NL9201618A - Ruitsamenstel en afsluitband daarvoor. - Google Patents
Ruitsamenstel en afsluitband daarvoor. Download PDFInfo
- Publication number
- NL9201618A NL9201618A NL9201618A NL9201618A NL9201618A NL 9201618 A NL9201618 A NL 9201618A NL 9201618 A NL9201618 A NL 9201618A NL 9201618 A NL9201618 A NL 9201618A NL 9201618 A NL9201618 A NL 9201618A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- window assembly
- assembly according
- glass plates
- sealing
- glass
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E06—DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
- E06B—FIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
- E06B3/00—Window sashes, door leaves, or like elements for closing wall or like openings; Layout of fixed or moving closures, e.g. windows in wall or like openings; Features of rigidly-mounted outer frames relating to the mounting of wing frames
- E06B3/66—Units comprising two or more parallel glass or like panes permanently secured together
- E06B3/663—Elements for spacing panes
- E06B3/66309—Section members positioned at the edges of the glazing unit
- E06B3/66342—Section members positioned at the edges of the glazing unit characterised by their sealed connection to the panes
- E06B3/66352—Section members positioned at the edges of the glazing unit characterised by their sealed connection to the panes with separate sealing strips between the panes and the spacer
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E06—DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
- E06B—FIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
- E06B3/00—Window sashes, door leaves, or like elements for closing wall or like openings; Layout of fixed or moving closures, e.g. windows in wall or like openings; Features of rigidly-mounted outer frames relating to the mounting of wing frames
- E06B3/66—Units comprising two or more parallel glass or like panes permanently secured together
- E06B3/663—Elements for spacing panes
- E06B3/66309—Section members positioned at the edges of the glazing unit
- E06B3/66328—Section members positioned at the edges of the glazing unit of rubber, plastics or similar materials
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E06—DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
- E06B—FIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
- E06B3/00—Window sashes, door leaves, or like elements for closing wall or like openings; Layout of fixed or moving closures, e.g. windows in wall or like openings; Features of rigidly-mounted outer frames relating to the mounting of wing frames
- E06B3/66—Units comprising two or more parallel glass or like panes permanently secured together
- E06B3/663—Elements for spacing panes
- E06B3/66309—Section members positioned at the edges of the glazing unit
- E06B3/66342—Section members positioned at the edges of the glazing unit characterised by their sealed connection to the panes
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E06—DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
- E06B—FIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
- E06B3/00—Window sashes, door leaves, or like elements for closing wall or like openings; Layout of fixed or moving closures, e.g. windows in wall or like openings; Features of rigidly-mounted outer frames relating to the mounting of wing frames
- E06B3/66—Units comprising two or more parallel glass or like panes permanently secured together
- E06B3/663—Elements for spacing panes
- E06B3/66309—Section members positioned at the edges of the glazing unit
- E06B3/66361—Section members positioned at the edges of the glazing unit with special structural provisions for holding drying agents, e.g. packed in special containers
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Architecture (AREA)
- Securing Of Glass Panes Or The Like (AREA)
Description
Ruitsamenstel en afsluitband daarvoor.
De uitvinding heeft betrekking op een ruitsamenstel omvattend tenminste twee in een eerste richting op afstand van elkaar gelegen glasplaten, of platen van een ander materiaal die dezelfde functies kunnen uitoefenen, waarbij tussen de glasplaten, nabij de randen daarvan, afsluitorganen aangebracht zijn voor het afdichtend afsluiten van de spouwruimte tussen de glasplaten.
Bekende ruitsamenstellen zijn op velerlei verschillende wijzen voorzien van afsluitorganen. Uit de Duitse octrooiaanvrage 3.004.078 is een ruitsamenstel met twee glasplaten bekend, waarbij de afsluitorganen een stijf rondlopend, kokervormig profiel omvatten, met aan weerszijden daarvan, tussen profiel en glasplaten, aangebrachte elastische kleefbanden. De ruimte buiten het profiel en tussen de glasplaten, is naar buiten toe opgevuld met een elastische afdich-tingspasta, die tevens de beide glasplaten op elastische wijze met elkaar verbindt. Door het stijve profiel dat zich tussen de elastische banden bevindt is de mate waarin de beide glasplaten ten opzichte van elkaar kunnen bewegen beperkt. Een dergelijke bewegingsmogelijkheid kan gewenst zijn om spanningen als gevolg van temperatuurverschillen te verminderen en trillingen van allerlei aard te dempen.
Uit de Duitse octrooiaanvrage 2.516.576 is een ruitsamenstel bekend, bestaande uit een hoofdglasplaat en een kleinere hulp-glasplaat, die langs de randen van de hulpglasplaat aan elkaar bevestigd zijn door middel van een rondlopend U-vormig profiel van rubber-elastisch materiaal, waarbij de beide benen van het U-profiel voorzien zijn van aangevormde zuignapprofielen, waarmee de beide glasplaten vastgezogen kunnen worden aan het U-profiel. Het U-profiel vormt daarbij een duurzame afdichting alsmede een warmte- en geluidsisolatie. Het rubberelastische U-profiel kan verstevigd worden door middel van een daarin geplaatst stijf ü-vormig profiel. Door dit stijve profiel wordt ook de afstand/ dat wil zeggen de ondergrens daarvan, tussen de glasplaten nauwkeuriger bepaald. Ben bezwaar van deze bekende constructie is de ingewikkelde vorm van het rubberelastische U-profiel met zuignapprofielen, terwijl ook hier weer de mate waarin de beide glasplaten ten opzichte van elkaar in de eerste richting kunnen bewegen beperkt is doordat het stijve profiel zich, in de eerste richting gezien, tussen de beide zuignapprofielen bevindt. De zuignappen kunnen de krachten die op het glas inwerken op den duur niet houden.
Het is een doel van de onderhavige uitvinding om een ruitsamenstel van de in de aanhef beschreven soort te verschaffen, met een verhoogde werkzaamheid met betrekking tot isolatie tegen tempera-tuursinvloeden en tegen trillingen van allerlei aard, inbegrepen geluidstrillingen.
Hiertoe verschaft de uitvinding een ruitsamenstel, omvattend tenminste twee in een eerste richting op afstand van elkaar gelegen glasplaten of platen van een ander doorzichtig of doorschijnend water- en luchtdicht materiaal, en tussen de glasplaten, nabij de randen daarvan, aangebrachte afsluitorganen, die daarmee verbonden zijn voor het afdichtend afsluiten van een spouwruimte daartussen, waarbij de afsluitorganen een afsluitband omvatten, die zich in de eerste richting van de ene glasplaat naar de andere glasplaat toe uitstrekt en als geheel een meegevende, trillingsdempende en warmte-isolerende samenstelling heeft. Een dergelijke afsluitband behoeft weinig problemen op te leveren bij vervaardiging en opslag en het aanbrengen daarvan, waarbij ook het materiaalgebruik efficiënt is doordat het materiaal geconcentreerd is daar waar het werkzaam moet zijn, namelijk in een gebied dat zich tussen de glasplaten, in de eerste richting uitstrekt.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van het ruitsamenstel van de uitvinding omvat de afsluitband tenminste één gesloten en hol, elastisch afsluitdeel. Het holle, elastische afsluitdeel heeft bij voorkeur de vorm van een buis(je) en kan bijvoorbeeld vervaardigd zijn van PVC.
De afsluitband omvat voorts bij voorkeur een strookvormig afsluitelement van meegevend materiaal. Het holle afsluitdeel is dan bij voorkeur afdichtend gehecht aan de binnenzijde van één van de glasplaten en bevindt zich dan tussen het afsluitelement en de glasplaat. Bijzonder voordelig is het indien de afsluitband twee aan weerszijden van het afsluitelement gelegen holle, afsluitdelen omvat, die elk afdichtend gehecht zijn aan de binnenzijde van een respectievelijke glasplaat.
Het afsluitelement kan indien gewenst voor stabilisatie gehecht zijn aan een zich in de eerste richting uitstrekkend dwarsge-deelte van een relatief stijf profiel. Dit profieldeel kan bijvoorbeeld T-, I- of ü-vormig zijn.
De holle afsluitdelen of buisjes vervullen enkele functies. Bij het samenstellen van het ruitsamenstel worden de afsluitor-ganen aan de binnenzijde van een eerste glasplaat aangebracht, en wordt tenslotte de tweede glasplaat op de afsluitorganen bevestigd. Bij stevig aandrukken zullen de buisjes vervormd worden en daardoor een toenadering van de glasplaten naar elkaar mogelijk maken. Aanvankelijk tussen de glasplaten opgesloten lucht zal daarbij in enige mate zijwaarts kunnen ontsnappen. Wanneer de hechting tussen de tweede glasplaat en de afsluitorganen voltooid is heft men de aandrukkracht op de tweede glasplaat op. De veerkracht van de buisjes en de meege-vendheid van eventuele andere delen van de afsluitband zorgt er dan voor dat de glasplaten weer enigszins van elkaar af kunnen bewegen, met als gevolg dat er een lichte onderdruk bewerkstelligd wordt in de spouwruimte tussen de glasplaten. Dit is een eerste balgfunctie van de buisjes. Een tweede balgfunctie van de buisjes bestaat hieruit dat zij het toelaten dat de randen van de glasplaten naar elkaar toe of van elkaar af bewegen bij respectievelijk relatief koude en relatief warme spouwruimte, zonder dat de afsluiting tussen de glasplaten verslechtert. De glasplaten behoeven niet hol of bol te gaan staan. Een verdere functie is dat de buisjes op zich al een spouwruimte vormen, die voordelig is met het oog op warmte-isolatie. De flexibele buisjes vormen eveneens een isolatiemiddel of, zo men wil, een barrière tegen geluid. Tenslotte kan nog opgemerkt worden dat de buisjes van nut zijn bij het opnemen van trillingen van ander origine, bijvoorbeeld tril lingen die afkomstig zijn van het wegverkeer en via de grond aan het bouwwerk waarin het ruitsamenstel geplaatst is doorgegeven worden.
