NL9200065A - Werkwijze voor het vervaardigen van metalen wandelementen bestaande uit damplanken en/of balken, elementen vervaardigd met toepassing van deze werkwijze en wand gevormd uit die elementen. - Google Patents

Description

Betreft: werkwijze voor het vervaardigen van metalen wandelementen bestaande uit damplanken en/of balken, elementen vervaardigd met toepassing van deze werkwijze en wand gevormd uit die elementen.

BESCHRIJVING:

De uitvinding betreft een werkwijze voor het vervaardigen van metalen wandelementen, in de vorm van liggers met dwarsprofiel in de vorm van een H en bestemd om opzij aan weerszijden tot ingrijping te worden gebracht met een element van dezelfde soort of met een geprofileerde of vlakke damplank. Tevens betreft de uitvinding elementen verkregen door toepassing van die werkwijze alsmede een metalen wand, welke althans ten dele is gevormd uit die elementen.

Damplanken worden tegenwoordig gebruikt voor het realiseren van steun- of beschoeiïngswanden om water- of grondmassa’s tegen te houden, bijvoorbeeld in haven- of rivierinstallaties, wegverkeer en spoorwegverkeerskonstrukties, ondergrondse konstrukties enzovoorts. In het algemeen zijn die damplanken met hun onderste gedeelte in de grond ingebed, terwijl hun bovenste gedeelte de water- of gronddruk moet opvangen. Deze wanden worden gevormd door het naast elkaar plaatsen van afzonderlijke damplanken welke onderling worden verbonden met wat dam-wandsloten wordt genoemd, dat wil zeggen met onderling ineengrijpende klauwprofileringen.

Er zijn verschillende soorten damplanken met name naar gelang van de funkties welke die moeten verrichten. Vlakke damplanken zijn in wezen bestemd voor het vormen van allerlei soorten van cellen. Van deze damplanken wordt een goede weerstand geëist tegen het uit elkaar losraken van de sloten of klauwprofileringen.

Geprofileerde damplanken zijn in wezen bestemd om vooral buigmomenten op te nemen. De meest gangbare profielen zijn Z- en U-pro-fielen. Voor werken van grote afmetingen en wanneer damplanken zijn bestemd om eventueel naar boven op te bouwen konstrukties te dragen worden H-profielen of -balken toegepast. Naar gelang van de buigmomenten waaraan dergelijke profielen worden blootgesteld kunnen die H-profielen onderling of met damplanken van diverse soorten worden samengevoegd om verschillende compositieformules voor damwanden te kunnen realiseren.

Er zijn ook verschillende soorten klauwprofileringen of damwandsloten. Zo bestaan bijvoorbeeld de zogenaamde Larssen-sloten welke worden gevormd door elementen welke aan de langsranden van de damplanken worden gewalst en welke voor het samenvoegen van de damplanken tot in elkaar grijpen worden gebracht. De aldus gevormde damwandsloten hebben in algemeen een goede weerstand tegen het van elkaar losraken.

Andere damwandsloten omvatten een insteekelement en een opneemelement, welke eveneens aan de randen van damplanken worden aangewalst. De in het voorgaande genoemde klauwprofileringen hebben echter het nadeel dat zij niet rechtstreeks aan H-balken aangewalst kunnen worden op grond van de zich daarvoor bij het walsen voordoende moeilijkheden. Voor die balken heeft men tot dusverre verbindingselementen toegepast welke wel RH-verbindingsorganen worden genoemd, welke afzonderlijk worden gewalst. Het gaat daarbij om I-profielen met rechte voet en waarvan de zich aan de bovenzijde bevinden kop aan weerszijden van het lijf in een richting naar de voet omgezet is. De flenzen van de H-balken worden zodanig gewalst dat daaraan een verdikte rand wordt gevormd in de vorm van een afgerond zwaluwstaartprofiel. Twee naburige balken worden nu met elkaar verenigd door over hun verdikt uitgevoerde, naast elkaar geplaatste flensranden een RH-verbindingsorgaan zodanig te verschuiven, dat die verdikte flensranden aan weerszijden van het lijf tussen de kop en voet van het verbindingsorgaan worden opgenomen.

Al deze produkten, dat wil zeggen de liggers, de damplanken en de verbindingsorganen zijn produkten welke rechtstreeks door walsen worden verkregen en slechts aan een afwerkbewerking in het wals-werk zelf worden onderworpen. Het betreft bij die afwerkwerkzaamheden om de kwaliteit van de produkten te verzekeren en deze hebben uiteraard hun neerslag in de kostprijs van het af te leveren produkt. In deze kontekst levert de vervaardiging van balken het grootste probleem op niet slechts wegens het walsen van de balken zelf doch vooral voor het daaraan aanwalsen van de in dwarsdoorsnede afgerond zwaluwstaartvormige verdikte flensranden voor het tot stand brengen van de sloten tezamen met de genoemde RH-verbindingsorganen, vooral wanneer die sloten een weerstand moeten leveren tegen het uit elkaar losraken.

Doel van de onderhavige uitvinding is nu dit bezwaar op te hebben door een nieuwe vervaardigingswerkwijze voor stalen wanden, waarbij die elementen worden samengevoegd door middel van een nieuw soort dampwandslot.

Daartoe wordt overeenkomstig de uitvinding voorgesteld door walsen in dwarsdoorsnede in klauwprofiel uitgevoerde staven te vormen welke men langs de beide tegenover elkaar gelegen randen van ten minste ëën flens van elke H-balk vastlast.

Het aldus verkregen element wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van ten minste twee klauwprofileringen welke langs de langs-randen van ten minste ëën flens van de H-balk zijn vastgelast.

