NL9100847A - Transportinrichting. - Google Patents

Transportinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL9100847A
NL9100847A NL9100847A NL9100847A NL9100847A NL 9100847 A NL9100847 A NL 9100847A NL 9100847 A NL9100847 A NL 9100847A NL 9100847 A NL9100847 A NL 9100847A NL 9100847 A NL9100847 A NL 9100847A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
switch
guide
guide rails
guide rail
tongue
Prior art date
Application number
NL9100847A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Vanderlande Ind Nederland
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Vanderlande Ind Nederland filed Critical Vanderlande Ind Nederland
Priority to NL9100847A priority Critical patent/NL9100847A/nl
Priority to DE69200699T priority patent/DE69200699T2/de
Priority to EP92201371A priority patent/EP0518399B1/en
Priority to AT92201371T priority patent/ATE114288T1/de
Publication of NL9100847A publication Critical patent/NL9100847A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G47/00Article or material-handling devices associated with conveyors; Methods employing such devices
    • B65G47/74Feeding, transfer, or discharging devices of particular kinds or types
    • B65G47/84Star-shaped wheels or devices having endless travelling belts or chains, the wheels or devices being equipped with article-engaging elements
    • B65G47/841Devices having endless travelling belts or chains equipped with article-engaging elements
    • B65G47/844Devices having endless travelling belts or chains equipped with article-engaging elements the article-engaging elements being pushers transversally movable on the supporting surface, e.g. pusher-shoes

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Branching, Merging, And Special Transfer Between Conveyors (AREA)
  • Saccharide Compounds (AREA)
  • Compositions Of Macromolecular Compounds (AREA)
  • Polymers With Sulfur, Phosphorus Or Metals In The Main Chain (AREA)
  • Framework For Endless Conveyors (AREA)

