NL9102082A - Inrichting voor het gescheiden opbergen van persoonlijke eigendommen. - Google Patents

Description

Titel: Inrichting voor het gescheiden opbergen van persoonlijke eigendommen.

Beschrijving

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het gescheiden opbergen van persoonlijke eigendommen.

Dergelijke inrichtingen zijn op algemeen bekende wijze uitgevoerd als een in het algemeen in een beveiligde ruimte opgestelde safe ten behoeve van het opbergen van kostbaarheden, waardepapieren, geld e.d., of deze zijn bijvoorbeeld uitgevoerd als een in het algemeen na het inwerpen van de nodige munten vrij toegankelijke en gedurende enige tijd te gebruiken en d.m.v. een sleutel afsluitbare bagagekluis.

Door een toenemende tendens tot beveiliging en bescherming van de persoonlijke bezittingen is er een behoefte ontstaan aan een meer individuele benaderingswijze van het beveiligingsconcept, waarbij het publiek desgewenst zelfstandig voor de beveiliging zorgdraagt en daar naar wens voor een verhoudingsgewijze geringe prijs gebruik van kan maken. Te denken valt aan een veilig opbergen van bezittingen en voorwerpen, zoals bijvoorbeeld sieraden, geld- of geldswaardige papieren, in in het bijzonder openbare gelegenheden, zoals bijvoorbeeld pensions, hotels, stations, vliegvelden en dergelijke, doch ook aan het gescheiden opbergen van bijvoorbeeld bank- of giropasjes, traveller- of kascheques e.d., sleutels enzv.

De bekende inrichtingen voorzien evenwel onvoldoende in de hierboven geschetste toenemende behoefte.

De onderhavige uitvinding stelt zich ten doel om een werkwijze en een inrichting te verschaffen voor het gescheiden opbergen van persoonlijke eigendommen, waarbij op doelmatige wijze is rekening gehouden met de individuele behoeften van de gebruikers.

Daartoe bezit de inrichting overeenkomstig de uitvinding het kenmerk dat de inrichting meerdere onderling ruimtelijk van elkaar gescheiden en onafhankelijk toegankelijke opbergvakjes en daarmede gekoppelde mechanische grendel- en ontgrendelmiddelen bevat, alsmede een centrale besturingsschakeling met gegevens invoermiddelen voor de invoer van een per opbergvakje verschillende individuele beveiligingscode, met op de gegevens invoermiddelen aangesloten opslagmiddelen voor de opslag van gegevens omtrent de oorspronkelijk ingevoerde beveiligingscode per opbergvakje en met indicatiemiddelen voor het na invoeren van een correcte beveilingscode aangeven van het beschikbare opbergvak, en dat de centrale besturingsschakeling met de mechanische grendel- en ontgrendelmiddelen is gekoppeld, ten behoeve van het vrijgeven van het beschikbare opbergvak om het te openen.

De in het algemeen solide en. op vandaalbestendige wijze uitgevoerde inrichting waarborgt een veilig opbergen van de persoonlijke eigendommen in de verschillende gelegenheden, waar de inrichting is opgesteld. Bij de invoer van een correcte beveiligingscode wordt het desbetreffende geselecteerde opbergvakje ontgrendeld, is het te openen, en wordt het op te bergen voorwerp in het opbergvakje geplaatst, waarna het wordt gesloten. In principe kan de gebruiker zelfstandig op een door hem te bepalen tijdstip zijn eigendommen opbergen en weer ophalen.

In een gunstige uitvoeringsvorm bezit de inrichting overeenkomstig de uitvinding het kenmerk, dat deze een met de centrale besturingsschakeling gekoppelde weergeefinrichting bevat, voor het weergeven van instructies, commando's, weergeef- en controle gegevens.

Deze uitvoering verschaft de mogelijkheid om informatie omtrent de handleiding, de wijze van invoer van gegevens, het gebruik en de mogelijkheden van de inrichting te verschaffen.

De inrichting wordt bepaald door een breed publiek op laagdrempelige wijze toegankelijk door deze overeenkomstig de uitvinding te voorzien van een taal selectieschakeling, waarbij de op de weergeefinrichting zichtbaar te maken gegevens in een gewenste vrij te kiezen taal zijn gesteld.

In een eenvoudig te vervaardigen uitvoering is het weergeefvenster als LCD opgebouwd.

De inrichting is overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm te voorzien van een met de centrale besturingsschakeling gekoppelde geldautomaat, waardoor het vrijgeven c.q. het bedienen van de inrichting desgewenst alleen na inworp van de noodzakelijke gelden plaatsvindt.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het gescheiden opbergen van persoonlijke eigendommen, welke daardoor wordt gekenmerkt, dat aan een op een in het algemeen voor publiek toegankelijke plaats opgesteld samenstel van afzonderlijk toegankelijke opbergvakjes, beveiligingscodes worden toegekend, waarbij na invoer van een individuele beveiligingscode een acceptatiesignaal wordt opgewekt, waarna het betreffende met de ingevoerde beveiligingscode geselecteerde opbergvakje, desgewenst tijdelijk, wordt vrijgegeven voor het openen en dat na opening, en deponering van een voorwerp in het opbergvak dit wordt gesloten en alleen na een hernieuwde invoer van de esbetreffende individuele beveiligingscode opnieuw toegankelijk is.

De uitvinding zal te zamen met de verdere voordelen aan de hand van de bijgaande tekeningen nader worden toegelicht, waarbij in de verschillende tekeningen dezelfde verwijzingscijfers zijn gebruikt voor soortgelijke onderdelen. Daarbij toont:

Figuur 1 een isometrische weergave van een mogelijke uitvoeringsvorm van een inrichting overeenkomstig de uitvinding; figuur 2 een aanzicht op de inrichting van figuur 1, waarbij de frontplaat is afgenomen; en figuur 3 een blokschema ter toelichting van mogelijke uitvoeringsvormen van de inrichting overeenkomstig de uitvinding.

Figuur 1 toont een weergave van een inrichting 1, welke is voorzien van respectievelijke opbergvakjes 2-1 tot en met 2-7, waarin bij wijze van voorbeeld het opbergvakje 2-5 in geopende positie is getoond. In de getoonde uitvoering is de inrichting 1 in hoofdzaak doosvormig en wordt zij aan de voorzijde begrensd door een in principe scharnierbaar uit te voeren frontplaat 3.

In de weergave van figuur 2 is de frontplaat 3 weggelaten en ontstaat een zicht op de dan bereikbare inwendige ruimte met het binnenwerk van de inrichting 1.

Figuur 3 geeft op schematische wijze de wijze van aansluiten van de verschillende electrische schakelingen weer, waarin de centrale besturingsschakeling 4 een hoofdrol vervuld. De besturingsschakeling 4 bevat een op zich op bekende wijze te programmeren microprocessor, welke is gekoppeld met geheugen- of opslagmiddelen ten behoeve van de opslag van gegevens.

De op een matrix-achtige wijze, desgewenst in carrouselvorm, op te bouwen opbergvakjes 2, zijn gekoppeld met, desgewenst automatisch te openen mechanische grendel- en ontgrendelmiddelen 5, welke ieder afzonderlijk met de centrale besturingsschakeling 4 zijn gekoppeld. In de weergegeven uitvoering bevatten de middelen 5 afzonderlijk te bedienen schuiven 6, welke toegang verschaffen tot de onderscheiden opbergvakjes 2-1 t/m 2-7. Figuur 2 toont, dat de grendel- ontgrendelmiddelen 5, ter plaatse van de opbergvakjes 2-3 en 2-4 met de schuiven 6 mee beweegbare plaatmetalen elementen 7 bevatten, die van gaten 8 zijn voorzien, waarin na het sluiten van de schuif 6 pennen 9 vallen, die de opbergvakjes gesloten houden. De pennen 9 maken deel uit van in het algemeen op electrische wijze door de besturingsschakeling 4 te bekrachtigen electromechanische eenheden, welke op op zich bekende wijze van een relais zijn voorzien.

De inrichting 1 bevat gegevens invoermiddelen 10, welke in de weergegeven eenvoudige uitvoeringsvorm worden gevormd door druktoetsen. Opnieuw in de weergegeven uitvoeringsvorm is een gedeelte van de druktoetsen, te weten het gedeelte 10-1 van buiten af toegankelijk. Figuur 2 toont dat het gedeelte 10-2 van de druktoets eerst toegankelijk is na afname van de frontplaat 3. Desgewenst kunnen naast de druktoetsen of eventueel ter. vervanging van de druktoetsen uitleesmiddelen 11 worden toegepast, welke ertoe dienen om machnetische strips, zoals deze aanwezig zijn op de verschillende soorten pasjes en kaarten, uit te lezen en om deze uitgelezen gegevens in het geheugen van de besturingsschakeling 4 op te slaan. In een verder gelegen uitvoeringsvorm zijn de uitleesmiddelen 11 desgewenst te voorzien van electronische stemanalyse en stemherkenningsmiddelen, dan wel vingerafdrukanalyse en herkenningsapparatuur.

In de genoemde eenvoudige uitvoeringsvorm dienen de invoermiddelen 10 ertoe om nadat een geselecteerde en aan de desbetreffende cliënt bekende beveiligingscode is ingevoerd, door hernieuwde invoer van de beveiligingscode een geselecteerd en aan de desbetreffende cliënt toegewezen opbergvakje te selecteren, teneinde dit te openen en hierin het te bewaren voorwerp onder te brengen. Na het sluiten van de schuif 6 is het opbergvakje dan vergrendeld en kan dit niet door personen die onbekend zijn met de individuele beveiligingscode worden geopend. Na de eerste invoer van een individueel toegewezen beveiligingscode wordt deze code in het geheugen van de besturingsschakeling opgeslagen en indien vervolgens door een bedienaar een code wordt ingevoerd door het induwen van de betreffende druktoetsen 10-1, wordt door de besturingsschakeling 4 vergeleken of de ingevoerde code overeenstemt met de eerder opgeslagen code. Indien in overeenstemming wordt vastgesteld, wordt dit, alweer in de weergegeven uitvoeringsvorm door middel van indicatiemiddelen 12 kenbaar gemaakt, zodat de bedienaar weet, welke van de opbergvakjes, desgewenst tijdelijk, is vrijgegeven om te worden geopend. Vanzelfsprekend kunnen de indicatiemiddelen 12 desgewenst ook nabij de opbergvakjes worden aangebracht.

De inrichting 1 bevat voorts een weergeefïnrichting 13, waarop zonodig instructies kunnen worden afgebeeld met betrekking tot de wijze van bediening van de inrichting 1. Eventueel kan hierop ter controle de ingevoerde code worden zichtbaar gemaakt. In een aan de eisen van deze tijd aangepaste voorkeursuitvoeringsvorm, bezit de inrichting een taalselectieschakeling 14, met behulp waarvan de bedienaar de door hem gewenste taal kan selecteren, zodat de instructies in de gekozen taal op de weergeefïnrichting 13 zichtbaar zijn.

Figuur 3 toont schematisch een uitvoering, waarin een geldautomaat 15 met de besturingsschakeling 4 is gekoppeld, zodat eerst na de inworp van de noodzakelijke munten de instructies aan de bedienaar van de inrichting 1 kenbaar worden gemaakt. De tweede serie druktoetsen, te weten 10-2, welke eerst toegankelijk zijn na afname van de frontplaat 3, kunnen er bijvoorbeeld toe dienen om aan daartoe geautoriseerd personeel de mogelijkheid te bieden om specifiek toegewezen beveiligingscodes in te voeren. Het is evenals denkbaar dat de bedienaar van de inrichting als zodanig zelf de door hem gewenste beveiligingscode invoert.

Figuur 3 toont dat de schakeling kan worden ingericht op een wijze, waarbij de werking niet wordt onderbroken bij het wegvallen van de voedingsspanning. Daartoe is de inrichting 1 voorzien van een, in het algemeen oplaadbare, batterij 16, welke na het wegvallen van de netspanning de voeding voor schakelingen van de inrichting 1 overneemt.

