NL9200386A

NL9200386A - Inrichting en werkwijze voor het desinfecteren van een inrichting voor het beademen van patienten.

Info

Publication number: NL9200386A
Application number: NL9200386A
Authority: NL
Original assignee: Physio B V
Priority date: 1992-03-03
Filing date: 1992-03-03
Publication date: 1993-10-01
Also published as: EP0559268A1

Description

Inrichting en werkwijze voor het desinfecteren van een inrichting voor het beademen van patiënten.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting en een werkwijze voor het desinfecteren van een inrichting voor het beademen van patiënten, meer in het bijzonder van een beademings- of anesthesie-inrichting gebaseerd op een gesloten systeem.

Het desinfecteren van het leidingsysteem van een beademings-inrichting, dat wil zeggen van de gasvoerende delen van de inrichting, vindt op de huidige wijze plaats door middel van het uit elkaar nemen van de te desinfecteren delen uit de inrichting en het dompelen van die delen in een bad met een desinfecterend middel, en het vervangen van die onderdelen welke voor eenmalig gebruik zijn bestemd. Voor een volledig gesloten beademings-systeem zoals dit bekend is uit EP-A-0 281 180 is deze wijze van desinfecteren bezwaarlijk vanwege de aard van de constructie van dit beademingssysteem, welke niet toelaat dat de te desinfecteren delen daarvan op eenvoudige wijze worden losgemaakt of uitgenomen en na. desinfectie daar weer in worden aangebracht. Het desinfecteren van een gesloten beademingssysteem op de wijze zoals dit thans gebeurt is om deze reden tamelijk gecompliceerd.

De uitvinding beoogt dit bezwaar van de bekende wijze van desinfecteren te ondervangen.

De inrichting volgens de uitvinding vertoont daartoe het kenmerk, dat deze bestaat uit een, op het leidingsysteem van een gesloten beademingsinrichting aan te sluiten, gesloten leidingsysteem dat voorzien is van middelen met behulp waarvan door het leidingsysteem van de beademingsinrichting een desinfecterend middel kan worden gevoerd.

De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het desinfecteren van een beademingsinrichting met het kenmerk, dat een desinfecterend middel vanuit een op het leidingsysteem van de beademingsinrichting aangesloten gesloten leidingsysteem door het leidingsysteem van de beademingsinrichting wordt gevoerd.

De desinfecterende stoffen bevinden zich daarbij uitsluitend binnen in het leidingsysteem, zodat, in tegenstelling tot de bekende wijze van desinfecteren, de desinfecterende stoffen niet in contact met de buitenlucht komen.

Volgens een kenmerk van de uitvinding is het leidingsysteem voorzien van middelen voor het rechtstreeks iri hef leidingsysteem invoeren van een desinfecterend middel.

Deze middelen kunnen bestaan uit een vemevelaar door middel waarvan een aerosol wordt aangemaakt.

Dit aerosol kan zijn samengesteld met perazijnzuur.

In het leidingsysteem kan verder zijn opgenomen een circulatiepomp, met behulp waarvan het desinfecterend middel door het gesloten leidingsysteem via de aansluiting daarop in het leidingsysteem van de beademingsinrichting wordt gevoerd en daar wordt gecirculeerd, waarbij het desinfecterend middel via een uitgang vanuit het leidingsysteem van de beademingsinrichting in het gesloten leidingsysteem van de inrichting wordt gevoerd. Het leidingsysteem is verder voorzien van middelen met behulp waarvan het door de beademingsinrichting gecirculeerde desinfecterend middel kan worden onttrokken en geneutraliseerd. Bij gebruik van perazij nzuuraerosol kan dit plaatsvinden door middel van natrium-thiosulfaat.

Het leidingsysteem kan verder zijn voorzien van verschillende aansluitingen voor het toevoeren van andere te circuleren middelen.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de tekening van een uitvoeringsvoorbeeld.

Zoals in de tekening is weergegeven, bestaat de inrichting uit een gesloten leidingsysteem 1 met een toevoer 2 naar en in het leidingsysteem van de beademingsinrichting, en van een uitvoer 3 vanuit het leidingsysteem van de beademingsinrichting naar en in het gesloten leidingsysteem van de inrichting volgens de uitvinding. De beide leidingsystemen, dat van de inrichting volgens de uitbinding en dat van de beademingsinrichting zijn bij gebruik lekdicht met elkaar verbonden. In het leidingsysteem is opgenomen een circulatiepomp 4, met behulp waarvan het desinfecterend middel wordt gecirculeerd in de aan elkaar verbonden leidingsystemen. Het leidingsysteem is verder voorzien van een vemevelaar of verstuiver 5, in welke het desinfecterende middel wordt gevoerd en alwaar dit tot een aerosol wordt gevormd en in het leidingsysteem wordt af gegeven. Het aerosol, bijvoorbeeld perazijnzuur-aerosol wordt gevoerd in en door het leidingsysteem van de beademingsinrichting en komt terug in het gesloten leidingsysteem van de inrichting, waar het middel met behulp van bijvoorbeeld een filter 6 wordt onttrokken en geneutraliseerd, door bijvoorbeeld natriumthiosulfaat.

Na het desinfecteren kunnen door het leidingsysteem andere middelen worden gecirculeerd, voor het neutraliseren danwel mechanisch verwijderen van een zich in de leidingsystemen bevindend residu van het desinfecterend middel.

Claims

1. Inrichting voor het desinfecteren van het leidingsysteem van een beademingsinrichting voor patiënten, meer in het bijzonder van een beademingsinrichting gebaseerd op een gesloten systeem, met het kenmerk, dat deze bestaat uit een, op het leidingsysteem van een beademingsinrichting aan te. sluiten, gesloten leidingsysteem dat is voorzien van middelen met behulp waarvan een desinfecterend middel in en door het leidingsysteem van de beademingsinrichting kan worden gevoerd.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat in het leidingsysteem een circulatiepomp is opgenomen.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat middelen aanwezig zijn voor het rechtstreeks in het leidingsysteem invoeren van een desinfecterend middel.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de middelen voor het rechtstreeks in het leidingsysteem invoeren van een desinfecterend middel worden gevormd door een vemevelaar.

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze is voorzien van middelen voor het neutraliseren en onttrekken van het desinfecterend middel.

6. Werkwijze voor het desinfecteren van een beademingsinrichting, meer in het bijzonder van een beademingsinrichting gebaseerd · op een gesloten systeem, met het kenmerk, dat een desinfecterend middel door het leidingsysteem van de beademingsinrichting wordt gevoerd rechtstreeks vanuit een daarop aangesloten gesloten leidingsysteem.

7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het desinfecterend middel in de vorm van een aerosol is.

8. Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het desinfecterend middel binnenin het gesloten leidingsysteem wordt verneveld.

9. Werkwijze volgens een der conclusies 6 tot en met 8, met het kenmerk, dat het desinfecterend middel bestaat uit perazijnzuur.