Description

Korte aanduiding : Transportinrichting.
De uitvinding heeft betrekking op een transportinrichting met een gestel en een eindloos aandrijfbaar transportorgaan, voorzien van dwars op de verplaatsingsrichting van het transportorgaan en evenwijdig aan elkaar verlopende dragers, welke scharnierend zijn gekoppeld met althans een eindloos flexibel koppelorgaan, terwijl door althans enige van de dragers afduwschoenen worden ondersteund, welke afduwschoenen zijn verbonden met aan de van de afduwschoenen afgekeerde zijden van de dragers opgestelde geleidingsorganen, welke kunnen samenwerken met een tweetal op bepaalde plaatsen aangebrachte, zich in tegengestelde richting schuin op de beoogde verplaatsingsrichting van de dragers uitstrekkende geleidingsrails, welke elkaar snijden, waarbij ter plaatse van het snijpunt een omstelbare wissel inrichting is aangebracht, die is voorzien van een tweetal wisseltongen, die verzwenkbaar zijn tussen een stand, waarin de ene wisseltong zich tenminste gedeeltelijk in de ene geleidingsrail uitstrekt, terwijl de andere wisseltong is teruggetrokken uit de andere geleidingsrail voor het doorlaten van het gelëidingsorgaan door de andere geleidingsrail, en een tweede stand, waarin de andere wisseltong zich tenminste · gedeeltelijk in de andere geleidingsrail uitstrekt, terwijl de ene wisseltong is teruggetrokken uit de ene geleidingsrail voor het doorlaten van het gelëidingsorgaan door de ene geleidingsrail, waarbij de wisseltongen zodanig zijn uitgevoerd, dat een begrenzingszijde van een wisseltong, die, gezien in de beoogde verplaatsingsrichting van een gelëidingsorgaan door een geleidingsrail, de wisseltong begrenst aan de bovenstroomse zijde van het eventueel in de desbetreffende geleidingsrail gelegen gedeelte van de wisseltong, zich schuin ten opzichte van de lengterichting van deze geleidingsrail uitstrekt vanaf een punt op de ene zijkant van de desbetreffende geleidingsrail, die is afgekeerd van de andere geleidingsrail, naar een meer stroomafwaarts gelegen punt op de andere zijkant van de desbetreffende geleidingsrail.
Een dergelijke inrichting is beschreven in de oudere Nederlandse octrooiaanvrage 9000393 van aanvraagster. Daar onderhavige uitvinding betrekking heeft op de uitvoering van de wisselinrichting is in onderhavige aanvraag geen beschrijving opgenomen van de opbouw van de feitelijke transportinrichting; voor de opbouw van de transportinrichting wordt bijvoorbeeld verwezen naar de bovengenoemde octrooiaanvrage 9000393, waarvan de inhoud door deze verwijzing geacht wordt hierin te zijn opgenomen, hoewel het uiteraard duidelijk zal zijn, dat de constructie volgens de uitvinding ook toepasbaar is bij soortgelijke transportinrichtingen, die op andere wijze zijn opgebouwd dan de inrichting beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage 9000393.
Bij deze bekende constructie zijn de beide wisseltongen ieder om een eigen verzwenkas opstelbaar, die gezien in de beoogde verplaatsingsrichting van de geleidingsorganen nabij het bovenstroomse uiteinde van de desbetreffende wisseltong is opgesteld. Daarbij zijn de beide wisseltongen door een stangenstelsel of dergelijke met elkaar gekoppeld.
Op zich voldoet deze bekende constructie goed, maar met de uitvinding wordt beoogd een inrichting van bovengenoemde soort te verkrijgen, die uit een kleiner aantal onderdelen kan worden opgebouwd.
Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt, doordat beide wisseltongen zijn bevestigd aan een gemeenschappelijk draagorgaan, dat verzwenkbaar is om een zwenkas, welke bovenstrooms van het snijpunt van de geleidingsrails en midden tussen de geleidingsrails is opgesteld, terwijl tussen de stroomafwaartse uiteinden van de beide wisseltongen een doortocht is aangebracht, welke afhankelijk van de stand van de wisseltongen samenvalt met de ene of de andere gel ei di ngsrai1.
Door toepassing van de constructie volgens de uitvinding kunnen de wisseltongen vast met elkaar zijn verbonden en om een enkele gemeenschappelijke as verzwenken, waardoor ten opzichte van het bovengenoemde oudere voorstel een aanzienlijke vereenvoudiging in de opbouw van de wisselinrichting is verkregen, terwijl tijdens bedrijf ook aanzienlijk minder geluid wordt veroorzaakt.
De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een in bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de constructie volgens de uitvinding.
Figuur 1 toont in perspectief een tweetal delen van de wisselinrichting volgens de uitvinding op afstand van elkaar weergegeven.
Figuur 2 toont een bovenaanzicht Op de wisselinrichting volgens de uitvinding.
Figuur 3 toont een vooraanzicht van figuur 2.
Figuur 4 toont een dwarsdoorsnede over figuur 2.
Figuur 5 toont een onderaanzicht op figuur 1.
De in de figuren weergegeven wissel inrichting omvat een uit een stuk bestaand, bij voorkeur uit kunststof vervaardigd wisselblok 1, dat ter hoogte van het snijpunt van de, zoals in bovengenoemde Nederlandse octrooiaanvrage 9000393 beschreven, elkaar snijdende geleidingsrails in het gestel van de transportinrichting zal zijn bevestigd, alsmede een plaatvormig, althans in hoofdzaak driehoekig gevormd draagorgaan 2 met een tweetal daarop bevestigde, bij voorkeur uit een stuk daarmede vervaardigde wisseltongen 3 en 3' en een daaraan bevestigde geleidingsnok 4.
Ter wille van de overzichtelijkheid van de figuren 2 en 5 zijn in deze figuren die delen van het draagorgaan 2, van de aan dit draagorgaan 2 bevestigde wisseltongen 3 en 3' en van de aan het draagorgaan 2 bevestigde geleidingsnok 4, die zichtbaar zijn, gearceerd met getrokken lijnen, terwijl de niet zichtbare delen zijn gearceerd met onderbroken lijnen.
Zoals in de figuren is weergegeven zijn in de bovenzijde van het wisselblok 1 een tweetal elkaar snijdende groeven 5 en 6 aangebracht. Bij inbouw in de transportinrichting zullen deze groeven deel uitmaken van de geleidingsrails ter hoogte van het snijpunt van deze geleidingsrails en in feite de elkaar snijdende delen van deze geleidingsrails vormen. De inbouw van het wisselblok zal daarbij zodanig zijn, dat een geleidingsorgaan, zoals beschreven in bovengenoemde Nederlandse octrooiaanvrage 9000393 of door de groef 5 zal bewegen in de richting volgens pijl A of door de groef 6 in de richting volgens pijl B.
Gemeten vanaf het snijpunt van de beide groeven 5 en 6 zijn deze groeven aan weerszijden van dit snijpunt over een deel van hun lengte ook aan hun onderzijde open en staan daarbij in verbinding met een in de onderzijde van het wisselblok aangebrachte uitsparing 7.
Gezien in de beoogde verplaatsingsrichting van de geleidingsorganen in de richting volgens pijl A resp. B is bovenstrooms van het snijpunt tussen de groeven 5 en 6 een min of meer hartvormig tussenstuk 8 gevormd door het in het wissel stuk aanbrengen van een tweetal verdere groeven 9 en 10, welke zich vanaf het vooreinde van het wisselblok in een van elkaar afgekeerde richting uitstrekken in de richting van de groeven 5 en 6. De diepte van de groeven 9 en 10 is althans nagenoeg gelijk aan de een bodem bezittende gedeelten van de groeven 5 en 6. De nabij de groeven 5 en 6 gelegen uiteinden van de groeven 9 en 10 zijn door een geheel met het overige deel van het wissel blok vormende tussenschot 11 resp. 12 van de groeven 5 en 6 gescheiden.
Zoals verder uit de figuren blijkt steken de uiteinden van de wisseltongen 3 en 3' in stroomopwaartse richting buiten de min of meer driehoekige draagplaat 2 uit. Daarbij hebben de naar elkaar toegekeerde begrenzingszijden 13 en 14 van de beide wisseltongen een gekromd verloop, terwijl de buitenste begrenzingszijden van deze wisseltongen in een vlak zijn gelegen met de zijkanten van de steunplaat 2. Verder neemt de breedte van de beide wisseltongen in stroomafwaartse richting geleidelijk toe, gerekend in de verplaatsingsrichting van een geleidingsorgaan in de richting volgens pijl A resp. pijl B.
Het nabij de wisseltongen 3 en 3' gelegen uiteinde van de benedenstrooms van de wisseltongen 3 en 3' opgestelde geleidingsnok 4 heeft een driehoekige vorm, zodanig dat de breedte van de geleidingsnok 4 in stroomafwaartse richting geleidelijk toeneemt. Daarbij zijn de wisseltongen 3 en 3' symmetrisch opgesneld ten opzichte van het 1angsmiddenvlak door de geleidingsnok 4.
De nabij de begrenzingsnok 4 gelegen en naar de geleidingsnok 4 toegekeerde begrenzingszijden 15 en 16 van de wisseltongen 3 en 3' zijn recht uitgevoerd evenals de daartegenover liggende begrenzingsvlakken 17 en 18 van de geleidingsnok 4, zodanig, dat tussen de begrenzingsvlakken 15 en 17 en de begrenzingsvlakken 16 en 18 doortochten worden begrensd, die een breedte hebben gelijk aan de breedte van de groeven 5 en 6 (figuur 5).
De draagplaat 2 is opgenomen in de uitsparing 7, zodanig, dat de buiten de draagplaat 7 gelegen uiteinden van de wisseltongen 3 en 4 zijn gelegen in de groeven 5 en 6 en/of daarop aansluitende delen van de uitsparing 7.
Daarbij is de draagplaat 2 met het wisselblok verzwenkbaar verbonden met behulp van een scharnierbout 19, die, zoals in het bijzonder uit de figuren 2 tot 5 duidelijk zal zijn, benedenstrooms van de wisseltongen 3 en 3' is opgesteld, gerekend in de beoogde verplaatsingsrichting van een geleidingsorgaan volgens pijl A resp. pijl B.
Zoals verder nog in het bijzonder uit figuur 2 blijkt zijn in tegenover elkaar liggende begrenzingswanden van de groeven 5 en 6 uitsparingen 20 resp. 21 aangebracht voor het opnemen van het stroomopwaarts gelegen uiteinde van de geleidingsnok 4. De plaat 2 met de daaraan bevestigde wisseltongen 3 en 3' en de daaraan bevestigde nok 4 kan vanuit een uiterste stand waarin, zoals weergegeven in figuren 2 en 5, het stroomopwaartse uiteinde van de geleidingsnok 4 in de uitsparing 21 is gelegen, worden verzwenkt naar een andere uiterste stand, waarin het desbetreffende uiteinde van de geleidingsnok 4 in de uitsparing 20 is gelegen.
Zoals verder uit figuren 2 en 5 blijkt is in de weergegeven stand van het draagorgaan 2 de wissel tong 3 geheel teruggetrokken uit de groef 5 en gelegen in een op de groef 5 aansluitend en naast de groef gelegen gedeelte van de uitsparing 7. De wisseltong 3' neemt echter daarentegen een zodanige stand in, dat een deel van de wisseltong 3' in de groef 6 is gelegen en resterende delen van de wisseltong 3' aan weerszijden van de groef 6 in daarop aansluitende delen van de uitsparing 7 zijn gelegen. Zoals in het bijzonder uit figuur 2 duidelijk zal zijn kan een niet nader weergegeven, met een afduwschoen verbonden geleidingsorgaan daarbij in de richting volgens pijl A ongestoord door de groef 5 bewegen, waarbij de nok 4 en de grendel tong 3' aan weerszijden van deze groef 5 zijn gelegen en de toegang vanuit de groef 5 in de groef 6 blokkeren, waarbij de tegenover elkaar gelegen begrenzingsvlakken 18 en 16 van de nok 4 resp. de wisseltong 3' deel uitmaken van de zijwanden van de groef 5.
Indien een met een afduwschoen verbonden geleidingsorgaan in de richting volgens pijl B door de groef 6 zal gaan bewegen komt dit geleidingsorgaan in aanraking met het gezien in de verplaatsingsrichting van het geleidingsorgaan bovenstrooms gelegen begrenzingsvlak 14 van de wisseltong 3', welke begrenzingsvlak zich in de groef uitstrekt vanaf een punt, dat is gelegen ter hoogte van het gezien in figuur 2 meest rechtse begrenzingsvlak van de groef 6, dat aan de van de groef 5 afgekeerde zijde van de groef 6 is gelegen, naar een meer stroomafwaarts gelegen punt op de andere begrenzingszijde van de groef 6, dus op de het dichtst bij de groef 5 gelegen begrenzingszijde van de groef 6. Tengevolge van dit verloop van het met het aankomende geleidingsorgaan in contact komende begrenzingsvlak 14 van de wisseltong 3' zal deze wisseltong 3' door het daarmede in contact komende en in de richting volgens pijl B bewegende geleidingsorgaan gezien in figuur 2 in een richting tegen de wijzers van de klok in worden verzwenkt om de door de bout 19 gevormde zwenkas. Tengevolge van deze verzwenking van de wisseltong 3' zal ook het draagorgaan 2 met de wisseltong 3 en de nok 4 om de zwenkas 19 worden verzwenkt, waarbij het stroomopwaartse uiteinde van de nok 4 in de uitsparing 20 komt te liggen. De beide tegenover elkaar liggende begrenzingsvlakken 15 en 17 van de wisseltong 3 resp. de nok 4 zullen dan deel gaan uitmaken van de opstaande begrenzingswanden van de groef 6 en het geleidingsorgaan, dat de verzwenking van het draagorgaan 2 met de daaraan bevestigde onderdelen vanuit de in figuur 2 weergegeven stand heeft bewerkstelligd kan zodoende ongehinderd door de groef 6 bewegen. In deze verzwenkte stand zal een deel van de wisseltong 3 in de groef 5 zijn gelegen, op soortgelijke wijze als in figuur 2 is weergegeven voor de wisseltong 3' in de groef 6. Het zal duidelijk zijn, dat dan een eventueel zich in de richting volgens pijl A door de groef 5 verplaatsend geleidingsorgaan de drager 2 met de daaraan bevestigde onderdelen weer terug zal verzwenken in de in figuren 2 en 5 weergegeven stand.
Tengevolge van een verkeerde montage bij het opbouwen van de machine resp. na een eventueel uitgevoerde reperatie kan het voorkomen, dat de afduwschoenen met de daarmede verbonden geleidingsorganen niet op de juiste wijze zijn opgesteld en daardoor niet op de gewenste wijze door de geleidingsrails van de transportinrichting verlopen. Dergelijke verkeerd opgestelde geleidingsorganen zullen dan in de groef 9 of 10 worden geleid langs het hartvormig geleidingsstuk 8 in de richting van de scheidingswand 11 of 12. Een dergelijke dunne scheidingswand 11 of 12 zal dan door het desbetreffende geleidingsorgaan worden opengebroken, zodat het geleidingsorgaan dan toch bovenstrooms van de wisseltongen 3 resp. 3' in de groef 5 of 6 terecht komt en weer op de gewenste wijze verder zal worden geleid. Het feit dat een scheidingswand 11 of 12 is doorbroken hindert daarbij verder niet de juiste werking van de wissel inrichting, zodat het in een dergelijk geval niet beslist noodzakelijk is om het wissel blok 1 te vernieuwen.

