NL9100784A - Contactarmatuur bestemd om voor gebruik te worden ingestoken in een geleiderrail. - Google Patents

Contactarmatuur bestemd om voor gebruik te worden ingestoken in een geleiderrail. Download PDF

Info

Publication number
NL9100784A
NL9100784A NL9100784A NL9100784A NL9100784A NL 9100784 A NL9100784 A NL 9100784A NL 9100784 A NL9100784 A NL 9100784A NL 9100784 A NL9100784 A NL 9100784A NL 9100784 A NL9100784 A NL 9100784A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
sleeve
contact
housing
shaped
luminaire
Prior art date
Application number
NL9100784A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Lumiance Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lumiance Bv filed Critical Lumiance Bv
Priority to NL9100784A priority Critical patent/NL9100784A/nl
Priority to AT92201153T priority patent/ATE124813T1/de
Priority to EP92201153A priority patent/EP0512603B1/en
Priority to DE69203285T priority patent/DE69203285T2/de
Publication of NL9100784A publication Critical patent/NL9100784A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R25/00Coupling parts adapted for simultaneous co-operation with two or more identical counterparts, e.g. for distributing energy to two or more circuits
    • H01R25/14Rails or bus-bars constructed so that the counterparts can be connected thereto at any point along their length
    • H01R25/142Their counterparts
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21LIGHTING
    • F21VFUNCTIONAL FEATURES OR DETAILS OF LIGHTING DEVICES OR SYSTEMS THEREOF; STRUCTURAL COMBINATIONS OF LIGHTING DEVICES WITH OTHER ARTICLES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F21V21/00Supporting, suspending, or attaching arrangements for lighting devices; Hand grips
    • F21V21/34Supporting elements displaceable along a guiding element
    • F21V21/35Supporting elements displaceable along a guiding element with direct electrical contact between the supporting element and electric conductors running along the guiding element

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Coupling Device And Connection With Printed Circuit (AREA)
  • Manufacturing Of Electrical Connectors (AREA)
  • Arrangement Of Elements, Cooling, Sealing, Or The Like Of Lighting Devices (AREA)
  • Patch Boards (AREA)
  • Linear Motors (AREA)
  • Breakers (AREA)
  • Contacts (AREA)

