NL1001297C2 - Inrichting en werkwijze voor het bewaren van goederen. - Google Patents
Inrichting en werkwijze voor het bewaren van goederen. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1001297C2 NL1001297C2 NL1001297A NL1001297A NL1001297C2 NL 1001297 C2 NL1001297 C2 NL 1001297C2 NL 1001297 A NL1001297 A NL 1001297A NL 1001297 A NL1001297 A NL 1001297A NL 1001297 C2 NL1001297 C2 NL 1001297C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- user
- storage space
- identification code
- operating
- locking
- Prior art date
Links
Classifications
-
- G—PHYSICS
- G07—CHECKING-DEVICES
- G07F—COIN-FREED OR LIKE APPARATUS
- G07F5/00—Coin-actuated mechanisms; Interlocks
- G07F5/26—Interlocks, e.g. for locking the doors of compartments other than that to be used
Landscapes
- Physics & Mathematics (AREA)
- General Physics & Mathematics (AREA)
- Lock And Its Accessories (AREA)
- Coin-Freed Apparatuses For Hiring Articles (AREA)
- Vending Machines For Individual Products (AREA)
Description
Inrichting en werkwijze voor het bewaren van goederen
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting omvattende een aantal bewaarruimten, die ieder zijn van voorzien van 5 een eigen afsluitmiddel, eigen vergrendelmiddelen voor het vergrendelen van de bewaarruimte, een bedieningselement voor het bedienen van de vergrendelmiddelen en een indicatie-element voor het weergeven van de actuele bedrijfstoestand van de bewaarruimte, welke inrichting voorts verwerkingsmiddelen en tenminste één centrale bedieningseen-10 heid voor communicatie met een gebruiker omvat, welke verwerkingsmiddelen kunnen communiceren met de vergrendelmiddelen, de bedienings-elementen, de indicatie-elementen en de tenminste ene centrale bedie-ningseenheid.
Een dergelijke inrichting is bekend uit GB-A-2.078.845. De 15 daarin beschreven inrichting bestaat uit diverse bewaarruimten die ieder met een eigen deur kunnen worden afgesloten. De inrichting is voorzien van een centrale bedieningseenheid voor communicatie met gebruikers. De centrale bedieningseenheid is voorzien van een toetsenbord en weergeefmiddelen voor het weergeven van boodschappen aan 20 gebruikers. Bovendien is daar een centrale munttoevoereenheid aanwezig, zodat een gebruiker geld voor de huur van een bewaarruimte kan betalen. Via geschikte uitvoermiddelen kan iedere gebruiker een plastic kaart met een magneetstrip worden verschaft, die hij krijgt als hij een bewaarruimte heeft gehuurd om later de deur van de ge-25 huurde bewaarruimte te kunnen openen. De sloten van de individuele bewaarruimten zijn elektrisch vergrendelbaar en ontgrendelbaar onder besturing van een centrale verwerkingseenheid, die ook met het genoemde toetsenbord, de munttoevoereenheid, de uitvoermiddelen voor het verschaffen van plastic kaarten en de weergeefmiddelen is verbon-30 den. Bij iedere deur van iedere bewaarruimte is een knop aangebracht waarmee de gebruiker de betreffende deur kan openen of sluiten. De bekende inrichting werkt als volgt. Indien een gebruiker een bewaarruimte wil huren, begeeft hij zich naar de centrale bedieningseenheid en betaalt hij de gewenste huurprijs. Daarop selecteert de centrale 35 verwerkingseenheid automatisch een vrije bewaarruimte en geeft deze het nummer daarvan weer op de weergeefmiddelen, zodat de gebruiker weet welke bewaarruimte aan hem is toegewezen. Bij de toegewezen bewaarruimte knippert een indicatielampje, zodat de gebruiker ook met 1001 297.
2 een blik op de gehele inrichting kan zien welke bewaarruimte voor hem is. Bij de centrale bedieningseenheid krijgt de gebruiker een plastic kaart met unieke code uitgereikt. Daarop begeeft hij zich naar de toegewezen bewaarruimte en drukt hij op de knop bij de deur daarvan 5 om deze te kunnen openen. Na zijn bagage in de bewaarruimte te hebben gelegd sluit de gebruiker de deur en drukt hij nogmaals op de knop, waarna de deur door de centrale verwerkingseenheid wordt vergrendeld. Indien de gebruiker later zijn eigendommen wil terughalen, voert hij de plastic kaart in bij de centrale bedieningseenheid, waarna de 10 centrale verwerkingseenheid de plastic kaart uitleest en de gehuurde bewaarruimte weer vrijgeeft.
Een nadeel van de bekende inrichting is, dat gebruikers daarvan zowel voor het huren van een vrije bewaarruimte als voor het ophalen van goederen uit een door hen bezette bewaarruimte eerst een reeks 15 vooraf bepaalde handelingen bij de centrale bedieningseenheid moeten verrichten. Op plaatsen waar het druk is en veel mensen van de inrichting gebruik willen maken, kan dit tot een lange wachtrij aanleiding geven, hetgeen extra hinderlijk is, als zij veel in bewaring te geven goederen bij zich hebben. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn 20 in zwembaden, waar vaak gebruikers, bijvoorbeeld schoolkinderen, groepsgewijs binnenkomen. In dergelijke gevallen zou het gewenst zijn, dat de gebruikers van de bewaarruimten tenminste eerst hun goederen in een vrije bewaarruimte kunnen plaatsen alvorens zij de nodige huurkosten voldoen. Hetzelfde geldt als de bewaarruimten be-25 trekking hebben op goederen van grote afmetingen, bijvoorbeeld ski’s, auto's of fietsen, waarmee gebruikers zich lastig in een wachtrij kunnen opstellen.
