NL9101031A - Beglazingssysteem. - Google Patents

Description

Bealazinassvsteem.

De uitvinding heeft betrekking op een beglazingssysteem met twee glasplaten en een daartussen bepaalde spouwruimte, alsmede op een werkwijze voor het realiseren van een dergelijk beglazingssysteem met een onderdruk in de spouwruimte.

Het is bekend om beglazingssystemen met dubbele ruit te plaatsen, waarbij de ruiten rondom aan de rand met elkaar verbonden zijn middels een loden afstandsband die met behulp van een koperlaag vastgezet is op de ruiten of middels een met kit aan de ruiten vastgehechte metalen afstandsbuis, waarin een droogmiddel voor de lucht in de spouwruimte opgenomen kan zijn. De beglazingssystemen worden met reeds ten opzichte van elkaar vastgelegde glasplaten of dezelfde functie uitoefenende transparante kunststof platen geleverd of worden in het werk samengesteld. Voordat de spouwruimte tussen de glasplaten afgesloten wordt door het plaatsen (in de fabriek of op het werk) van de tweede glasplaat kan deze ruimte gevuld worden met een droog gas of kan een droogmiddel aangebracht worden. Het droogmiddel zorgt ervoor dat vocht onttrokken wordt uit de lucht in de spouwruimte, zodat de kans op condensatie van de lucht geminimaliseerd wordt.

Vervolgens, nadat de spouwruimte afgedicht is, kan lucht uit de spouwruimte onttrokken worden door middel van een door de afsluitende, zijwaartse begrenzing van de spouwruimte heengestoken ejectienaald. Door het onttrekken van lucht uit de spouwruimte wordt bereikt dat de verzadigingsspanning van de damp minder snel bereikt wordt en dat de spouwafdichting verbeterd wordt doordat de randen van de glas- of kunststof platen naar elkaar toe, op afdichtende wijze tegen het zijwaartse afsluitmiddel en daartussen aangebrachte kitlagen gedwongen worden en worden tevens de geluidsisolerende eigenschappen van het beglazingssysteem bevorderd.

De uitvinding heeft tot doel een voordelige alternatieve werkwijze te verschaffen voor het realiseren van een beglazingssysteem met een onderdruk in de spouwruimte daarvan, alsmede een beglazingssysteem dat geschikt is voor het uitvoeren van deze werkwijze.

Volgens de uitvinding wordt, nadat de spouwruimte afgesloten is en dan in feite bepaald is door een eerste en een tweede glasplaat, die in een eerste richting op afstand van elkaar geplaatst zijn, en door tussen de eerste en de tweede glasplaat rondlopende, afdichtende afsluitorganen, de spouwruimte vergroot om daarin een onderdruk te bewerkstelligen. Het volume van de spouwruimte wordt bij voorkeur vergroot door het vergroten van de onderlinge afstand in de eerste richting van de eerste en de tweede glasplaat en het in de dan verkregen stand ten opzichte van elkaar vastleggen van de eerste en de tweede glasplaat. Volgens een andere, eventueel daarmee te combineren wijze van uitvoering kan de spouwruimte vergroot worden door het vergroten van de omtrekslengte van de afsluitorganen in een richting loodrecht op de eerste richting en het vastleggen van de dan verkregen stand van de afsluitorganen. Met de werkwijze volgens de uitvinding kan de onderdruk op een zeer beheerste wijze gerealiseerd worden. Er kan nauwkeurig berekend worden in welke mate de spouwruimte vergroot moet worden om de gewenste onderdruk te verkrijgen. Het bewerkstelligen van een onderdruk in de spouwruimte kan nu nog beter beheersbaar geschieden dan met behulp van de voornoemde ejectienaald mogelijk is. Het is daarbij zeer voordelig indien in de spouwruimte een vochtont-trekkingsmiddel aangebracht wordt alvorens de spouwruimte gesloten wordt. Door de relatief geringe hoeveelheid vocht na het vergroten van de spouwruimte kan het vochtonttrekkingsmiddel zijn functie nog beter uitoefenen. De met de uitvinding bewerkstelligde vergroting van de spouwruimte heeft verder nog als bijzonder voordeel dat de akoestische kwaliteiten, in casu de door het beglazingssysteem te verschaffen geluidsisolatie, sterk verbeterd worden.

Het beglazingssysteem volgens de uitvinding, geschikt voor het toepassen van de voornoemde werkwijze, omvat twee in eerste richting op afstand van elkaar gelegen glasplaten en aan de rand daarvan, tussen de glasplaten aangebrachte afdichtende afsluitorganen voor het afsluiten van een spouwruimte daartussen, waarbij althans een deel van de afsluitorganen manipuleerbaar is voor het vergroten van het volume van de spouwruimte onder behoud van de afdichting. Afhankelijk van de met dit beglazingssysteem beoogde werkwijze volgens de uitvinding vormen de, bij voorkeur flexibele, afsluitorganen een balgwand, die uitzetbaar is in de eerste richting, of zijn de, bij voorkeur flexibele, afsluitorganen rondom vast bevestigd op twee in de eerste richting op afstand van elkaar gelegen plaatsen en bepalen ze tegelijkertijd een deel dat met behulp van een hulpmiddel in een richting in hoofdzaak loodrecht op de eerste richting naar buiten getrokken kan worden. In de eerstgenoemde uitvoering zorgt de uitzetting van de balgwand voor verbreding van de spouwruimte, hetgeen zeer gunstig is voor de geluidsisolatie. De geluidsisolatie wordt hierbij nog vergroot wanneer de balgwand flexibel is en daardoor trillingen dempt. In de tweede genoemde uitvoering is bij voorkeur aan de binnenzijde van de eerste glasplaat een in hoofdzaak U-vormig profiel, met de opening naar buiten gericht, bevestigd, waarbij aan het benedengedeelte van de binnenzijde van de benen van het ü-profiel een het profiel volgende, tot de afsluitorganen behorende afdichtstrook bevestigd is, waarvan het zich in de eerste richting uitstrekkende dwarsgedeelte en aangrenzende, zich langs de benen van het U-profiel uitstrekkende gedeelten los zijn van het U-profiel en het dwarsgedeelte van de afdichtstrook met zijn onderoppervlak bevestigd is aan het hulpmiddel. Aldus wordt de mogelijkheid geschapen om de afdichtstrook als het ware naar buiten toe om te klappen. Bij voorkeur is hierbij de afdichtstrook om het van de eerste glasplaat afgelegen tweede been van het U-vormige profiel geslagen en wordt deze in de eerste richting voortgezet in de vorm van een balgwand, die in de eerste richting uitzetbaar is en op afdichtende wijze bevestigd is aan het randgebied van de tweede glasplaat, waarbij de ruimte tussen de in hoofdzaak evenwijdig en in de eerste richting lopende dwarsgedeelten van het U-vormige profiel en de afdichtstrook in communicerende verbinding staat met de ruimte die omsloten wordt door de balgwand. Aldus wordt een beglazingssysteem verschaft waarmee op beide voornoemde manieren het volume van de spouwruimte vergroot kan worden.

Zoals eerder aangegeven is, is het van belang om te voorkomen dat condensatie op kan treden van in de spouwruimte aanwezig vocht. Daartoe is het bij het beglazingssysteem volgens de uitvinding uitermate voordelig om in de spouwruimte, waar als gevolg van de onderdruk al relatief weinig vocht aanwezig is, in vergaande mate vochtarm te maken door aan de binnenzijde van het in hoofdzaak U-vormige profiel een hol profiel te voorzien dat gevuld is met een vochtonttrekkingsmiddel. Dit vochtonttrekkingsmiddel kan bijvoorbeeld silicagel of zeoliet zijn. Het holle profiel is aan de naar de spouwruimte gekeerde zijde voorzien van openingsorganen, die voorafgaande aan het sluiten van de spouwruimnte, dat wil zeggen het aanbrengen van de tweede glasplaat, afgedekt worden door middel van een afsluitmiddel, dat vlak voordat de tweede glasplaat geplaatst wordt weggenomen wordt. Het holle profiel, dat bij voorkeur een halfcirkelvormige dwarsdoorsnede bezit, kan met een hechtmiddel bevestigd zijn op het U-vormige profiel maar ook als een geheel daarmee gevormd zijn.

De uitvinding zal nu nader beschreven worden aan de hand van een in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoering.

Getoond wordt in: figuur 1 een dwarsdoorsnede door een beglazingssysteem volgens de uitvinding, waarbij maatregelen getroffen zijn voor het in drie, loodrecht op elkaar staande richtingen vergroten van de spouwruimte; figuur IA een detail in spiegelbeeld weergeeft van figuur Ikfiguren 2A en 2B doorsneden zijn volgens II-II in figuur 1 en de situatie weergeven voor en na het vergroten van de spouwruimte; en figuur 3 een aanzicht in perspectief is van een voordelige uitvoering van het in hoofdzaak ü-vormige profiel met het holle profiel voor het vochtonttrekkingsmiddel.

In figuur 1 omvat het beglazingssysteem 1 volgens de uitvinding een eerste glasplaat of transparante kunststofplaat 2 en een tweede glasplaat of transparante kunststofplaat 3 die in een eerste richting op afstand van elkaar geplaatst zijn. De glasplaten 2 en 3 zijn aan hun randen omgeven door een bij voorkeur kunststoflijst 4 respectievelijk 6. Aan de binnenzijde van het randgebied van de glasplaat 2 is een stijf profiel 7 van bijvoorbeeld aluminium of een kunststof, bij voorkeur polyester, gehecht dat in de tekening een U-vorm heeft. De profielen 7 vormen een raamwerk en zijn in de hoeken van dat raamwerk aan elkaar gelast, geklonken, gesoldeerd, gelijmd, enzovoort, al naar gelang de materiaalmogelijkheden. Bovenop het dwarsdeel van het U-profiel is een half-cirkelvormig hol profiel 8 gehecht, waarin een vochtonttrekkingsmiddel 10, bij voorkeur volkomen uitgegloeid silicagel of zeoliet, opgenomen is en dat voorzien is van gaatjes 12, die met behulp van een wegneembare plakstrook 11 afgedicht zijn. Voor alle duidelijkheid wordt hier opgemerkt dat in de weergegeven situatie, waarin de twee glasplaten aangebracht zijn, de strook 11 reeds verwijderd zal zijn.

Zoals (in spiegelbeeld) verduidelijkt is in figuur IA, is aan de binnenzijde van het U-profiel 7, aan het benedengedeelte van de benen van het U-profiel 7 een afdichtband 14 gehecht, die van lucht en waterdicht materiaal gemaakt is, bijvoorbeeld aluminium. Deze afsluit-band 14 loopt rondom aan de binnenzijde van het U-profiel 7 langs en is behalve aan het voornoemde brede gedeelte van de benen van het U-profiel niet gehecht aan het U-profiel 7. Wel is het dwarslopende deel van de afsluitband 14 gehecht aan de bovenzijde van een beweegbaar aangebracht profiel 17 van kunststof of aluminium. Dit U-vormige profiel 17 is verder vrij van de overige delen van het beglazingssys-teem en aan omgeslagen delen van zijn benen door middel van bevestigingsmiddelen, bijvoorbeeld schroeven 10, bevestigd aan een lat 19, die op zich al bruikbaar is als stellat bij het plaatsen van het systeem in een kozijn.

Het, in figuur IA gezien, rechterbeen van het U-vormige profiel 7 en het daarop, aan het benedengedeelte daarvan bevestigde gedeelte van de afsluitband 14 zijn omgrepen door een derde omtreks-lijst 5, die van hetzelfde materiaal als de lijsten 4 en 6 vervaardigd kan zijn. De afsluitband 14 is omgeslagen om het uiteinde van het linkerbeen van het U-profiel 7 en is in de vorm van een balg voortgezet naar de tweede glasplaat 3, daaromheen omgeslagen en daarna omgrepen door de omtrekslijst 6.

Het spreekt vanzelf dat van cruciaal belang is de volmaaktheid van de afdichtingen. Waar nodig, bijvoorbeeld ter plaatse van de lijsten 4, 5 en 6 tussen lijst en afdichtband 14 en afdichtband 14 en de (afgeslepen) randen van de glasplaten 2 en 3 en de benen van het U-profiel 7, is een kit 13 aangebracht die lucht en waterdicht afsluit, zoals een kit op basis van polysulfide of siliconen. Voorts is in het weergegeven voorbeeld aan zowel de binnenzijde als de buitenzijde van het U-vormige profiel 7 een afdichtfolie 15 respectievelijk 15 aangebracht, waarmee de afdichting ter plaatse van de hoeken van het door het U-vormige profiel 7 gevormde raamwerk, indien geklonken of gelijmd, vervolmaakt wordt. Ook deze afdichtfolies 15, 16 kunnen weer door middel van de kit 13 op afdichtende wijze bevestigd zijn. Een en ander is duidelijker weergegeven in figuur IA.

In figuur 2A is weergegeven hoe ter plaatse van de hoeken van het beglazingssysteem bewerkstelligd kan worden dat de afsluitband 14 voldoende lengte heeft voor het vergroten van de spouwruimte. Daarbij is te zien dat langs elke zijde een tweede U-vormig profiel 17 aangebracht is, die ten opzichte van aangrenzende profielen 17 beweegbaar is. Elk U-profiel 17 is aan zijn uiteinden voorzien van lippen 20 voor afscherming van de afsluitband 14 in de hoeken van het beglazingssysteem.

Wanneer een opening in een kozijn gesloten moet worden met behulp van het beglazingssysteem volgens de uitvinding, waarvan dan de beide glasplaten 2 en 3 reeds geplaatst zijn, wordt eerst een trekkracht uitgeoefend op de met de beweegbare U-profielen 17 verbonden latten 19 om een ruimte A te creëren tussen het bovenste omlopende gedeelte van de afsluitband 14 en het bovenste omlopende gedeelte van het U-vormige profiel 7. Via aangebrachte kanalen 18 wordt dan lucht aangezogen uit de ruimte tussen de glasplaten 2 en 3. Het bewegen van de latten 19 kan bijvoorbeeld plaatsvinden door middel van tussen twee tegenover elkaar liggende latten 19 ingeklemde vijzels (niet weergegeven). De latten 19 kunnen dan in de dan verkregen onderlinge positie bevestigd worden op het kozijn. Vervolgens kan men met behulp van bijvoorbeeld een tussen de lijsten 5 en 6 werkend stelorgaan de glasplaat 3 van de glasplaat 2 af bewegen, waarbij het balgvormige gedeelte van de afsluitband 14 ontvouwen zal worden, zoals in streep-lijnen weergegeven is in figuur 1. Het stelorgaan kan in dit voorbeeld een schroefspindelmechanisme zijn, waarbij een schroefspindel met zijn eind roteerbaar en elastisch (in verband met trillingen) afgesteund is tegen de lijst 5, die daarvoor plaatselijk verbreed kan zijn. De schacht van de schroefspindel is daarbij door een aan lijst 6 beves- tigde, met de schroefspindel samenwerkende plaatvormige moer (bijvoorbeeld een zogenaamde speednut) heengevoerd. De kop van de schroefspindel zal gemakkelijk bereikbaar zijn en gevormd zijn om aangegrepen te kunnen worden met een schroevedraaier, steeksleutel enzovoort, mede afhankelijk van de grootte van de over te brengen krachten. De uit-slaglengte van de balg en daarmee de potentiële spouwruimtevergroting kan groot gemaakt worden door de beenlengte van het U-profiel 7 en daarmee de mogelijke balgwandgedeelten zo groot mogelijk te laten zijn. Aldus wordt het gedeelte B van de spouwruimte tussen de glasplaten 2 en 3 vergroot zodat uiteindelijk op twee manieren een vergroting van de spouwruimte bewerkstelligd wordt. De lijst 6 wordt in de nieuwe stand met behulp van willekeurige middelen gefixeerd ten opzichte van het kozijn, waarna afdeklijsten geplaatst kunnen worden. Opgemerkt wordt dat de uitslaglengte van de balg en daarmee de potentiële spouwruimtevergroting groot gemaakt kan worden door de beenlengte van het U-profiel 7 en daarmee de mogelijke balgwandbreedte zo groot mogelijk te laten zijn.

Het zal duidelijk zijn dat het niet beslist nodig is om beide wijzen van vergroting van de spouwruimte toe te passen, doch dat ook gekozen kan worden voor één van beide voornoemde methoden. Hierbij wordt verondersteld dat de methode waarbij de balgwand van de afsluit-band 14 ontvouwen wordt de meest praktische zal zijn.

Het spreekt verder vanzelf dat de mate waarin de spouwruimte vergroot wordt afhankelijk is van de dikte en de sterkte van de bijbehorende glasplaten en de dikte van de kozijnen. Voor iedere toepassing zal de wenselijke en haalbare vergroting van de spouwruimte berekend moeten worden.

Duidelijk zal zijn dat het vergroten van de spouwruimte eventueel ook plaats kan vinden in de fabriek, waarbij dan ervoor gezorgd moet worden dat de volumevergroting van de spouwruimte gehandhaafd blijft. Het heeft echter de voorkeur om de spouwruimte pas, zoals hierboven beschreven, te vergroten bij de plaatsing in het werk. Het voordeel hiervan is dat breukgevaar tijdens het transport verminderd wordt omdat de glasplaten spanningsvrij gemonteerd zijn.

Het in figuur 3 weergegeven in hoofdzaak U-vormige profiel is geschikt voor gebruik als profiel 7 in figuur 1 en figuur IA, en is zeer voordelig omdat het holle profiel 8 als een geheel daarmee gevormd is. De einden van dit profiel kunnen onder 45° afgesneden zijn en ter plaatse van de hoeken van het raam op af dichtende wijze aan elkaar gehecht zijn, nadat het vochtonttrekkingsmiddel 9 ingebracht is in het omsloten bovengedeelte van het U-vormige profiel. De profielen kunnen ook vooraf gemaakt zijn op de meest voorkomende lengte(n) van de zijden van de ruiten, waarbij dan telkens één uiteinde van het holle profiel luchtdicht afgesloten wordt, de openingen aangebracht en afgedekt worden, het holle profiel gevuld wordt met silicagel of zeoliet en tenslotte het andere uiteinde luchtdicht afgesloten wordt. Natuurlijk kunnen dergelijke profielen ook van tevoren samengevoegd zijn (bijvoorbeeld door lassen of lijmen) om zo over gebruiksklare raamwerken te beschikken.

De holle, vochtonttrekkingsmiddel 9 bevattende profielen 8, al of niet als geheel gevormd met het U-vormige profiel 7, hebben het voordeel de stijfheid van het beglazingssysteem te vergroten, hetgeen vooral voordelig is in de fase voorafgaande aan het in het werk plaatsen van het beglazingssysteem volgens de uitvinding. Een bijkomend voordeel is dat het holle profiel 8 ook een decoratieve functie kan vervullen en uitgevoerd kan worden in alle gewenste kleuren. Het belangrijkste is echter dat in combinatie met de vergroting van de spouwruimte hiermee bewerkstelligd wordt dat condensatie van vocht in de spouwruimte vrijwel uitgesloten is.

Claims (16)

1. Werkwijze voor het realiseren van een beglazing met twee in een eerste richting op afstand van elkaar geplaatste glasplaten, waarbij de ruimte tussen de glasplaten naar buiten toe afgesloten wordt door rondlopende afsluitorganen om een spouwruimte te bepalen, en waarbij, nadat de spouwruimte afgesloten is, deze blijvend vergroot wordt om daarin een onderdruk te bewerkstelligen.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het volume van de spouwruimte vergroot wordt door het vergroten van de onderlinge afstand in de eerste richting van de eerste en tweede glasplaat en het in de dan verkregen stand ten opzichte van elkaar vastleggen van de eerste en tweede glasplaat.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij het volume van de spouwruimten vergroot wordt door het vergroten van de omtreks-lengte van de afsluitorganen in een richting loodrecht op de eerste richting en het in de dan verkregen stand vastleggen van de afsluitorganen.

4. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij alvorens de spouwruimte afgesloten wordt ontvochtigingsorganen aangebracht worden in de spouwruimte.

5. Beglazingssysteem omvattend twee in een eerste richting op afstand van elkaar gelegen glasplaten en aan de rand daarvan, tussen de glasplaten aangebrachte afsluitorganen voor het afdichtend afsluiten van een spouwruimte daartussen, waarbij althans een deel van de afsluitorganen manipuleerbaar is voor het vergroten van het volume van de spouwruimte onder behoud van de afdichting.

6. Beglazingssysteem volgens conclusie 5, waarbij de afsluitorganen een balgwand vormen die uitzetbaar is in de eerste richting.

7. Beglazingssysteem volgens conclusie 6, waarbij de afsluitorganen rondom vast bevestigd zijn op twee in de eerste richting op afstand van elkaar gelegen plaatsen en daartussen een deel bepalen dat met behulp van een hulpmiddel in een richting in hoofdzaak loodrecht op de eerste richting naar buiten getrokken kan worden.

8. Beglazingssysteem volgens conclusie 6 of 7, waarbij de afsluitorganen flexibel zijn.

9. Beglazingssysteem volgens conclusie 7 of 8, waarbij langs de rand, aan de binnenzijde van de eerste glasplaat een in hoofdzaak U-vormig profiel met de opening naar buiten gericht, bevestigd is, aan het benedengedeelte van de binnenzijde van benen waarvan een het profiel volgende, tot de afsluitorganen behorende afdicht-strook bevestigd is, waarbij het zich in de eerste richting uitstrekkende dwarsgedeelte en de aangrenzende, zich langs de benen van het U-profiel uitstrekkende gedeelten van de afdichtstrook los zijn van het U-profiel en het dwarsgedeelte van de afdichtstrook met zijn onderop-pervlak bevestigd is aan het hulpmiddel.

10. Beglazingssysteem volgens conclusie 9, waarbij de afdichtstrook om het van de eerste glasplaat afgelegen tweede been van het U-vormige profiel geslagen is en in de eerste richting voortgezet wordt in de vorm van een balgwand die in de eerste richting uitzetbaar is en op af dichtende wijze bevestigd is aan het randgebied van de tweede glasplaat, en waarbij de ruimte tussen de in hoofdzaak evenwijdig en in de eerste richting lopende dwarsgedeelten van het ü-vormige profiel en de afdichtstrook in communicerende verbinding staat met de ruimte omsloten door de balgwand.

11. Beglazingssysteem volgens conclusie 9 of 10, waarbij aan de binnenzijde van het in hoofdzaak U-vormige profiel een hol profiel voorzien is, dat gevuld is met een vochtonttrekkingsmiddel.

12. Beglazingssysteem volgens conclusie 11, waarbij het holle profiel aan zijn naar de spouwruimte gekeerde zijde voorzien is van openingsorganen, die af gedicht zijn met een vóór het dichten van de spouwruimte wegneembaar afsluitmiddel.

13. Beglazingssysteem volgens conclusie 12 of 13, waarbij het holle profiel een platte zijde bezit, die bevestigd is op het U-vormige profiel.

14. Hol profiel voor vochtonttrekkingsmiddel zoals omschreven als onderdeel van het beglazingssysteem volgens conclusie 11, 12 of 13.

15. Beglazingssysteem volgens conclusie 11 of 12, waarbij het holle profiel als een geheel gevormd is met het U-vormige profiel.

16. Profiel omvattend het in conclusie 15 omschreven U-vormige profiel met het daarmee als een geheel gevormde holle profiel.