Description

Korte aanduiding : Contactarmatuur bestemd om voor gebruik te worden ingestoken in een geleiderrail.
i De uitvinding heeft betrekking op een contactarmatuur bestemd om voor gebruik te worden ingestoken in een geleiderrail en voorzien van een huis, dat is voorzien van een bodem, van zich vanaf de bodem uitstrekkende zijwanden en van een deksel, terwijl in het huis uit veerkrachtig metaal vervaardigde contactorganen zijn opgenomen waarvan i delen door in het deksel aangebrachte uitsparingen tot buiten het huis uitsteken om bij het insteken van het contactarmatuur in de geleiderrail in contact te komen met in de geleiderrail gelegen geleiders, terwijl met de bodem van het huis een uitstekend hulsvormig deel is verbonden voor de doorvoer van een met de contactorganen verbonden aansluitsnoer. i Een dergelijk contactarmatuur is bijvoorbeeld bekend uit de
Nederlandse octrooiaanvrage 7805626. Op zich voldoet een dergelijk contactarmatuur goed, maar in sommige gevallen, indien bijvoorbeeld zware onderdelen zoals zogenaamde spots of dergelijke met behulp van het contactarmatuur aan de geleiderrail moeten worden opgehangen, kan het i gewenst zijn om een stevigere vergrendeling tussen het contactarmatuur en de geleiderrail te kunnen bewerkstelligen.
Volgens de uitvinding kan dit op eenvoudige wijze worden bereikt doordat het hulsvormige deel een ten opzichte van het hulsvormig deel verdraaibaar busvormig orgaan ondersteunt en aan het busvormige ! orgaan een tweetal uitsteeksels zijn bevestigd, een en ander zodanig, dat in een eerste stand van het busvormige orgaan de uitsteeksels door in een tweetal tegenover elkaar gelegen zijwanden aangebrachte gaten buiten het huis uitsteken om in vergrendelende ingrijping te kunnen komen met delen van de geleiderrail en in een tweede stand van het busvormige orgaan de \ uitsteeksels binnen de buitenzijden van de laatstgenoemde tegenover elkaar gelegen zijwanden zijn gelegen.
Bij toepassing van de constructie volgens de uitvinding kan een eenvoudige solide opbouw van het contactarmatuur worden verkregen, waarbij het hulsvormig deel, dat noodzakelijk is voor de doorvoer van een i aansluitsnoer, tevens kan dienen als ondersteuning voor de door het busvormige orgaan en de daarmede verbonden uitsteeksels gevormde vergrendelingsmiddelen met behulp waarvan het contactarmatuur aan de geleiderrail kan worden vastgezet.
Volgens een verder aspect van de uitvinding is bij een contactarmatuur van de hierboven in de aanvang van de beschrijving » aangegeven soort tussen een contactorgaan, dat tenminste gedeeltelijk uit het huis uitsteekt, en een in het huis opgenomen verder contactorgaan, dat in verbinding staat met het aansluitsnoer, een zekering aangebracht, welke zich tenminste gedeeltelijk uitstrekt in een losmaakbaar met het huis verbonden kap.
• Bij toepassing van een dergelijke constructie kan onder het handhaven van een eenvoudige opbouw van het contactarmatuur door de aanbrenging van een zekering een verhoogde veiligheid worden bereikt.
De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van enige in bijgaande figuren mogelijke uitvoeringsvormen van de ; constructie volgens de uitvinding.
Figuur 1 toont schematisch een doorsnede over een contactarmatuur volgens de uitvinding, gezien volgens de lijn I-I in figuur 2 met een door dit contactarmatuur gedragen, slechts gedeeltelijk aangeduide spot.
i Figuur 2 toont een bovenaanzicht op het in figuur 1 weergegeven contactarmatuur.
Figuur 3 toont gedeeltelijk een doorsnede over, gedeeltelijk een aanzicht op het contactarmatuur gezien volgens de lijn III-III in figuur 2.
Figuur 4 toont een doorsnede over een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een contactarmatuur volgens de uitvinding gezien volgens de lijn IV-IV in figuur 5.
Figuur 5 toont een bovenaanzicht op het in figuur 4 weergegeven contactarmatuur.
