NL9200067A - Werkwijze voor het vervaardigen van metalen wandelementen, gevormd uit damplanken en/of balken, elementen verkregen door toepassing van die werkwijze, en wand, gevormd uit die elementen. - Google Patents

Description

Betreft: werkwijze voor het vervaardigen van metalen wandelementen, gevormd uit damplanken en/of balken, elementen verkregen door toepassing van die werkwijze, en wand, gevormd uit die elementen, BESCHRIJVING:

De uitvinding betreft een werkwijze voor het vervaardigen van metalen wandelementen, gevormd uit vlakke of geprofileerde damplanken en/of balekn van H-vormig dwarsprofiel. Tevens betreft de uitvinding elementen verkregen met toepassing van die werkwijze, alsmede een metalen wand welke, althans ten dele gevormd is uit die elementen.

Damplanken worden gewoonlijk toegepast voor het vormen van beschoeiingswanden om water- of grondmassa's te keren, bijvoorbeeld in haven- en rivierinstallaties, wegverkeer- en spoorwegkonstrukties, ondergrondse konstrukties enzovoorts. In het algemeen zijn die damplanken met hun onderste gedeelte in de grond ingelaten, terwijl hun bovenste gedeelte de water- of gronddruk moet keren. Dergelijke wanden worden gevormd door afzonderlijke damplanken naast elkaar te plaatsen welke dan met elkaar worden verbonden met hetgeen men een koppelelementen noemt.

Er zijn verscheidene soorten damplanken, met name naar gelang van de funkties welke die damplanken moeten verrichten. Vlakke damplaten zijn in wezen bestemd om allerlei soorten van cellen te vormen. Van dergelijke damplanken wordt een goede weerstand tegen het uit elkaar losraken van de damwandsloten geeist.

Geprofileerde damplanken zijn in het algemeen bestemd om buigmomenten op te nemen. De meest gangbare profielen zijn Z- en U-profielen. Voor werken van grote afmetingen en in die gevallen dat de damplanken eventueel bestemd zijn om bovenkonstrukties te dragen gebruikt men geprofileerde damplanken of in dwarsdoorsnede H-vormige balken. Naar gelang van de momenten welke die elementen moeten opnemen kunnen die H-profielen onderling geassocieerd zijn of geassocieerd met damplanken van diverse types om verschillende compositieformules voor damwanden mogelijk te maken.

Er zijn ook verschillende soorten van koppelingsorganen.

Zo zijn bijvoorbeeld de Larssen-koppelelementen gewalste elementen in de damplanklangsranden welke in elkaar worden gestoken. De aldus gevormde koppelingen of stroken hebben in het algemeen een goede weerstand tegen het uit elkaar losraken.

Andere damwandsloten bestaan uit een insteekelement en een opneemelement welke eveneens zijn gewalst in de damplankranden. De genoemde sloten hebben echter het nadeel dat zij niet rechtstreeks kunnen worden gerealiseerd aan in dwarsdoorsnede H-vormige balken hetgeen samenhangt met de manier van walsen van dergelijke profielen. Voor die profielen heeft men tot dusverre verbindingselementen toegepast welke wel als EH-koppelorganen worden betitelt, welke afzonderlijk worden gewalst. Het gaat daarbij om in dwarsdoorsnede I-vormige profielen met rechte voet en waarvan de kop, aan weerszijden van het lijf is omgebogen naar de voet. De flenzen van de in dwarsdoorsnede H-vormige balken worden zodanig gewalst dat zij een verdikte rand hebben in semi-zwaluw-staartvormige gedaante. Twee naburige balken worden nu met elkaar verenigd door over de verdikte, naast elkaar geplaatste randen een RH-verbindingsprofiel te schuiven zodanig dat de verdikte randen van de flenzen aan weerszijden van het lijf van het verbindingsprofiel tussen de kop en de voet daarvan worden vastgehouden.

