werkwijze te gebruiken hulponderdeel en gootelement.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP0576102A1 (nl)
NL (1) NL9201143A (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102005062190B3 (de) * 2005-12-23 2007-06-14 Airbus Deutschland Gmbh Verfahren zum Herstellen einer lösbaren Dichtung mit einer Dichtmasse sowie Verwendung von Klebestreifen zur Durchführung des Verfahrens

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1572639A (nl) * 1968-06-17 1969-06-27
FR2567931B1 (fr) * 1984-07-18 1986-07-18 Gerland Appareil destine notamment a la confection des joints de bordures de trottoirs
DE3827041A1 (de) * 1988-08-10 1990-02-15 Passavant Werke Entwaesserungsrinne
DE9000569U1 (de) * 1990-01-20 1990-03-01 ACO Severin Ahlmann GmbH & Co KG, 2370 Rendsburg Entsorgungsrinne
DE4101525C2 (de) * 1990-01-26 1995-01-19 Buescher Pebueso Beton Dichtungsanordnung für gegeneinander abzudichtende Hohlprofilteile aus Beton
DE4128068A1 (de) * 1990-09-07 1992-03-12 Passavant Werke Entwaesserungsrinne

Also Published As

Publication number Publication date
EP0576102A1 (de) 1993-12-29

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA1064301A (en) Expansion joint with elastomer seal
US8333532B2 (en) Expansion joint sealing system
US6039503A (en) Expansion joint system
US8132380B2 (en) Compliant trim for concrete slabs
US5190395A (en) Expansion joint method and system
US3880539A (en) Expansion joint and seal
US4305680A (en) Roadway joint and seal and method of fabricating same
US3375763A (en) Elastomeric expansion joint
CA1084320A (en) Joint sealing method
CA1060693A (en) Expansion joint with elastomer seal
NL9201143A (nl) Afwateringsgoot bestaande uit meerdere gootelementen, een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke afwateringsgoot, alsmede een bij de werkwijze te gebruiken hulponderdeel en gootelement.
JP6432157B2 (ja) 道路橋用伸縮装置
BE1011143A6 (nl) Betonnen wegdek.
JPH0732578Y2 (ja) 橋梁における高欄間の止水構造
KR100415263B1 (ko) 교량 구조물의 슬라브 연결부 보수방법 및 그 구조
EP0505359B1 (en) A building structure, particularly a road bridge structure, and a method of making such a building structure
US3900271A (en) Joint forming seal assembly
NL1011943C2 (nl) Werkwijze voor het aanbrengen van een dilitatievoeg, alsmede met die werkwijze verkregen dilitatievoeg.
KR102305121B1 (ko) 가황식 배수시트 및 방수도포재를 이용한 유지보수가 용이한 누수방지 신축이음장치
JPH0786246B2 (ja) 扛上補修可能なコンクリート舗装路用排水溝及びその補修方法
EP0863258B1 (de) Aufbau einer Fahrbahndecke mit Flächendichtung
CN219080086U (zh) 混凝土小箱梁无吊模湿接缝构造
JP7317663B2 (ja) プレキャストpc床版
AU729210B2 (en) Construction joint
NL8601450A (nl) Samenstel van in hoofdzaak in een horizontaal vlak liggende platen uit beton voor het vormen van een bestrating, een bedrijfsvloer of dergelijke.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed