NL9100378A - Werkwijze voor het regelen van de witbalans van een videocamera. - Google Patents

Description

Uittreksel

De uitvinding verschaft een werkwijze voor het regelen van de witbalans van een videocamera met een vastleg-procedure en een opzoekprocedure, waarbij het adres dat wordt aangegeven in overeenstemming met een waarde van de opgenomen locatie en het optische filter wordt vastgelegd en opgezocht. Een exacte automatische witbalansregeling is mogelijk door de adresaanwijzing uit te voeren in overeenstemming met de opgenomen locatie en het optische filter, de vastlegprocedure en de opzoekprocedure voor de witbalans, zelfs wanneer de toestand van het optische filter wordt gewijzigd.

Werkwijze voor het regelen van de witbalans van een videocamera

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het regelen van een videocamera en meer in het bijzonder op een werkwijze voor het regelen van de witbalans in verhouding tot de waarde van een optisch filter met behulp van een opgenomen locatie en het optische filter.

In het algemeen wordt een scene opgenomen na het regelen van de witbalans in een conventionele videocamera. De witbalans wordt geregeld door een optisch filter dat een kleurtemperatuur absorbeert en dat wordt beïnvloed door een locatie, waar de scene wordt opgënomen.

Dienovereenkomstig heeft de bekende videocamera de volgende eigenschappen: A. automatische witbalansaansluiting, keuzeschakelaar voor binnenshuis, keuzeschakelaar voor buitenshuis B. drie typen optische filters, die respectievelijk de kleurtemperaturen 3200°K, 5600°K, 5600°K + 1/8ND absorberen, waarbij 5600°K + 1/8ND wordt gebruikt in geval van een hoge kleurtemperatuur bij opname van een scene met sneeuw.

Door middel van de keuzeschakelaar voor binnenshuis en buitenshuis is het mogelijk de witbalans op geschikte wijze aan de omstandigheden aan te passen zonder de automatische witbalans in te stellen, wanneer in en uit een gebouw wordt gegaan.

Het optische filter wordt echter beïnvloed door de locatie, waar de opname wordt gemaakt, omdat de kleurtemperatuur varieert van ongeveer 3200°K binnenshuis tot 5600°K buitenshuis. De aanpassing van de opgenomen locatie aan de witbalans en de toestand van het optische filter kunnen worden weergegeven door een weergave-in-beeldfunctie van de videocamera. Er bestaat echter het probleem dat de automatische witbalans opnieuw moet worden geregeld wanneer het optische filter wordt veranderd omdat de automatische witbalans alleen wordt ingesteld door de omstandigheden van de opgenomen locatie.

De onderhavige uitvinding beoogt een werkwijze te verschaffen voor het regelen van de witbalans, welke met voordeel gelijktijdig van zowel de toestand van het optische filter als de omstandigheden van de opgenomen locatie gebruik maakt voor het instellen van een automatische witbalans, zodat de witbalans kan worden geregeld zonder enige aanvullende instelling, zelfs wanneer de status van het optische filter wordt veranderd.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt door het vastleggen en opzoeken van bepaalde witbalanswaarden op een adres, dat wordt aangegeven door de opgenomen locatie en het optische filter wanneer de toestand voor de automatische witbalans in een microcomputer (MICOM) wordt ingesteld.

Volgens de onderhavige uitvinding wordt een regel-methode voor de witbalans verschaft met een vastlegprocedure voor het vastleggen van een door de witbalansregeling bepaalde witbalanswaarde op het adres, dat wordt aangegeven in overeenstemming met een waarde van de opgenomen locatie en het optische filter en met een opzoekprogedure voor het produceren van de geregelde witbalanswaarde welke door de vastlegprocedure is vastgelegd, uit een geheugen, waarbij de witbalans wordt gekozen in overeenstemming met een waarde van de opgenomen locatie en het optische filter.

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding is weergegeven.

Fig. 1 geeft schematisch een schakeling weer voor een witbalans-regelcircuit van een bekende videocamera.

Fig. 2 is een stroomdiagram, waarin een witbalans-vastlegprocedure is weergegeven voor het vastleggen van de witbalanswaarde onder besturing van een microcomputer in het witbalans-regelcircuit.

Fig. 3 is een stroomdiagram, waarin een witbalans-opzoekprocedure is weergegeven voor het produceren van de vastgelegde witbalanswaarde door de microcomputer in het witbalans-regelcircuit .