i Figuur 6 toont een doorsnede over figuur 5, gezien volgens de lijn VI-VI in figuur 5.
Figuur 7 toont in perspectief en op afstand van elkaar weergegeven de bij het contactarmatuur volgens de figuren 4-6 gebruikte contactorganen en een daarin te gebruiken zekering.
' Figuur 8 toont in perspectief de bij het contactarmatuur volgens de figuren 5-6 weergegeven zekering en de met deze zekering samenwerkende contactorganen.
Het in figuur 1 weergegeven contactarmatuur omvat een huis 1, dat is voorzien van een bodem 2 en zich vanaf deze bodem omhoog uitstrekkende zijwanden 3-6. Aan de bodem is een huls 7 bevestigd, welke i zich over een klein gedeelte van zijn lengte in het inwendige van het huis 1 uitstrekt en verder onder de bodem 2 uitsteekt, zodanig dat de hartlijn 8 van de huls 7 loodrecht op de bodem 2 verloopt.
Tussen de tegenover elkaar gelegen zijwanden 5 en 6 van het huis zijn zich concentrisch om de hartlijn 8 uitstrekkende boogvormige l tussenwanden 9 en 10 aangebracht.
Vanaf de tussenwand 9 strekt zich een evenwijdig aan de zijwanden 5 en 6 verlopend tussenschot 11 uit in de richting van de zijwand 3. Vanaf de scheidingswand 10 strekt zich een kort ruggedeelte 12 uit, dat evenwijdig aan de zijwanden 5 en 6 verloopt en op afstand daarvan i is een tussenschot 12' aangebracht. Verder zijn in de op elkaar aansluitende hoekpunten van de zijwanden 3-6 in het inwendige van het huis L-vormige wandgedeelten 13 aangebracht, zoals in het bijzonder duidelijk uit figuur 2 blijkt.
Deze delen 11-13 van het huis dienen voor de ondersteuning • en vastzetting van uit verend metaal bestaande contactorganen 14 en 15, die zijn voorzien van zich evenwijdig aan de wanden 5 en 6 uitstrekkende contactvingers 16 en 17. Zoals in het bijzonder uit figuur 1 blijkt steken de vrije uiteinden van deze contactvingers 16 en 17 uit buiten de van de bodem 2 afgekeerde zijde van het huis 1. Deze open zijde van huis 1 is af i te sluiten met behulp van een aan het huis 1 vast te klemmen, niet nader weergegeven deksel, dat is voorzien van spieetvormige doorvoeropeningen voor de doorvoer van de contactvingers 16 en 17. Voor zover hierboven beschreven komt de opbouw van het contactarmatuur althans in hoofdzaak overeen met de opbouw van het in de Nederlandse octrooiaanvrage 7805626 • beschreven contactarmatuur.
Zoals in het bijzonder uit figuur 1 blijkt is in de huls 7 een aan de bovenzijde van de huls 7 open zijnde in doorsnede trapsgewijs uitgevoerde rondlopende uitsparing 18 aangebracht. In deze uitsparing 18 is een bus 19 gelegen, welke een aan de vorm van de uitsparing 18 ! aangebrachte doorsnede heeft, zodat een naar binnen uitstekende kraag 20 van de bus 19 aanligt op een door de trapsgewijze vorm van de uitsparing 18 gevormde borst.
Het boveneinde van de bus 19 steekt uit boven het boveneinde van de huls 7 en dit boveneinde van de bus 19 is voorzien van een tweetal diametraal tegenover elkaar gelegen uitsteeksels of nokken 20.
> Aan zijn buitenzijde is de huls 7 omgeven door een bus 21, welke een geheel vormt met een zich radiaal vanaf de buitenzijde van deze bus 21 uitstrekkende bedieningsarm 22. De bus 21 is aan zijn binnenzijde voorzien van een uitstekende nok 23 (figuur 3), welke zich uitstrekt door een in de wand van de huls 7 aangebracht, zich over een bepaalde hoek om I de hartlijn 8 uitstrekkend sleufgat 24, terwijl de nok 23 met zijn vrije uiteinde is gelegen in een in de bus 19 aangebracht gat, zodat bij verdraaiing van de bus 21 om de huls 7 met behulp van de bedieningsarm 22 de bus 19 wordt meegenomen, terwijl de grootte van de hoek waarover de bussen 19 en 21 kunnen worden verdraaid wordt bepaald door de lengte van i het sleufgat 24.
In het inwendige van de huls 7 is het bovenste gedeelte gelegen van een huls 25, die nabij zijn ondereinde is voorzien van een een geheel daarmede vormende uitstekende flens 26 en een verbindingsstuk 27, waaraan een in figuur 1 slechts schematisch aangeduide zogenaamde spot 28 i is bevestigd. Tussen de onderzijde van de huls 7 en de flens 26 is een afstandsring 29 met pakkingen 30 opgesteld.
Het verbindingsstuk 27, de flens 26 en de afstandsring 29 zijn omgeven door een zich tussen de spot 28 en het ondereinde van de bus 21 uitstrekkende schermhuls 31.
i Huls 25 is van inwendige schroefdraad voorzien en gezien in figuur 1 is van bovenaf in de huls 25 een holle bout 32 geschroefd waarvan de zeskante kop 33 zich uitstrekt boven de bovenzijde van de huls 7 en de kraag 20 van de bus 19 onder tussenschakeling van een veerring 34. Het zal duidelijk zijn, dat zo met behulp van de bout 32 de verschillende I onderdelen met het huis 1 zijn verbonden.
Zoals uit figuur 1 blijkt is de bedieningsarm 22 dubbelwandig uitgevoerd, waarbij tussen de beide op afstand van elkaar gelegen begrenzingswanden van de bedieningsarm 22 een holte is gevormd, waarin de in figuur 1 weergegeven stand van de bedieningsarm 22, waarin I deze in bovenaanzicht gezien onder het huis 1 is gelegen en zich in de lengterichting van dit huis uitstrekt, een aan de bodem 2 bevestigde uitstekende borgnok 35 is gelegen. Vanuit deze stand kan de bedieningsarm 22 dan ook slechts worden verzwenkt door het uitoefenen van een zodanige kracht op de bedieningsarm, dat een zijwand van de bedieningsarm enigzins vervormt om de nok 35 te kunnen passeren, i In deze geborgde stand van de bedieningsarm steken de uitsteeksels of nokken 20 uit buiten de tegenover elkaar liggende zijwanden 5 en 6, zoals weergegeven in figuur 2, zodat zij zich op enige afstand boven en evenwijdig uitstrekken aan die gedeelten van de bodem 2, die buiten de zijwanden 5 en 6 uitsteken en die bij het insteken van het I huis in een niet nader weergegeven geleiderrail tegen de onderkanten van deze geleiderrail in aanligging komen.
Voor dit insteken van het huis in de geleiderrail zal de bedieningsarm 22 vanuit de figuur 1 weergegeven stand eerst zijn verzwenkt naar de in figuur 2 met stippellijnen aangeduide stand 22', waarin de uitsteeksels 20 binnen de zijwanden 5 en 6 zullen zijn ingetrokken, zodat de uitsteeksels 20 een insteken van het huis in de desbetreffende geleiderrail niet zullen verhinderen. Indien eenmaal het huis 1 zo in de geleiderrail is ingestoken kan de bedieningsarm 22 weer worden teruggezwenkt naar de in figuur 1 weergegeven stand, waarbij de nokken of i uitsteeksels 20 naar buiten worden bewogen door daartoe in de zijwanden 5 en 6 aangebrachte uitsparingen en daarbij in ingrijping zullen komen met daarvoor in het inwendige van de desbetreffende geleidingsrail aangebrachte lijsten of dergelijke voor het vergrendelen van het huis in de desbetreffende geleiderrail.
Een aansluitsnoer zal met een einde verbonden zijn met in het huis gelegen lippen van de contactorganen 14 en 15, door de holle bout 32 zijn gevoerd en met zijn andere einde zijn aangesloten op de spot 28 of dergelijke.
Het contactarmatuur volgens het tweede uitvoeringsvoorbeeld i zoals afgebeeld in figuren 4-8 komt althans in hoofdzaak overeen met het uitvoeringsvoorbeeld volgens figuren 1-3 en in de verschillende figuren zijn overeenkomstige onderdelen met dezelfde verwijzingscijfers aangeduid. Bij de constructie volgens de figuren 4-8 kan echter in het contactarmatuur een zekering 36 worden aangebracht.
• Hiertoe is naast de huls 7 aan de bodem 2 een hulsvormig deel 37 bevestigd, waarvan de hartlijn samenvalt met de hartlijn van een in de bodem 2 aangebrachte gat 38.
