NL9200875A - Werkwijze voor het in de grond vervaardigen van een betonpaal. - Google Patents

Description

Titel: Werkwijze voor het in de grond vervaardigen van een betonpaal.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het in de grond vervaardigen van een betonpaal omvattende: - het in de grond schroeven van een avegaar die aan zijn ondereinde is voorzien van een deksel of schoen en - het in de avegaar voeren van betonspecie terwijl de avegaar omhoog wordt getrokken en de deksel of schoen achterblijft.

Het resultaat van bekende werkwijzen van dit type is een betonnen fundatiepaal met over de gehele lengte dezelfde diameter. De paal strekt zich in het algemeen in veen of klei uit en steekt met zijn onderste gedeelte in een zandlaag. De weerstand van de draagkrachtige laag bepaalt de toelaatbare belasting op de paal. Dit betekent meestal dat de kolom niet optimaal belast wordt. Het schachtdeel in de slappe grond, waar de bijdrage aan het draagvermogen verwaarloosbaar is, kan derhalve verdund worden tot afmetingen die leiden tot een maximale benutting van de paalkolom.

Met de uitvinding wordt beoogd een in de aanhef aangeduide werkwijze te verschaffen waarmee sneller een fundatiepaal uit beton kan worden vervaardigd dan met de bekende methoden, waarbij een aanzienlijke besparing aan betonspecie kan worden bereikt terwijl het draagvermogen vergelijkbaar is met een betonpaal die volgens de bekende werkwijze is vervaardigd.

Volgens de uitvinding is de werkwijze hiertoe gekenmerkt doordat in de avegaar een binnenbuis wordt aangebracht, tijdens het inbrengen van betonspecie via de binnenbuis, de avegaar en de binnenbuis gezamelijk over beperkte hoogte omhoog worden getrokken, vervolgens de binnenbuis een stuk in het nog verse beton wordt gebracht en daarna de avegaar over beperkte hoogte verder omhoog wordt getrokken en tenslotte tijdens het verder inbrengen van betonspecie de avegaar en de binnenbuis uit het geboorde gat worden getrokken.

Om de grond langs de schacht van de te vervaardigen betonpaal te verdichten wordt tijdens het over beperkte hoogte omhoog trekken van de avegaar en het uit het gat trekken van avegaar en binnenbuis, de avegaar in een richting gedraaid waarbij grond tegen de binnenbuis wordt gedeponeerd.

Bij voorkeur wordt, voordat de avegaar en de binnenbuis gezamelijk over beperkte hoogte omhoog zijn getrokken, een wapening in de binnenbuis ingebracht.

Om de instroom van grond bij het trekken in de ringvormige ruimte tussen de avegaar en de binnenbuis te vermijden, bevindt zich in de ringvormige spleet tussen avegaar en binnenbuis een waterkolom.

Het uitspoelen van beton door het onder druk staande water in genoemde ringvormige ruimte kan worden verhinderd doordat het onderste gedeelte van de ringvormige ruimte tussen avegaar en binnenbuis is vernauwd.

De uitvinding zal nu aan de hand van de figuren nader worden toegelicht.

Figuren 1 t/m 7 tonen schematisch opeenvolgende fasen bij de vervaardiging van een fundatiepaal met brede voet en smalle schacht.

Figuur 8 toont een doorsnede van het onderste gedeelte van een bij de methode volgens de uitvinding te gebruiken boorgereedsehap.

Bij de vervaardiging van een betonnen fundatiepaal wordt gebruik gemaakt van een avegaar 1 in de vorm van een buis met schroefbladen 2, en van een binnenbuis 3 die met de avegaarbuis een ringvormige ruimte 4 begrenst. Aan het ondereinde van de avegaar is een schoen of deksel 5 aangebracht door een zodanig losneembare verbinding dat de schoen of deksel door het gewicht van gestort beton van de avegaar kan loslaten en in het geboorde gat kan achterblijven.

Op niet weergegeven wijze zijn de avegaar 1 en de binnenbuis 3 elk afzonderlijk zodanig opgehangen dat zij op en neer kunnen worden verplaatst. Bovendien is aan de avegaar een motor toegevoegd waarmee de avegaar tot draaien kan worden gebracht. De binnenbuis kan - bijvoorbeeld door een pal - tegen roteren worden geborgd.

Figuur 1 toont dat de avegaar zich door slappe lagen 6 uit veen of klei in de grond boort. De binnenbuis 3 bevindt zich in de avegaar 1.

Figuur 2 laat zien dat het onderste deel van de avegaar zich in een zandlaag 7 heeft geboord.

Uit figuur 3 blijkt dat de combinatie van avegaar 1 en binnenbuis 3 over de hoogte van de te vervaardigen brede paalvoet omhoog wordt getrokken en tegelijkertijd via de binnenbuis 3 beton 8 in het gat wordt gestort waarbij de deksel of schoen 5 achterblijft. Een wapening 9 is reeds via de binnenbuis 3 ingébracht tot het onderstuk van deze wapening in het gestorte nog verse beton steekt.

In figuur 4 is te zien dat de binnenbuis 3 omlaag is verplaatst tot het onderste gedeelte ervan (met een lengte van minimaal 0,2 m tot maximaal 0,2 m gerekend vanaf de onderzijde van de paal) in het verse beton steekt.

Figuur 5 toont dat de avegaar 1 over zodanige afstand omhoog is gebracht, dat tussen het ondereinde van de avegaar 1 en het ondereinde van de binnenbuis 3 een afstand van circa 2 m bestaat. Tijdens het omhoog bewegen van de avegaar wordt deze linksom gedraaid waardoor grond tegen de binnenbuis 3 wordt gedeponeerd en verdicht, zoals met pijlen is aangegeven.

Het vormen van de paalschacht is in figuur 6 te zien: de draaiende avegaar 1 en de niet-draaiende binnenbuis 3 worden tijdens het via de binnenbuis 3 inbrengen van beton gezamelijk omhoog gebracht tot de in figuur 7 getoonde paal is gevormd.

Tijdens het vormen van de paal is in de ringvormige ruimte 4 tussen avegaar en binnenbuis een waterkolom aanwezig die het instromen van grond tijdens het omhoog trekken van avegaar en binnenbuis verhindert. Wel dient ervoor te worden gezorgd dat het beton door een te grote waterstroom bij het ondereinde van de binnenbuis en de avegaar niet wordt weggespoeld. Vandaar dat, zoals figuur 8 toont, de ringvormige ruimte tussen binnenbuis en avegaar door materiaalverdikkingen 10 en 11 aan het onderste deel van de binnenbuis en de avegaar is vernauwd.

Het resultaat van de werkwijze volgens de uitvinding is een fundatiepaal met een voet van relatief grote diameter en een schacht van relatief kleine diameter. Het draagvermogen van zo een paal is even groot als die van een paal waarvan de schacht dezelfde diameter als de voet heeft. Er wordt een aanzienlijke besparing in beton bereikt.

Claims (5)

1. Werkwijze voor het in de grond vervaardigen van een betonpaal omvattende: - het in de grond schroeven van een avegaar die aan zijn ondereinde is voorzien van een deksel of schoen en - het in de avegaar voeren van betonspecie terwijl de avegaar omhoog wordt getrokken en de deksel of schoen achterblijft, met het kenmerk, dat in de avegaar een binnenbuis wordt aangebracht, dat tijdens het inbrengen van betonspecie via de binnenbuis, de avegaar en de binnenbuis gezamelijk over beperkte hoogte omhoog worden getrokken, dat vervolgens de binnenbuis een stuk in het nog verse beton wordt gedrukt en daarna de avegaar over beperkte hoogte verder omhoog wordt getrokken, en tenslotte tijdens het verder inbrengen van betonspecie de avegaar en de binnenbuis uit het geboorde gat worden getrokken.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat tijdens het over beperkte hoogte omhoog trekken van de avegaar en het uit het gat trekken van avegaar en binnenbuis, de avegaar in een richting wordt gedraaid waarbij grond tegen de binnenbuis wordt gedeponeerd.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat voordat avegaar en binnenbuis gezamelijk over een beperkte hoogte omhoog zijn getrokken, een wapening in de binnenbuis wordt ingebracht, van welke wapening het onderste deel zich zo nodig in de verse gestorte betonspecie bevindt.

4. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat zich in de ringvormige ruimte tussen avegaar en binnenbuis een waterkolom bevindt,

5- Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het onderste gedeelte van de ringvormige ruimte tussen avegaar en binnenbuis is vernauwd.