In fig. 1 is een combinatie-orgaan 100 weergegeven voor het regelen van de kleur wit en de balans, dat de ingangssignalen R (rood), G (groen), B (blauw) combineert, een toetsenmatrix 10 voor het kiezen van een regelmodus, een mi croprocessor MICOM 11 voor het regelen van de kleur wit en de balans met behulp van een automatisch witregelsignaal AWC en een automatisch balansregelsignaal ABC, welke worden geproduceerd door het combinatie-orgaan 100, en een keuzesignaal, dat wordt geproduceerd door de toetsenmatrix 10, en een witbalans-uitgangscircuit 12 dat onder besturing van de MICOM 11 een witbalans produceert.

Het combinatie-orgaan 100 is voorzien van een analoge schakelaar 1 dat een ingangssignaal R of B selecteert door middel van een R- en B-referentiesignaal R en B, een buffer-blok 2, dat de signalen R en B van de analoge schakelaar 1 en het ingangssignaal G gelijkricht, een eerste comparator 3 dat de signalen R of B en G van het bufferblok 2 vergelijkt, een eerste logisch blok 4, dat het automatische witregelsignaal AWC levert door het combineren van de signalen R of B en G van het bufferblok 2 door middel van een uitgangssignaal van de eerste comparator 3, een tweede comparator 5 voor het vergelijken van de uitgangssignalen van het eerste logische blok 4, en een tweede logisch blok 6 voor het leveren van het automatische balansregelsignaal ABC door combineren van de signalen R of B en G van het bufferblok 2 door middel van een uitgangssignaal van de tweede comparator 5.

De buffer 2, die het door de analoge schakelaar 1 gekozen signaal R of B en het ingangssignaal G gelijkricht, is aangesloten op de uitgang van de analoge schakelaar 1, welke het signaal R of B selecteert door middel van het referentie-signaal R en B. De eerste comparator 3 die het automatische witregelsignaal levert door vergelijken van de signalen R of B en G, is verbonden met een uitgang van het bufferblok 2.

De eerste comparator 3 levert een automatisch witregel-stuur-signaal dat een hoog of laag niveau heeft. Het eerste logische blok 4 dat het automatische witregelsignaal AWC levert door combineren van het signaal G en het signaal R of B van het bufferblok 2 in overeenstemming met het uitgangssignaal van de eerste comparator 3 is aangesloten op een uitgang van de eerste comparator 3.

De tweede comparator 5 die het automatische witregel-stuursignaal levert door vergelijken van de signalen afkomstig van het eerste logische blok 4, is verbonden met een uitgang van het eerste logische blok 4. Het door de tweede comparator 5 geleverde automatische witregel-stuursignaal heeft een hoog of laag niveau.

Het tweede logische blok 6 dat het automatische ba-lansregelsignaal ABC levert door het combineren van de signalen R of B en G afkomstig van het bufferblok 2 in overeenstemming met het automatische witregel-stuursignaal van de tweede comparator 5, is aangesloten op een uitgang van de tweede comparator 5.

De toetsenmatrix 10 is voorzien van keuzetoetsen voor binnen en buiten, welke de waarde van de door de automatische witbalansregeling geregelde witbalans volgens de keuze binnen en buiten instellen, een geheugenkeuzetoets, die elk optisch filter volgens de keuze binnen en buiten kiezen en een automatische witbalanskeuzetoets voor het automatisch regelen van de witbalans.

De MICOM 11 die de witbalans regelt met behulp van het uitgangssignaal van het combinatie-orgaan en het door de toetsenmatrix 10 gekozen signaal, omvat een RAM (Random Access Memory), waarin de waarde van de witbalansregeling wordt vastgelegd. De MICOM 11 heeft een programma, dat de waarde van de automatische witbalans vastlegt en regelt tijdens het interval van de verticale terugslag, zoals aan de hand van fig. 2 wordt beschreven.

Het in de MICOM 11 vastgelegde programma wordt gedurende elke verticale onderdrukkingsperiode uitgevoerd. Het in de MICOM 11 vastgelegde programma omvat een eerste toets-invoerbeslissingsstap PI, waarin wordt beslist of een automatische witbalanstoets is aangeschakeld wanneer een verticale onderdrukkingsimpuls wordt geleverd gedurende de verticale onderdrukkingsperiode, een conventionele automatische regel-procedure P2 voor de witbalans, waarin de witbalans automatisch wordt geregeld, en een vastleg- en opzoekprocedure voor de witbalans, waarin de waarde van de witbalans, die wordt geregeld door de conventionele automatische regelprocedure P2 voor de witbalans, wordt vastgelegd en geproduceerd. In dat geval wordt de conventionele automatische regelprocedure P2 voor de witbalans eveneens op conventionele wijze uitgevoerd.

Een vastlegprocedure voor de witbalans, die de door de automatische regeling bepaalde waarde voor de witbalans vastlegt, omvat een eerste adresaanwijsroutine LI, die een voorafbepaald adres in overeenstemming met een opgenomen locatie aanwijst, en een tweede adresaanwijsroutine L2, die het adres aanwijst waarvan de waarde het resultaat is van het optellen van het door de eerste adresaanwijsroutine LI aangegeven adres bij de waarde van het optisch filter vermenigvuldigd met twee bij de automatisch geregelde witbalanswaarde.

In deze procedure omvat de eerste adresaanwijsroutine LI een tweede toetsinvoerbeslissingsstap P3, welke beslist of de geregelde automatische witbalansdata afkomstig is van de binnen-keuzetoets, een eerste adresaanwijsstap P4, welke het adres aangeeft dat wordt gebruikt in het geval waarin de binnen-keuzetoets is gekozen bij de tweede invoerbeslissings-stap P3 en een tweede adresaanwijsstap P5, welke het adres aangeeft dat wordt gebruikt in het geval dat de buiten-keuze-toets is gekozen.

De tweede adresaanwijsroutine L2 omvat een derde toetsinvoerbeslissingsstap P6, welke beslist of de geheugen-keuzetoets van de toetsenmatrix 10 is aangeschakeld, een derde adresaanwijsstap P7 welke het adres aangeeft door middel van het resultaat van het optellen van de adreswaarde, aangegeven in overeenstemming met de opgenomen locatie, bij de waarde van het optische filter vermenigvuldigd met twee, indien het aanschakelen van de geheugenkeuzetoets is herkend bij de derde toetsbeslissingsstap P6, een eerste vastlegstap P8, welke de geregelde witbalansdata vastlegt op het adres dat is aangegeven door de derde adresaanwijsstap P7, en een tweede vastlegstap P9 welke de witbalansgegevens vastlegt op het adres dat wordt aangegeven in overeenstemming met de opgenomen locatie indien het aanschakelen van de geheugenkeuzetoets niet wordt herkend bij de derde toetsbeslissingsstap P6.

De opzoekprocedure voor de witbalans, waarbij de data wordt opgezocht die is vastgelegd door middel van de vastleg-procedure voor de witbalans, omvat een adresdetectieroutine L3, welke het adres detecteert waar data is vastgelegd door middel van de geheugenkeuzetoets van de toetsenmatrix 10, en een uitvoerstap P15 welke de data produceert die op het door de adresdetectieroutine L3 gedetecteerde adres is vastgelegd.

De adresdetectieroutine‘L3 omvat een vierde toetsinvoerbeslissingsstap P12, welke beslist of de geheugenkeuzetoets van de toetsenmatrix 10 is aangeschakeld, een eerste adresdetectiestap P13 welke het adres detecteert dat wordt aangegeven door de opgenomen locatie en het optische filter wanneer de geheugenkeuzetoets van de toetsenmatrix 10 is aangeschakeld, en een tweede adresdetectiestap P14 welke het adres detecteert dat wordt aangegeven door de opgenomen locatie wanneer de geheugenkeuzetoets van de toetsenmatrix 10 niet wordt aangeschakeld.

Het witbalansuitgangscircuit 12 is verbonden met een uitgang van de MICOM 11 voor het‘bewerken van de door de MICOM 11 geleverde uitgangsdata.

Het witbalansuitgangscircuit 12 is voorzien van een digitaal/analoog-convertor 7, welke de achtbits-uitgangsdata omzet in analoge signalen en een multiplexer 8, welke is verbonden met de digitaal/analoog-convertor 7, teneinde een se-lectiesignaal te produceren uit de analoge signalen van de convertor 7. Voorts is in de MICOM 11 een weergeeforgaan voor weergave op het scherm geïnstalleerd, welke de toestanden aangeeft na het regelen van de witbalans met de uitgangsdata van de toetsenmatrix 10.

Door middel van de schakeling volgens de onderhavige uitvinding kan één van de signalen R en B worden gekozen door middel van de referentiesignalen R en B door het leveren van de ingangssignalen R en B, zoals in fig. 1 is weergegeven, aan de analoge schakelaar 1.

De gekozen ingangssignalen R of B en G worden toegevoerd aan het op de uitgang van de analoge schakelaar 1 aangesloten bufferblok 2 om te worden gelijkgericht.

De door het bufferblok 2 gelijkgerichte signalen R of B en G worden toegevoerd aan de eerste comparator 3 waarvan de uitgang het resultaat van de vergelijking tussen de signalen R of B en G oplevert. De eerste comparator 3 levert aldus het automatische witregel-stuursignaal. Indien het uitgangssignaal van de eerste comparator 3 hoog is, wordt het automatische witregelsignaal AWC geproduceerd door het combineren van de signalen R of B en G, welke worden toegevoerd aan het eerste logische blok 4, dat is aangesloten op de uitgang van het bufferblok 2 en door de buffer worden geleverd.

Anderzijds wordt het automatische balansregel-stuur-signaal geproduceerd na het toevoeren van het door het eerste logische blok 4 geproduceerde signaal aan de tweede comparator 5f die op dit eerste logische blok 4 is aangesloten. Wanneer het automatische balansregel-stuursignaal dat door de tweede comparator 5 wordt geleverd, een hoog niveau heeft, wordt dit signaal toegevoerd aan het tweede logische blok 6, dat is aangesloten op de uitgang van het bufferblok 2, zodat de signalen R of B en G van het bufferblok 2 kunnen worden gecombineerd en het automatische balansregelsignaal ABC wordt geproduceerd.

Het automatische witregelsignaal AWC en het automatische balansregelsignaal ABC, die.door het combinatie-orgaan worden opgewekt, worden toegevoerd aan de MICOM 11, wanneer de automatische witbalanskeuzetoets van de toetsenmatrix 10 wordt aangeschakeld.

Wanneer de verticale onderdrukkingsimpuls aan de MICOM 11 wordt geleverd, wordt beslist of de automatische witbalanskeuzetoets van de toetsenmatrix 10 al dan niet is aangeschakeld door de eerste toetsinvoerbeslissingsstap PI, zoals in fig. 2 is weergegeven.

Wanneer door de eerste toetsinvoerbeslissingsstap PI wordt vastgesteld dat de automatische witbalanskeuzetoets is aangeschakeld, worden het automatische witregelsignaal AWC en het automatische balansregelsignaal ABC, welke op de in fig. 1 weergegeven wijze worden opgewekt door het combinatie-orgaan, toegevoerd aan de MICOM 11 en als gevolg hiervan wordt de data geproduceerd door de conventionele automatische regelprocedure voor de witbalans in de MICOM 11.

De door de regelmethode voor de automatische witbalans geleverde data wordt vastgelegd door de vastlegprocedure voor de witbalans. De data van de conventionele automatische regelprocedure voor de witbalans wordt toegevoerd aan de tweede toetsinvoerbeslissingsstap P3 van de eerste adresaanwijs-routine LI van de vastlegprocedure voor de witbalans en vervolgens wordt over de invoertoets beslist.

Indien door de tweede toetsinvoerbeslissingsstap P3 wordt beslist dat de binnen-keuzetoets de invoertoets is, wordt het adres, dat wordt aangewezen in geval van de binnentoets, aangewezen door de eerste adresaanwijsstap P4. Indien echter de invoertoets de buiten-keuzetoets is, worden meerdere adressen, die worden aangewezen in geval van de buitentoets, aangegeven door de tweede adresaanwijsstap P5. Het eerste adres wordt aangegeven door middel van één van de beide binnen- en buiten-keuzetoetsen.

Na het aanwijzen van het adres door de eerste adres-aanwijsroutine LI, wordt het tweede adres aangewezen door de tweede adresaanwijsroutine L2 in overeenstemming met de geheu-genkeuzetoets van de toetsenmatrix 10.

Dat wil zeggen de derde toetsinvoerbeslissingsstap P6 beslist of de geheugenkeuzetoets is aangeschakeld na de eerste adresaanwijsroutine LI. Indien de derde toetsinvoerbeslissingsstap P6 beslist dat toetsinvoer heeft plaatsgevonden, wordt als het adres de waarde genomen, welke het resultaat is van de optelling van het door de eerste adresaanwijsroutine LI aangegeven adres bij de waarde van het optisch filter vermenigvuldigd met twee.

De bovengenoemde automatische witbalansregeldata wordt vastgelegd door de eerste vastlegstap P8 op het adres dat wordt aangegeven door de derde adresaanwijsstap P7.

Wanneer de derde toetsinvoerbeslissingsstap P6 geen toetsinvoer herkent, legt de tweede vastlegstap P9 de geregelde automatische witbalansdata vast op het adres dat wordt aangegeven door de eerste adresaanwijsroutine LI.

De data vastgelegd in de MICOM 11 door de vastleg-procedure voor de witbalans wordt opgezocht door middel van de geheugenkeuzetoets van de toetsenmatrix 10. De vierde toetsinvoerbeslissingsstap P12 beslist of de geheugenkeuzetoets van de toetsenmatrix 10 wordt aangeschakeld. Indien bij deze stap de vierde toetsinvoerbeslissingsstap P12 beslist dat toetsinvoer heeft plaatsgevonden, detecteert de eerste adresdetectie-stap P13 het adres dat wordt aangegeven door de opgenomen locatie en het optische filter bij de vastlegprocedure voor de witbalans.

Indien daarentegen de vierde toetsinvoerbeslissingsstap P12 geen toetsinvoer herkent, detecteert de tweede adres-detectiestap P14 het adres dat wordt aangegeven door de opgenomen locatie bij de vastlegprocedure voor de witbalans. De uitvoerstap P15 levert de data die is vastgelegd op het adres dat wordt gedetecteerd door de eerste en tweede adresdetectie-stappen P13 en P14. Deze door de uitvoerstap P15 geproduceerde uitgangsdata wordt toegevoerd aan het witbalansuitvoercircuit 12 dat op de MICOM 11 is aangesloten. De door de MICOM 11 geleverde witbalansregeldata wordt omgezet in een analoog sig- naai door de digitaal/analoog-convertor 7. Dit analoge signaal wordt vervolgens als geselecteerde data geproduceerd via de multiplexer 8 welke is aangesloten op de uitgang van de convertor 7.

Zoals hierboven is beschreven, wordt de automatische witbalans geregeld door de verticaal onderdrukkingsimpuls die wordt geleverd tijdens de verticaal onderdrukkingsperiode en de geregelde automatische witbalansdata wordt vastgelegd op het adres, dat wordt bewerkt door de eerste en tweede adres-aanwijsroutines LI en L2, waarbij de eerste adresaanwijsrouti-ne LI het adres in overeenstemming met de opgenomen locatie aanwijst en de tweede adresaanwijsroutine L2 het adres aanwijst, waarvan de waarde het resultaat is van de optelling van de waarde van het optische filter vermenigvuldigd met twee bij het adres dat wordt aangewezen door de opgenomen locatie.

De data die is vastgelegd op het boven aangegeven adres kan worden benut voor het regelen van de witbalans door middel van het signaal van de toetsenmatrix 10 zelfs in geval de toestand van het optische filter wordt veranderd. Volgens de onderhavige uitvinding wordt hierdoor de witbalans exact geregeld zelfs wanneer de toestand van het optische filter wordt veranderd door de eerste adresaanwijzing in overeenstemming met de opgenomen locatie te doen plaatsvinden en de tweede adresaanwijzing in overeenstemming met het optische filter, de vastlegprocedure en de opzoekprocedure voor de witbalans.

De uitvinding is niet beperkt tot het hierboven beschreven uitvoeringsvoorbeeld, dat binnen het kader der uitvinding op verschillende manieren kan worden gevarieerd.

Claims (4)

1. Werkwijze voor het regelen van de witbalans bij een schakeling, die is voorzien van een combinatie-orgaan voor het uitvoeren van een witregeling en een balansregeling door het combineren van ingangssignalen R, G, B, een toetsenmatrix voor het kiezen van de regelmodus, een microcomputer voor het regelen van de kleur wit en de balans door middel van een re-gelsignaal dat door het combinatie-orgaan wordt geproduceerd, een witbalansuitgangscircuit voor het leveren van de door de microcomputer geregelde witbalans, welke werkwijze de witbalans regelt wanneer een automatische witbalanskeuzetoets van de toetsenmatrix wordt aangeschakeld, waarbij een waarde van de witbalans die is geregeld door de bovengenoemde regeling van de witbalans, wordt vastgelegd en opgezocht op het adres dat wordt aangegeven in overeenstemming met een opgenomen locatie, welke werkwijze een vastlegprocedure omvat voor het vastleggen van de witbalanswaarde die is geregeld door de genoemde witbalansregeling, op het adres dat wordt aangegeven in overeenstemming met een waarde van de opgenomen locatie en het optische filter, alsmede een opzoekprocedure voor het leveren van de geregelde witbalanswaarde.die door de vastlegprocedure voor de witbalans is vastgelegd door middel van een geheugen-keuzetoets die de witbalans kiest in overeenstemming met een waarde van de opgenomen locatie en het optische filter.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de vastlegprocedure een eerste adresaanwijsroutine (LI) omvat, die de waarde van de door de witbalansregeling geregelde witbalans aanwijst op een adres dat wordt bepaald door de opgenomen locatie en een tweede adresaanwijsroutine (L2), die een waarde aanwijst en vastlegt, welke het resultaat is van de optelling van de waarde van het optische filter vermenigvuldigd met twee bij het adres dat door de eerste adresaanwijs-routine wordt aangewezen, gebaseerd op de geheugenkeuzetoets van de toetsenmatrix.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de opzoekprocedure een‘adresdetectieroutine (L3) omvat, welke een vierde toetsinvoerbeslissingsstap (P12) uitvoert die beslist of de geheugenkeuzetoets van de toetsenmatrix is aangeschakeld, een eerste adresdetectiestap (P13) die het adres detecteert, dat wordt aangegeven door de opgenomen locatie en het optische filter van de vastlegprocedure voor de witbalans, een tweede adresdetectiestap (P14), dat een adres detecteert dat wordt aangegeven door de opgenomen locatie, wanneer de geheugenkeuzetoets niet is aangeschakeld, en een uitvoerstap (P15) die data levert, welke is vastgelegd op het adres dat is gedetecteerd door de eerste adresdetectiestap (P13) of de tweede adresdetectiestap (P14).

4. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, « dat de tweede adresaanwijsroutine (L2) een derde toetsinvoer-beslissingsstap (P6) omvat, die beslist of de geheugenkeuzetoets van de toetsenmatrix aangeschakeld is, een derde adres-aanwijsstap (P7), die het adres aangeeft door middel van het resultaat van de optelling van het adres dat wordt aangegeven in overeenstemming met de opgenomen locatie, bij de waarde van het optische filter vermenigvuldigd met twee, indien de geheugenkeuzetoets is aangeschakeld, een eerste vastlegstap (P8) voor het vastleggen van de geregelde witbalanswaarde op het adres, dat wordt aangegeven in overeenstemming met de opgenomen locatie, indien de geheugenkeuzetoets niet is aangeschakeld. Lijst van in de tekening gebruikte verwijzingstekens Figuur 1 1: analoge schakelaar 2: bufferblok 3: eerste comparator ' 4: eerste logisch blok 5: tweede comparator 6: tweede logisch blok 7: analoog/digitaal-omzetter 8: multiplexer 10: toetsenmatrix 11: MICOM 12: uitgangscircuit Figuur 2 PI: is automatische witbalans-keuzetoets aangeschakeld? P2: conventionele automatische regelprocedure voor de wit-balans P3: is binnen-keuzetoets aangeschakeld? P4: aanwijzen adres van de binnen-keuzetoets P5: aanwijzen adres van de buiten-keuzetoets P6: is geheugenkeuzetoets aangeschakeld? P7: aanwijzen data-adres waarvan de adreswaarde het resultaat is van het optellen van de waarde van het optische filter vermenigvuldigd met twee bij het door de opgenomen locatie aangegeven adres P8: vastleggen van de data op het aangegeven adres P9: vastleggen van de data op het adres dat wordt aangegeven door de keuze van de opgenomen locatie LI,L2: routines Figuur 3 P12: is geheugenkeuzetoets aangeschakeld? P13: detecteer het adres waarvan de adreswaarde het resultaat is van het optellen van de waarde van het optisch filter vermenigvuldigd met twee bij het adres dat wordt aangegeven door de opgenomen locatie P14: detecteer het adres dat wordt aangegeven door de opgenomen locatie-keuzetoets P15: lever de data van het aangegeven adres L3: routine