Die klauwprofileringen kunnen een U-vormige dwarsdoorsnede hebben waarvan ëën been binnenwaarts is omgezet in de richting naar het andere. Een dergelijke klauwprofilering kan gemakkelijk tot ingrijping worden gebracht in een klauwprofilering van hetzelfde type doch in tegengestelde richting georiënteerd. De beide klauwprofileringen van ëën zelfde balk zijn daartoe in tegengestelde zin georiënteerd.

Damwanden kunnen bestaan uit balken van het bovenbeschreven type, welke zijn geassocieerd met damplanken van geprofileerde of vlakke type voorzien van klauwprofileringen van analoge vorm doch bij het walsen aangevormd aan die damplanken.

Nadere bijzonderheden en kenmerken volgens de uitvinding zullen nader blijken uit de hieronder volgende beschrijving van de voorkeur suitvo er ingvorm waarbij wordt verwezen naar de enkele figuur van de tekening welke schematisch in dwarsdoorsnede een damwand weergeeft welke balken bevat uitgevoerd overeenkomstig de onderhavige uitvinding.

De tekening toont een tweetal identieke balken 10 van H-vormig dwarsprofiel. Elke balk 10 is aan ten minste de uiteinden van ëën van zijn flenzen voorzien van een linker klauwprofilering 12 en een rechter klauwprofilering 14, welke klauwprofileringen zich, uiteraard, over de volle balklengte uitstrekken. Overeenkomstig de onderhavige uitvinding zijn die klauwprofileringen 12, 14 vastgelast aan de balk. Bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld hebben de klauwprofileringen 12 en 14 een U-vormige dwarsdoorsnede waarvan ëën U-been enigzins binnenwaarts is omgezet. Die klauwprofileringen zijn in tegengestelde zin aan de flens van de H-balk vastgelast waarbij de ene klauwprofilering naar buiten open is terwijl de andere naar binnen toe open is zodanig dat zij gepositioneerd zijn in het verlengde van de buitenzijde van de betrokken flens en tevens een ineengrijping met een damplank in het verlengde van die buitenzijde mogelijk is.

Bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld zijn de beide balken 10 geassocieerd met twee geprofileerde damplanken 16, 18 van in dwarsdoorsnede Z-vormige gedaante voorzien van klauwprofileringen van Larssen-type 20, 22, welke tezamen sloten kunnen vormen met de klauwprofileringen 12 en 14, zoals die overeenkomstig de onderhavige uitvinding zijn voorgesteld. Het is duidelijk, dat de balken 10 ook op andere wijze dan in de tekening weergegeven kunnen worden geassocieerd met andere damplanken, hetgeen zowel geldt wat betreft het aantal tussengevoegde damplanken als ook de soort van die tussengevoegde damplanken.

Zoals is opgemerkt kunnen twee of meer balken 10 zoals weergegeven in de tekening ook rechtstreeks met elkaar worden verbonden zonder tussengevoegde damplanken. Met het oog op een dergelijke combinatie is het ook mogelijk klauwprofileringsstaven zoals de klauwprofile-ringsstaven 12 en 14 vast te lassen aan de beide randen van de tweede flens van de balk 10. Met balken die zijn voorzien van een viertal klauwprofilerings-randen kunnen ook gemengde, caisson-vormende damwan-den worden gerealiseerd door de beide buitenste flenzen welke vrij zijn te verbinden door middel van damplanken bijvoorbeeld analoog aan de beide damplanken 16 en 18.

Het dwarsprofiel van de klauwprofileringen 12 en 14 zoals in de figuur van de tekening weergegeven vormt slechts een uit-voeringsvoorbeeld. Het is duidelijk dat ook anders gevormde profileringen kunnen worden gekozen onder voorwaarde, dat deze op complementaire wijze tot ineengrijping met elkaar kunnen worden gebracht wanneer zijn, daartoe in tegengestelde zin aan dezelfde balk worden vastgelast en voorzover zij verenigbaar, dat wil zeggen compatibel zijn met de klassieke, tot dusverre gebruikelijke damwandslotprofileringen en uiteraard zover zij door walsen gemakkelijk te vervaardigen zijn.

Claims (7)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van metalen wandelemen-ten in de vorm van in dwarsdoorsnede H-vormige balken en bestemd om opzij, aan elke zijde door ineengrijping te worden verbonden met een element van hetzelfde type of met een damplank van het vlakke of geprofileerde type, met het kenmerk, dat door walsen in de dwarsdoorsnede klauwvormig geprofileerde staven worden vervaardigd welke langs de tegengestelde randen van ten minste een H-balkflens worden vastgelast.

2. Metalen wandelement gevormd door een balk van H-vormig dwarsprofiel en vervaardigd met toepassing van de werkwijze volgens conclusie 1, gekenmerkt door, ten minste twee klauwprofileringen (12, 14), welke zijn vastgelast langs de tegengestelde langsranden van ten minste één H-balkflens.

3. Element volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat klauwprofileringen (12, 14) zijn vastgelast langs de telkens tegengestelde langsranden van de beide H-balkflenzen.

4. Element volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de klauwprofileringen (12, 14) in dwarsdoorsnede van U-vormige gedaante zijn met éën U-been binnenwaarts in de richting naar het andere omgezet.

5. Element volgens ten minste ëén der conclusies 2 tot 4, met het kenmerk, dat de beide klauwprofileringen (12, 14) van éën flens van de balk (10) in onderling tegengestelde zin georiënteerd zijn.

6. Metalen wand, bevattende elementen volgens ten minste één der conclusies 2 tot 5, met het kenmerk, dat die elementen zijn samengevoegd met damplanken van het vlakke of geprofileerde type.

7. Metalen wand, uitsluitend gevormd door elementen volgens ten minste één der conclusies 2 tot 5.