Claims (6)

1. Transportinrichting met een gestel en een eindloos aandrijfbaar transportorgaan, voorzien van dwars op de verplaatsingsrichting van het transportorgaan en evenwijdig aan elkaar verlopende dragers, welke scharnierend zijn gekoppeld met althans een eindloos flexibel koppelorgaan, terwijl door althans enige van de dragers afduwschoenen worden ondersteund, welke afduwschoenen zijn verbonden met aan de van de afduwschoenen afgekeerde zijden van de dragers opgestelde geleidingsorganen, welke kunnen samenwerken met een tweetal op bepaalde plaatsen aangebrachte, zich in tegengestelde richting schuin op de beoogde verplaatsingsrichting van de dragers uitstrekkende geleidingsrails, welke elkaar snijden, waarbij ter plaatse van het snijpunt een omstelbare wissel inrichting is aangebracht, die is voorzien van een tweetal wisseltongen, die verzwenkbaar zijn tussen een stand waarin de ene wisseltong zich tenminste gedeeltelijk in de ene geleidingsrail uitstrekt, terwijl de andere wisseltong is teruggetrokken uit de andere gel ei di ngsrai1 voor het doorlaten van het geleidingsorgaan door de andere geleidingsrai1, en een tweede stand, waarin de andere wisseltong zich tenminste gedeeltelijk in de andere geleidingsrail uitstrekt, terwijl de ene wisseltong is teruggetrokken uit de ene geleidingsrail voor het doorlaten van het geleidingsorgaan door de ene geleidingsrail, waarbij de wisseltongen zodanig zijn uitgevoerd, dat een begrenzingszijde van een wisseltong, die gezien in de beoogde verplaatsingsrichting van een geleidingsorgaan door een geleidingsrail de wisseltong begrenst aan de bovenstroomse zijde van het eventueel in de desbetreffende geleidingsrail gelegen gedeelte van de wisseltong, zich schuin ten opzichte van de lengterichting van deze geleidingsrail uitstrekt vanaf een punt op de ene zijkant van de desbetreffende geleidingsrail, die is afgekeerd van de andere geleidingsrail, naar een meer stroomafwaarts gelegen punt op de andere zijkant van de desbetreffende geleidingsrail, met het kenmerk, dat beide wisseltongen zijn bevestigd aan een gemeenschappelijk draagorgaan, dat verzwenkbaar is om een zwenkas, welke benedenstrooms van het snijpunt van de geleidingsrails en midden tussen de geleidingsrails is opgesteld, terwijl tussen de stroomafwaartse einden van de beide wisseltongen een doortocht is aangebracht, welke afhankelijk van de stand van de wisseltongen samenvalt met de ene of de andere geleidingsrai1.
2. Transportinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de benedenstroomse uiteinden van de wisseltongen symmetrisch zijn opgesteld ten opzichte van een aan het draagorgaan bevestigde geleidingsnok, waarbij het bovenstroomse uiteinde van de geleidingsnok althans in hoofdzaak driehoekvormig is uitgevoerd en de begrenzingsvlakken van dit driehoekige deel van de nok zich evenwijdig uitstrekken aan begrenzingsvlakken van de nabij gelegen uiteinden van de wisseltongen, een en ander zodanig, dat in een tweetal uiterste standen van het draagorgaan een begrenzingsvlak van het driehoekige uiteinde van de nok en een daartegenover liggend begrenzingsvlak van een wissel tong deel uitmaken van opstaande begrenzingsvlakken van een geleidingsrail waardoorheen een geleidingsorgaan kan bewegen.
3. Transportinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat ter hoogte van het kruispunt van de geleidingsrails in tegenover elkaar liggende wanden van beide rails uitsparingen zijn aangebracht voor het opnemen van het bovenstroomse uiteinde van de geleidingsnok.
4. Transportinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de wissel inrichting is voorzien van een wisselblok, in de bovenzijde waarvan de elkaar snijdende gedeelten van de geleidingsrails zijn aangebracht, terwijl in de onderzijde van het wisselblok een uitsparing is aangebracht, welke in verbinding staat met in het blok aangebrachte, de geleidingsrails vormende groeven en het draagorgaan met de wisseltongen in deze uitsparing is opgenomen.
5. Transportinrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat tussen de bovenstroomse einden van de in het blok gevormd, delen van de geleidingsrails vormende groeven verdere groeven zijn aangebracht, welke zich vanaf een punt, dat aan het bovenstroomse einde van het wisselblok midden tussen deel van de geleidingsrails uitmakende groeven is gelegen, in een van elkaar afgekeerde richting in stroomafwaartse richting uitstrekken in de 'richting van de deel van de geleidingsrails uitmakende groeven en nabij deze geleidingsrails gelegen uiteinden van de verdere groeven van de geleidingsrails zijn gescheiden door doorbreekbare scheidingswanden.
6. Transportinrichting althans nagenoeg zoals hierboven is omsch,reven en/of is afgebeeld in bijgaande figuren.
NL9100847A 1991-05-16 1991-05-16 Transportinrichting. NL9100847A (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9100847A NL9100847A (nl) 1991-05-16 1991-05-16 Transportinrichting.
DE69200699T DE69200699T2 (de) 1991-05-16 1992-05-14 Förderer.
EP92201371A EP0518399B1 (en) 1991-05-16 1992-05-14 Conveyor
AT92201371T ATE114288T1 (de) 1991-05-16 1992-05-14 Förderer.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9100847A NL9100847A (nl) 1991-05-16 1991-05-16 Transportinrichting.
NL9100847 1991-05-16

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9100847A true NL9100847A (nl) 1992-12-16

Family

ID=19859250

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9100847A NL9100847A (nl) 1991-05-16 1991-05-16 Transportinrichting.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP0518399B1 (nl)
AT (1) ATE114288T1 (nl)
DE (1) DE69200699T2 (nl)
NL (1) NL9100847A (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US7779986B2 (en) 2005-11-04 2010-08-24 Daifuku Co., Ltd. Transfer system

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5275273A (en) * 1990-10-31 1994-01-04 Rapistan Demag Corporation Track intersection pin guide
NL1010036C2 (nl) 1998-09-09 2000-03-10 Vanderlande Ind Nederland Transportinrichting.

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR852176A (fr) * 1939-03-27 1940-01-25 Perfectionnements aux voies aériennes
US3361247A (en) * 1966-03-28 1968-01-02 Taylor & Gaskin Article sorting system and method
DE2708131A1 (de) * 1977-02-25 1978-08-31 Will E C H Gmbh & Co Verfahren und vorrichtung zum ueberfuehren von papierbogenstapeln von einer produktionseinrichtung auf zwei verpackungseinrichtungen

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US7779986B2 (en) 2005-11-04 2010-08-24 Daifuku Co., Ltd. Transfer system

Also Published As

Publication number Publication date
DE69200699D1 (de) 1995-01-05
EP0518399A1 (en) 1992-12-16
DE69200699T2 (de) 1995-03-30
EP0518399B1 (en) 1994-11-23
ATE114288T1 (de) 1994-12-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1035292C2 (nl) Sorteerinrichting.
US7896766B2 (en) Side bow conveyor chain with inner and outer chain links
ES2342398T3 (es) Transportador con estimador de probabilidades.
NL1033313C2 (nl) Sorteerinrichting met name voor bagagestukken.
EP1422171B1 (en) Crossover conveyor chain device
US5000311A (en) Conveyor chain with detachable upper portion
US5285886A (en) Conveyor system
NL9201999A (nl) Uit kunststof modules opgebouwde transportmat en modules voor een dergelijke transportmat.
NL1010036C2 (nl) Transportinrichting.
NL2002344C2 (en) Conveyor chain module, conveyor chain, conveyor and conveyor system.
NL9100847A (nl) Transportinrichting.
EP0559302B1 (en) Conveyor
CA2165048C (en) Chain return support
JPS62160178A (ja) 物品の搬送兼選別装置
NL1010040C2 (nl) Uit kunststofmodules opgebouwde transportmat en een module voor een dergelijke transportmat.
US11565913B2 (en) Plate conveyor belt
US6609608B2 (en) Drag catch conveyor
KR101033410B1 (ko) 슬랫 분류 컨베이어
US6453047B1 (en) Matrix encoding system with improved behavior frequency
EP0621851A1 (en) Conveyor
BE1009599A6 (nl) Uit kunststof modules opgebouwde transportmat en een module voor een dergelijke transportmat.
NL1020342C2 (nl) Transportinrichting.
US10384875B2 (en) Conveyor system, modular conveyor chain and injection molded plastic chain module
FI84900C (fi) Transportoer foer traedstammar.
JPH09175645A (ja) 仕分け機

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed