NL9102133A - Vuilnisbakstelsel en afsluiting daarvoor. - Google Patents

Vuilnisbakstelsel en afsluiting daarvoor. Download PDF

Info

Publication number
NL9102133A
NL9102133A NL9102133A NL9102133A NL9102133A NL 9102133 A NL9102133 A NL 9102133A NL 9102133 A NL9102133 A NL 9102133A NL 9102133 A NL9102133 A NL 9102133A NL 9102133 A NL9102133 A NL 9102133A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
tray
edge
members
connectors
connecting members
Prior art date
Application number
NL9102133A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Rubbermaid Inc
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Rubbermaid Inc filed Critical Rubbermaid Inc
Publication of NL9102133A publication Critical patent/NL9102133A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65FGATHERING OR REMOVAL OF DOMESTIC OR LIKE REFUSE
    • B65F1/00Refuse receptacles; Accessories therefor
    • B65F1/14Other constructional features; Accessories
    • B65F1/16Lids or covers
    • B65F1/1607Lids or covers with filling openings
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65FGATHERING OR REMOVAL OF DOMESTIC OR LIKE REFUSE
    • B65F1/00Refuse receptacles; Accessories therefor
    • B65F1/0033Refuse receptacles; Accessories therefor specially adapted for segregated refuse collecting, e.g. receptacles with several compartments; Combination of receptacles
    • B65F1/0053Combination of several receptacles
    • B65F1/006Rigid receptacles stored in an enclosure or forming part of it
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65FGATHERING OR REMOVAL OF DOMESTIC OR LIKE REFUSE
    • B65F1/00Refuse receptacles; Accessories therefor
    • B65F1/0033Refuse receptacles; Accessories therefor specially adapted for segregated refuse collecting, e.g. receptacles with several compartments; Combination of receptacles
    • B65F2001/0086Means for holding receptacles together
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S220/00Receptacles
    • Y10S220/908Trash container
    • Y10S220/909Segregated

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Refuse Receptacles (AREA)
  • Rigid Containers With Two Or More Constituent Elements (AREA)

Description

BESCHRIJVING:
De uitvinding heeft betrekking op vuilnisbakken en een bijzondere afsluiting daarvoor. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een stelsel, waarin gelijke vuilnisbakken met elkaar kunnen worden gekoppelt voor het vormen van een eenheid voor de afscheiding van huishoudafval voor kringloop en soortgelijke doeleinden.
Meestal wordt in elke huishouding en kantoor gebruik gemaakt van vuilnisbakken om daarin weggeworpen afval onder te brengen. Recentelijk hebben, in hoofdzaak op basis van de wens om bepaalde typen afval aan een kringloop te onderwerpen, fabrikanten van vuilnisbakken hun aandacht gericht op het verschaffen van een type orgaan door middel waarvan het afval naar type of afmeting kan worden gescheiden. In het meest eenvoudige geval gebruiken sommige fabrikanten uitsluitend een kleurcode bij conventionele vuilnisbakken ten einde daardoor de gebruiker ertoe aan te sporen of aan te zetten bepaalde type afval in bakken met een bepaalde kleur onder te brengen.
Andere fabrikanten hebben speciaal geconfigureerde bakken ontworpen om de kringlooppoging te bevorderen. Dergelijke bakken, ofschoon deze eveneens dikwijls van kleuren zijn voorzien, worden gewoonlijk zodanig ontworpen, dat zij op elkaar kunnen worden gestapeld waardoor een vertikaal stelsel van een aantal bakken wordt verkregen. Ofschoon dergelijke konstrukties stellig aan ruimte op de bodem sparen, bestaat er wantrouwen ten aanzien van de kant van stabiliteit van sommige van deze konstrukties. Bovendien zijn de toegangsopeningen tot de gestapelde bakken niet slechts beperkt doch is het verder in het algemeen onmogelijk deze met een deksel af te sluiten.
Indien de huishoudvuilnisbak, hetzij bestemd voor kringloop hetzij niet voor kringloop, wordt voorzien van een afsluiting, is deze gewoonlijk van het type, dat, of met de hand of door een voetpedaal naar of een volledig open of een volledig gesloten positie kan worden gezwaaid. Dit vereist derhalve enige aktiviteit van de zijde van de gebruiker om de binnenzijde van de bak voor het opnemen van het afval vrij te geven.
Sommige moderne bakken zijn voorzien van deksels, die bekend staan als een zwaaibare bovenafsluiting, die normaliter de bak geheel afsluit doch welke, wanneer deze met de hand of onder invloed van het gewicht van het afval wordt geroteerd, wegzwaaid om het mogelijk te maken, dat het afval in de bak valt. Ofschoon deze afsluitingen aanvaardbare alternatieven zijn voor die, welke uitsluitend op scharnieren uit of een volledig open naar een volledig gesloten positie kunnen worden geroteerd, is de vervaardiging en montage daarvan duurder dan die bij de meeste afsluitingen voor afvalbakken en treden daarbij problemen op, doordat zij de neiging hebben om niet in een volledige afsluiting te voorzien wanneer de bak vol met afval raakt, dat wil zeggen, dat het afval de terugzwaai naar de volledig afgesloten positie belemmert.
Er bestaat derhalve niet slechts een vraag naar een speciaal stelsel van bakken voor het scheiden van afval doch er bestaat ook een steeds voortdurende vraag naar op een geschikte wijze te gebruiken afsluitingen voor afvalbakken in de huishouding.
Derhalve is een eerste oogmerk van de uitvinding het verschaffen van een vuilnisbakstelsel, door middel waarvan een willekeurig aantal van overigens relatief conventioneel geconfigureerde afvalbakken aan elkaar en op een modulaire wijze kan worden bevestigd voor het vormen van een integraal stelsel.
Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een vuilnisbakstelsel, als boven beschreven, dat zodanig stabiel is, dat de bakken indien hiertegen door de gebruiker wordt gestoten niet zullen kantelen of vallen.
Weer een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een vuilnisbakstelsel als boven beschreven, dat voorzien is van een aantal bakken, die zodanig zijn geconfigureerd, dat deze op een geschikte wijze conventionele kunststofzakken of papieren zakken, welke meer in het bijzonder worden gebruiken voor het opnemen van afval, op een geschikte wijze opnemen en op een doeltreffende wijze vast houden.
Een verder oogmerk van de uitvinding is het verschaffen van een vuilnisbakstelsel, als boven beschreven, waarbij de individuele bakken gemakkelijk binnen elkaar kunnen worden opgesteld, zonder dat deze blijven steken.
Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een vuilnisbakstelsel, als boven beschreven, dat dichtbij een wand kan worden opgesteld ten einde aan vloerruimte te besparen.
Een gerelateerd oogmerk van de uitvinding is het verschaffen van een afsluiting voor een vuilnisbak, welke afsluiting op een eenvoudige wijze op de houder kan worden aangebracht en uit open en gesloten posities kan worden gezwaaid, en toch op een eenvoudige wijze van de houder kan worden verwijderd.
Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een afsluiting, als boven beschreven, welke wanneer deze zich in de gesloten positie bevindt, nog steeds voorziet in een gedeeltelijke toegang tot de bak, welke de afsluiting afsluit.
Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een afsluiting, als boven beschreven, voorzien van integrale organen om afval op een eenvoudige wijze door het gebied met gedeeltelijke toegang te transporteren.
Weer een ander oogmerk van de uitvinding is het verschaffen van een afsluiting, als boven beschreven, waarbij een visuele toegang, via het gedeeltelijke toegangsgebied, tot het soms visueel onaangename afval wordt belet.
Volgens de uitvinding is een bak in het algemeen zodanig ontworpen, dat deze aan een soortgelijke bak kan worden bevestigd, waarbij de bak is voorzien van een voorwand, een achterwand en twee zijwanden. Al deze wanden strekken zich vanuit een bodemvlak naar boven naar een bovenste rand uit, welke rand een open bovenzijde van de bak bepaald. Er is op één van de zijwanden een eerste verbindingsstelsel aanwezig en op de andere zijwand een tweede verbindingstelsel aanwezig. Het eerste verbindingsstelsel van de houder is bestemd op met het tweede verbindingsstelsel van de soortgelijke houder samen te werken en het tweede verbindingstelsel van de houder is bestemd om samen te werken met het eerste verbindingsstelsel van de soortgelijke houder ten einde het modulaire stelsel volgens de uitvinding te vormen.
Er is een afsluiting aanwezig om de open bovenzijde van de bak af te sluiten. De afsluiting bezit een omtreksrand met daarin een in het algemeen horizontale opening. Een, vuilnis opnemend hellend deel bevindt zich onder de opening. Een kap strekt zich vanuit de rand van de afsluiting naar boven uit en bepaald een tweede opening, die zich gedeeltelijk boven de horizontale opening uitstrekt. Vuil, dat op het hellende deel wordt geplaatst, zal zich via de tweede opening in de bak bewegen.
De uitvinding zal onderstaand nader worden toegelicht onder verwijzing naar de tekening. Daarbij toont: figuur 1 een enigzins schematisch perspektivisch aanzicht van twee gelijke bakken, die een stelsel volgens de uitvinding vormen, waarbij de ene bak is afgebeeld als een bak met een afsluiting volgens de uitvinding in opengezwaaide positie, terwijl bij de andere bak de afsluiting daarvan zich in de gesloten positie bevindt; figuur 2 een gedeeltelijk vertikaal aanzicht van ëën zijde van een bak, welke met een soortgelijke bak het stelsel volgens de uitvinding vormt; figuur 3 een gedeeltelijk vertikaal aanzicht van.de zijde van de bak, tegenover die, weergegeven in figuur 2; figuur 4 een gedeeltelijk bovenaanzicht van een achterste hoek van de bak inclusief de zijde, afgebeeld in figuur 2, waarbij de afsluiting zich in een gesloten positie bevindt; figuur 5 een gedeeltelijk bovenaanzicht van een achterste hoek van de bak inclusief de in figuur 3 afgebeelde zijde, waarbij de afsluiting zich in de gesloten positie bevindt; figuur 6 een vertikale doorsnede in hoofdzaak beschouwd over de lijn VI-VI van figuur 1 waarbij de soortgelijke bak bij een wand is opgesteld.
Een bak volgens de uitvinding is in het algemeen met 10 in figuur 1 afgebeeld en is weergegeven als zijnde bevestigd aan een soortgelijke bak, die in het algemeen is aangegeven met de verwijzing 10a. De bakken 10 en 10A zijn derhalve identiek en waar overeenkomstige onderdelen van de bak 10A in de tekening zijn aangegeven en onder verwijzing naar de bak 10 worden besproken, zullen deze overeenkomstige onderdelen voor de bak 10Δ worden voorzien van dezelfde verwijzingen, gevolgd door de suffix A.
De bak 10, welke bij voorkeur uit een geschikte kunststof is gegoten, zoals de vakman wel bekend is, omvat een basisbakgedeelte, in het algemeen aangegeven met de verwijzing 11, en een afsluiting, die in het algemeen is aangegeven met de verwijzing 12. Zoals het best blijkt uit de figuren 1 en 6, omvat het basisbakgedeelte 12 zijwanden 13, 14, voorwand 15 en een achterwand 16, die zich alle in het algemeen vertikaal naar boven vanuit een bodemvlak 17Δ (niet aangegeven voor de bak 10) uitstrekken voor het vormen van een open bovenzijde 18. De open bovenzijde 18 wordt gedefinieerd door een bovenste rand, die in het algemeen met de verwijzing 19 is aangeduid en aan de bovenzijde van de wanden 13, 14, 15 en 16 is gevormd. De rand 19 omvat een in het algemeen horizontaal gedeelte 20 en een naar beneden omgezette, in het algemeen vertikale lip 21.
Zoals aangegeven in figuur 6, is het basisbakgedeelte 11 voorzien van een voetstruktuur, welke is voorzien van een voorste voet-gedeelte en achterste voetgedeelte, respektievelijk 22A en 23A (niet afgeheeld voor de bak 10), welke gedeelte zich vanuit het bodemvlak 17A naar beneden uitstrekken. De voetstruktuur kan de vorm hebben van een continue rand, welke zich uit het bodemvlak 17A naar beneden uitstrekt of kan de vorm hebben van een aantal afzonderlijke voeten. In beide gevallen verdient, om redenen, welke later zullen worden beschreven, de voorkeur, dat het achterste voetgedeelte 23A groter of langer is dan het voorste voetgedeelte 22A en wel zodanig, dat het bodemvlak 17A iets naar beneden van de achterzijde naar de voorzijde helt, zoals is aangegeven . Het basisbakgedeelte 11 heeft bij voorkeur zodanige afmetingen, dat hierin een conventionele uit kunststof bestaande afvalzak of zelfs een papieren zak met conventionele afmetingen, zoals een winkelzak, welke men dikwijls thuis aantreft, kan worden ondergebracht. Wanneer een dergelijke zak in het basisbakgedeelte 11 wordt geplaatst, zal de helling van bodemvlak 17A de ingebrachte zak naar voren naar de voorwand 15 drukken, waardoor een ongewenste ruimte, aan de bovenzijde, tussen de zak en de voorwand 15 wordt geëlimineerd, in welke ruimte de afval op een beoogde wijze zou kunnen worden ondergebracht of worden verplaatst, waardoor in het basisbakgedeelte 11 een potentieel vuile toestand zou worden geschapen.
Bij de meeste conventionele bakken zijn alle wanden daarvan iets naar buiten en naar boven vanaf de onderzijde naar de bovenzijde schuin verlopend, niet slechts voor het gemak van het gieten, doch ook voor het verschaffen van middelen waarmede een bak kan worden ondergebracht in een soortgelijke bak voor een economische verscheping of weergave. Zoals evenwel in figuur 6 is aangegeven, is het basisbakgedeelte 11 niet op een dergelijke wijze geconfigugeerd. In plaats daarvan is de achterwand 16 in wezen vertikaal en helt de voorwand 15 onder een hoek bij benadering 6°, ten minste het dubbele van de hellings-hoek bij de conventionele bakken, naar buiten. Als zodanig kan de bak 10 nog steeds worden ondergebracht in een soortgelijke bak, zoals de bak 10A, en dichterbij een wand W figuur 6, worden opgesteld, waarbij de bak daarvan slechts is gescheiden door de breedte van het gedeelte 20. Bovendien wordt door een dergelijke configuratie een samenwerking met de helling van het bodemvlak 17A de zak naar voren gedrukt, zoals boven is beschreven.