Al deze produkten, namelijk de liggers, de damplanken en de verbindingsprofielen zijn walsprodukten welke in het feitelijke wals-werk slechts aan een afwerkbehandeling worden onderworpen. Dergelijke bewerkingen zijn bestemd om de kwaliteit van de produkten te waarborgen en moeten worden doorberekend om de kostprijs van het af te leveren produkt. In dit verband levert de vervaardiging van de balken het grootste probleem, niet slechts door de wijze van walsen van de balken zelf doch door de noodzaak tot het door walsen aanbrengen van de in dwarsdoorsnede afgerond zwaluwstaartvormige randen voor het realiseren van de sloten met de verbindingsprofielen van het type RH vooral wanneer het nodig is dat dergelijke sloten een goede weerstand tegen het uit elkaar losraken moeten bieden.

Doel van de onderhavige uitvinding is nu dit nadeel te ondervangen door een nieuwe vervaardigingswerkwijze van metalen wand-elementen.

Dit overeenkomstig de uitvinding aan de orde gestelde probleem op te lossen wordt, volgens de uitvinding een werkwijze voorgesteld welke wordt gekenmerkt, doordat men vlakke damplanken vervaardigd met aan elk van de langsranden daarvan een klauwprofilering en dat balken worden gevormd van in dwarsdoorsnede H-vormige gedaante door onderling evenwijdig twee van die vlakke damplanken met behulp van een plaat zodanig aaneen te lassen dat deze laatste het lijf van de balk vormt waarvan de flenzen worden gevormd door de genoemde vlakke damplanken.

De vlakke damplanken worden meestal vervaardigd door warm-walsen. Het is echter ook mogelijk deze te vormen door het klauw-profiel langs koude weg aan te brengen uitgaande van platen. De geprofileerde damplanken kunnen op hun beurt ook worden verkregen door het langs-omzetten van de genoemde vlakke damplanken.

De klauwprofilering van de vlakke damplanken kunnen in dezelfde zin georiënteerd zijn of ook in onderling tegengestelde zin.

Door toepassing van de uitvinding is het aldus mogelijk een basismodel te vervaardigen namelijk een vlakke damplank met behulp waarvan men evenals de genoemde balken ook alle soorten geprofileerde damplanken kan formeren.

Modulaire wanden, welke kunnen worden gerealiseerd met toepassing van de elementen volgens de onderhavige uitvinding kunnen, naar gelang van de behoefte van verschillende soort en verschillende configuratie zijn. Het is mogelijk een gemengde metalen wand te realiseren gevormd uit balken welke onderling zijn verbonden door vlakke of geprofileerde damplanken. Ook is het echter mogelijk een metalen wand met holtes te vervaardigen verkregen door het wederzijds in elkaar laten grijpen van balken die zijn vervaardigd volgens de onderhavige uitvinding en al dan niet geassocieerd met vlakke, geprofileerde damplanken.

Verder is het ook mogelijk om metalen wanden te realiseren samengesteld uit geprofileerde damplanken verkregen door het omzetten van vlakke damplanken, geassocieerd met andere vlakke of geprofileerde damplanken.

Geprofileerde damplanken verkregen door het omzetten veroorloven tevens de formatie van metalen wanden in de vorm van gesloten caissons of de formatie van zigzags gewijze verlopende metalen wanden.

Verdere kenmerken en bijzonderheden volgens de uitvinding zullen nader blijken uit de hieronder volgende, gedetailleerde beschrijving van verschillende uitvoeringsvoorbeelden volgens de uitvinding onder verwijzing naar de tekening.

Figuur 1 toont de basismoduul zoals voorgesteld overeenkomstig de onderhavige uitvinding in de vorm van een vlakke damplank 20. Deze is verkregen door walsen of door het profileren in de vorm van een vlak lijf 22, geassocieerd met een tweetal klauwprofileringen 24, 26, welke zich uitstrekken langs de langsranden van dat lijf 22. De klauwprofileringen 24 en 26 kunnen slot-profileringen zijn van het Larssen-type, dat wil zeggen van U-vormige dwarsdoorsnede waarvan het buitenste been over ongeveer 45° naar het binnenste been is omgezet om een sleuf van in hoofdzaak driehoekvormige gedaante te begrenzen. Bij de voorkeursuitvoeringsvorm volgens figuur 1 zijn de beide klauwprofileringen 24 en 26 in dezelfde zin georiënteerd. Dit sluit echter niet uit, dat deze ook in tegengestelde zin georiënteerd kunnen zijn aangebracht.