De inrichting is bedoeld voor het gescheiden opbergen van persoonlijke eigendommen, waaronder ook bijvoorbeeld sleutels zijn te rekenen, welke hetzij eigendom van het hotel zelf zijn, dan wel behoren tot de bezittingen van de ter plaatse verblijvende gasten. Voorts dient gedacht te worden aan toepassing van de inrichting in bijvoorbeeld garagebedrijven, waar door de diverse klanten op verschillende tijdstippen auto's worden gebracht en gehaald, in welk geval het niet altijd zo zal zijn dat er op die tijdstippen bedienen personeel aanwezig is, en dus door anderen dan de feitelijk rechthebbenden bezit kan worden genomen van de sleutels en de auto.

Claims (11)

1. Inrichting voor het gescheiden opbergen van persoonlijke eigendommen, met het kenmerk dat de inrichting meerdere onderling ruimtelijk van elkaar gescheiden en onafhankelijk toegankelijke opbergvakjes en daarmede gekoppelde mechanische grendel- en ontgrendelmiddelen bevat, alsmede een centrale besturingsschakeling met gegevens invoermiddelen voor de invoer van een per opbergvakje verschillende individuele beveiligingscode, met op de gegevens invoermiddelen aangesloten opslagmiddelen voor de opslag van gegevens omtrent de oorspronkelijk ingevoerde beveiligingscode per opbergvakje en met indicatiemiddelen voor het na invoeren van een correcte beveilingscode aangeven van het beschikbare opbergvak, en dat de centrale besturingsschakeling met de mechanische grendel- en ontgrendelmiddelen is gekoppeld, ten behoeve van het vrijgeven van het beschikbare opbergvak om het te openen.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de inrichting een met de centrale besturingsschakeling gekoppelde weergeefïnrichting bevat voor het weergeven van instructies, commando's en invoer- en controle gegevens.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de inrichting een taalselectieschakeling bevat, waarbij de op de weergeefïnrichting zichtbaar te maken gegevens in een gewenste vrij te kiezen taal zijn gesteld.

4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk dat het weergeefvenster als LCD is opgebouwd.

5. Inrichting volgens een van de conclusies 1-4, met het kenmerk dat de inrichting een met de centrale besturingsschakeling gekoppelde geldautomaat bevat.

6. Inrichting volgens een van de conclusies 1-5, met het kenmerk dat de invoermiddelen zijn voorzien van een of meer van de volgende middelen: - druktoetsen; - uitleesmiddelen voor magnetische strips; - electronisch stemanalyse en herkenningsmiddelen; - middelen voor het analyseren en herkennen van vingerafdrukken.

7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de inrichting van buiten af te bedienen eerste druktoetsen bezit, alsmede een frontplaat bezit, die toegang verschaft tot een inwendige ruimte, waarin bedienbare tweede druktoetsen zijn geplaatst ten behoeve van de invoer van toegewezen individuele beveiligingscodes, dan wel ten behoeve van de invoer van de tijdstippen waartussen toegang kan worden genomen tot verschillende opbergvakken.

8. Inrichting volgens een van de conclusies 1-7, met het kenmerk dat de opbergvakjes zijn ondergebracht in een samenstel dat als een carrousel is opgebouwd.

9. Inrichting volgens een van de conclusie 1-8, met het kenmerk dat het mechanische ontgrendelgedeelte van de desbetreffende middelen zodanig zijn uitgevoerd dat na vrijgave het beschikbare opbergvakje automatisch opengaat.

10. Inrichting volgens een van de conclusies 1-9, met het kenmerk dat in de inrichting een batterij is geplaatst, welke is aangesloten op een schakeling, die bij een eventueel onderbreken van de voedingsspanning naar de inrichting een de onderbrekingsperiode overbruggende voedingsspanning verschaft aan de diverse schakelingen in de inrichting.

11. Werkwijze voor het gescheiden opbergen van persoonlijke eigendommen, met het kenmerk dat aan een op een in het algemeen voor publiek toegankelijke plaats opgesteld samenstel van afzonderlijk toegankelijke opbergvakjes, beveiligingscodes worden toegekend, waarbij na invoer van een individuele beveiligingscode een acceptatiesignaal wordt opgewekt, waarna het betreffende met de ingevoerde beveiligingscode geselecteerde opbergvakje, desgewenst tijdelijk, wordt vrijgegeven voor het openen en dat na opening en deponering van een voorwerp in het opbergvak dit wordt gesloten en alleen na een hernieuwde invoer van de desbetreffende individuele beveiligingscode opnieuw toegankelijk is.