Naast de inrichting uit GB-A-2.078.845 zijn er diverse andere inrichtingen bekend, waarin een centrale bedieningseenheid aanwezig 30 is voor communicatie met de gebruikers en een centrale verwerkingseenheid voor het verschaffen van de noodzakelijke stuursignalen voor deurtjes van bewaarruimten en de nodige boodschappen aan de gebruiker via geschikte weergeefmiddelen. Voorbeelden daarvan zijn te vinden in: EP-A-0.006.403, DE-A-29 08 128, DE-A-29 22 262, NL-A-85 01907 en 35 WO-A-94/27260. Voor al deze bekende inrichtingen geldt echter, dat een gebruiker zich eerst naar de centrale bedieningseenheid moet begeven, alwaar hij (eventueel na betaling) een vrije bewaarruimte krijgt toegewezen en pas daarna zijn goederen in de toegewezen be- 1001297.
3 waarruimte kan plaatsen. Ook bij de daaruit bekende inrichtingen kunnen dezelfde problemen optreden als bij die volgens GB-A-2.078.845.
Derhalve is een doelstelling van de onderhavige uitvinding om 5 een inrichting te verschaffen, waarbij een gebruiker eerst zijn goederen in de bewaarruimte kan plaatsen, alvorens hij naar de centrale bedieningseenheid gaat om de eventueel benodigde huur te betalen en de uitgekozen bewaarruimte definitief te bezetten.
Een inrichting van de bij de aanvang aangegeven soort is daar-10 toe gekenmerkt, dat de inrichting is ingericht voor het voorlopig vergrendelen van de vergrendelmiddelen van de door de gebruiker geselecteerde bewaarruimte gedurende een vooraf bepaalde tijdsduur in reactie op bediening van het daarbij behorende bedieningselement door de gebruiker en dat de verwerkingsmiddelen zijn voorzien van: 15 - middelen voor het opslaan van een combinatie van een bewaar- ruimte-identificatiecode, behorende bij de door de gebruiker geselecteerde bewaarruimte, en een persoonlijke identificatiecode, behorende bij de gebruiker en middelen voor het versturen van een definitief-vergrendelsig-20 naai naar de vergrendelmiddelen van de door de gebruiker geselecteerde bewaarruimte voor het definitief vergrendelen van de vergrendelmiddelen, nadat tenminste de bewaarruimte-identificatiecode en de persoonlijke identificatiecode zijn opgeslagen.
Bij een dergelijke inrichting kunnen gebruikers direkt waarne-25 men, welke bewaarruimten vrij zijn voor gebruik. Alvorens naar de centrale bedieningseenheid te gaan, kunnen zij hun goederen reeds in een ontgrendelde bewaarruimte plaatsen. Van voordeel daarbij is dat een gebruiker niet tot gebruik van een door de centrale verwerkings-eenheid geselecteerde bewaarruimte is beperkt. Indien de inrichting 30 bijvoorbeeld een opstelling van bagagekluizen betreft, kunnen kinderen en invaliden bijvoorbeeld een laag geplaatste bagagekluis uitkiezen en lange mensen een hoger geplaatste bagagekluis. Ook kunnen gebruikers zelf een bagagekluis van geschikte afmeting kiezen zonder daarvoor eerst met de centrale verwerkingseenheid te hoeven communi-35 ceren. Dit scheelt in de tijd die gebruikers nodig hebben in het communiceren met de centrale bedieningseenheid en leidt dus minder snel tot lange wachtrijen. Het verschaffen van middelen voor het gedurende een vooraf bepaalde tijdsduur voorlopig vergrendelen van de 1001297.
4 vergrendelmiddelen van de door de gebruiker geselecteerde bewaarruimte, nadat hij het bedieningselement heeft bediend, heeft het voordeel, dat de gebruiker niet bang hoeft te zijn, dat zijn goederen uit de geselecteerde bewaarruimte kunnen worden gestolen, zolang deze nog 5 niet definitief is bezet. Gedurende de genoemde vooraf bepaalde tijdsduur heeft de gebruiker de tijd om zich naar de centrale bedie-ningseenheid te begeven en daar de noodzakelijke handelingen te verrichten om de geselecteerde bewaarruimte definitief te bezetten.
Mocht een dergelijk definitief bezetten niet lukken (om wat voor 10 reden dan ook), dan wordt de betreffende bewaarruimte na deze vooraf bepaalde tijdsduur weer ontgrendeld, zodat de gebruiker zijn goederen weer uit de bewaarruimte kan halen.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het opslaan van goederen in een inrichting omvattende een aantal bewaar-15 ruimten), die ieder zijn van voorzien van een eigen afsluitmiddel, eigen vergrendelmiddelen voor het vergrendelen van de bewaarruimte, een bedieningselement voor het bedienen van de vergrendelmiddelen en een indicatie-element voor het weergeven van de actuele bedrijfstoe-stand van de bewaarruimte, welke inrichting voorts verwerkingsmidde-20 len en tenminste één centrale bedieningseenheid voor communicatie met een gebruiker omvat, welke verwerkingsmiddelen kunnen communiceren met de vergrendelmiddelen, de bedieningselementen, de indicatie-ele-menten en de tenminste ene centrale bedieningseenheid met het kenmerk, dat de werkwijze de volgende stappen omvat: 25 - het ontgrendeld houden van tenminste een deel van alle vrije bewaarruimten; het voorlopig vergrendelen van de vergrendelmiddelen van een door een gebruiker geselecteerde bewaarruimte gedurende een vooraf bepaalde tijdsduur in reactie op bediening van het daarbij behorende 30 bedieningselement door de gebruiker; het definitief vergrendelen van de vergrendelmiddelen, in reactie op het opslaan van een combinatie van een bewaarruimte-identifi-catiecode, behorende bij de door de gebruiker geselecteerde bewaarruimte, en een persoonlijke identificatiecode, behorende bij de ge-35 bruiker.
De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van enkele tekeningen, waarin uitvoeringsvoorbeelden daarvan zijn weergegeven. Zij zijn alleen bedoeld voor illustratieve doeleinden en 1001297? 5 niet ter beperking van de uitvindingsgedachte, die alleen wordt gedefinieerd door de conclusies.
Figuur 1 toont een inrichting voorzien van diverse bewaarruim-ten ingericht volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige 5 uitvinding; figuur 2 toont een blokschema van een elektronische schakeling; figuren 3a tot en met 3e tonen delen van een bewaarruimte met alternatieve vergrendel/ontgrendelmiddelen in diverse toestanden 10 daarvan; figuur 4a toont een stroomdiagram ter toelichting op de werking van een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting wanneer een gebruiker bagage in een bewaarruimte opslaat; figuur 4b toont een stroomdiagram ter toelichting op de werking 15 van een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting wanneer een gebruiker bagage uit een bewaarruimte komt ophalen; figuur 5 toont een blokschema van een alternatieve elektronische schakeling.
De inrichting 1 volgens de uitvinding kan betrekking hebben op 20 een opstelling van diverse, in rijen en kolommen gerangschikte baga-gekluizen, zoals getoond in figuur 1. Aan de hand daarvan zal de uitvinding hieronder nader worden toegelicht, maar het dient te worden begrepen, dat de uitvinding niet daartoe is beperkt. De uitvinding heeft evenzeer betrekking op bijvoorbeeld met deuren afsluitbare 25 fietsenstallingen, autostallingen, drive-in motels, enz., kortom op die inrichtingen die diverse, met individuele afsluitmiddelen afsluitbare bewaarruimten omvatten die ieder individueel door een gebruiker kunnen worden bezet, bijvoorbeeld door het huren daarvan. Dergelijke afsluitmiddelen kunnen de vorm van een deur hebben, maar 30 ook van een hefboom, een verrijdbaar hek of een paal die in de grond kan worden verzonken, enz.
Iedere bagagekluis 11 is voorzien van een deur 2, die met een handvat 8 kan worden geopend en gesloten door een gebruiker. Bij of op iedere deur 2 is een bedieningsknop 3 voor het zenden van een 35 vergrendelsignaal naar een centrale verwerkingseenheid 22 (zie figuur 2) aangebracht. Zoals nog zal worden toegelicht werkt ieder van de knoppen 3 daartoe samen met een bij iedere deur 2 aangebracht, door de centrale verwerkingseenheid 22 bestuurbaar slot 21, waarvan een 10 01 297.
6 uitvoeringsvorm schematisch in figuur 3e is getoond. Tevens is bij of op iedere deur 2 een indicatielampje 4 aangebracht, waarvan de functie hieronder nader zal worden toegelicht.
Iedere bagagekluis 11 is voorzien van een nummer 5, dat op of 5 naast de betreffende deur 2 kan zijn aangebracht. Het zal duidelijk zijn dat het niet strikt noodzakelijk is om nummers 5 te gebruiken.
In plaats van nummers kunnen, speciaal met het oog op kinderen, bijvoorbeeld stripfiguren of letters worden gebruikt. Kortom elke vorm van identificatie van de bagagekluizen is mogelijk, zelfs verschil-10 lende kleuren.
Midden tussen de diverse bagagekluizen bevindt zich een centrale bedieningseenheid 12 met een toetsenbord 7, een beeldscherm 6, naar keuze een munttoevoereenheid 10 en naar keuze een eenheid 13 voor het verschaffen van en/of uitlezen van een drager (niet ge-15 toond), bijvoorbeeld een plastic kaart voorzien van een magneetstrip of een elektronische chip. De munttoevoereenheid kan worden vervangen door middelen voor elektronisch betalen. Als ander alternatief kan De munttoevoereenheid 10 achterwege blijven, namelijk als de inrichting niet is ingericht voor het betaald verhuren van de bagagekluizen 11, 20 maar alleen voor het bezetten daarvan. Dit is bijvoorbeeld het geval als de inrichting is voorzien van diverse postbussen, waarbij niet voor ieder gebruik een huursom moet worden betaald, maar bijvoorbeeld een maandelijkse huursom.
Onder de centrale bedieningseenheid 12 is een deur 9 voorzien, 25 waarmee bedieningspersoneel toegang tot de elektronica van de inrichting kan krijgen.
De eenheid 13 voor het verschaffen van en/of uitlezen van een drager kan achterwege blijven, als de inrichting alleen werkt met identificatiecodes die de gebruikers zelf samenstellen en met het 30 toetsenbord 7 invoeren, zoals hieronder nog zal worden toegelicht. Voor het samenstellen van een dergelijke identificatiecode kunnen de toetsen van het toetsenbord 7 naar wens zijn voorzien van cijfers en/of letters, of iedere andere geschikte code. De door de gebruiker samen te stellen code kan bestaan uit bijvoorbeeld vier eenheden 35 (bijvoorbeeld letters), maar elk ander aantal kan naar wens worden toegepast. Indien de inrichting werkt met een door de inrichting zelf te verschaffen drager, genereert de inrichting zelf voor iedere gebruiker een individuele identificatiecode, die wordt opgeslagen op 10 01R 9 2.
7 geschikte opslagmiddelen op de drager, bijvoorbeeld een magneetstrip of een halfgeleidergeheugen.
Figuur 2 toont een blokschema van de elektronische schakeling van de inrichting. Een centrale verwerkingseenheid 22 is elektrisch 5 verbonden met het beeldscherm 6, het toetsenbord 7, de eenheid 13 voor het verschaffen van en/of het uitlezen van, van identificatiecodes voorziene dragers, de elektronisch bestuurbare sloten 21 van de bagagekluizen 11, de knoppen 3 en de indicatielampjes 4.
Figuren 3a tot en met 3e tonen delen van een bagagekluis 11 in 10 een uitvoeringsvorm waarin in plaats van een knop 3 (figuur 1) een met de hand verdraaibare vergrendeling 16, 17 wordt toegepast, waarmee de gebruiker de deur 2 in een voorlopige vergrendeling kan brengen. Figuur 3a toont in perspectief aanzicht een deur 2 gezien vanuit de binnenkant van een bagagekluis 11. De deur 2 is voorzien van 15 een door een gebruiker aan de buitenzijde van de deur 2 bedienbare draaiknop 16, waaraan een pal 17 is bevestigd. De deur 2 kan scharnieren om één of meer scharnieren 18. Een deurveer 23 is bij voorkeur aanwezig om de deur 2 ook in de ongebruikte toestand fysiek gesloten te houden. Ten eerste is het optisch fraaier als alle gebruikte en 20 ongebruikte bagageruimten gesloten zijn en ten tweede kunnen mensen dan niet tegen deuren van ongebruikte bagagekluizen aanlopen en daarbij letsel oplopen.
Figuur 3b toont de buitenzijde van de deur 2 in een toestand, die correspondeert met de toestand volgens figuur 3a. In de in figu-25 ren 3a en 3b getoonde toestand is de deur 2 ontgrendeld, dat wil zeggen, een gebruiker kan de deur 2 fysiek openen of sluiten, zonder aan de knop 16 te hoeven draaien. Deze toestand wordt bij voorkeur aangegeven door indicatielampje 4, bijvoorbeeld doordat dit groen licht geeft.
30 Figuur 3c toont de binnenzijde van de deur 2 in de toestand, dat een gebruiker de deur 2 voorlopig heeft vergrendeld door de knop 16 met de pal 17 zodanig te verdraaien, dat de pal 17 in een daarvoor speciaal in de wand 14 van de bagagekluis 11 aangebrachte sleuf 15 valt. In dat geval toont het indicatielampje 4 bijvoorbeeld knippe-35 rend rood licht. Daartoe dient een sensor 19 in de sleuf 15 (zie figuur 3e) die met de verwerkingseenheid 22 is verbonden en die een signaal verschaft als de pal 17 zich in de sleuf 15 bevindt.
Figuur 3d toont de buitenzijde van de deur 2 in de toestand die 1 0 01 2 9 Z —
B
correspondeert met die volgens figuur 3c.
Figuur 3e toont een zijaanzicht op sleuf 15 in de toestand volgens figuur 3c. In de sleuf 15 is een elektromechanisch slot 21 aangebracht voorzien van een pal 20, die pal 17 kan vergrendelen wanneer 5 deze zich in sleuf 15 bevindt. Het slot 21 is daartoe op geschikte wijze elektrisch verbonden met de centrale verwerkingseenheid 22 (f iguur 2).
Aan de hand van figuren 4a en 4b zal de werking van de inrichting nader worden toegelicht.
10 Figuur 4a heeft betrekking op de situatie dat een gebruiker een vrije bagagekluis 11 wil selecteren om daarin bagage op te slaan.
Stap 401 geeft aan, dat in overeenstemming met een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding de vrije bagagekluizen door de centrale verwerkingseenheid ontgrendeld worden gehouden. Zoals gezegd, kunnen in die 15 toestand de deuren van de vrije bagagekluizen ofwel geopend ofwel gesloten zijn. Met behulp van indicatielampjes 4 wordt bij voorkeur aangegeven, welke bagagekluizen onbezet zijn.
De gebruiker selecteert een vrije bagagekluis (stap 402), opent de deur daarvan indien nodig en slaat zijn bagage daarin op (stap 20 403).
In stap 404 sluit de gebruiker de deur van de bagagekluis, nadat hij daarin zijn bagage heeft opgeslagen. Door op knop 3 te drukken, of alternatief de knop 16 zo te draaien, dat de pal 17 in sleuf 15 valt, wordt een voorlopig-vergrendelsignaal naar de centrale ver-25 werkingseenheid 22 gestuurd. Daarop zendt de centrale verwerkingseenheid 22 een stuursignaal naar slot 21 om de deur voorlopig gedurende een vooraf bepaalde tijdsduur T te vergrendelen. Deze voorafbepaalde tijdsduur T bedraagt bijvoorbeeld 3 minuten en is lang gekozen om de gebruiker in staat te stellen naar de centrale bedieningseenheid 12 30 te gaan en aldaar de noodzakelijke handelingen te verrichten om de geselecteerde bagagekluis 11 definitief te bezetten, deze toestand van voorlopige vergrendeling wordt de gebruiker getoond door bijvoorbeeld, onder besturing door de centrale verwerkingseenheid 22, het betreffende indicatielampje 4 knipperend rood licht te laten uitzen-35 den.
Daarna begeeft de gebruiker zich naar de centrale bedieningseenheid 12, waarbij hij ervan verzekerd is, dat de door hem geselecteerde bagagekluis reeds voorlopig is vergrendeld, zodat derden geen 1001297.
9 ongewenste toegang daartoe kunnen nemen. Deze voorlopige vergrendeling wordt na het verstrijken van de tijdsduur T opgeheven, zodat de gebruiker daarna zijn bagage terug kan halen, als hij om wat voor reden dan ook de betreffende bagagekluis 11 niet definitief heeft 5 bezet.
Bij de centrale bedieningseenheid 12 aan gekomen ziet hij bijvoorbeeld de boodschap: "komt U bagage brengen of halen?" Hij kiest dan de optie "bagage brengen", waarna het systeem in stap 405 op beeldscherm 6 alle vrije kluisnummers (of andere identieficatiecodes 10 daarvan) toont en de gebruiker oproept om kenbaar te maken in welke bagagekluis hij zijn bagage heeft geplaatst. Deze stap is nodig, omdat er diverse gebruikers tegelijkertijd kunnen zijn en de centrale verwerkingseenheid dan weliswaar weet welke bagagekluizen zich in de toestand van voorlopige vergrendeling bevinden, maar niet welke daar-15 van door welke gebruiker is geselecteerd. In stap 405 maakt de gebruiker de door hem voorlopig vergrendelde bagagekluis kenbaar. Dit kan hij doen met behulp van toetsenbord 7.
Vervolgens wordt de gebruiker in stap 407 opgeroepen een Persoonlijk Identificatie Nummer (PIN) in te voeren, dat hij naar eigen 20 keuze mag samen stellen. Een dergelijk PIN kan bestaan uit vier cijfers of letters, of dergelijke. De gebruiker kan dit met toetsenbord 7 invoeren. Alternatief kan de gebruiker een PIN dragende drager, bijvoorbeeld een plastic kaart met magneetstrip, in de eenheid 3 invoeren, die door de centrale verwerkingseenheid 22 wordt uitgele-25 zen.
In stap 408 betaalt de gebruiker de noodzakelijke huursom, indien de inrichting is ingericht voor het betaald verhuren van de bagagekluizen. Uiteraard kunnen daarvoor op het beeldscherm verschillende keuzemogelijkheden worden weergegeven, waarbij het te betalen 30 bedrag afhangt van de verwachte huurtijd, de grootte van de bagagekluis, enz. De betaalstap 408 kan als alternatief worden verplaatst naar het moment, dat de gebruiker zijn bagage komt ophalen en dat dus bekend is hoelang de bagage opgeslagen is geweest.
Als alternatief voor stap 407 kan de inrichting zodanig zijn 35 ingericht, dat deze na stap 408 een automatisch vervaardigde drager aan de gebruiker verschaft, waarop een door een random-generator bij de centrale verwerkingseenheid 22 gegenereerd PIN is opgeslagen. Op een dergelijke drager kan dan ook het kluisnummer zijn opgeslagen. In 1 0 01 297.
10 dat geval hoeft de gebruiker geen enkel nummer meer te onthouden om de bagagekluis later te kunnen openen. Hij moet dan alleen de drager niet verliezen.
In stap 409 ten slotte stuurt de centrale verwerkingseenheid 22 5 een stuursignaal aan slot 21, waardoor de deur 2 van de geselecteerde bagagekluis definitief wordt vergrendeld, totdat de gebruiker zijn bagage weer komt ophalen.
Figuur 4b toont een schematisch blokschema, dat het ophalen van bagage bij een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvin-10 ding illustreert.
Stap 420 toont, dat de inrichting alle bezette bagagekluizen vergrendeld houdt.
In stap 421 wordt aangegeven, dat een gebruiker bij de inrichting terug komt om zijn eerder opgeslagen bagage op te halen en hij, 15 nadat hij dat aan de centrale verwerkingseenheid 22 heeft kenbaar gemaakt, zowel zijn PIN als het kluisnummer invoert. Dit kan gebeuren met behulp van toetsenbord 7. indien de inrichting echter een drager heeft verschaft (zie boven), voert de gebruiker deze drager in in eenheid 13, waarna de inrichting het PIN en/of het kluisnummer van de 20 drager kan uitlezen.
Na stap 421 kan eventueel zijn voorzien, dat de gebruiker nog moet betalen voor de reeds gebruikte huurtijd, namelijk dan wanneer de inrichting is ingericht voor het achteraf betalen.
In stap 422 wordt de gebruiker gevraagd of hij de betreffende 25 bagagekluis alleen tussentijds wil openen om iets daaruit te halen of daarin te leggen en daarna de bagagekluis verder te gebruiken, of dat hij zijn bagage definitief komt halen. Antwoord de gebruiker dat hij alleen tussentijds komt openen, dan stuurt de centrale verwerkingseenheid 22, eventueel na een vooraf bepaalde vertragingstijd, een 30 ontgrendelsignaal naar slot 21 van de betreffende bagagekluis 11.
Nadat de gebruiker de door hem gewenste handelingen in de bagagekluis heeft verricht en de deur 2 daarvan weer heeft gesloten en knop 3 (of knop 16) heeft bediend, zal de centrale verwerkingseenheid 22 automatisch de betreffende bagagekluis 11 definitief vergrendelen: 35 stap 424. De stap van voorlopige vergrendeling wordt dan dus niet uitgevoerd.
Heeft de gebruiker aangegeven, dat hij zijn bagage definitief komt ophalen, dan ontgrendelt de centrale verwerkingseenheid 22 slot 1001207.
11 21 via een geschikt stuursignaal: stap 425. Nadat de gebruiker zijn bagage heeft opgehaald blijft de betreffende bagagekluis ontgrendeld en vrij voor gebruik voor een volgende gebruiker: stap 426. Voor de betreffende bagagekluis geldt dan weer het blokschema van figuur 4a, 5 hetgeen schematisch is aangegeven met een blokje 401 na stap 426 in figuur 4b.
Het zal duidelijk zijn, dat de uitvinding niet is beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen, in het bijzonder kan erin zijn voorzien, dat alle deuren van alle, dat wil zeggen bezette en 10 onbezette, bagagekluizen normaal gesloten worden gehouden met behulp van bijvoorbeeld de deurveer 23 en dat de centrale verwerkingseenheid 22 niet alleen alle bezette bagagekluizen definitief vergrendeld houdt, maar ook een deel van de vrije bagagekluizen. Slechts een deel van de vrije bagagekluizen wordt ontgrendeld gehouden. Slechts de 15 indicatielampjes 4 daarvan zenden dan groen licht uit, terwijl de overige indicatielampjes rood branden. Iemand die voor de inrichting staat, kan dan niet uit het rood branden van een lampje afleiden, dat de betreffende bagagekluis met zekerheid met bagage is gevuld. Dit vermindert de kans op succesvolle inbraak in de bagagekluizen.
20 Voorts is de inrichting zodanig ingericht, dat bedieningsperso neel met een geschikte code en/of sleutel elke gewenste bagagekluis kan openen, indien daartoe aanleiding bestaat.
In de hierboven beschreven uitvoeringsvorm is ervan uitgegaan, dat de voorlopige vergrendeling van een bewaarruimte, nadat een ge-25 bruiker daarin zijn goederen heeft opgeslagen (stap 404 in figuur 4a), geschiedt onder besturing van de centrale verwerkingseenheid 22. Als alternatief kunnen echter elektromechanische sloten 21 worden toegepast, die een dergelijke voorlopige vergrendeling halfautoma-tisch tot stand brengen zonder enige communicatie met de verwerkings-30 eenheid 22. Alleen het definitief vergrendelen geschiedt dan onder besturing door de centrale verwerkingseenheid 22.
Als verder alternatief hierop kan ieder slot 21 worden opgesplitst in twee sloten: één voor voorlopige, halfautomatische vergrendeling als een gebruiker knop 3 of 6 heeft bediend en één voor 35 definitieve vergrendeling onder besturing van de centrale verwerkingseenheid 22.
Figuur 5 toont een alternatieve schakeling voor de in figuur 2 getoonde schakeling. De schakeling van figuur 5 heeft betrekking op 10 01 2 fc / 12 een netwerk-configuratie, waarbij de centrale verwerkingseenheid 22 uit figuur 2 is gesplitst in één of meer meestereenheden 26 en diverse lokale verdeelstations 24, die onderling zijn verbonden via een netwerk 25. In figuur 5 is de situatie getoond waarin twee meester-5 eenheden 26 zijn toegepast, maar de uitvinding is niet tot een dergelijk aantal beperkt. Ieder van de meestereenheden 26 is gekoppeld met een eigen toetsenbord 7, een beeldscherm 6 en een eenheid 13 voor het verschaffen en/of uitlezen van een drager.
Elk lokaal verdeelstations 24 bestuurt bijvoorbeeld achtenveer-10 tig bewaarruimten 11 en communiceert alleen met een van de meestereenheden 26 via netwerk 25 als de betreffende meestereenheid 26 daarom vraagt. Dit laatste gebeurt bijvoorbeeld, als een gebruiker zijn PIN heeft ingevoerd om een door hem bezette bewaarruimte (definitief) te openen. Ieder van de lokale verdeelstations 24 werkt geheel zelf-15 standig en ontvangt alleen de noodzakelijke opdrachten van een van de meestereenheden 26. Door diverse meestereenheden 26 met bijbehorend beeldscherm 6, toetsenbord 7 en eenheid 13 voor het verschaffen en/of uitlezen van een drager te voorzien kan een gebruiker zelf kiezen bij welk toetsenbord 7 hij de noodzakelijke handelingen voor opslaan of 20 ophalen van goederen komt verrichten. Dit voorkomt wachtrijen.
Ook andere elektronische schakelingen zijn denkbaar, bijvoorbeeld een toetsenbord, beeldschermpje en eenheid voor het uitlezen van een drager bij iedere bewaarruimte afzonderlijk.
De centrale verwerkingseenheid 22 (figuur 2) en de meestereen-25 heden 26 en lokale verdeelstations 24 zijn bij voorkeur door software gestuurde computers, maar zij kunnen ook zijn geconstrueerd met analoge of digitale schakelingen.
100129/.
Claims (13)
1. Inrichting omvattende een aantal bewaarruimten (11), die ieder zijn van voorzien van een eigen afsluitmiddel (2), eigen ver-grendelmiddelen (21) voor het vergrendelen van de bewaarruimte (11), 5 een bedieningselement (3) voor het bedienen van de vergrendelmiddelen (21) en een indicatie-element (4) voor het weergeven van de actuele bedrijfstoestand van de bewaarruimte (11), welke inrichting voorts verwerkingsmiddelen (22; 24, 26) en tenminste één centrale bedie-ningseenheid (12) voor communicatie met een gebruiker omvat, welke 10 verwerkingsmiddelen (22; 24, 26) kunnen communiceren met de vergrendelmiddelen (21), de bedieningselementen (3), de indicatie-elementen (4) en de tenminste ene centrale bedieningseenheid (12) met het kenmerk, dat de inrichting is ingericht voor het voorlopig vergrendelen van de vergrendelmiddelen (21) van de door de gebruiker geselecteerde 15 bewaarruimte (11) gedurende een vooraf bepaalde tijdsduur (T) in reactie op bediening van het daarbij behorende bedieningselement (3) door de gebruiker en dat de verwerkingsmiddelen zijn voorzien van: middelen voor het opslaan van een combinatie van een bewaar-ruimte-identificatiecode, behorende bij de door de gebruiker geselec-20 teerde bewaarruimte, en een persoonlijke identificatiecode, behorende bij de gebruiker en middelen voor het versturen van een definitief-vergrendelsig-naal naar de vergrendelmiddelen (21) van de door de gebruiker geselecteerde bewaarruimte (11) voor het definitief vergrendelen van de 25 vergrendelmiddelen (21), nadat tenminste de bewaarruimte-identificatiecode en de persoonlijke identificatiecode zijn opgeslagen.
2. Inrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de verwerkingsmiddelen (22; 24, 26) zijn ingericht voor het ontvangen van de combinatie van de bewaarruimte-identificatiecode en de persoonlij- 30 ke identificatiecode, nadat de gebruiker deze zelf via de tenminste ene bedieningseenheid (12) heeft ingevoerd.
3. Inrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de verwerkingsmiddelen (22; 24, 26) zijn voorzien van een random-generator voor het genereren van de persoonlijke identificatiecode, nadat de 35 bewaarruimte-identificatiecode is opgeslagen.
4. Inrichting volgens conclusie 3 met het kenmerk, dat de verwerkingsmiddelen (22; 24, 26) zijn ingericht voor het laten opslaan van de persoonlijke identificatiecode en de bewaarruimte-identifica- 1001297. tiecode op een drager en de tenminste ene bedieningseenheid (12) is voorzien van een eenheid (13) om deze drager aan de gebruiker te verschaffen.
5. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies met het 5 kenmerk, dat de tenminste ene bedieningseenheid (12) tevens is voorzien van middelen (10) voor het voldoen van een huursom voor de geselecteerde bewaarruimte (11).
6. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk, dat de indicatie-elementen (4) zijn ingericht voor het weer- 10 geven van drie bedrijfstoestanden: een ontgrendelde, een voorlopig vergrendelde en een definitief vergrendelde bedrijfstoestand.
7. Inrichting volgens conclusie 6 met het kenmerk, dat de indicatie-elementen (4) de ontgrendelde, de voorlopig vergrendelde en de definitief vergrendelde bedrijfstoestand aangeven met behulp van 15 groen, knipperend rood en continu rood licht.
8. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk, dat de verwerkingsmiddelen een of meer lokale verdeelstations (24) en een of meer meestereenheden (26) omvatten die onderling zijn verbonden via een netwerk (25), waarbij de verdeelstations (24) 20 ieder met een voorbepaald aantal vergrendelmiddelen (21), bedienings-elementen (3) en indicatie-elementen (4) zijn verbonden, en de meestereenheden (26) ieder met een geselecteerde centrale bedieningseenheid (12) zijn verbonden.
9. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies met het 25 kenmerk, dat de vergrendelingsmiddelen (21) zodanig zijn ingericht, dat zij halfautomatisch gedurende de voorafbepaalde tijdsduur (T) vergrendelen in reactie op bediening van het daarbij behorende bedie-ningselement (3) door de gebruiker.
10. Werkwijze voor het opslaan van goederen in een inrichting 30 omvattende een aantal bewaarruimten (11), die ieder zijn van voorzien van een eigen afsluitmiddel (2), eigen vergrendelmiddelen (21) voor het vergrendelen van de bewaarruimte (11), een bedieningselement (3) voor het bedienen van de vergrendelmiddelen (21) en een indicatie-element (4) voor het weergeven van de actuele bedrijfstoestand van de 35 bewaarruimte (11), welke inrichting voorts verwerkingsmiddelen (22; 24, 26) en tenminste één centrale bedieningseenheid (12) voor communicatie met een gebruiker omvat, welke verwerkingsmiddelen kunnen communiceren met de vergrendelmiddelen (21), de bedieningselementen 1001297. (3), de indicatie-elementen (4) en de tenminste ene centrale bedie-ningseenheid (12) met het kenmerk, dat de werkwijze de volgende stappen omvat: het ontgrendeld houden van tenminste een deel van alle vrije 5 bewaarruimten (11); het voorlopig vergrendelen van de vergrendelmiddelen (21) van een door een gebruiker geselecteerde bewaarruimte (11) gedurende een vooraf bepaalde tijdsduur (T) in reactie op bediening van het daarbij behorende bedieningselement (3) door de gebruiker; 10. het definitief vergrendelen van de vergrendelmiddelen (21), in reactie op het opslaan van een combinatie van een bewaarruimte-iden-tificatiecode, behorende bij de door de gebruiker geselecteerde bewaarruimte, en een persoonlijke identificatiecode, behorende bij de gebruiker.
11. Werkwijze volgens conclusie 10 met het kenmerk, dat de com binatie van de bewaarruimte-identificatiecode en de persoonlijke identificatiecode wordt ontvangen van een toetsenbord (7) op de tenminste ene bedieningseenheid (12).
12. Werkwijze volgens conclusie 10 met het kenmerk, dat de com-20 binatie van de bewaarruimte-identificatiecode en de persoonlijke identificatiecode wordt ontvangen van een eenheid (13) op de tenminste ene bedieningseenheid (12), die is ingericht voor het uitlezen van een drager.
13. Werkwijze volgens een van de conclusies 10-12 met het ken-25 merk, dat de stap van het definitief vergrendelen van de vergrendelmiddelen (21) pas plaatsvindt, als een bepaalde huursom in de inrichting is ingevoerd. 1001297.
Priority Applications (5)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1001297A NL1001297C2 (nl) | 1995-09-26 | 1995-09-26 | Inrichting en werkwijze voor het bewaren van goederen. |
NL1001303A NL1001303C1 (nl) | 1995-09-26 | 1995-09-27 | Inrichting en werkwijze voor het bewaren van goederen. |
DE59606430T DE59606430D1 (de) | 1995-09-26 | 1996-09-19 | Vorrichtung und Verfahren zum Verwahren von Gütern |
AT96202616T ATE199192T1 (de) | 1995-09-26 | 1996-09-19 | Vorrichtung und verfahren zum verwahren von gütern |
EP96202616A EP0766212B1 (de) | 1995-09-26 | 1996-09-19 | Vorrichtung und Verfahren zum Verwahren von Gütern |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1001297A NL1001297C2 (nl) | 1995-09-26 | 1995-09-26 | Inrichting en werkwijze voor het bewaren van goederen. |
NL1001297 | 1995-09-26 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1001297C2 true NL1001297C2 (nl) | 1997-03-28 |
Family
ID=19761634
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1001297A NL1001297C2 (nl) | 1995-09-26 | 1995-09-26 | Inrichting en werkwijze voor het bewaren van goederen. |
Country Status (4)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP0766212B1 (nl) |
AT (1) | ATE199192T1 (nl) |
DE (1) | DE59606430D1 (nl) |
NL (1) | NL1001297C2 (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CN111963004A (zh) * | 2020-08-27 | 2020-11-20 | 杭州服道乐电子商务有限公司 | 一种基于电磁感应原理的快递柜自动开关装置 |
Families Citing this family (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL1006618C2 (nl) * | 1997-07-18 | 1999-01-19 | Pin Lock International | Inrichting en werkwijze voor het bewaren van goederen. |
DE19741259C2 (de) * | 1997-09-19 | 2001-02-15 | Heinrich Leifeld | Schließfachanlage mit Benutzungsgebühreneinzug |
CN101197056A (zh) * | 2006-12-05 | 2008-06-11 | 陈芬妮 | 投币式公告板及其控制方法 |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE2552147B1 (de) * | 1975-11-20 | 1977-02-24 | Theodor Stacke Aachener Geldsc | Elektrische Steuerung einer Mietfachanlage |
EP0006403A1 (de) * | 1977-01-08 | 1980-01-09 | Tele-Alarm, Nachrichtentechnische Geräte GmbH Herstellungs- und Vertriebsgesellschaft & Co.KG | Schliessfachanlage mit einer zentralen Bedienungseinheit |
EP0334726A1 (fr) * | 1988-03-21 | 1989-09-27 | Mors | Système de rangement à casiers adjacents commandés par un dispositif à microprocesseur |
EP0452190A1 (fr) * | 1990-04-11 | 1991-10-16 | Mors | Système de rangement à casiers adjacents utilisé notamment dans des gares ou des aéroports |
-
1995
- 1995-09-26 NL NL1001297A patent/NL1001297C2/nl not_active IP Right Cessation
-
1996
- 1996-09-19 AT AT96202616T patent/ATE199192T1/de not_active IP Right Cessation
- 1996-09-19 EP EP96202616A patent/EP0766212B1/de not_active Expired - Lifetime
- 1996-09-19 DE DE59606430T patent/DE59606430D1/de not_active Expired - Fee Related
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE2552147B1 (de) * | 1975-11-20 | 1977-02-24 | Theodor Stacke Aachener Geldsc | Elektrische Steuerung einer Mietfachanlage |
EP0006403A1 (de) * | 1977-01-08 | 1980-01-09 | Tele-Alarm, Nachrichtentechnische Geräte GmbH Herstellungs- und Vertriebsgesellschaft & Co.KG | Schliessfachanlage mit einer zentralen Bedienungseinheit |
EP0334726A1 (fr) * | 1988-03-21 | 1989-09-27 | Mors | Système de rangement à casiers adjacents commandés par un dispositif à microprocesseur |
EP0452190A1 (fr) * | 1990-04-11 | 1991-10-16 | Mors | Système de rangement à casiers adjacents utilisé notamment dans des gares ou des aéroports |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CN111963004A (zh) * | 2020-08-27 | 2020-11-20 | 杭州服道乐电子商务有限公司 | 一种基于电磁感应原理的快递柜自动开关装置 |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP0766212B1 (de) | 2001-02-14 |
EP0766212A1 (de) | 1997-04-02 |
ATE199192T1 (de) | 2001-02-15 |
DE59606430D1 (de) | 2001-03-22 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US4204635A (en) | Locker installation with a central control unit | |
US5126732A (en) | Storage system with adjacent bins controlled by a microprocessor device | |
US5223829A (en) | Electric locker apparatus with automatic locker box designation device | |
US5133441A (en) | Video cassette vending machine | |
EP0205691B1 (en) | Article dispensing apparatus | |
US4893705A (en) | Vending machine having plural compartments which are independently selected and controlled | |
US5360093A (en) | Method and apparatus for the control of a multiple of door accessible newspaper vending cabinets with a single vend control mechanism operating remote door latches | |
EP0396139B1 (de) | Verkaufssystem | |
DE19944140A1 (de) | Geldbetätigtes Gerät | |
GB2078845A (en) | Lock system for storage units | |
KR101083784B1 (ko) | 이동단말기를 이용한 물품보관함 관리 시스템 및 그 방법 | |
NL1001297C2 (nl) | Inrichting en werkwijze voor het bewaren van goederen. | |
JPH0642244A (ja) | 保管装置 | |
US2800988A (en) | Coin and key controlled vending apparatus for merchandise and services | |
KR100869828B1 (ko) | 대중이용시설 출입관리 시스템 및 방법 | |
US4523285A (en) | Vendor controller | |
JP2007102273A (ja) | 貸しロッカーシステム | |
BE1007051A3 (nl) | Inrichting voor het electronisch besturen van een veelvoud van sloten. | |
EP0442349B1 (en) | Minibar system | |
JP2860976B2 (ja) | 物品の自動取次方法及びその装置 | |
EP0704826A2 (en) | Arrangement and method for utilizing a lockable space | |
JP2001155249A (ja) | ロッカーシステム | |
NL1006618C2 (nl) | Inrichting en werkwijze voor het bewaren van goederen. | |
JP3524863B2 (ja) | カード式金銭ロッカー | |
JPH0598857A (ja) | 共同ロツカー装置 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20100401 |