Overeenkomstig een eerste uitvoeringsvorm worden de vlakke damplanken 20 gebruikt voor het vervaardigen van balken welke tot dusverre in feite niet door walsbewerkingen konden worden gerealiseerd. Daartoe worden twee identieke damplanken 22, welke onderling evenwijdig zijn geplaatst en in dezelfde zin georïenteerd zijn met behulp van een vlakke plaat aaneen gelast onder het vormen van een in dwarsdoorsnede H-vormige balk zoals weergegeven in figuur 5, waarbij van het H-profiel de flenzen worden gevormd door de damplanken 22 en het lijf door de plaat 28.

Met dergelijke balken 30 is het mogelijk door deze onderling te verbinden of door verbinding met bekende, geprofileerde damplanken modulaire wanden te vormen naar gelang van de eisen of behoefte.

Figuur 2 toont een uitvoeringsvorm waarbij twee naburige balken 30 onderling zijn verenigd door een tweetal geprofileerde damplanken 32 van op zichzelf bekende, in dwarsdoorsnede Z-vormig type. Figuur 3 laat een variant zien waarbij de in dwarsdoorsnede Z-vormige damplanken volgens figuur 2 zijn vervangen door geprofileerde damplanken 34 van U-vormig dwarsdoorsnede-type.

Bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 4 zijn de balken 30 verder uiteengeplaatst en onderling verbonden door een drietal damplanken van U-vormig type.

Opgemerkt wordt hierbij dat het bij de drie uitvoeringsvormen volgens de figuren 2, 3 en 4 ook mogelijk is» de vrije flenzen van de balken door damplanken van Z- of U-vormig type te verbinden voor het vormen van een dubbele wand met erin holtes.

Figuur 5 laat een uitvoeringsvorm zien analoog aan die volgens figuur 2 met dien verstande evenwel, dat een groep van een tweetal of drietal of meer balken eerst tot in elkaar grijpen zijn gebracht alvorens te worden verbonden met een naburige groep geprofileerde damplanken 32. Een soortgelijke uitvoeringsvorm is ook mogelijk met de configuraties volgens de figuren 3 en 4.

De configuratie volgens figuur 5 is bestemd om grote buigmomenten op te nemen of om ondersteuningsfunderingen voor een skelet of een bovenkonstruktie of -bouw te vormen. Om zeer grote krachten te kunnen opnemen kan de configuratie volgens figuur 6 worden toegepast in welke figuur het een dubbele wand met holten betreft welke uitsluitend uit balken 30 is gevormd welke gelast zijn overeenkomstig de onderhavige uitvinding en rechtstreeks tot in elkaar grijpen met elkaar zijn gebracht .

De volgende figuren tonen verschillende configuraties van een metalen wand met gebruikmaking van geprofileerde damplanken welke zijn gerealiseerd overeenkomstig een tweede uitvoeringsvorm, gebaseerd op de modulen van figuur 1. Bij deze configuraties wordt een damplank toegepast, welke is verkregen door het buigen of omzetten van een vlakke damplank 20 om de centrale langsas om een V-vormig profiel te vormen met, bij voorkeur, een openingshoek van 90° om aldus een hoekvormige damplank te realiseren.

Fig. 7 laat bij het verwijzingscijfer 36 een dergelijke hoekvormige damplank zien welke is omgezet in de richting van een opening van de klauwprofileringen naar binnen toe en geassocieerd, aan elke zijde, met een U-vormige damplank 34.

Fig. 8 toont een ten opzichte van de configuratie van fig. 7 complementaire configuratie met een damplank 38, welke zodanig is omgezet dat de klauwprofileringen daarvan buitenwaarts zijn georiënteerd en eveneens aan weerszijden tot ingrijping zijn gebracht met een U-vormige damplank.

De configuraties volgens de fig. 7 en 8 kunnen rechtstreeks met elkaar worden geassocieerd en diagonaal worden gecompleteerd door corresponderende structuren om een gesloten caisson te vormen. De dwarsdoorsnede van die caisson kan, zoals duidelijk zal zijn willekeurig worden vergroot door tussen de configuraties volgens de fig. 7 en 8 één of een aantal paren U-vormige verlengingsdamplanken toe te voegen.

De fig, 9 en 10 laten twee complementaire hoekvormige structuren zien welke naar het beeld van de fig. 7 en 8 met behulp van hoekvormige damplanken 38 zijn gerealiseerd en aan weerszijden tot ingrijping zijn gebracht met damplanken 32 van het Z-vormige type. Deze beide structuren kunnen rechtstreeks met elkander tot ingrijping worden gebracht door middel van hoekdamplanken 36 om een gesloten caisson te vormen. Na de wederzijdse ineengrijping kunnen zij ook willekeurig worden verlengd door toevoeging van aanvullende damp-planken van het Z-vormige type.

Fig. 11 laat een aanzienlijk kleinere caisson zien welke gerealiseerd kan worden door rechtstreeks met elkander tot ingrijping brengen van een tweetal paren diagonalen uit hoekdamplanken 36 en 38.

Fig. 12 laat zien, dat het ook mogelijk is om een metalen wand te vormen met een zig-zagsgewijze configuratie door uitsluitend gebruik te maken van hoekdamplanken 36 en 38 en door deze rechtstreeks met elkaar tot ingrijping te brengen door er daarbij zorg voor te dragen steeds twee damplanken van hetzelfde type opeenvolgend met elkaar tot ingrijping te brengen.

Fig. 13 laat een rechtlijnige schermwand zien welke is gerealiseerd met behulp van vlakke damplanken 20 volgens fig. 1.

Deze wand zoals die volgens fig. 12 is vooral geschikt voor het vormen van voor afdichting bestemde schermen.

De modulaire wanden zijn in het voorgaande beschreven met verwijzing naar gebruikmaking van bekende U- en Z-vormig geprofileerde damplanken. Uiteraard is het ook mogelijk die geprofileerde damplanken te realiseren, zowel wat betreft die van het Z-vormige type als die van het U-vormige type, uitgaande van een vlakke basisdamplank 20 volgens fig. 1 onder het onderwerpen daarvan aan een tweetal langs-omzetbewerkingen.

Claims (12)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van metalen wandelementen gevormd door vlakke of geprofileerde damplanken en/of balken van in dwarsdoorsnede H-vormige gedaante, met het kenmerk, dat vlakke damplanken worden gerealiseerd met aan elk van de langsranden daarvan een klauwprofilering en dat elk kan worden gerealiseerd van een H-vormige dwarsdoorsnedegedaante door twee van die vlakke damplanken onderling evenwijdig met behulp van een plaat aaneen te lassen zodanig dat de laatst genoemde plaat het lijf van de H-balk vormt en de flenzen worden gevormd door de genoemde vlakke damplanken.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat geprofileerde damplanken worden gevormd door in langs-richting omzetten van de genoemde vlakke damplanken.

3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de twee klauwprofileringen van een vlakke damplank zodanig worden gevormd dat deze in dezelfde zin georiënteerd zijn.

4. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de beide klauwprofileringen van een vlakke damplank zodanig worden gevormd, dat deze in tegengestelde zin georiënteerd zijn.

5. Balk verkregen met toepassing van de werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat die balk is gevormd uit een tweetal vlakke damplanken (20) welke zijn vastgelast aan weerszijden tegen de langsranden van een plaat (28) welke aldus het lijf van die balk (30) vormt, van welke balk de flenzen zijn gevormd door de genoemde vlakke damplanken (20).

6. Geprofileerde damplank verkregen door het in langsrichting omzetten van een vlakke damplank door toepassing van de werkwijze volgens conclusie 2.

7. Damplank volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat die damplank een in dwarsdoorsnede V-vormige gedaante met rechte hoek heeft.

8. Gemengde, metalen wand gevormd uit balken verkregen met toepassing van de werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat die balken (30) onderling zijn verenigd door tussenkomst van vlakke of geprofileerde damplanken.

9. Metalen wandholtes, verkregen door het met elkaar ineen-grijping brengen van balken volgens conclusie 5, al dan niet geassocieerd met vlakke of geprofileerde damplanken.

10. Metalen wand, gevormd door damplanken volgens conclusie 7, geassocieerd met vlakke of geprofileerde damplanken.

11. Metalen wand in caissonvormige gedaante, gevormd uit dam planken volgens conclusie 7.

12. Metalen wand met in bovenaanzicht versprongen verloop gevormd door toepassing van damplanken volgens conclusie 7.