De wijze waarop de bak 10 kan worden bevestigd aan of worden verbonden met een soortgelijke bak 10A is het best aangegeven in figuur 2-5. Onder verwijzing naar figuur 2 is de zijwand 14 van elke bak voorzien van een verbindingsstelsel, dat een paar op een afstand van elkaar gelegen buitenste ribben 24 omvat, die zich vanuit de rand 19 bij de achterwand 16 naar beneden uitstrekken, en een soortgelijk paar op een afstand van elkaar gelegen buitenste ribben 25, die zich vanuit de rand 19 bij de voorwand 15 naar beneden uitstrekken. Elke ribbe 24 is voorzien van een naar binnen gerichte grendelkraal 26, die zich bij het buitenste uiteinde daarvan (figuur 4) bevindt, welke kralen zich lateraal naar elkaar uitstrekken (figuur 2). Als zodanig zijn de kralen 26 naar elkaar gekeerd en reduceren zij op een doeltreffende wijze de afstand tussen de ribben 24 daar ter plaatse. Elke ribbe 25 is tevens voorzien van een naar binnen gerichte grendelkraal 27, die bij het buitenste uiteinde daarvan aanwezig is en welke kralen zich lateraal naar elkaar uitstrekken. Als zodanig reduceren de kralen 27 op een doeltreffende wijze de afstand tussen de ribben 25 daar ter plaatse. Een in het algemeen horizontale afstandsrand 28, die in het algemeen evenwijdig is aan en onder de rand 20 is gelegen, strekt zich tussen de bovenzijde van de ribben 24 uit en een soortgelijke afstandsrand 29 strekt zich tussen de bovenzijde van de ribben 25 uit.
Onder verwijzing naar figuur 3, is de andere zijwand 13 van elke bak voorzien van een verbindingsstelsel, dat een paar op een afstand van elkaar gelegen naar binnen gerichte ribben 30 omvat, die zich vanuit de rand 19 bij de achterwand 16 naar beneden uitstrekken, en een soortgelijk paar van op een afstand van elkaar gelegen aan de binnenzijde aanwezige ribben 31, die zich vanuit de rand 19 bij de voorwand 15 naar beneden uitstrekken. Zoals later meer gedetailleerd zal worden beschreven, is de ruimte tussen de buitenste ribben 24 en de afstand tussen de buitenste ribben 25 groter dan de uitwendige afstand tussen de ribben 30 en de uitwendige afstand tussen de ribben 31, zodat de ribben 30 van een bak 10 zullen passen in en tussen de ribben 24 van een soortgelijke bak, zoals de bak 10A en zodanig, dat de ribben 31 van een bak 10 zullen passen in en tussen de ribben 25 van een soortgelijke bak, zoals de bak 10A.
Elke ribbe 30 is voorzien van een buitenste grendelkraal 32, die zich bij het buitenste uiteinde daarvan bevindt (figuur 5) waarbij deze kralen zich lateraal uit elkaar uitstrekken (figuur 3).
Als zodanig vergroten de kralen 32 op een doeltreffende wijze de afstand tussen de buitenafmeting van de ribben 30 daar ter plaatse. Elke ribbe 31 is eveneens voorzien van een buitenste grendelkraal 33, die zich bij het buitenste uiteinde daarvan bevindt en welke kralen zich lateraal uit elkaar uitstrekken. Als zodanig vergroten de kralen 33 op een doeltreffende wijze de afstand tussen de buitenafmeting van de ribben 31 daar ter plaatse. Een in het algemeen horizontale afstandsrand 34, die in het algemeen evenwijdig is aan en onder de rand 20 is gelegen, strekt zich tussen de bovenzijde van de ribben 30 uit en een soortgelijke afstandsrand 35 strekt zich tussen de bovenzijde van de ribben 31 uit.
Zoals aangegeven in de figuren 2-5 is de inwendige of laterale afstand tussen de kralen 26 en de inwendige of laterale afstand tussen de kralen 27 iets kleiner dan de lateraal buitenste af- meting tussen de kralen 32 en de lateraal buitenste afmeting tussen de kralen 34, waardoor tussen de kralen 26 van een bak 10 met de kralen 32 van een soortgelijke bak, zoals de bak 10A een geringe laterale in-teferentie ontstaat, evenals tussen de kralen 27 van een bak 10 en de kralen 33 van een soortgelijke bak, zoals de bak 10A. Als zodanig kan wanneer het gewenst is een stelsel van bakken te verschaffen, een bak 10 met de zijwand 14 daarvan bij de zijwand 13A van een soortgelijke bak 10A worden opgesteld, en de bakken kunnen met de hand naar elkaar worden bewogen en door een snapwerking met elkaar worden verbonden door de geringe inteferentie van de respektieve kralen te overwinnen, één en ander zodanig, dat de kralen 26 van de bak 10 samenwerken met de kralen 32 van de overeenkomstige bak en de kralen 27 van de bak 10 samenwerken met de kralen 33 van de overeenkomstige bak. Natuurlijk worden op dit moment de ribben 30 van de overeenkomstige bak opgenomen tussen de ribben 24 van de bak 10 en worden de ribben 31 van de overeenkomstige bak opgenomen tussen de ribben 25 van de bak 10. Als zodanig kan een modulair stelsel van evenveel bakken als gewenst is door de gebruiker, op een eenvoudige wijze door de gebruiker worden opgebouwd.
Om de gebruiker bij het tot stand brengen van de verbinding visueel en tactieel te ondersteunen, is het gedeelte 20 van de rand 19 zoals bij 36, bij de vier plaatsen van de ribben 24, 25, 30 en 31 onderbroken of van holten voorzien. Bij elke holte 36 is het gedeelte 20 voorzien van een geribt vlak 37, dat, als aangegeven in figuur 1, zich in een gebogen uitsnijding 38 aan de binnenzijde van de zijwanden 13 en 14 naar beneden uitstrekt. Hierdoor kan de gebruiker op een eenvoudige wijze de ribben 24, 25, 30 en 31 gemakkelijk visueel lokaliseren terwijl tevens wordt voorzien in een vastgrijpgebied voor de duim en de vingers om de twee bakken onder een snapwerking met elkaar te verbinden. Natuurlijk kunnen zij, wanneer het gewenst is de bakken te demonteren, even gemakkelijk uiteen getrokken worden als dat zij met elkaar werden verbonden. Bovendien kunnen, zoals eerder beschreven, ondanks het feit, dat de achterwand 16 in het algemeen vertikaal verloopt, overeenkomstige bakken op een eenvoudige wijze in de bak 10 worden ondergebracht en, wanneer dit het geval is, werken de onderzijden van de ribben 24, 25, 30 en 31 samen met het gedeelte 20 van de bak, welke zich daaronder bevindt ten einde een wigwerking van êén bak in een andere bak te vermijden.
Ofschoon de zojuist beschreven bak 10 kan worden gebruikt zonder een afsluiting of met een conventionele afsluiting, verdient de afgebeelde afsluiting 12 de voorkeur om bij het stelsel te worden toegepast. De afsluiting 12 is voorzien van een (in bovenaanzicht) U-vormige voorste omtreksrand, die in het algemeen is aangegeven met de verwijzing 40, en welke een in het algemeen horizontale rand 41 en een naar beneden omgekeerd 42 omvat. Zoals aangegeven in figuur 6, rust bij een positionering op het basisbakgedeelte 11, de rand 41 op het deel 20 en omgeeft het afhangende deel 42 de lip 21. Bij een positionering op het basisbakgedeelte 11 strekt de rand 40 zich in omtreksrichting om het voorvlak 15 en langs een gedeelte van de zijwanden 13 en 14 daarvan uit, en eindigt deze op een plaats juist boven het begin van de achterste holten 36 in de rand 19, zoals het best blijkt de figuren 4 en 5.
De rest van de rand van de afsluiting aan de achterzijde van de afsluiting 12 wordt bepaald door een (in bovenaanzicht) U-vormige rand of omtreksrand 43, welke zich bij de achterwand 16 bevindt. De benen 44 van de rand 43 verlopen evenwijdig en zijn integraal gevormd met de rand 41 waar deze zich langs de zijwanden 13 en 14 van het basisbakgedeelte 11 uitstrekt. Zoals aangegeven in figuur 4 en 5, strekken penvormige steunarmen 45, waaraan door stroken 46 onder de afsluiting 12 een konstruktieve vastheid is gegeven (figuur 1) zich naar achteren uit de rand 41 en lateraal naar buiten uit de takken 44 uit.
Elke steun 45 ondersteunt een pen 47 en de pennen 47 worden opgenomen in houders 48, die in de holte 36 van het deel 20 van het basisbakgedeelte 11 zijn gevormd. Als zodanig wordt de afsluiting 12 op het basisbakgedeelte 11 verplaatst door de pennen 47 in de houders 48 in te brengen. De afsluiting 12 kan dan op een scharnierwijze worden geroteerd ten einde de bak 10 te openen, als aangegeven in figuur 1, waarbij de pennen 47 in de houders 48 roteren. In de gesloten toestand en wanneer de bak 10 aan een soortgelijke bak 10A is bevestigd, zoals eerder is beschreven, is er voor de naast elkaar gelegen afhangende gedeelten 42, 42A van de bakken ruimte in verband met de speling, welke wordt verschaft door de naast elkaar gelegen afstandsranden 28, 34 en 29, 35.
Derhalve kunnen de afsluitingen 12, 12A vrij worden geopend en gesloten zonder storing door een naast gelegen afsluiting.
Zoals misschien het gemakkelijkst kan worden waargenomen uit figuur 6 is in het horizontale vlak, bepaald door de U-vormige rand 43 een opening 49A (niet aangegeven bij de afsluiting 12) gevormd, welke opening 49A derhalve binnen de grenzen van de U-configuratie van de rand 43 is gelegen. Een afvalopnemend hellend deel 50 bevindt direkt onder de opening 49A en strekt zich vanuit de achterzijde van de rand 43 onder een hoek bij benadering 45° naar beneden uit. Het hellende deel 50 eindigt in het algemeen in het midden van de afsluiting 12 en wanneer de afsluiting 12 op het basisbakgedeelte 11 wordt geplaatst, ligt de onderzijde van het hellende deel 50 onder de rand 19 en de open bovenzijde 18 van het basisbakgedeelte 11. De in het algemeen vertikale zijwanden 51 strekken zich vanuit de zijden van het hellende deel 50 naar boven naar de takken 44 van de rand 43 uit en bepalen met het hellende deel 50 een afvalopnemende goot. Afval, dat op het hellende deel 50 wordt geplaatst, zal zich langs dit hellende deel 50 binnen de grenzen van de zijwanden 51 bewegen en via een opening 52 naar het basisbakgedeelte 11 worden gevoerd. De bovengrens van de opening 52, welke ligt in een vlak, dat bij benadering 90° maakt met het hellende deel 50, ligt vertikaal hoger dan de opening 49A en wordt bepaald door een gebogen kap 53, welke zich vanuit de opening 52 naar beneden naar de rand 41 uitstrekt. Omdat de opening 52 naar het eind van de afsluiting met de pennen 47 is gekeerd en derhalve naar de wand W bij de voorkeurspositionering van de bak 10 is gekeerd, ziet de gebruiker geen onogenlijk afval gezien de aanwezigheid van de kap 53.
Het is derhalve duidelijk, dat de afsluiting 12 op één van drie wijzen kan worden gebruikt voor het verkrijgen van toegang tot de inhoud van het basisbakgedeelte 11. In de eerste plaats kunnen de pennen 47 uit de houders 48 worden verwijderd om een totale toegang tot het basisbakgedeelte 11 te verkrijgen hetgeen bijvoorbeeld gemakkelijk is wanneer een afvalopzamelzak wordt ingebracht of een volle zak daaruit wordt verwijderd. In de tweede plaats kan wanneer de pennen 47 zich in de houders 48 bevinden, de afsluiting 12 naar de open positie worden gezwaaid, zoals ten aanzien van de bak 10 in figuur 1 is aangegeven, hetgeen bijvoorbeeld van nut kan zijn wanneer men grote stukken afval in het basisbakgedeelte 11 wenst in te brengen. Tenslotte kunnen wanneer de afsluiting 12 is gesloten, zoals voor de bak 10A in figuur 1 is aangegeven, kleinere stukken afval op het hellende deel 50 worden geplaatst om, zoals eerder is beschreven, naar het basisbakgedeelte 11 te worden afgevoerd.
Het is derhalve duidelijk, dat de afsluiting en het afval-bakstelsel, dat hier is beschreven, voldoet aan de oogmerken van de uitvinding en een verbetering op dit terrein vormt.

Claims (29)

1. Bak, bestemd om te worden bevestigd aan een soortgelijke bak, voorzien van een voorwand, een achterwand en twee zijwanden, die zich vanuit een bodemvlak naar boven uitstrekken met een bovenrand, welke een open bovenzijde bepaald gekenmerkt door eerste bevestigings-organen op één zijwand en tweede bevestigingsorganen op de andere zijwand, waarbij de eerste verbindingsorganen bestemd zijn om samen te werken met de tweede verbindingsorganen van de soortgelijke bak en de tweede verbindingsorganen bestemd zijn om samen te werken met de eerste verbindingsorganen van de soortgelijke bak.
2. Bak volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de eerste verbindingsorganen zijn voorzien van op een afstand van elkaar gelegen kraalonderdelen en de tweede verbindingsorganen zijn voorzien van op een afstand van elkaar gelegen kraalonderdelen, waarbij de kraalonderdelen van de eerste verbindingsorganen bestemd zijn om samen te werken met de kraalonderdelen van de tweede verbindingsorganen van de soortgelijke bak en de kraalonderdelen van de tweede verbindingsinrichting bestemd zijn om samen te werken met de kraalonderdelen van de eerste verbindingsorganen van de soortgelijke bak.
3. Bak volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de eerste verbindingsorganen zijn voorzien van op een afstand van elkaar gelegen ribonderdelen, die zich in het algemeen naar beneden vanuit een punt bij de bovenrand uitstrekken en de kraalonderdelen van de eerste verbindingsorganen voeren, en de tweede verbindingsorganen zijn voorzien van op een afstand van elkaar gelegen ribonderdelen, die zich in het algemeen naar beneden uit een punt bij de bovenrand uitstrekken en de kraalonderdelen van de tweede verbindingsorganen voeren.
4. Bak volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de achterwand in het algemeen vertikaal verloopt en de voorwand vanuit het bodemvlak naar buiten naar de bovenrand is afgeschuind, zodat de bak in de soortgelijke bak kan worden ondergebracht, waarbij de op een afstand van elkaar gelegen ribonderdelen van de eerste verbindingsorganen en de op een afstand van elkaar gelegen ribonderdelen van de tweede verbindingsorganen samenwerken met de bovenrand van de soortgelijke bak wanneer de bak in de soortgelijke bak wordt ingebracht.
5. Bak volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de ribonderdelen van de eerste verbindingsorganen lateraal op een grotere afstand zijn gelegen dan de laterale afstand van de ribonderdelen van de tweede verbindingsorganen zodat de ribonderdelen van de tweede verbindingsorganen worden opgenomen tussen de ribonderdelen van de eerste verbindingsorganen van de soortgelijke bak en de ribonderdelen van de eerste verbindingsorganen de ribonderdelen van de tweede verbindingsorganen van de soortgelijke bak daartussen opnemen.
6. Bak volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de kraal-onderdelen van de eerste verbindingsorganen zich uit de ribonderdelen van de eerste verbindingsorganen lateraal naar elkaar uitstrekken en de kraalonderdelen van de tweede verbindingsorganen zich uit de ribonderdelen van de tweede verbindingsorganen lateraal uit elkaar uitstrekken, zodat de kraalonderdelen van de eerste verbindingsorganen met de kraal onderdelen van de tweede verbindingsorganen van de soortgelijke bak intefereren en de kraalonderdelen van de tweede verbindingsorganen met de kraalonderdelen van de eerste verbindingsorganen van de overeenkomstige bak intefereren wanneer de bak aan de soortgelijke bak wordt bevestigd, welke inteferentie wordt overwonnen om de bak aan de soortgelijke bak te bevestigen.
7. Bak volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat twee eerste verbindingsorganen aanwezig zijn, één bij de voorwand en één bij de achterwand; en twee tweede verbindingorganen aanwezig zijn, één bij de voorwand en één bij de achterwand.
8. Bak volgens conclusie 6, gekenmerkt door een randonder-deel boven de eerste verbindingsorganen en een randonderdeel boven de tweede verbindingsorganen, waarbij de randonderdelen van de eerste verbindingsorganen en de tweede verbindingsorganen samen werken met de randonderdelen van de tweede verbindingsorganen respektievelijk de eerste verbindingsorganen van de soortgelijke bak ten einde de bak op een afstand van de soortgelijke bak te houden wanneer de bakken aan elkaar worden bevestigd.
9. Bak volgens conclusie 8, gekenmerkt door een afsluiting voor het afsluiten van de open bovenzijde, welke afsluiting is voorzien van een naar beneden omgezet afhangend deel, waarbij dit omgezette afhangende deel van de afsluiting en het omgezette afhangende deel van de afsluiting van de soortgelijke bak wordt opgenomen in de ruimte tussen de bakken, gevormd door het randonderdeel van de bak en het randonder-deel van de soortgelijke bak.
10. Bak volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bovenrand een onderbroken gebied boven de eerste verbindingsorganen en een onderbroken gebied boven de tweede verbindingsorganen bezit, waarbij in de onderbroken gebieden van de bovenrand een geribt oppervlak is gevormd om de plaats van de eerste en tweede verbindingsorganen te identificeren.
11. Bak volgens conclusie 1, gekenmerkt door een voetonder-deel voorzien van een achterste voetgedeelte bij het bodemvlak in de nabijheid van de achterwand, en een voorste voetgedeelte bij het bodemvlak in de nabijheid van de voorwand, waarbij het achterste voetgedeelte langer is dan het voorste voetgedeelte, zodat het bodemvlak vanuit de achterwand naar de voorwand naar beneden helt.
12. Bak volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de achterwand in het algemeen vertikaal verloopt en de voorwand vanuit het bodemvlak naar de bovenrand naar buiten schuin verloopt.
13. Bak volgens conclusie 1, gekenmerkt door organen om de open bovenzijde af te dekken.
14. Bak volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de organen voor het afdekken zijn voorzien van een omtreksrand, een in het algemeen horizontale opening in deze rand, een hellend deel, dat onder deze opening is gelegen, een kap, welke zich vanuit de rand naar boven uitstrekt en een tweede opening bepaald, die zich gedeelte vertikaal boven de horizontale opening uitstrekt één en ander zodanig, dat artikelen, die door de horizontale opening worden gevoerd en op het hellende deel worden geplaatst, zich via de tweede opening in de bak zullen bewegen.
15. Bak volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat het hellende deel vanuit de omtreksrand naar beneden helt naar een plaats onder de open bovenzijde.
16. Bak volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat het vlak van het hellende deel bij benadering een hoek van 90° met het vlak van de tweede opening insluit.
17. Bak volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de tweede opening naar de achterwand is gekeerd.
18. Bak volgens conclusie 14, verder voorzien van houderor-ganen, die in de bovenrand bij de achterwand zijn gelegen, en penorganen, welke door de omtreksrand van de organen voor het afdekken worden ondersteunt, waarbij de houderorganen bestemd zijn om zodanig met de penorganen samen te werken, dat de organen voor het afdekken op de penorganen ten opzichte van de houderorganen kunnen worden geroteerd.
19. Bak volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de tweede opening dichterbij de voorwand dan de penorganen is gelegen.
20. Bak volgens conclusie 14, gekenmerkt door een randonder-deel boven de eerste verbindingsorganen, een randonderdeel boven de tweede verbindingsorganen, waarbij de randonderdelen van de eerste verbindingsorganen en de tweede verbindingorganen samen werken met de randonderdelen van de tweede verbindingsorganen respektievelijk de eerste verbindingsorganen van de soortgelijke bak ten einde de bakken ten opzichte van de soortgelijke bakken te scheiden wanneer de bakken aan elkaar worden bevestigd, en de omtrekrand van de organen voor het afdekken zijn voorzien van een naar beneden omgezet afhangend deel, waarbij het naar beneden omgezette afhangende deel van de organen voor het afdekken en het naar beneden omgezette afhangende deel van de organen voor het afdekken van de soortgelijke bak worden opgenomen in de ruimte tussen de bakken, gevormd door het randonderdeel van de bak en het randonderdeel van de soortgelijke bak.
21. Inrichting bestemd om het bovenste open gedeelte van een bak af te dekken gekenmerkt door een omtreksrand, een in het algemeen horizontale opening in deze rand, een hellend deel, dat zich onder deze opening bevindt, en een kap, die zich vanuit de rand naar boven uitstrekt en een tweede opening bepaald, die zich gedeeltelijk vertikaal boven de horizontale opening uitstrekt, éën en ander zodanig, dat artikelen, die via de horizontale opening worden ingebracht en op het hellende deel worden geplaatst, zich via de tweede opening in de bak zullen bewegen.
22. Inrichting volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat het hellende deel vanuit de omtreksrand naar beneden helt naar een plaats onder de bovenste open bovenzijde van de bak.
23. Inrichting volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat het vlak van het hellende deel een hoek van bij benadering 90° insluit met het vlak van de tweede opening.
24. Inrichting volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de bovenste open bovenzijde van de bak wordt bepaald door een rand aan de bovenzijde van de voorwand, twee zijwanden en een achterwand en de omtreksrand is voorzien van een eerste U-vormige rand, die op de rand van de bak langs de voorwand en een gedeelte van de zijwanden kan worden geplaatst, waarbij de kap zich vanuit deze U-vormige rand naar boven uitstrekt.
25. Inrichting volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat de omtreksrand is voorzien van een tweede U-vormige rand bij de achterwand van de bak, welke zich langs een gedeelte van de zijwanden uitstrekt om zich met de eerste U-vormige rand te verenigen, waarbij de in het algemeen horizontale opening binnen deze tweede.U-vormige rand is gelegen.
26. Inrichting volgens conclusie 25, met het kenmerk, dat de tweede opening naar de achterwand van de bak is gekeerd.
27. Inrichting volgens conclusie 25, met het kenmerk, dat in de rand van de bak boven de zijwanden in de nabijheid van de achterwand van de bak houders zijn gevormd en de inrichting verder is voorzien van penonderdelen, die zich vanuit de tweede U-vormige rand naar buiten uitstrekken, welke penonderdelen bestemd zijn om in de houders te worden opgenomen.
28. Inrichting volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat de penonderdelen zich bevinden tussen de tweede opening en de achterwand van de bak.
29. Inrichting volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de bovenste open bovenzijde van de bak wordt bepaald door een rand aan de bovenzijde van een voorwand, twee zijwanden en de achterwand, waarbij de bak is voorzien van organen om een zijwand met de zijwand van een overeenkomstige bak te verbinden en organen om de bak op een afstand van de overeenkomstige houder te houden, welke inrichting verder is voorzien van een afhangend gedeelte, dat zich vanuit de omtreksrand naar beneden uitstrekt en waarbij de lip in de ruimte tussen de bak en de soortgelijke bak wordt opgenomen. *
NL9102133A 1991-01-03 1991-12-19 Vuilnisbakstelsel en afsluiting daarvoor. NL9102133A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US07/637,295 US5129535A (en) 1991-01-03 1991-01-03 Trash container system and cover thereof
US63729591 1991-01-03

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9102133A true NL9102133A (nl) 1992-08-03

Family

ID=24555333

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9102133A NL9102133A (nl) 1991-01-03 1991-12-19 Vuilnisbakstelsel en afsluiting daarvoor.

Country Status (18)

Country Link
US (1) US5129535A (nl)
JP (1) JPH04303301A (nl)
AU (1) AU643169B2 (nl)
BR (1) BR9105631A (nl)
CA (1) CA2058749A1 (nl)
DE (1) DE4200034A1 (nl)
DK (1) DK207691A (nl)
ES (1) ES2051190B1 (nl)
FI (1) FI920013A (nl)
FR (1) FR2671327A1 (nl)
GB (1) GB2252232B (nl)
IE (1) IE914245A1 (nl)
LU (1) LU88048A1 (nl)
MX (1) MX9301602A (nl)
NL (1) NL9102133A (nl)
NO (1) NO915110L (nl)
PT (1) PT8418U (nl)
SE (1) SE9103711L (nl)

Families Citing this family (25)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2279551A (en) * 1993-07-05 1995-01-11 Orysia Charij A recyclable waste receptacle
US5356027A (en) * 1993-07-23 1994-10-18 Rubbermaid Incorporated Pivoting lid attachment for refuse container
AUPM866394A0 (en) * 1994-10-07 1994-11-03 Upmarket Force Pty Ltd Improved waste bin
US5802693A (en) * 1995-03-10 1998-09-08 Compagnie Plastic Omnium Method of fabricating a refuse container
US5704625A (en) * 1996-02-02 1998-01-06 Rubbermaid Commercial Products Inc. Trash container carrier
USD381161S (en) * 1996-02-20 1997-07-15 Rubbermaid Incorporated Lid for refuse container
US5673811A (en) * 1996-03-04 1997-10-07 Contico International, Inc. Food bin assembly
USD381162S (en) * 1996-04-17 1997-07-15 Rubbermaid Incorporated Refuse container lid
USD387530S (en) * 1996-04-26 1997-12-09 Rubbermaid Incorporated Receptacle container
USD385559S (en) * 1996-07-15 1997-10-28 Brk Brands, Inc. Housing for a nursery monitor
DE19632996A1 (de) * 1996-08-16 1998-02-19 Rolf Schiller Müllbehälter, insbesondere Mehrkammer-Müllbehälter
US6050442A (en) * 1996-09-27 2000-04-18 Cascade Engineering, Inc. Multi-compartment containers, hinged lid and divider assemblies therefor, and hinge assemblies
USD404868S (en) * 1997-03-24 1999-01-26 Rubbermaid Incorporated Internal surface of a container lid
US5865338A (en) * 1997-03-24 1999-02-02 Rubbermaid Incorporated Method for adding strength to a container
US6019242A (en) * 1997-09-11 2000-02-01 Cascade Engineering, Inc. Multi-compartment container and lid therefor
USD407929S (en) * 1998-06-09 1999-04-13 Barbara D. Arner Interlocking drawer organizer
AU5820199A (en) 1998-09-17 2000-04-03 Libbey-Owens-Ford Co. Heat strengthened coated glass article and method for making same
US6644488B1 (en) * 2000-04-14 2003-11-11 June L. Coleman Combination gum and mint caddy
JP4574023B2 (ja) * 2001-01-26 2010-11-04 岐阜プラスチック工業株式会社 ゴミ容器及びゴミ運搬台車
US20070221234A1 (en) * 2006-03-27 2007-09-27 Beckstead Kenneth M Butt refuse receptacle
IT1400691B1 (it) * 2010-05-10 2013-06-28 Studio Life Di Luciano Fabbri Apparecchiatura per la raccolta differenziata di rifiuti
US20130277366A1 (en) * 2012-04-18 2013-10-24 Worldwise, Inc. Cat needs organizer
US9738444B1 (en) 2016-02-02 2017-08-22 Suncast Technologies, Llc Commercial grade wheeled refuse receptacle with lid
JP7289191B2 (ja) * 2018-06-29 2023-06-09 小林製薬株式会社 包装用容器
JP7227708B2 (ja) * 2018-06-29 2023-02-22 小林製薬株式会社 包装用容器

Family Cites Families (23)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2316674A (en) * 1940-05-29 1943-04-13 Air Way Electric Appl Corp Vacuum cleaner
FR1099180A (fr) * 1954-02-12 1955-08-31 Porte-suppositoires en matière plastique, formé d'éléments amovibles assemblés en chaîne et utilisable pour le moulage des suppositoires
GB846602A (en) * 1958-01-14 1960-08-31 Philip & Tacey Ltd Palettes or like liquid containers formed or provided with means for detachably interlocking one with another
DE1259068B (de) * 1962-03-20 1968-01-18 Turk & Bolte K G Mit oberem Schwenkdeckel ausgeruesteter Kasten an einer Wandplatte
US3482730A (en) * 1968-06-06 1969-12-09 Rubbermaid Inc Free swing waste receptacle cover
DE1933067C3 (de) * 1969-06-30 1978-07-13 Interroll Foerdertechnik Gmbh & Co Kg, 5679 Dhuenn Bauelement zum Herstellen von Förderbahnen für stückige Güter
US3749274A (en) * 1971-08-16 1973-07-31 Blessings Inc Receptacle with spring hinge closure
AU502876B2 (en) * 1975-09-03 1979-08-09 Pp. & D. Pty. Limited Cassette storage unit and rack
US4133445A (en) * 1977-04-05 1979-01-09 Isidore Mandelbaum Pill dispensing and storage device
AU519990B2 (en) * 1978-02-10 1982-01-07 Keith Oswald Rolfe . Container for transported goods
US4328902A (en) * 1980-11-20 1982-05-11 North Thomas M Beverage carrier
US4542930A (en) * 1984-01-06 1985-09-24 Adams Mark S Rigid tube type beverage can carrier
US4982858A (en) * 1986-02-21 1991-01-08 Holdt J W Von Container connector system
CA1280095C (en) * 1986-02-21 1991-02-12 John W. Von Holdt Container connector system
US4779728A (en) * 1986-11-24 1988-10-25 Sage Products, Inc. Sharps disposal container
US4715498A (en) * 1986-11-24 1987-12-29 Sage Products, Inc. Sharps disposal system
GB8707399D0 (en) * 1987-03-27 1987-04-29 Trondex Ltd Containers
US4886239A (en) * 1987-09-16 1989-12-12 Stimmel Stephanie J Ice cube maker
FR2631928A2 (fr) * 1987-10-27 1989-12-01 Cosmetic Production Boites pour le conditionnement ou le rangement d'objets divers
US4966298A (en) * 1988-03-25 1990-10-30 Holdt J W Von Locking container connector system
IT8983380A0 (it) * 1989-04-13 1989-04-13 San Remigio Immobiliare Contenitore ecologico per materiali inquinanti.
ES1010749Y (es) * 1989-05-09 1991-06-16 Plastic Omnium, S.A. Papelera cilindrica.
US5050755A (en) * 1990-03-28 1991-09-24 Strawder Glenn G Modular receptacles such as trash cans

Also Published As

Publication number Publication date
GB2252232A (en) 1992-08-05
SE9103711L (sv) 1992-07-04
DK207691A (da) 1992-07-04
US5129535A (en) 1992-07-14
PT8418T (pt) 1992-07-31
ES2051190R (nl) 1996-07-16
BR9105631A (pt) 1992-09-29
NO915110L (no) 1992-07-06
AU8887291A (en) 1992-07-09
DK207691D0 (da) 1991-12-30
IE914245A1 (en) 1992-07-15
GB9126125D0 (en) 1992-02-12
ES2051190B1 (es) 1997-02-16
FR2671327A1 (fr) 1992-07-10
JPH04303301A (ja) 1992-10-27
DE4200034A1 (de) 1992-07-09
SE9103711D0 (sv) 1991-12-16
MX9301602A (es) 1993-07-30
CA2058749A1 (en) 1992-07-04
AU643169B2 (en) 1993-11-04
ES2051190A2 (es) 1994-06-01
GB2252232B (en) 1995-03-22
FI920013A (fi) 1992-07-04
NO915110D0 (no) 1991-12-27
LU88048A1 (nl) 1992-07-07
FI920013A0 (fi) 1992-01-02
PT8418U (pt) 1995-05-31

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL9102133A (nl) Vuilnisbakstelsel en afsluiting daarvoor.
US5050755A (en) Modular receptacles such as trash cans
US5445397A (en) Stackable refuse container system
CA2667676C (en) Residential recycling bin
US5762231A (en) Compartmentalized container
US5366104A (en) Container with hinged lid
US5673811A (en) Food bin assembly
US5044644A (en) Mobile container system with common cover for multiple containers
CA2057220C (en) Nestable and stackable containers
US5184744A (en) Add-on compartment for trash receptacle
NL8700813A (nl) Gevouwen kartonnen doos met verzwenkbare sluitlip.
US5586677A (en) Thermoformed foldover package with easy open feature
US4940159A (en) Compartmented refuse container
CA2713332A1 (en) Dumpster
GB1574117A (en) Bin
NL9100055A (nl) Gereedschapskist met een puntdak.
US5269435A (en) Garbage pail
NL9100800A (nl) Bak voor korrelvormige substanties.
WO1991001920A2 (en) Sharps disposal container
CA2928276C (en) Container system with supportable liner
JP3422409B2 (ja) ゴミ収納具
EP0511785B1 (en) Rubbish container
JP4870879B2 (ja) ごみ箱
US4898300A (en) Molded closeable bin having a shaped hopper
JP3276576B2 (ja) 分別容器

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed