NL9200584A - Werkwijze voor het vorm geven van een opstijvend voedingsmiddel en inrichting daarvoor. - Google Patents

Description

Werkwijze voor het vorm geven van een opstijvende voedingsmiddelsamenstelling en inrichting daarvoor.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en inrichting die met name bestemd zijn voor het continu in bepaalde vorm brengen van opstijvende voedingsproducten en op een vorm ten gebruike daarbij.

Achtergrond van de uitvinding

Vele soorten van voedingsmiddelen worden in de gewenste vorm gebracht door een vloeibare samenstelling in de gewenste vorm te extruderen of te gieten. In gevallen dat de samenstellingen betrekkelijk snel opstijven, bijvoorbeeld met bij zetmeelhoudende mengsels, is het dikwijls mogelijk de samenstellingen op semi-continue of continue wijze te extruderen door een geschikt mondstuk om lange banen of stroken van het materiaal te vormen, bijvoorbeeld lange repen van "pasta" of dergelijke. Als de samenstellingen echter langzaam opstijven, zoals bijvoorbeeld het geval is met een hete gelei, is het niet mogelijk de samenstelling te extruderen en moet deze in gekoelde vormen worden gegoten waar men de samenstelling gedurende een zekere tijd, gewoonlijk langer dan 5 tot 10 minuten en wel tot 60 minuten of langer toe, op laat stijven.

Als uit de samenstelling kleine afzonderlijke voorwerpen moeten worden gevormd, bijvoorbeeld afzonderlijke snoepjes of chocolaatjes, is het mogelijk de vormgeving-bewerking op semi-continue basis uit te voeren met individuele vormen die op een uit latten opgebouwde transportband of dergelijke door een koelzone worden gevoerd. Als er te lange staven of stroken van het gevormde produkt nodig zijn, bijvoorbeeld als om het produkt één of meer verschillende lagen moeten worden aangebracht in een daarop volgende continue bekledings- of omhullingsbewerking voordat de staaf of strook in schijven wordt gesneden, ontstaan problemen. Stijve vormen kunnen niet gemakkelijk worden aangepast om een continue lange vorm te geven voor transport over een gesloten continue baan, bijvoorbeeld op een transportband. Als een dergelijke vorm zou worden getransporteerd op een lattentransporteur zoals wordt gebruikt voor het transport van de kleine individuele vormen voor snoepjes of dergelijke, moeten voorzieningen worden getroffen om het mogelijk te maken dat de vorm de gekromde baan aan elk uiteinde van de transporteur volgt, wat weer ingewikkelde afsluit en buigvoorzieningen vereist. Verder moet worden voorzien in middelen om de opgestijfde samenstelling uit de vorm te verwijderen.

Als alternatief kunnen afzonderlijke lange vormen door een transporteur worden vervoerd langs een vulstation en daarna door een koelzone. De lange vormen kunnen daarna van de transporteur worden verwijderd en het opgestijfde materiaal uit de vorm worden verwijderd. Dit is duur en arbeidsintensief en zou geschoolde vaklieden vereisen als de vorm op het juiste tijdstip en op de juiste plaats van de transporteur moet worden verwijderd en niet mag worden beschadigd als hij van de transportband wordt genomen.

Anderzijds wordt het noodzakelijk geacht, teneinde opstijven van de samenstelling binnen een redelijke tijd te bereiken, om warmte snel en gelijkmatig via de wand van de vorm af te voeren en dit vereist gewoonlijk dat de vorm wordt vervaardigd uit een warmtegeleidend metaal, zoals gepolijst staal of roestvast staal.

De fabrikant wordt dus geplaatst voor de tegenstrijdige eisen namelijk dat enerzijds een stijve vorm moet worden gebruikt om afkoelen van de samenstelling in de vorm te bereiken en dat anderzijds een dergelijke vorm zich niet leent voor gebruik op een continue vormmachine die gewenst zou zijn uit het oogpunt van kosten en rendement.

Men heeft het daarom noodzakelijk geacht om een handmatige ladingsgewijze werkwijze toe te passen waarbij individuele lange metalen vormen worden gevuld met een hete samenstelling waarna men ze laat staan om af te koelen tot de samenstelling is opgestijfd. Ondanks het feit dat dit een langzame en lastige, omslachtige werkwijze is en de koelsnelheid onregelmatig verandert wat leidt tot variaties in het produkt, werd het om de hiervoor geschetste redenen niet mogelijk geacht een continue werkwijze toe te passen.

Wij hebben nu een werkwijze en inrichting ontwikkeld waarmee dergelijke voedingsmiddelsamenstellingen op continue basis in een bepaalde vorm kunnen worden gebracht om een produkt met een nagenoeg constante samenstelling en structuur te vormen dat kan worden toegevoerd aan andere daarop volgende bewerkingen als een continue staaf of strook van materiaal.

Samenvatting van de uitvinding

Volgens de uitvinding wordt derhalve voorzien in een werkwijze voor het vormen van een opstijvende voedings-middelsamenstelling, welke werkwijze omvat het toevoeren van de beweeglijke samenstelling aan een vorm en op laten stijven van de samenstelling in de vorm, met het kenmerk, dat de vorm een continue lange buigzame vorm is die door middel van transportorganen langs een vulstation en door een opstijfzone naar een lossingszone wordt gevoerd.

Verrassenderwijze hebben wij gevonden dat de buigzame vorm een doeltreffende koeling bewerkstelligt door de gehele massa van de samenstelling die in de gewenste vorm gebracht wordt heen met praktisch dezelfde snelheid als wordt bereikt wanneer een vorm uit thermisch geleidend metaal wordt gebruikt. Verder zou men verwachten, dat als gevolg van de hoge warmte isolerende eigenschappen van de wanden van de buigzame vorm, warmte preferentieel verloren gaat door het aan de lucht komende oppervlak aan de bovenzijde van de vorm en niet door de wanden van de vorm heen. Men zou verwachten dat dit leidt tot een niet-gelijkmatig produkt, met name als overmatige koeling zou zijn opgetreden aan het aan de lucht gekomen oppervlak van de vorm waar koellucht over de vorm wordt geblazen in een poging om het verwachte langzamere warmteverlies door de wanden van de vorm heen te compenseren. Verrassenderwijze hebben wij gevonden dat dit niet het geval is en dat een praktisch uniform produkt wordt verkregen. Omdat de vorm buigzaam is kan hij verder om een horizontale transportrol die om zijn horizontale lange as roteert of een dergelijk orgaan worden gevoerd om de vorm en zijn inhoud ondersteboven te keren voordat de inhoud van de vorm eruit wordt gelost. Dit maakt het mogelijk dat het vast geworden materiaal wordt omgekeerd zonder dat ingewikkelde behandelingsapparaten nodig zijn of een verder met de hand uitgevoerde behandelingsstap nodig is. Het vast geworden materiaal kan zo automatisch in de optimale oriëntatie worden aangeboden voor vele daaropvolgende bewerkingen zoals het aanbrengen van bekledingsla-gen op de gekromde oppervlakken van het vast geworden materiaal.

Beschrijving van de tekeningen

Voor een goed begrip van de uitvinding zal deze worden beschreven aan de hand van een voorkeursuitvoeringsvorm daarvan zoals weergegeven bijgaande tekeningen, waarvan fig. 1 een schematisch zij-aanzicht is van een vormmachine die werkt volgens de werkwijze van de uitvinding en fig. 2 en fig. 3 schematische dwarsdoorsneden laten zien van twee uitvoeringen van de buigzame vorm die in de machine van fig. 1 wordt toegepast.

Beschrijving van de voorkeursuitvoeringsvorm

Op de gebruikelijke wijze wordt een opstijfbare voedingsmiddelsamenstelling gemaakt en toegevoerd aan een vulstation 1 dat zich bevindt boven vormgevingslijn. De voedingsmiddelsamenstelling kan worden gekozen uit een grote verscheidenheid van materialen die opstijven bij afkoelen en/of bij staan. De uitvinding kan worden toegepast op materialen die snel stijf worden, bijvoorbeeld pastamengsels of dergelijke waarbij de oorspronkelijke bewegelijke samenstelling binnen 1 minuut voldoende opstijft of vast wordt om zelfdragend te zijn, bijvoorbeeld als gevolg van de absorptie van vrij water in één of meer van de bestanddelen van de samenstelling. De uitvinding is echter speciaal van toepassing voor samenstellingen die meer dan 5 minuten en in het algemeen 30-60 minuten of langer nodig hebben om bij de omgevingstemperatuur op te stijven. Dergelijke samenstellingen omvatten thermohardende samenstellingen, bijvoorbeeld samenstellingen op basis van gesmolten suiker en die welke opstijven als gevolg van één of andere fysische en/of chemische verandering in één of meer van de bestanddelen van de samenstelling, zoals het opstijven van gelatine of andere gelvormende middelen. Gemakshalve zal de uitvinding hierna worden beschreven aan de hand van het in een bepaalde vorm brengen van een hete samenstelling op gelatinebasis, bijvoorbeeld de gelatine-kern met een vruchtensmaak, bijvoorbeeld een citroen- of sinaasappelsmaak, waaruit vruchtenschijfjes moeten worden gemaakt.

De beweeglijke samenstelling wordt op een willekeurige geschikte wijze toegevoerd aan de buigzame vorm van de vormgevingslijn. In het algemeen heeft de samenstelling een viscositeit van 45-90 Redwood seconden bij 70-80°C, zoals wordt bepaald met een Redwood viscosimeter met een opening van 1/4 inch (6,3 mm). De samenstelling wordt onder invloed van de zwaartekracht door een geschikte, van een afsluiter voorziene, pijp 2 in de vorm gebracht. Desgewenst kan de samenstelling door middel van een pomp naar de vorm worden gevoerd of kan het reservoir 3 waarin de samenstelling in het vulstation 1 wordt bewaard onder druk worden gebracht, bijvoorbeeld door lucht onder druk in de ruimte boven het niveau van de vloeistof in het reservoir te persen.

De vloeibare samenstelling wordt aan de vormruimte in een continue buigzame vorm 10 toegevoerd die langs het vulstation 1 wordt geleid door middel van een geschikt transportmechanisme. Zoals wordt weergegeven in fig. 2, kan de vorm 10 een vormruimte met een halfcirkelvormige dwarsdoorsnede, 11, hebben. Andere dwarsdoorsneden voor de vormruimte kunnen desgewenst echter ook worden gebruikt, bijvoorbeeld een halve ellips, een rechthoekige vorm of dergelijke. De vorm 10 van fig. 2 wordt gekenmerkt doordat hij een open bovenvlak 12 heeft waar de samenstelling doorheen in de vormruimte 11 wordt gebracht. Desgewenst kan het bovenvlak van de vorm zijn uitgevoerd met een afsluiting zoals wordt weergegeven in fig. 3, zodat een meer ingewikkeld bovenoppervlak aan het gevormde produkt kan worden gegeven. In de in fig. 3 weergegeven vorm, is het bovenvlak van de vorm nagenoeg gesloten, maar is het voorzien van een in lengte-richting lopende spleet 13 waardoor het mondstuk van de toevoerpijp 2 wordt gestoken. De tegenover elkaar liggende lippen van de spleet in de bovenwand van de vorm zijn buigzaam zodat de wand kan vervormen als hij langs de pijp 2 heen gaat. Desgewenst kan de vorm in een horizontale doorsnede het gewenste vormge-vingsprofiel bezitten, bijvoorbeeld als het opgestijfde produkt niet in regelmatige dunne schijfjes moet worden gesneden maar in langere gedeelten zoals zuigtabletten moet worden verdeeld. Gemakshalve zal de uitvinding hierna worden beschreven voor een vorm met een nagenoeg gelijkmatige dwarsdoorsnede over zijn gehele lengte.

De vorm 10 wordt bij voorkeur uitgevoerd als een reeks van evenwijdige, axiale vormruimten 11 in een lange strook van buigzaam materiaal zodat een aantal evenwijdige stromen van de samenstelling tegelijkertijd in de gewenste vorm kan worden gebracht. De vrije uiteinden van de langwerpige vorm zijn met elkaar verbonden zodat de vorm gesloten lus vormt, die op een conventioneel aandrijfsysteem voor een transportband kan worden gemonteerd om de vorm in horizontale richting langs het vulstation 1 te voeren.

De buigzame vorm 10 kan de enige "band" van het transportsysteem vormen, met name als hij is versterkt met in de lengte-richting lopende draden, vezels of dergelijke. Alternatief kan de vorm rusten op een conventionele horizontale transporteur met een lattenbodem die het grootste gedeelte van de door de vorm meegevoerde lading draagt. Gemakshalve zal de uitvinding worden beschreven aan de hand van een conventionele transporteur met een buigzame band zonder einde 20 die op deze band de gesloten lus van de buigzame vorm 10 draagt.

De transportband 20 kan elke geschikte vorm aannemen en kan elke geschikte baan volgen. Zoals is weergegeven in fig. 1, worden de vorm en de transportband 20 als een nagenoeg horizontale sectie 15 getransporteerd die zich uitstrekt tussen twee dwars op de voortbewegings-richting geplaatste rollen 16 die elk om hun nagenoeg horizontale lange as roteren. Tenminste één van de in de dwarsrichting geplaatste rollen 16 wordt aangedreven om de vorm en de transportband axiaal te verplaatsen.

Desgewenst kunnen één of meer ondersteuningsplaten 17 zijn aangebracht onder de horizontale baan van de transportband om deze te ondersteunen. In dergelijke ondersteuningsplaten kunnen spoelspiralen of dergelijke zijn aangebracht om te helpen bij het koelen van de vorm en zijn inhoud. Een andere mogelijkheid is dat de transportband en de vorm door één of meer koelzones lopen, bijvoorbeeld tunnels met koude lucht 18 of dergelijke.

De gesloten baan van de transportband 20 en van de vorm 10 keert als een tweede horizontaal gedeelte 19 onder het eerste horizontale gedeelte 17 terug. Desgewenst kan de terugweg lopen via een horizontale gekromde baan zodat de transportband en de vorm in hoofdzaak een in één vlak liggende ovale baan afleggen. Hieraan wordt echter minder de voorkeur wordt gegeven dan het terugvoeren via een eindrol zoals weergegeven in fig. 1. Op het tweede (teruglopende) gedeelte van de baan 19 kunnen één of meer verdere behandelingsstations zijn geplaatst. Als de transportband en de vorm bijvoorbeeld om de eindrol 16 heenlopen bij het verlaten van het vulstation 1, veroorzaakt het buigen van de vorm het loslaten van het opgestijfde materiaal uit de vorm. Desgewenst kan een afsteekmes of kunnen scheidings-vingers (niet weergegeven) die in de vormruimte 11 reiken, zijn aangebracht aan het ondereinde van de kromme baan die de vorm over de rol 16 af legt, om te helpen met het losmaken en verwijderen van het opgestijfde materiaal uit de vormruimte.

Het opgestijfde materiaal kan dan als een continue strook materiaal worden toegevoerd aan één of meer omhul-lingsstations waar één of meer lagen op het gekromde oppervlak van het opgestijfde materiaal worden aangebracht. De lege vorm kan dan langs één of meer stations voor het uitstomen of wassen met water en reinigen (niet weergegeven) worden gevoerd voordat hij terugkeert naar het vulsta- tion 1.

De vorm kan op een aantal verschillende wijzen opgebouwd zijn, maar is bij voorkeur vervaardigd uit een buigzaam synthetisch polymeer dat aanvaardbaar is voor gebruik in contact met hete voedingsmiddelen, bijvoorbeeld een siliconen- of neopreenrubber of dergelijke. De vorm 10 kan zijn vervaardigd als een enkel geëxtrudeerd voortbrengsel met de gewenste breedte en het vereiste aantal vorm-ruimten 11 aangebracht in één oppervlak ervan. Wij geven er echter de voorkeur aan om de vorm 10 uit te voeren als modulaire eenheid door één of meer smalle axiale materiaal stroken met elkaar te verbinden onder vorming van een bredere strook materiaal. De zijranden van de vorm dragen dus bij voorkeur één of meer organen waarmee de materiaal-stroken van de vorm aan de randen met elkaar kunnen worden verbonden, bijvoorbeeld pennen die in een gat kunnen worden gedrukt, bevestigingen met een spie of messing en groef, en dergelijke.

Om vervormingen door spanning tijdens het vervaardigen van de vorm 10 te verminderen verdient het de voorkeur als de vorm 10 een nagenoeg gelijkmatige wanddikte heeft over de gehele omtrek van de vormruimte. De gelijkmatige wanddikte helpt ook bij het gelijkmatig laten ontwijken van warmte via de wand van de vorm. Een dergelijke gelijkmatige wanddikte kan op een aantal verschillende wijzen worden bereikt, bijvoorbeeld door het buitenste oppervlak van de vorm zo te maken dat het overeenstemt met het binnenprofiel van de vormruimte. Wij geven er echter de voorkeur aan om de vorm uit te voeren met een in hoofdzaak rechthoekige uitwendige dwarsdoorsnede zoals is weergegeven in fig. 2 en om één of meer axiale boringen 30 in het materiaal van de wand 31 te maken. De boringen 30 hebben als effect dat ze de wanddikte in de buurt van de boring 30 verminderen, zoals wordt weergegeven in fig. 2. Een dergelijke vormgeving van de vorm of matrijs leent zich gemakkelijk voor het vormgeven door extruderen en geeft ook een vlak oppervlak voor contact met de transportband 20 en vlakke zijwanden die helpen bij het zij aan zij naast elkaar plaatsen van stroken van de vorm.

De uitvinding voor ziet ook in een buigzame vorm voor gebruik bij de werkwijze volgens de uitvinding welke vorm een langwerpig lichaam omvat van een synthetisch polymeer met een axiale vormruimte erin, met bij voorkeur een open bovenvlak en één of meer axiale boringen in het polymeerlichaam zodanig dat de wanddikte in de nabijheid van de boringen erdoor wordt verminderd waardoor een vorm met een nagenoeg gelijkmatige wanddikte wordt verkregen. Bij voorkeur is tenminste één van de zijwanden van de vorm voorzien van middelen waardoor langwerpige vormen zij aan zij met elkaar kunnen worden verbonden.

De uitvinding voorziet verder in een inrichting voor het vormgeven van continue stroken van een opstijvende voedingsmiddelsamenstelling, welke inrichting omvat: a. een continue langwerpige buigzame vorm met één of meer axiale vormruimten aangebracht in het bovenoppervlak ervan, bij voorkeur een vorm volgens de uitvinding; b. een transportorgaan (ganen) voor het in axiale richting voortbewegen van de vorm; c. middelen voor het toevoeren van een opstijvende bewegelijke samenstelling aan de vormruimte in de vorm; d. middelen voor het koelen van de samenstelling in de vorm zodat deze opstijft; en e. middelen voor het verwijderen van de opgestijfde samenstelling uit de vormruimte.

Bij voorkeur omvatten de transportorganen een transporteur met een band zonder einde die de vorm ondersteunt en wordt aangedreven door één of meer dwars op de band lopende rollen; het koelorgaan omvat één of meer koeltunnels waar de vorm doorheen kan gaan; en het opgestijfde materiaal wordt tenminste ten dele uit de vormruimte verwijderd door de vorm een gebogen baan om een dwars-staande rol te laten afleggen.

De inrichting en de werkwijze volgens de uitvinding voorzien in een eenvoudige mogelijkheid waarmee een opstijvende voedingsmiddelsamenstelling vormgegeven kan worden als een continue lengte van materiaal en gemakkelijk kan worden toegevoerd aan daaropvolgende behandelingsbe-werkingen. Omdat de vorm gemakkelijk kan worden gemodifi ceerd door toevoegen of verwijderen van stroken van de vorm om de breedte ervan te wijzigen of kan worden uitgewisseld met alternatief uitgevoerde vormen, geeft de inrichting volgens de uitvinding aan degene die de vormgevingsbehande-ling uitvoert de nodige flexibiliteit wat betreft de reeks van produkten die hij kan maken. Omdat de werkwijze volgens de uitvinding continu kan worden uitgevoerd met weinig of geen tussentijdse bewerkingen van de samenstelling tijdens of na het vormgeven, leent de werkwijze volgens de uitvinding zich gemakkelijk voor automatiseren, waardoor één van de belangrijkste problemen van werkwijzen voor het met de hand, ladingsgewijze vormgeven wat tot nu toe noodzakelijk werd geacht voor de vervaardiging van dit type voedingsmiddelen, wordt overwonnen.

De werkwijze volgens de uitvinding wordt toegelicht aan de vervaardiging van een gelatinesamenstelling met een vruchtensmaak, die een viscositeit van 60 Redwood-seconden bij 75°C heeft, gemeten met een Redwoodviscosime- -ter met een mondstuk van 1/4 inch. Die samenstelling werd in gesmolten vorm bij een temperatuur van 60°C in een vorm van siliconenrubber gebracht die met een lineaire trans-portsnelheid van 0,1 meter per minuut langs het afgifte-mondstuk van het vulstation werd gevoerd. De vormruimte had een halfcirkelvormige dwarsdoorsnede met een inwendige straal van 2,5 cm en een gemiddelde wanddikte van 1-2 cm.

De gevulde vorm werd door een koeltunnel gevoerd waar lucht met een temperatuur van meer dan 8°C over de vorm werd geblazen. Hierdoor werd de gelatine (achtige massa) in ongeveer 6 minuten afgekoeld tot beneden het opstijfpunt. Verder afkoelen van het materiaal ging voort als de gevulde vorm door de koeltunnel werd getransporteerd waarbij de gel gelegenheid kreeg een nagenoeg door en door gelijkmatige structuur te ontwikkelen tijdens de verblijftijd van ongeveer 26 minuten in de koeltunnel. Het opgestijfde materiaal werd bij de omgevingstemperatuur gelost en de totale koelsnelheid die in de koeltunnel werd bereikt was ongeveer l,5°C/min.

De vorm die de opgestijfde gelatineachtige massa bevatte werd om de afneemrol 16 geleid die maakte dat de opgestijfde gelatineachtige massa losliet uit de vorm-ruimte. De vorm werd ook ondersteboven gekeerd terwijl hij om de rol heen liep zodat de opgestijfde gelatineachtige massa met een vlak oppervlak naar beneden gekeerd op een tweede transportband viel die dit materiaal door twee omhullingsstations heenvoerde waar een laag van witte suiker als een op smaak gebracht huidje en vervolgens een geel of oranje gekleurde buitenlaag met de juiste smaak werden aangebracht met conventionele machines voor het aanbrengen van laagjes op het materiaal. De continue strook van een vruchtenkoekjesmassa ging daarna naar een conventionele snijmachine waar hij dwars op de lengterichting in vruchtenschijfjes werd gesneden.

Als tegenstelling werd dezelfde samenstelling toegevoerd aan een roestvaststalen vorm van 60 cm lengte en daarin onder dezelfde omstandigheden en naast de hiervoor beschreven vorm uit siliconenrubber geplaatst, door de koeltunnel werd gevoerd. De samenstelling ging door het opstijf punt heen in ongeveer 3 min en bereikte de omgevingstemperatuur bij een totale gemiddelde koelsnelheid van l,7°C/min, wat niet significant sneller was dan de koelsnelheid die werd bereikt met de vorm uit siliconenrubber, zodat het gebruik van de vorm uit siliconenrubber de tijdsduur die nodig was voor het opstijven van de samenstelling niet uitzonderlijk veel langer maakte. Het gebruik van een stijve vorm vereist echter het steeds weer hanteren van de vorm tijdens de vul-, koel- en ledigingstrappen van de werkwijze, welke handelingen veel tijd vergen en gemakkelijk tot morsen van de nog niet opgestijfde samenstelling of beschadiging van de opgestijfde samenstelling leiden. Door toepassing van de stijve vorm was het niet mogelijk een continue strook van opgestijfd materiaal te maken voor toepassing in een continue werkwijze voor het omhullen van zo'n strook materiaal.

Claims (10)

1. Werkwijze voor het vormgeven van een opstijvende voedingsmiddelsamenstel1ing, welke werkwijze omvat het toevoeren van de beweeglijke samenstelling aan een vorm (10) en laten opstijven van de samenstelling in de vorm, met het kenmerk, dat de vorm een continue, langwerpige buigzame vorm is uit een in axiale richting zich uitstrekkend buigzaam materiaal, die een aan de bovenzijde open axiale trog (11) omvat waarin de samenstelling wordt gebracht en die door middel van transportorganen langs een vulstation (1), door een opstijf zone (15) naar een los-singszone wordt gevoerd en dat de vorm die de opgestijfde samenstelling bevat om een horizontale as wordt heen geleid waardoor de vorm wordt gebogen en de samenstelling gelegenheid krijgt om los te komen uit de vorm om eruit te worden gelost.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de samenstelling een suikerhoudend voedingsmiddel is.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij de beweeglijke samenstelling aan een reeks van evenwijdige zich in axiale richting uitstrekkende in de vormen wordt toegevoerd.

4. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies waarbij de vormen op een ondersteunende transportband worden getransporteerd naar tenminste de vul- en opstijf-trappen van de werkwijze.

5. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies waarbij de opgestijfde samenstelling wordt omhuld met één of meer uitwendige lagen van een andere samenstelling.

6. Werkwijze volgens conclusie 1, in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving en het voorbeeld.

7. Buigzame vorm voor gebruik bij de werkwijze volgens conclusie 1, welke vorm een langwerpig lichaam omvat van een synthetisch polymeer met een zich in axiale richting uitstrekkende vormholte erin en één of meer axiale boringen in het polymeerlichaam om de wanddikte in de nabijheid van de boringen te verminderen zodat een vorm met een nagenoeg gelijkmatige wanddikte wordt verkregen.

8. Vorm volgens conclusie 7 waarbij tenminste één van de zijdelingse randen van de vorm is voorzien van organen waardoor lange stukken van de vorm met de randen aan elkaar kunnen worden verbonden.

9. Inrichting voor het vormen van continue stroken van een opstijvende voedingsmiddelsamenstelling, welke inrichting omvat: a. een continue langwerpige buigzame vorm met één of meer axiale vormholten die een opening hebben in het bovenoppervlak; b. een transportorgaan voor het in axiale richting voortbewegen van de vorm; c. middelen voor het toevoeren van een opstijvende beweeglijke voedingsmiddelsamenstelling aan de vormholte (n) in de vorm; d. middelen voor het koelen van de samenstelling in de vorm om deze daar op te doen opstijven; en e. middelen voor het verwijderen van de opgestijfde samenstelling uit de vorm, welke middelen tenminste ten dele worden gevormd door een rol die dwars op de trans-portorganen is georiënteerd, waardoor de vorm een gebogen baan om die dwarsgeplaatste rol moet afleggen.

10. Inrichting volgens conclusie 9 waarbij het transportorgaan een transportband zonder einde omvat die de vorm ondersteunt en wordt aangedreven door één of meer dwars op de band geplaatste rollen, de koelorganen één of meer koeltunnels omvatten waar de vorm doorheen kan gaan en de organen voor het verwijderen van het opgestijfde materiaal tenminste ten dele worden gevormd door een dwars op het transportorgaan geplaatste rol, waarbij de vormmatrijs wordt gedwongen een gebogen baan te volgen om de dwars geplaatste rol heen.