Het zal duidelijk zijn dat het ruitsamenstel volgens de uitvinding een betere geluidswering en betere warmte-isolatie verschaft dan conventioneel isolatieglas bij dezelfde dikte.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een ruitsamenstel omvattend tenminste twee in een eerste richting op afstand van elkaar gelegen glasplaten of platen van een ander doorzichtig of doorschijnend, water- en luchtdichtmateriaal, en tussen de glasplaten, nabij de randen daarvan, aangebrachte afsluitorganen die daarmee verbonden zijn voor het afdichtend afsluiten van een spouwruimte daartussen, waarbij de afsluitorganen een relatief stijf afsluitelement omvatten alsmede tenminste één eerste langwerpig, in dwarsrichting op veerkrachtige wijze samendrukbaar en uitrekbaar, bij voorkeur hol afsluitdeel, dat tussen het afsluitelement en de binnenzijde van één van de glasplaten geplaatst is. Het eerste langwerpige afsluitdeel is bij voorkeur een buisje, slangetje of een veter en is bij voorkeur gelegen nabij het naar de spouwruimte gekeerde binnenvlak van het afsluitelement.
Het afsluitelement en het eerste langwerpige afsluitdeel zijn bij voorkeur aan elkaar bevestigd door middel van een snapverbin-ding. Volgens een verdere uitvoeringsvorm van dit ruitsamenstel is het eerste afsluitdeel verbonden met een tweede afsluitdeel, dat bij voorkeur gelijk is aan het eerste afsluitdeel en bestemd is voor afdichting tussen een voor afdekking van de glasplaatrand gebruikte sierlijst en het kozijn, waarin het ruitsamenstel geplaatst moet worden, gelegen te zijn. Het eerste en het tweede afsluitdeel zijn hierbij bij voorkeur op flexibele wijze met elkaar verbonden.
De uitvinding zal nu nader beschreven worden aan de hand van een aantal in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduit-voeringen.
Getoond wordt in: figuur 1 een detail van een dwarsdoorsnede van het randgebied van een eerste uitvoering van een ruitsamenstel volgens de uitvinding; figuur 2 een detail van een dwarsdoorsede van het randgebied van een tweede uitvoering van een ruitsamenstel volgens de uitvinding; figuur 3 een dwarsdoorsnede van het randgebied van een andere uitvoering van een ruitsamenstel waarop de aanvrage betrekking heeft, met een deel van het kozijn waarin het ruitsamenstel geplaatst wordt; en figuur 4 een alternatieve uitvoering van het ruitsamenstel van figuur 3.
Het in figuur 1 weergegeven ruitsamenstel 1 omvat een eerste glasplaat 2 en een tweede glasplaat 3, die in de eerste richting A op afstand van elkaar geplaatst zijn. De spouwruimte 4 tussen de glasplaten 2 en 3 wordt rondom langs de randen afgesloten met behulp van afsluitband 7. Deze afsluitband 7, die kenmerkend is voor de uitvinding, omvat een centrale strook 8 van een meegevend materiaal zoals butylrubber of een vergelijkbare synthetische rubber met de voor het bedoelde gebruik geschikte eigenschappen. De strook 8 kan vergeleken worden met de stroken beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage 79.09183 die in de handel verkrijgbaar zijn onder de merknaam Tremco, maar dan zonder de aluminium verstevigingsstrip die daarin opgenomen is. Waar het bij de uitvoering van figuur 1 om gaat is dat de afsluitband 7 een brug tussen de beide glasplaten 2 en 3 vormt, die geen stijve delen in zich bergt. De strook 8, die bij voorkeur tevens een droogmiddel, zoals zeoliet of silicagel, bevat, heeft een hoogte en/of hechtlengte op het profiel 5, die voldoende vervorming in richting A mogelijk maakt.
De buizen 9 zijn door middel van een laag 10 van geschikte kit aan de strook 8, aan weerszijden daarvan, gehecht. Deze kit is water- en luchtdicht en is bij voorkeur blijvend soepel.
De afsluitband 7 kan op rol aangeleverd worden en voorafgaande aan samenstellen van de ruitsamenstellen eenvoudig op lengte gesneden worden. Dan wordt de strook 8 met elk geschikt hechtmiddel op de buitenzijde van de bodem 14 van een stijf U-profiel 5 geplakt. Dit profiel 5 omvat voorts twee benen 15 en 16, die met de bodem 14 een kanaal 6 bepalen, dat na plaatsing in een kozijn bijvoorbeeld dienst kan doen als ventilatiekanaal. Wanneer de poten 15 en 16 eindigen ter hoogte van de randen van de glasplaten 2 en 3 zal het ventilatiekanaal 6 zich geheel binnen het ruitsamenstel bevinden. Dit kan voordelig zijn omdat een overeenkomstige voorziening in het kozijn dan achterwege gelaten kan worden.
Nadat de strook 8 aan het U-profiel 5 gehecht is worden de benen 15 en 16 van het U-profiel ingekerfd, zodat het U-profiel ter plaatse van de inkervingen recht om gebogen kan worden om een hoek-stand aan te nemen, teneinde een bepaalde lengte U-profiel met af-sluitband 7 tot een raamwerk voor een ruitsamenstel te vormen.
Dan wordt aan één zijde van het samenstel van afsluitband 7 en profiel 5 een laag van water- en luchtdicht en blijvend meegevend hechtmiddel 12 aangebracht. Deze laag 12 strekt zich uit vanaf de zijwand van de buis 9, verloopt langs de onderzijde daarvan en eindigt op het zij-oppervlak van het been 15 of 16 van het U-profiel 5. De laag 12 is dikker aangebracht in het gebied tussen de buis en de glasplaat voor een optimale hechting van de buis aan de glasplaat. De blijvende meegevendheid is van belang omdat dan de buisjes hun beoogde functies kunnen blijven uitoefenen. Na het aanbrengen van de laag 12 aan één zijde wordt het samenstel van afsluitband 7 en profiel 5 op de binnenzijde van een glasplaat 2 of 3 geplaatst. De spleet die hierbij ontstaat tussen een been 15 of 16 van het profiel 5 en de rand van de glasplaat 2 of 3 wordt opgevuld met een hechtend vulmiddel 13, bijvoorbeeld een kit van neutrale vorm, bijvoorbeeld siliconenkit. Deze kit is rekbaar en dichtend en voldoet bijvoorbeeld aan de normen voor Klasse K 25 VDBW 81 (NEN-norm 3566 type C.). vervolgens wordt op het bovenliggende buisje 9 en het overgangsgebied naar de buitenzijde van het andere been 16 of 15 van het U-profiel 5, dus aan de andere zijde, eveneens een laag 12 aangebracht, waarna de spleet tussen de andere glasplaat 3 of 2 en het andere been 16 of 15 van het U-profiel weer opgevuld wordt met een vulmiddel 13. Voordat dit opvullen plaatsvindt, kunnen de glasplaten 2 en 3 nog naar elkaar toegedrukt worden, opdat lucht uit de spouwruimte 4 zal kunnen ontsnappen.
In figuur 2 is een andere uitvoering van het ruitsamenstel volgens de uitvinding weergegeven. Het ruitsamenstel 1' omvat twee glasplaten 2', 3', die een spouwruimte 4' bepalen die naar opzij afgesloten is door middel van de af sluitband 19, die hier gevormd wordt door een flexibele buis van bijvoorbeeld PVC. In de buis 19 is een koord met een vochtontrekkingsmiddel 18 zoals zeoliet of silicagel opgenomen, waarbij de buis 19 naar binnen toe doorlatend -is voor lucht opdat dit voehtonttrekkingsmiddel werkzaam kan zijn, of daartoe eventueel voorzien is van gaatjes in het bovenste deel van haar omtrek. Het onderste gedeelte van de omtrek van de buis 19 is bedekt met een laag water- en luchtdicht hechtmiddel 12', dat blijvend meegevend is om de flexibele buis 19 haar functies te kunnen laten uitoefenen. Middels de laag 12' is de buis 19 ook gehecht aan een dwarsgedeelte 17 van een stijf I-profiel 20 (eventueel is ook een T-profiel of een 1-profiel mogelijk, in welk laatste geval de buis dan middels een lijn hechtmiddel bevestigd is aan het profiel), dat dient voor versteviging van het randgebied van het ruitsamenstel 1'. Tussen de beide glasplaten 2' en 3' en het 1-profiel 20 is een kitmassa 13’ aangebracht, die vergelijkbaar is met de kitmassa 13 van figuur 1. In de weergegeven opbouw kan de breedte van de spouw zo klein zijn als bijvoorbeeld 6 mm.
Alternatief kan de buis 19 vervaardigd zijn van een materiaal, bijvoorbeeld PVC, dat vermengd is met een vochtonttrek-kingsmiddel.
In een uitvoering zoals fig. 2, maar zonder het profiel 20, kunnen de gedeelten 12, 13', 18 en 19 al vooraf samengevoegd zijn en op rol aangeleverd worden. Hierbij kan de daardoor gevormde band in dwarsrichting opgerold zijn, waarbij tussen de aanliggende gedeelten 13' van opeenvolgende windingen een laag siliconenpapier aangebracht is om te voorkomen dat deze gedeelten 13' in de rol aan elkaar hechten.
In de figuren 1 en 2 zijn slechts enkele mogelijke uitvoeringsvormen weergegeven. Een andere mogelijkheid is bijvoorbeeld om in de opbouw van figuur 2 tussen de glasplaten 21 en 3' en de buis 19 een band butylrubber aan te brengen wanneer bijvoorbeeld de spouwbreedte dit verlangt. Ook behoeft het niet steeds nodig te zijn om een verste-vigingsprofiel te plaatsen tussen de randen van de glasplaten en de afsluitband volgens de uitvinding.
Figuur 3 toont een markant gedeelte van een ander ruitsamenstel volgens de aanvrage, dat hier in een kozijn 46 geplaatst wordt. Het ruitsamenstel 21 is opgebouwd uit twee glasplaten 22, 23, die evenwijdig aan elkaar en aan het hoofdvlak D-D van het getoonde beglazingssysteem gelegen zijn. Het ruitsamenstel omvat verder een stijf U-vormig profiel 24, waarmee de spouwruimte tussen de glasplaten 22 en 23 afgesloten wordt en de glasplaten 22 en 23 op afstand van elkaar gehouden worden. Het U-profiel 24 omvat twee profielbenen 25 en 26, die over een substantieel deel van hun lengte buiten de glasplaten 22 en 23 steken, waarbij zij, in een richting loodrecht op het hoofdvlak D-D beschouwd, geheel binnen de tussenruimte tussen de glasplaten 22 en 23 blijven. Nabij de bodem van het U-profiel 24, maar wel op enige afstand daarvan, bevindt zich de dichte dwarswand 27, die met de bodem en de benen van het U-profiel 24 een kamer 28 voor een vochton-trekkingsmiddel 29 bepaalt. Via doorgangen 30 in de bodem van het U-profiel 24 kan het voehtonttrekkingsmiddel 29 vocht onttrekken uit de spouwruimte. Het U-profiel 24 is voorts nabij de binnen- of bodemeenden van de benen 25 en 26 voorzien van uitsparingen 37, waarin een verdieping 38, waarvan de functie nog nader beschreven zal worden, aangebracht is.
Tussen de glasplaten 22 en 23 en het U-profiel 24 zijn afsluitsamenstellen 31-33 aangebracht. Deze afsluitsamenstellen bestaan uit twee flexibele, doorlopende PVC buisjes 31, 32, eventueel voorzien van een laag aluminium voor maximale luchtafdichting, die met elkaar verbonden zijn door een flexibele rubberstrip 33.
De buisjes 31 en 32 zijn voorzien van nokvormige uitsteeksels 37, die met de verdiepingen 38 in de uitsparingen 37 een snapver-binding kunnen aangaan. Andere verbindingen zijn natuurlijk denkbaar. De oppervlakken van de uitsparingen 37 zijn hierbij gevormd om het buitenoppervlak van de buisjes 31 op aanliggende wijze op te kunnen nemen.
De tweede buisjes 32 zijn eveneens voorzien van nokvormige uitsteeksels 42, die bestemd zijn om een snapverbinding aan te gaan met nog nader te beschrijven geschikte delen van het kozijn 46 waarin het ruitsamenstel 21 geplaatst wordt.
De ruimte tussen de glasplaten 22 en 23 en het buitenoppervlak van de benen 25, 26 van het U-profiel 24, buiten de buisjes 31 is gevuld met geschikte elastische afdichtende kit 36, die er tevens voor zorgt dat de glasplaten 22 en 23 bevestigd zijn aan het U-profiel 24.
De rubberen buisjes 31 en 32 geven de glasplaten 22 en 23 ter plaatse de mogelijkheid om bij het relatief kouder worden van de spouwruimte naar elkaar toe en naar het U-profiel 24 te bewegen. Bij een weer relatief warmer wordende spouwruimte zullen de glasplaten 22 en 23 van elkaar af bewegen, en dan kunnen de buisjes uitzetten en zodoende de ruimte tussen het u-profiel en het binnenvlak van de glasplaten 22 en 23 blijven afsluiten. De glasplaat blijft recht omdat de rubberen buisjes en de kit 36 de verwijdering en toenadering ook aan de glasplaatranden mogelijk maken.
Bij het samenstellen van het ruitsamenstel 21 gaat men uit van een rechthoekig frame dat opgebouwd is uit U-profielen 24. Andere framevormen zijn denkbaar, bijvoorbeeld ronde framevormen. Aan één zijde van de U-profielen 24 worden rubber buisjes geplaatst, waarbij de verdikking 39 en de verdieping 38 met elkaar een snapverbinding aangaan. Vervolgens wordt langs de buitenrand van de geplaatste buisjes 31 een strook kit 36 aangebracht, waarna de glasplaat 22 op de buisjes 31 en de kit 36 geplaatst wordt om zodoende gehecht te worden aan het U-profiel 24. Vervolgens wordt het samenstel van U-profiel 24 en glasplaat 22 omgekeerd en plaatst men de buisjes 31 in de daarvoor bestemde uitsparingen 37 op de benen 26 van de U-profielen 24, waarbij dan weer de verdikkingen 39 een snapverbinding vormen met de verdiepingen 38. Vervolgens wordt weer een laag kit 36 langs de buitenomtrek van de buisjes 31 aangebracht, waarna de glasplaat 23 geplaatst wordt om gehecht te worden op de U-profielen 24.
Het voltooide ruitsamenstel 21 wordt vervolgens in een kozijn 46 geplaatst. Dit kozijn 46 is in zijn stijlen en dorpels voorzien van een uitsparing 43, waarvan de breedte vrijwel overeenkomt met de breedte van de U-profielen 24 en bijvoorbeeld 22 mm kan bedragen. In het weergegeven voorbeeld is de verdieping 43 zo diep, dat het grootste deel van het uitstekende gedeelte van de benen 25 en 26 van de U-profielen daarin opgenomen kan worden. Hierbij blijft er slechts een kleine spleet over tussen de randen van de glasplaten 22 en 23 en de dagzijde van de dorpels en stijlen van het kozijn 46. De uitsparing 43 is nog voorzien van een verdieping 44, waar een ontluchtingskanaal 45 in uitmondt. De ruimten 43 en 44, begrensd door de binnenoppervlak-ken van de benen 25, 26 en de dwarswand 27 van de U-profielen 24, bepalen een ventilatiekanaal dat tevens dienst doet als een geluidsab-sorberend kanaal.
De dorpels en stijlen van het kozijn 46 zijn voorts aan hun dagzijde voorzien van uitsparingen 40, waarin verdiepingen 41 aangebracht zijn. De uitsparingen 40 en verdiepingen 41 zijn respectievelijk complementair gevormd aan de buisjes 32 en de verdikkingen 42 daarop. De verdiepingen 41 en verdikkingen 42 zijn ten opzichte van elkaar gevormd om een snapverbinding aan te kunnen gaan.
Bij het plaatsen van het ruitsamenstel 21 in het kozijn 46 worden de uiteinden van de benen 25 en 26 van de ü-profielen tot in aanligging met de bodem van de uitsparing 43 gebracht. Dan wordt de spleetruimte tussen de randen van de glasplaten 22 en 23 en de dagzijde van de dorpels en de stijlen van het kozijn 46 gevuld met een hoeveelheid kit 36', welke kit gelijk is aan de kit 36, en worden direct daarna de buisjes 32 vastgezet in de uitsparingen 40 middels de snapverbindingen tussen verdikkingen 42 en verdiepingen 41. Tenslotte plaatst men sierlatten 34 en 35 tegen de buisjes 32 aan en bevestigt men deze op de dorpels en stijlen van het kozijn 46. Hierbij worden de buisjes 32 enigszins samengedrukt om de spleetruimte tussen de randen van de glasplaten 22 en 23 en het dagoppervlak van het kozijn volledig af te sluiten.
Het kozijn kan in het voornoemde maatvoorbeeld een dikte hebben van 50 mm. Gezien zal worden dat aldus een relatief brede spouwruimte gerealiseerd is. Dit is onder meer mogelijk omdat het ruitsamenstel niet in het kozijn bevestigd hoeft te worden door allerlei extra latten en dergelijke, maar door de dorpels en stijlen zelf op zijn plaats gehouden wordt. In feite wordt het ruitsamenstel op zijn plaats gehouden door delen van het ruitsamenstel die binnen de glasplaten 22 en 23 gelegen zijn.
Het is ook mogelijk om op een vergelijkbare wijze een ruitsamenstel op te bouwen, dat meer dan twee glasplaten en meer dan êén spouwruimte omvat. Zn figuur 4 ie een voorbeeld hiervan weergegeven. Het afgébeelde ruitsamenstel 50 omvat drie glasplaten 51, 52 en 53, die op afstand van elkaar en evenwijdig aan elkaar en evenwijdig aan het hoofdvlak E-E gelegen zijn. Tussen de glasplaten 51 en 52 en de glasplaten 52 en 53 zijn met de voornoemde ü-profielen 24 overeenkomstige U-pro£ielen 54 aangebraeht. De ü-profielen 54 zijn voorzien van benen 58, die dienen om opgenomen te worden in geschikte uitsparingen in kozijnen die uitgerust moeten worden met het ruitsamenstel 50. De glasplaat 52 is aan weerszijden verbonden met ü-profielen 54 door middel van kitmassa 57, waarmee tevens de ruimte tussen aangrenzende ü-profielen 54 opgevuld is. De glasplaten 51 en 53 zijn op met de glasplaten 22 en 23 vergelijkbare wijze bevestigd op de benen 58 van de U-profielen 54 door middel van kitmassa' s 56, waarbij dan tevens met buisjes 31 vergelijkbare buisjes 55 aangebracht zijn om de begrenzing te vormen tussen de spouwruimte en de kitmassa 56.
Bij wijze van voorbeeld zullen enige maten van het ruitsa-menstel 50 gegeven worden. De afstand tussen de glasplaten 51 en 53 kan 45 mm bedragen, met ruitdikten van 3 mm. De buisjes 55 kunnen een diameter hebben van 3 mm en de U-profielen 54 kunnen een breedte hebben van 15 mm. Het kozijn, waar het ruitsamenstel 50 in geplaatst wordt, kan een dorpel/stijlbreedte hebben van 5 a 6 cm.
Hoewel dat niet weergegeven is kunnen er ook buisjes 55 geplaatst zijn tussen de glasplaat 52 en de aan weerszijden daarvan gelegen U-profielen 54.
Opgemerkt wordt dat de in de figuren 3 en 4 weergegeven afsluitingen alternatief ook zodanig opgebouwd kunnen zijn, dat, in overeenstemming met de uitvoeringen van de figuren 1 en 2, tussen de buisjes een strook van meegevend vervormbaar materiaal gelegen is. Deze strook kan zonodig bevestigd zijn op een met de U-profielen 24, 54 vergelijkbaar profiel, dat dan meer naar buiten gelegen is.
Claims (14)
1. Ruitsamenstel, omvattend tenminste twee in een eerste richting op afstand van elkaar gelegen glasplaten of platen van een ander doorzichtig of doorschijnend water- en luchtdicht materiaal, en een tussen de glasplaten, nabij de randen daarvan, aangebrachte afsluitorganen, die daarmee verbonden zijn voor het afdichtend afsluiten van een spouwruimte daartussen, waarbij de afsluitorganen een afsluitband omvatten, die zich in de eerste richting van de ene glasplaat naar de andere glasplaat toe uitstrekt en als geheel een meegevende, trillingsdempende en warmte-isolerende samenstelling heeft.
2. Ruitsamenstel volgens conclusie 1, waarbij de afsluitband tenminste één gesloten en hol, elastisch afsluitdeel omvat.
3. Ruitsamenstel volgens conclusie 2, waarbij het holle, elastische afsluitdeel de vorm van een buisje, bijvoorbeeld vervaardigd van PVC, heeft.
4. Ruitsamenstel volgens conclusie 2 of 3, waarbij de afsluitband voorts een strookvormig afsluitelement van meegevend materiaal omvat.
5. Ruitsamenstel volgens conclusie 4, waarbij het afsluitdeel afdichtend gehecht is aan de binnenzijde van één van de glasplaten en zich tussen het afsluitelement en die glasplaat bevindt.
6. Ruitsamenstel volgens conclusie 5, waarbij de afsluitband twee holle, aan weerszijden van het afsluitelement gelegen afsluitdelen omvat die elk afdichtend gehecht zijn aan de binnenzijde van een respectievelijke glasplaat.
7. Ruitsamenstel volgens conclusie 4, 5 of 6, waarbij het afsluitelement voor stabilisatie gehecht is aan een zich in de eerste richting uitstrekkend dwarsgedeelte van een relatief stijf profiel.
8. Afsluitband, kennelijk bestemd voor gebruik in het ruitsamenstel volgens één der voorgaande conclusies.
9. Ruitsamenstel omvattend tenminste twee in een eerste richting op afstand van elkaar gelegen glasplaten of platen van een ander doorzichtig of doorschijnend, water- en luchtdichtmateriaal, en tussen de glasplaten, nabij de randen daarvan, aangebrachte afsluitor-ganen die daarmee verbonden zijn voor het afdichtend afsluiten van een spouwruimte daartussen, waarbij de afsluitorganen een relatief stijf afsluitelement omvatten alsmede tenminste één eerste langwerpig, in dwarsrichting op veerkrachtige wijze samendrukbaar en uitrekbaar, bij voorkeur hol afsluitdeel, dat tussen het afsluitelement en de binnenzijde van één van de glasplaten geplaatst is.
10. Ruitsamenstel volgens conclusie 9, waarbij het eerste langwerpige afsluitdeel een buisje, slangetje of een veter is.
11. Ruitsamenstel volgens conclusie 10, waarbij het eerste afsluitdeel gelegen is nabij het naar de spouwruimte gekeerde binnenvlak van het afsluitelement.
12. Ruitsamenstel volgens conclusie 9, 10 of 11, waarbij het afsluitelement en het eerste langwerpige afsluitdeel aan elkaar bevestigd zijn door middel van een snapverbinding.
13. Ruitsamenstel volgens conclusie 13, waarbij het eerste afsluitdeel verbonden is met een tweede afsluitdeel, dat bij voorkeur gelijk is aan het eerste afsluitdeel en bestemd is voor afdichting tussen een voor afdekking van de glasplaatrand gebruikte sierlijst en het kozijn, waarin het ruitsamenstel geplaatst moet worden, gelegen te zijn.
14. Ruitsamenstel volgens conclusie 13, waarbij het eerste en het tweede afsluitdeel op flexibele wijze met elkaar verbonden zijn.
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
AU39081/93A AU3908193A (en) | 1992-03-31 | 1993-03-25 | Window assembly |
PCT/NL1993/000072 WO1993020320A2 (en) | 1991-06-14 | 1993-03-25 | Window assembly |
Applications Claiming Priority (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9101031 | 1991-06-14 | ||
NL9101031A NL9101031A (nl) | 1991-06-14 | 1991-06-14 | Beglazingssysteem. |
NL9200061 | 1992-04-01 | ||
PCT/NL1992/000061 WO1992022725A2 (en) | 1991-06-14 | 1992-04-01 | Glazing system and window assembly for that purpose |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL9201618A true NL9201618A (nl) | 1993-11-01 |
Family
ID=19859374
Family Applications (2)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9101031A NL9101031A (nl) | 1991-06-14 | 1991-06-14 | Beglazingssysteem. |
NL9201618A NL9201618A (nl) | 1991-06-14 | 1992-09-18 | Ruitsamenstel en afsluitband daarvoor. |
Family Applications Before (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9101031A NL9101031A (nl) | 1991-06-14 | 1991-06-14 | Beglazingssysteem. |
Country Status (3)
Country | Link |
---|---|
AU (1) | AU1672792A (nl) |
NL (2) | NL9101031A (nl) |
WO (1) | WO1992022725A2 (nl) |
Families Citing this family (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2971286A1 (fr) * | 2011-02-08 | 2012-08-10 | Saint Gobain | Espaceur, connecteur et vitrage isolant |
GB2570638A (en) * | 2018-01-19 | 2019-08-07 | Graham Longhurst Stuart | Flush glazed double glazed door |
CN108868528B (zh) * | 2018-07-03 | 2020-01-10 | 邢台恒瑞玻璃有限公司 | 一种具备自换气结构的智能玻璃 |
RU2708215C1 (ru) * | 2019-07-01 | 2019-12-04 | Андрей Валентинович Никитин | Адаптивный изолирующий стеклопакет (варианты) |
Family Cites Families (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2909814A (en) * | 1956-12-05 | 1959-10-27 | James W Schwartz | Multiple panel glazing units |
GB1251592A (nl) * | 1969-01-10 | 1971-10-27 | ||
DE2031576B2 (de) * | 1970-06-26 | 1977-03-17 | Flachglas AG Delog-Detag, 8510 Fürth | Schalldaemmende verglasungseinheit mit durch eine rahmenartig umlaufenden metall-profilleiste in einem abstand gehaltenen glasscheiben |
DE2516576A1 (de) * | 1975-04-16 | 1976-10-21 | Pade Guenter J A | Mehrfachfensterscheibe |
DE3004078A1 (de) * | 1980-02-05 | 1981-08-13 | Friedrich Holve, Profilzieherei und Metallwarenfabrik, KG, 8570 Hemer | Mehrscheiben-isolierglas |
NL187866C (nl) * | 1986-02-12 | 1992-02-03 | Wildeman Wim Evert | Werkwijze voor het vatten van gespouwde glaswanden. |
-
1991
- 1991-06-14 NL NL9101031A patent/NL9101031A/nl not_active Application Discontinuation
-
1992
- 1992-04-01 AU AU16727/92A patent/AU1672792A/en not_active Abandoned
- 1992-04-01 WO PCT/NL1992/000061 patent/WO1992022725A2/en active Application Filing
- 1992-09-18 NL NL9201618A patent/NL9201618A/nl not_active Application Discontinuation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
NL9101031A (nl) | 1993-01-04 |
AU1672792A (en) | 1993-01-12 |
WO1992022725A3 (en) | 1993-03-04 |
WO1992022725A2 (en) | 1992-12-23 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
FI83360C (fi) | Profil foer bildande av ett foenster innefattande fler aen ett glas i en foensterbaoge. | |
US4850175A (en) | Spacer assembly for multiple glazed unit | |
US5088258A (en) | Thermal broken glass spacer | |
US6662523B2 (en) | Insulating glass sash assemblies with adhesive mounting and spacing structures | |
EP0124608B1 (en) | Window unit | |
US5090168A (en) | Extruded window frame system | |
JP2005508468A (ja) | 多重窓ガラスユニットサッシ組立体用の構成要素 | |
JP2005508468A5 (nl) | ||
US4676026A (en) | Window or door construction for a building | |
US4961975A (en) | Sealed glass unit | |
CA2443205A1 (en) | An anchoring profile, a frame assembly and a method for securing a pane against impact | |
US4208849A (en) | Multiple glazed window and method | |
JPS5943634B2 (ja) | 鉛直方向又は水平方向の引違い窓のためのサツシユ構造 | |
US20050166494A1 (en) | Frame construction of a sliding door | |
US5546714A (en) | Glazing seal and door frame | |
US4799332A (en) | Sliding window | |
CA2630439A1 (en) | Sealing structure | |
US20070137119A1 (en) | Plastic window frame covered with aluminum sheet for providing colourable surface | |
NL9201618A (nl) | Ruitsamenstel en afsluitband daarvoor. | |
NL193840C (nl) | Meervoudige glasruit met kokerprofiel. | |
RU2352746C2 (ru) | Профиль для створного оконного переплета и пластмассовое окно с вклеенным остеклением | |
RU2002131462A (ru) | Теплоизолирующие окна из синтетического материала | |
WO1993020320A2 (en) | Window assembly | |
CA2299223A1 (en) | Installation of roofing panels | |
CA1226761A (en) | Building kit for insulation glazing |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
BV | The patent application has lapsed |