In het huis is aan de bodem 2 verder een zich vanaf de bodem omhoog uitstrekkend wandgedeelte 39 bevestigd, dat zich langs de rand van het gat 38 over een hoek van ongeveer 270° uitstrekt. Aan een uiteinde ! sluit op dit wandgedeelte 39 een zich evenwijdig aan de langsas van het huis 1 uitstrekkend wandgedeelte 40 aan, dat met zijn van het wandgedeelte 39 afgekeerde einde aansluit op de zijwand 3. Op het andere uiteinde van het wandgedeelte 39, dat ter hoogte van de langsas van het huis 1 is gelegen, sluit een evenwijdig aan het wandgedeelte 40 verlopend l wandgedeelte 41 aan, dat op een afstand van de zijwand 3 eindigt. Aan de binnenzijde van de zijwand 3 zijn een tweetal zich vanaf de bodem 2 loodrecht omhoog uitstrekkende ribben 42 gevormd, die althans nagenoeg symmetrisch zijn opgesteld ten opzichte van het wandgedeelte 41, zoals duidelijk zal zijn uit de figuur 5. i Tussen de tussenwand 9 en een punt van het gebogen wandgedeelte 39, dat diametraal is gelegen tegenover het punt waar het wandgedeelte 40 op het wandgedeelte 39 aansluit, is een verbindingswand 43 aangebracht, welke zich ook evenwijdig aan de langshartlijn van het huis 1 uitstrekt. Op deze verbindingswand 43 sluit het uiteinde aan van een zich I concentrisch om het gebogen wandgedeelte 39 uitstrekkend wandgedeelte 44, welke het wandgedeelte 39 over ongeveer 90° omgeeft en aan zijn van de verbindingswand 43 afgekeerde uiteinde is voorzien van een in de richting van het wandgedeelte 39 afgeknikt deel 45, dat zodanig is gevormd, dat tussen het vrije uiteinde van dit deel 45 en het wandgedeelte 39 een i kleine smalle spieetvormige doortocht aanwezig is.
Over de huls 37 is kap 46 aangebracht, welke is opgebouwd uit een de huls 37 omgevende mantel 47 en een eindwand 48. De kap 46 is verder voorzien van een busvormig gedeelte 49, dat concentrisch is omgeven door de mantel 47 en met deze mantel 47 is verbonden door een tweetal i diametraal tegenover elkaar gelegen smalle ruggen 50. Aan de binnenzijde van de eindwand 48 is een althans in hoofdzaak in het verlengde van het busvormige deel 49 gelegen busvormig deel 51 aangebracht, zodanig, dat tussen de naar elkaar toegekeerde einden van de busvormige delen 49 en 51 een spleet 52 aanwezig is.
i In de wand van de huls 37 zijn diametraal tegenover elkaar L-vormige gaten aangebracht zodanig, dat deze gaten open zijn aan het ondereinde van de huls 37. Voor het aanbrengen van de kap 46 kunnen dan de ruggen 50 eerst in axiale richting in deze L-vormige gaten worden geschoven, waarna de kap kan worden verdraaid, zodat de ruggen 50 in de de hartlijn van de huls 37 loodrecht kruizende delen van de L-vormige gaten i komen te liggen, zodat een soort bajonetkoppeling is gevormd tussen de kap 46 en de huls 37. Uiteraard zal het ook mogelijk zijn om de kap op andere wijze op de huls 37 vast te zetten.
Het contactorgaan 15 met de een geheel daarmee vormende contactarm 17 is bij beide hierboven beschreven uitvoeringsvoorbeelden ) gelijk. Het contactorgaan 14 uit het eerste uitvoeringsvoorbeeld is echter vervangen door een uit een stuk bestaand contactorgaan 53, dat een plaatgedeelte 54 heeft, dat opgesloten ligt tussen het vrije uiteinde van het wandgedeelte 41 en de aan de zijwand 3 bevestigde ribben 42.
Op het ondereinde van dit wandgedeelte sluit een i verbindingsstuk 55 aan, dat zich, gezien in figuur 5 tussen de zijwand 6 en de verbindingswand 43 uitstrekt. Dit verbindingsgedeelte 55 vormt een geheel met de haaks erop staande contactvinger 56, welke overeenkomt met de contactvinger 16 van het eerste uitvoeringsvoorbeeld.
Verder sluit op het deel 54 een zich omhoog uitstrekkende I arm 57 aan, welke aan zijn boveneinde is afgevouwen en overgaat in een aansluitgedeelte 58, dat breder is uitgevoerd dan de verbindingsarm 57, zodat het aansluitgedeelte 58 aan een zijkant buiten de verbindingsarm uitsteekt in de richting van de arm 55.
Zoals uit figuur 4 duidelijk zal zijn ligt in de voor i gebruik geschikte stand het aansluitgedeelte 58 aan op een uiteinde van de zekering 36, waarbij de uitvoering zodanig getroffen is, dat dit aansluitgedeelte 58 dankzij het verende karakter van het contactorgaan 53 met een zekere druk aanligt op dit uiteinde van de zekering 36. Het andere uiteinde van de zekering werkt daarbij samen met een verder L-vormig I contactorgaan 59. Het ene korte been 60 van dit contactorgaan is daarbij breder uitgevoerd dan het althans nagenoeg haaks daarop staande langere been 61 van het contactorgaan en voorzien van een uitsparing 62, zodanig, dat de arm 60 een althans in hoofdzaak U-vormige vorm heeft. Daarbij zijn de naar elkaar toegekeerde randen van de uitsparing 62 voorzien van naar j beneden afgebogen lippen 63.
Dit brede korte been 60 van het L-vormige contactorgaan is in de gemonteerde stand opgesloten in de spleet 52 tussen de naar elkaar toegekeerde einden van de busvormige delen 49 en 51, terwijl daarbij het gezien in figuren 4 en 6 onderste uiteinde van de zekering 36 in de uitsparing 62 is gelegen en is vastgeklemd tussen de lippen 63.
) Het smallere langere been 61 van het contactorgaan 59 strekt zich dan omhoog uit in de ruimte tussen het busvormige deel 49 en de huls 37, terwijl het vrije enigzins afgebogen uiteinde 64 van dit been 61 is gelegen nabij de bovenrand van het wandgedeelte 44.
Dit uiteinde 64 van het L-vormige contactarm 59 is in ) contact met een afgebogen uiteinde 65 van een been 66 van een verder contactorgaan 67. Het van het gebogen deel 65 afgekeerde uiteinde van het been 66 is verbonden met een uiteinde van een een geheel daarmee vormend been 68 van het uit verend metaal vervaardigde contactorgaan 67, waarbij beide benen 66 en 68 zich vanaf het uiteinde van het contactorgaan 67, i waar zij op elkaar aansluiten, zich althans in hoofdzaak in dezelfde richting uitstrekken, hoewel zij in bovenaanzicht een kleine hoek met elkaar insluiten, zoals in het bijzonder duidelijk zal zijn uit figuur 5. Zoals verder uit figuur 5 blijkt strekt het gebogen uiteinde 65 van het contactorgaan 67 zich langs de buitenzijde van het gebogen wandgedeelte 39 ) en door de spleet tussen dit wandgedeelte en het vrije uiteinde van het deel 45 uit. Verder blijkt uit figuur 5, dat het contactorgaan 67 ter hoogte van de aansluiting tussen de beide benen 66 en 68 ligt opgesloten tussen een tweetal in het inwendige van het huis 1 aangebrachte nokken 69 en70, terwijl het vrije uiteinde van het been 68 weer aanligt tegen het i vrije uiteinde van het wandgedeelte 44. Mede gezien door de veerkracht van het materiaal waaruit het contactorgaan 67 is vervaardigd en de boven beschreven vormgeving en opstelling van dit contactorgaan is dit contactorgaan met klemkracht vastgehouden in het huis 1, evenals de contactorganen 14, 15 resp. 53.
> Voor uitwisselen van de zekering 36 kan de kap 46 van het huis 1 worden afgenomen, waarbij met de kap ook de zekering alsmede het contactorgaan 59 worden afgenomen, daar deze onderdelen, zij het losneembaar, met de kap zijn verbonden. Nadat de kap van het huis 1 is losgemaakt kan de zekering uit de kap worden uitgenomen en indien gewenst • door een nieuwe zekering vervangen. Daarna kan de kap met de zekering en het contactorgaan weer in de in de figuren 4 en 6 weergegeven stand worden teruggebracht. Tijdens het aanbrengen van de kap zal het boveneinde van de zekering 36 worden geleid door het wandgedeelte 39, dat het boveneinde van de zekering nauwsluitend omgeeft, terwijl het boveneinde van de zekering in contact komt met het aansluitgedeelte 58, dat vanuit zijn onbelaste i stand enigzins wordt vervormd tot in de in figuur 4 weergegeven stand, waardoor een goed electrisch geleidend contact wordt gewaarborgd. Het aansluitsnoer zal in dit uitvoeringsvoorbeeld zijn verbonden met de contactorganen 15 en 67.
Het zal duidelijk zijn, dat zo op eenvoudige en doelmatige ) wijze het contactarmatuur kan worden voorzien van een zekering onder het handhaven van een compacte opbouw van dit contactarmatuur en zonder dat hiervoor enige wijzigingen aan de gebruikelijk in samenhang met dergelijke contactarmaturen toegepaste geleiderrails moeten worden aangebracht.

Claims (10)

1. Contactarmatuur bestemd om voor gebruik te worden ingestoken i in een geleiderrail en voorzien van een huis, dat is voorzien van een bodem, van zich vanaf de bodem uitstrekkende zijwanden en van een deksel, terwijl in het huis uit veerkrachtig materiaal vervaardigde contactorganen zijn opgenomen waarvan delen door in het deksel aangebrachte uitsparingen tot buiten het huis uitsteken om bij het insteken van het contactarmatuur I in de geleiderrail in contact te komen met in de geleiderrail gelegen geleiders, terwijl met de bodem van het huis een uitstekend hulsvormig deel is verbonden voor de doorvoer van een met de contactorganen verbonden aansluitsnoer, met het kenmerk, dat het hulsvormige deel een ten opzichte van het hulsvormige deel verdraaibaar busvormig orgaan ondersteunt en aan > het busvormige orgaan een tweetal uitsteeksels zijn bevestigd, een en ander zodanig, dat in een eerste stand van het busvormige orgaan de uitsteeksels door in een tweetal tegenover elkaar gelegen zijwanden aangebrachte gaten buiten het huis uitsteken om in vergrendelende ingrijping te kunnen komen met delen van de geleiderrail en in een tweede I stand van het busvormige orgaan de uitsteeksels binnen de buitenzijde van de laatstgenoemde tegen elkaar gelegen zijwanden zijn gelegen.
2. Contactarmatuur volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het om de huls verdraaibare busvormige orgaan met behulp van een uitsteeksel, dat zich uitstrekt door een in de wand van de huls * aangebracht, de hartlijn van de huls loodrecht kruizend sleufgat is verbonden met een verder door de huls ondersteund busvormig orgaan, aan het boven de huls uitstekende uiteinde waarvan de uitsteeksels zijn bevestigd.
3. Contactarmatuur volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat i het verdere busvormige orgaan is opgenomen in een in de huls aangebrachte, aan een uiteinde van de huls open en zich concentrisch op de hartlijn van de bus uitstrekkende uitsparing.
4. Contactarmatuur volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat aan het busvormige orgaan een zich radiaal uitstrekkende i arm is bevestigd, welke is voorzien van een holte voor het opnemen van een aan de bodem van het huis bevestigde borgnok in de stand van het busvormige orgaan waarin de uitsteeksels buiten de desbetreffende zijwanden uitsteken.
5. Contactarmatuur volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat aan de van de uitsteeksels afgekeerde zijden in het i inwendige van de huls een verdere huls is gestoken, die van inwendige schroefdraad is voorzien en waarbij in het van van inwendige schroefdraad voorziene gat van de huls een holle bout is geschroefd waarvan het boveneinde dient als borgorgaan voor het door de huls ondersteunde, de uitsteeksels dragende verdere busvormige orgaan. i
6. Contactarmatuur volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het verdere hulsvormige orgaan aan zijn onderzijde is voorzien van een verbindingsstuk voor het aankoppelen van een spot of dergelijke terwijl dit verbindingsstuk is omgeven door een schermhuls, die opgesteld tussen de spot of dergelijke en het ondereinde van het busvormige orgaan, dat i draaibaar is om de met de bodem van het huis verbonden huls.
7. Contactarmatuur bestemd om voor gebruik te worden ingestoken in een geleiderrail en voorzien van een huis, dat is voorzien van een bodem, van zich vanaf de bodem uitstrekkende zijwanden en van een deksel, terwijl in het huis uit veerkrachtig materiaal vervaardigde contactorganen i zijn opgenomen, waarvan delen door in het deksel aangebrachte uitsparingen tot buiten het huis uitsteken, om bij het insteken van het contactarmatuur in de geleiderrail in contact te komen met in de geleiderrail gelegen geleiders, terwijl de bodem van het huis is.voorzien van een doortocht voor de doorvoer van een met de contactorganen verbonden aansluitsnoer, ' met het kenmerk, dat tussen een contactorgaan, dat tenminste gedeeltelijk uit het huis uitsteekt en een in het huis opgenomen verder contactorgaan, dat in verbinding staat met het aansluitsnoer, een zekering is aangebracht, welke zich tenminste gedeeltelijk uitstrekt in een losneembaar met het huis verbonden kap.
8. Contactarmatuur volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat in het inwendige van de kap een tweetal althans in hoofdzaak in eikaars verlengde en zich concentrisch om de hartlijn van de kap uitstrekkende busvormige organen zijn aangebracht zodanig dat de naar elkaar toegekeerde uiteinden van deze busvormige organen een spleet begrenzen voor het opnemen van een uiteinde van een contactorgaan, welke uiteinde is voorzien van een uitsparing voor het opnemen van een uiteinde van de zekering, terwijl een verder deel van dit in de kap opgenomen contactorgaan zich althans in hoofdzaak evenwijdig aan de hartlijn van de kap tot in het inwendige van het huis uitstrekt en is gelegen tussen een tweetal wandgedeelten, die zich althans in hoofdzaak concentrisch om het in het huis gelegen uiteinde van de zekering uitstrekken.
9. Contactarmatuur volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het in het huis gelegen uiteinde van het met de kap verbonden contactorgaan aanligt tegen een in het huis vastgeklemd verder contactorgaan.
10. Contactarmatuur volgens een der conclusies 7-9, met het kenmerk, dat het in het huis uitstekende uiteinde van de zekering in contact is met een contactorgaan, dat een door het deksel buiten het huis uitstekend deel heeft. » i
NL9100784A 1991-05-07 1991-05-07 Contactarmatuur bestemd om voor gebruik te worden ingestoken in een geleiderrail. NL9100784A (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9100784A NL9100784A (nl) 1991-05-07 1991-05-07 Contactarmatuur bestemd om voor gebruik te worden ingestoken in een geleiderrail.
AT92201153T ATE124813T1 (de) 1991-05-07 1992-04-24 Zum gebrauch als einsatz in eine stromschiene vorgesehene kontaktvorrichtung.
EP92201153A EP0512603B1 (en) 1991-05-07 1992-04-24 A contact armature, intended for being inserted into a conductor rail for use
DE69203285T DE69203285T2 (de) 1991-05-07 1992-04-24 Zum Gebrauch als Einsatz in eine Stromschiene vorgesehene Kontaktvorrichtung.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9100784 1991-05-07
NL9100784A NL9100784A (nl) 1991-05-07 1991-05-07 Contactarmatuur bestemd om voor gebruik te worden ingestoken in een geleiderrail.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9100784A true NL9100784A (nl) 1992-12-01

Family

ID=19859219

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9100784A NL9100784A (nl) 1991-05-07 1991-05-07 Contactarmatuur bestemd om voor gebruik te worden ingestoken in een geleiderrail.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP0512603B1 (nl)
AT (1) ATE124813T1 (nl)
DE (1) DE69203285T2 (nl)
NL (1) NL9100784A (nl)

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2216145C3 (de) * 1972-04-01 1982-07-15 Staff GmbH & Co KG, 4920 Lemgo Adapter für Stromschienen
GB1427222A (en) * 1973-05-23 1976-03-10 Erco Leuchten Plug-in adapters for electrical current distributing track members
DE2411976C2 (de) * 1974-03-13 1983-05-11 Erco Leuchten GmbH, 5880 Lüdenscheid Adapter für ein- oder mehrphasige Stromentnahmeschienen
DE3135845A1 (de) * 1981-09-10 1983-03-24 Elektra GmbH & Co KG, 4904 Enger Adapter fuer stromschienen
DE3811128A1 (de) * 1988-03-31 1989-10-19 Staff Gmbh & Co Kg Adapter fuer stromschienen

Also Published As

Publication number Publication date
EP0512603A2 (en) 1992-11-11
ATE124813T1 (de) 1995-07-15
EP0512603B1 (en) 1995-07-05
DE69203285D1 (de) 1995-08-10
DE69203285T2 (de) 1995-11-23
EP0512603A3 (en) 1993-01-27

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1004116C2 (nl) Inrichtingen voor het ondersteunen van een elektrisch apparaat.
US3711632A (en) End fitting for corrugated conduit
JPH0226348B2 (nl)
US20050020124A1 (en) Strain-relief device for a plug-in connection in communications and data systems
NL7908236A (nl) Inductantieelement.
US5382767A (en) Push-button switches
IE61192B1 (en) Device for holding telecommunication connector blocks
JPH10112922A (ja) ハーネス収納構造
US10249976B1 (en) Connector housing assembly with a dress cover having finger feature and ribs
US6879490B2 (en) Incrementally-adjustable wiring tray and hinged wiring tray cover
PL205680B1 (pl) Osprzęt dla korytka
KR19980032405A (ko) 스위치 접속 구조
KR930018780A (ko) 전기 코넥터의 제1 및 제2절반부를 착탈 가능하게 결합하는 장치
NL9100784A (nl) Contactarmatuur bestemd om voor gebruik te worden ingestoken in een geleiderrail.
JPH0748334B2 (ja) 電気機器用のケーシング
KR100281253B1 (ko) 차폐 데이터 커넥터
GB2253096A (en) Electrical trunking with busbars
FR2700420A1 (fr) Dispositif de fixation de réglettes à bornes utilisées dans la technique des télécommunications.
NL8802033A (nl) Contactorgaan bestemd om in een kabelkoker te worden ingestoken.
JP3765525B2 (ja) 光コネクタ
US5893776A (en) Electrical connection strip with releasable mounting for mounting on brackets of different configurations
NL9400216A (nl) Draaibaar electrisch connectorsamenstel, en electrische connector en electrisch aansluitcontact daarvoor.
GB2282278A (en) Trunking and busbars assembly
US5660561A (en) Lamp bulb socket
CA2310968C (en) Adjustable electrical divider

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed