NL9002384A - Inrichting voor het waardevol maken van slachtrestanten. - Google Patents

Inrichting voor het waardevol maken van slachtrestanten. Download PDF

Info

Publication number
NL9002384A
NL9002384A NL9002384A NL9002384A NL9002384A NL 9002384 A NL9002384 A NL 9002384A NL 9002384 A NL9002384 A NL 9002384A NL 9002384 A NL9002384 A NL 9002384A NL 9002384 A NL9002384 A NL 9002384A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
fermentation
heating
container
temperature
cooling
Prior art date
Application number
NL9002384A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Stork Pmt
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Stork Pmt filed Critical Stork Pmt
Priority to NL9002384A priority Critical patent/NL9002384A/nl
Priority to DK91202815.6T priority patent/DK0483929T3/da
Priority to AT91202815T priority patent/ATE117513T1/de
Priority to ES91202815T priority patent/ES2069192T3/es
Priority to DE69107015T priority patent/DE69107015T2/de
Priority to EP91202815A priority patent/EP0483929B1/en
Publication of NL9002384A publication Critical patent/NL9002384A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23NMACHINES OR APPARATUS FOR TREATING HARVESTED FRUIT, VEGETABLES OR FLOWER BULBS IN BULK, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; PEELING VEGETABLES OR FRUIT IN BULK; APPARATUS FOR PREPARING ANIMAL FEEDING- STUFFS
    • A23N17/00Apparatus specially adapted for preparing animal feeding-stuffs
    • A23N17/004Apparatus specially adapted for preparing animal feeding-stuffs for treating by application of heat, e.g. by means of potato cookers
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23KFODDER
    • A23K10/00Animal feeding-stuffs
    • A23K10/20Animal feeding-stuffs from material of animal origin
    • A23K10/26Animal feeding-stuffs from material of animal origin from waste material, e.g. feathers, bones or skin
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23KFODDER
    • A23K30/00Processes specially adapted for preservation of materials in order to produce animal feeding-stuffs
    • A23K30/10Processes specially adapted for preservation of materials in order to produce animal feeding-stuffs of green fodder
    • A23K30/15Processes specially adapted for preservation of materials in order to produce animal feeding-stuffs of green fodder using chemicals or microorganisms for ensilaging
    • A23K30/18Processes specially adapted for preservation of materials in order to produce animal feeding-stuffs of green fodder using chemicals or microorganisms for ensilaging using microorganisms or enzymes
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23NMACHINES OR APPARATUS FOR TREATING HARVESTED FRUIT, VEGETABLES OR FLOWER BULBS IN BULK, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; PEELING VEGETABLES OR FRUIT IN BULK; APPARATUS FOR PREPARING ANIMAL FEEDING- STUFFS
    • A23N17/00Apparatus specially adapted for preparing animal feeding-stuffs
    • A23N17/002Apparatus specially adapted for preparing animal feeding-stuffs for treating of meat, fish waste or the like

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Polymers & Plastics (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Microbiology (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Physiology (AREA)
  • Molecular Biology (AREA)
  • Biotechnology (AREA)
  • Biomedical Technology (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • General Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Fertilizers (AREA)
  • Apparatuses For Bulk Treatment Of Fruits And Vegetables And Apparatuses For Preparing Feeds (AREA)
  • Processing Of Solid Wastes (AREA)
  • Housing For Livestock And Birds (AREA)
  • Catching Or Destruction (AREA)
  • Apparatus Associated With Microorganisms And Enzymes (AREA)
  • Electrical Discharge Machining, Electrochemical Machining, And Combined Machining (AREA)
  • Fodder In General (AREA)

Description

Korte aanduiding: Inrichting voor het waardevol maken van slachtrestanten.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het op kontinue wijze waardevol maken van slachtrestanten, omvattende middelen voor het fijnmaken van deze restanten, alsmede een fermentatiehouder voorzien van middelen voor het fermenteren van het materiaal en middelen voor het verpompen van het materiaal.
Opgemerkt wordt dat in de hiernavolgende beschrijving onder de uitdrukking 11 slachtrestanten11 niet alleen de bij het slachten van dieren verkregen delen die als afval bekend staan worden verstaan zoals ingewanden, slibwater en in het geval van pluimvee, eveneens al dan niet voorbehandelde veren, doch ook bloed of hele dieren zoals kippen of stukjes vlees die overblijven bij een willekeurige bewerking.
Volgens een uit de Nederlandse octrooiaanvrage 74.13734 bekende werkwijze wordt het uit vlees of vleesafval bestaande uitgangsmateriaal fijngemalen en in aanwezigheid van een geschikte bacteriesoort, te fermenteren koolhydraat en organisch zuur onderworpen aan fermentatie. Het aldus gefermenteerde materiaal wordt daarna gemengd met een bindmiddel ter vorming van een deeg met vezelstruktuur, dat wordt gebakken.
Het bezwaar van dit bekende proces is dat het diskontinu is en derhalve niet kan worden gekoppeld aan een bestaande, kontinuwerkende slachtlijn. Bovendien kan in praktijk slechts afval dat in hoofdzaak vrij is van beenderen en veren worden verwerkt.
Gevonden is nu een inrichting die dit bezwaar ondervangt en derhalve de kontinue verwerking van slachtrestanten mogelijk maakt.
De uitvinding wordt hierdoor gekenmerkt dat de inrichting bestaat uit achtereenvolgens a. tenminste een vermaalinrichting; b. verwarmingsmiddelen voor het verwarmen van het fijngemalen materiaal; c. middelen voor het in hoofdzaak gekonditioneerd houden van het materiaal; d. middelen voor het afkoelen van het materiaal; e. tenminste een injektor voor het injekteren van een start-kultuur, alsmede f. tenminste een houder voor de fermentatie van het materiaal.
Opgemerkt wordt dat in de maalinrichting (en) de slacht-r est anten, die kunnen bestaan uit bijvoorbeeld kippepoten, kippe-koppen, veren, bloed, ingewanden, slibwater e.d. zodanig worden fijngemalen dat een nog vloeibare, te transporteren brij ontstaat. Desgewenst wordt ter verkrijging van een juiste consistentie extra water toegevoegd.
Doelmatig bevindt zich achter de vermaalinrichting(en) een pompinrichting om het nu vloeibare, transporteerbare materiaal te verpompen. Om een eindprodukt met eenzelfde kwaliteit te kunnen waarborgen is de vermaalinrichting en/of de pomp voorzien van een brekerplaat met geschikte openingen bij voorkeur van 3-20 mm, in het bijzonder ongeveer 5 mm. Dergelijke voorzieningen zijn de deskundige algemeen bekend.
Bij voorkeur is in de inrichting voorafgaande aan de verwarmingsmiddelen een doseer inrichting aanwezig voor het toevoegen van zuur. Deze dosering wordt in een doelmatige uitvoeringsvorm door middel van stroomsnelheidsmeters, die bij voorkeur achter de pompinrichting zijn aangebracht, geregeld.
De inrichting volgens de uitvinding omvat voorts verwarmingsmiddelen voor het verwarmen van het fijngemaakte materiaal, welke verwarmingsmiddelen bij voorkeur middelen omvatten voor het regelen van de temperatuur. Bij voorkeur wordt het materiaal in dit gedeelte van de inrichting verwarmd op een temperatuur waarbij coagulatie van eiwit optreedt, enzymen onwerkzaam worden gemaakt en de meeste micro-organismen worden gedood doelmatig bij ± 70 a 100°C. Hoewel de verblijftijd van het materiaal in dit verwarmingsgedeelte niet erg kritisch is, zal een periode van 2 tot 3 minuten in het algemeen voldoende zijn.
Aansluitend op deze verwarmingsmiddelen omvat de inrichting middelen voor het in hoofdzaak gekonditioneerd houden van het doorgevoerde materiaal. Meer in het bijzonder waarborgen deze middelen dat het doorgevoerde materiaal op een bepaalde, ongeveer konstante temperatuur en druk wordt gehouden.
Bij voorkeur omvat de inrichting middelen voor het meten en regelen van de temperatuur in de middelen voor het gekonditioneerd houden van het materiaal, alsmede middelen voor het regelen van de verblijftijd in deze materiaalkonditionerings-middelen. Het zal de deskundige duidelijk zijn dat in een doelmatig uitvoeringsvorm de verblijftijdregelende middelen kunnen samenwerken met de verpompingsmiddelen. Opgemerkt wordt dat bij toepassing van de onderhavige inrichting voor het waardevol maken van slachtrestanten van diverse soorten vee, een verblijftijd van ongeveer 1 tot 20 min. op een temperatuur van 70 tot 100°c bijzonder doelmatig gebleken is.
Opgemerkt wordt dat deze konditioneringsmiddelen zeer essentieel zijn gebleken voor het verkrijgen van een goed en waardevol eindprodukt.
In de inrichting volgens de uitvinding is voorts op een willekeurige plaats tenminste een menginrichting, bij voorkeur een statische menginrichting, opgenomen. De toepassing van een of meer menginrichtingen waarborgt de vorming van een zowel qua samenstelling als qua temperatuursverdeling homogeen mengsel, wat voor de later uit te voeren fermentatie bijzonder gunstig is.
Menginrichtingen kunnen op een willekeurige plaats na de maalinrichtingen en voor de fermentatie-inrichting aanwezig zijn. Volgens een bijzonder doelmatige uitvoeringsvorm worden statische menginrichtingen geïntegreerd in de verwarmingsmiddelen en/of de koelmiddelen, zodanig dat de verwarmingsmiddelen en/of de koelmiddelen bestaan uit diverse verwarmings- respektieveli jk koeleenheden waartussen steeds een menginrichting is aangebracht.
De onderhavige inrichting omvat, zoals gezegd, voorts middelen voor het afkoelen van het materiaal. Hierdoor kan het behandelde materiaal op een temperatuur worden gebracht die bij voorkeur lager is dan 35°C, meer in het bijzonder ongeveer 30°C.
Nadat het materiaal voldoende af gekoeld is, wordt daaraan door middel van tenminste een injektor een startkultuur toegevoegd voor het inleiden van de fermentatie die plaatsvindt in een daaropvolgende fermentatiehouder. Hoewel de fermentatie-tijd afhankelijk is van de temperatuur en het voor de fermentatie gekozen micro-organisme, is een fermentatietijd van ongeveer 2 è 3 dagen gewoonlijk voldoende. Bij voorkeur wordt de fermentatie onder anaërobe omstandigheden uitgevoerd en is de de houder daarvoor aangepast.
Voorts is de inrichting in een in praktijk doelmatig gebleken uitvoeringsvorm, voorzien van middelen voor het toevoegen van een voedingsmedium bestaande uit ferment eerbare koolhydraten. Deze middelen bevinden zich dan bij voorkeur voor de verwarmingseenheid. De aanwezigheid van fermenteerbare koolhydraten is bevorderlijk voor de groei van de startkultuur.
Bij voorkeur worden voor de fermentatie melkzuurbacteriën toegepast, zoals Lactobacillus nlantarum. Lactobacillus acidophvlus. en Lactococcus lactus.
De fermentatiehouder is bij voorkeur voorzien van middelen voor het kontinu omwerken van het te fermenteren materiaal. Dergelijke middelen kunnen in het bijzonder bestaan uit middelen voor het roeren van het materiaal, bijvoorbeeld een propeller-roerder.
Volgens een zeer doelmatige uitvoeringsvorm wordt echter in de fermentatiehouder aanwezige, te fermenteren, materiaal kontinu omgewerkt doordat middelen aanwezig zijn om de houder zelf te roteren, bijvoorbeeld door middel van een rollenbank, of door de houder door rotatie van zijn as te laten roteren.
Volgens een andere doelmatige uitvoeringsvorm is de fermentatiehouder voorzien van een lintschroef, welke uitvoeringsvorm in het bijzonder bij een kontinue fermentatie bijzonder geschikt is.
Bij voorkeur is de fermentatiehouder voorts voorzien van middelen voor het regelen van de temperatuur in de fermentatiehouder. Dergelijke middelen bestaan in het bijzonder uit middelen om het te fermenteren materiaal te koelen om de tijdens de fermentatie vrijkomende warmte af te voeren.
Met behulp van de inrichting volgens de uitvinding is het mogelijk om slachtrestanten die tot nu toe in hoofdzaak op andere wijze worden verwerkt, waardevoller te maken. De door behandeling in de onderhavige inrichting verkregen produkten kunnen als zodanig, dat wil zeggen in bulkvorm als een waardevol voedingsprodukt aan dieren zoals rundvee, varkens, pelsdieren zoals nertsen, pluimvee zoals kippen, gezelschapsdieren zoals honden, katten e.d. worden aangeboden; het verkregen produkt is een dikke brij. Het is echter ook mogelijk om de verkregen produkten als grondstof te gebruiken voor een verdere verwerking.
Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om de verkregen brij te steriliseren, te drogen en eventueel verder fijn te malen tot een poedervormig produkt is verkregen dat gemakkelijk kan worden verpakt en getransporteerd.
De uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekening waarin:
Fig. 1 schematisch de diverse behandelingseenheden van de inrichting volgens de uitvinding,
Fig. 2 schematisch een langsdoorsnede door een statische meng-inrichting, die desgewenst in de inrichting volgens de uitvinding kan worden opgenomen,
Fig. 3 schematisch een langsdoorsnede door een fermentatiehouder die bij voorkeur wordt toegepast in de inrichting volgens de uitvinding, en
Fig. 4 een andere, in de inrichting volgens de uitvinding toepasbare fermentatiehouder toont.
Zoals in fig. 1 is weergegeven worden de slachtrestanten via leiding 1 aangevoerd. Deze toevoer vindt plaats door middel van een toevoersysteem met transportschroeven. Uiteraard kan dit systeem zodanig zijn dat verschillende soorten slachtrestanten worden getransporteerd. Deze restanten worden vervolgens in een met 2 weergegeven vermaal inrichting fijngemaakt. Deze vermaalinrichting is bij voorkeur voorzien van een brekerplaat, zodat de verder te transporteren brij deeltjes bevat met een bepaalde maximale grootte. In praktijk is een brekerplaat met openingen van ongeveer 5 mm zeer doelmatig gebleken. Desgewenst wordt via leiding 14 vanuit een niet-weer gegeven doseer inrichting zuur toegevoegd. Deze toevoeging van zuur kan echter ook na vermaalinrichting 2 plaatsvinden. Opgemerkt wordt dat als zuur bij voorkeur azijnzuur of peptinezuur wordt toegevoegd. Door deze toevoeging van zuur wordt een voor de fermentatie gunstiger milieu gevormd waardoor deze sneller zal verlopen.
Doelmatig vindt de regeling van de zuurdoseerinrichting plaats door middel van stroomsnelheidsmeters die in leiding 3 zijn opgenomen. Via schematisch weergegeven leiding 5 kunnen aan het aldus verkregen fijngemalen materiaal meer vloeibare slachtrestanten, zoals bloed of eventueel water worden toegevoegd. Door middel van pompinrichting 12 wordt daarna het gevormde materiaal verpompt. De brij van fijngemaakte slachtrestanten wordt vervolgens via leiding 3 gevoerd door inrichting 4 waarin de brij wordt verwarmd, bij voorkeur tot een temperatuur van 70 a 100°C. Om te voorkomen dat de temperatuur van het doorgevoerde materiaal te hoog wordt, is dit verwarmingsmiddel voorzien van middelen voor het regelen van de temperatuur van het door te voeren materiaal. De verwarming van het materiaal vindt doelmatig op indirekte wijze plaats, d.w. z. door middel van warmtewisseling met een daarvoor geschikt medium. De verwarming kan echter ook op direkte wijze plaatsvinden, zoals door injektie van stoom.
Na de verwarmingsinrichting 4 wordt het materiaal geleid door een konditioneringseenheid 7, waarin het materiaal gedurende een tijd van bij voorkeur 1-20 min. wordt gehouden op een temperatuur van 70-100°C. Doelmatig wordt de verblijftijd van het materiaal in deze eenheid geregeld door middel van de pompsnelheid van de in vermaalinrichting 2 aanwezige pomp. Overigens worden de verblijftijd en de temperatuur bepaald, afhankelijk van het uitgangsmateriaal, de bestemming van het gefermenteerde produkt alsmede de in verwarmingsinrichting 4 toegepaste maximale temperatuur. In verband daarmee zijn bij de uitgang van verwarmingsinrichting 4 en koelinrichting 6 sondes 13’ en 13" aanwezig voor het meten van de temperatuur van het doorgevoerde materiaal. Desgewenst kan tussen verwarmingsinrichting 4 en konditioneringseenheid 7 een statische menger 11 zijn geplaatst. Een dergelijke menger is in fig. 2 schematisch in langsdoorsnede weergegeven. Het te behandelen materiaal wordt via inlaatopening 21 aan de menger toegevoerd en via uitlaat 22 af gevoerd. De temperatuur in de menger kan worden geregeld met behulp van een koelmedium dat door de mantel 23 van de menger wordt gecirculeerd. De plaats van de statische menger is overigens niet beperkt tot de hier weergegeven positie. In wezen kan een statische menger op elke plaats in de keten worden opgenomen; bij voorkeur zijn echter in de verwarmingsinrichting 4 een of meerdere statische mengers opgenomen. Uiteraard is voorzien in middelen voor het meten van de temperatuur van het doorgevoerde materiaal, in konditioneringsinrichting 7, welke middelen samenwerken met de materiaalverpompingsmiddelen en de verwarmingsinrichting en eventueel de koelinrichting in verband met de instroomsnelheid en de temperatuur van het materiaal.
Stroomafwaarts van de konditioneringseenheid 7 bevindt zich een inrichting 6 voor het af koelen van het uit eenheid 7 komende materiaal. Deze afkoeling vindt bij voorkeur plaats door warmtewisseling in tegenstroom met een koelmedium, bij voorkeur tot een temperatuur die lager is dan 35°C, in het bijzonder ongeveer 30°c. Op dezelfde wijze als in de verwarmingsinrichting 4 kunnen in de koelinrichting 6 een of meerdere menginrichtingen, bij voorkeur statische mengers, zijn opgenomen. In de aldus afgekoelde brij wordt vervolgens een startkultuur van melkzuurbacteriën geinjekteerd door middel van injektor 9 en wordt de verkregen brij gevoerd in fermentatievat 10 voor het fermenteren van de brij. Deze fermentatie duurt gewoonlijk ongeveer 2 è 3 dagen en vindt bij voorkeur anaëroob plaats.
Desgewenst kan aan de uit eenheid 6 komende, af gekoelde brij een ferment eerbaar voedingsmedium worden toegevoegd via leiding 8 uit een niet weergegeven doseerinrichting. Dit voedingsmedium bestaat bij voorkeur uit melasse of dextrose. Dit voedingsmedium kan overigens op een willekeurige plaats in het proces worden toegevoegd, zoals bijvoorbeeld met 8' en 8" als alternatieve mogelijkheden is weergegeven.
De fermentatiehouder 10 is bij voorkeur voorzien van middelen voor het kontinu omwerken van het te fermenteren materiaal.
In fig. 3 is een fermentatiehouder weergegeven die in het bijzonder de voorkeur verdient. Houder 10 is hier een in hoofdzaak cylindrische houder met horizontale hartlijn. Via inlaat 31 wordt het te fermenteren materiaal toegevoerd. Voorts is houder 10 voorzien van een inlaat 32 voor het toevoeren van een voor de fermentatie inert gas indien het gewenst is om de fermentatie anaëroob uit te voeren. Na behandeling kan het mengsel via uitlaat 33 worden afgevoerd.
Houder 10 heeft voorts een koelinrichting 34, die bijvoorbeeld een vloeistofkoeling is met een inlaat 35 en een uitlaat 36. De houder heeft tevens een roer- en schraapelement dat in het getoonde voorbeeld bestaat uit een lintschroef 37 die door middel van stangen 38 is bevestigd aan een as 39, die zich op de hartlijn van houder 10 bevindt en die draaibaar is gelegerd is in lagers 40 en 41 en die buiten houder 10 wordt aangedreven door een (niet-weergegeven) motor. De buitendiameter van de lintschroef 37 is in hoofdzaak gelijk aan de binnendiame-ter van de cylindrische houder 10. Aan de as 39 zijn bovendien via stangen 42 stoorelementen 43 aangebracht.
Het te fermenteren mengsel kan kontinu in houder 10 worden gevoerd en wordt door middel van koelinrichting 34 gekoeld. Tegelijkertijd wordt de as 39 van de roermiddelen 37, 43 aangedreven.
In fig. 4 is schematisch en gedeeltelijk weggebroken een andere uitvoeringsvorm van een fermentatiehouder 10 weergegeven.
Deze uitvoeringsvorm verschilt van de in fig. 3 weergegeven uitvoeringsvorm doordat de houder wordt gerotedd door middel van rollen 51. In deze houder wordt het materiaal ladingsgewijze gefermenteerd. De houder wordt via opening 57 gevuld en na afloop van de fermentatie eveneens via opening 57 geleegd. Om het fermentatie-stadium waar te kunnen nemen is een inspektieluik 56 aanwezig. Door middel van dit luik is het eveneens mogelijk om de houder inwendig te reinigen na een fermentatiebehandeling. Om het aanwezige materiaal tijdens de rotatie van de houder grondig om te werken, is houder 10 voorzien van schoepen 55. Voorts is houder 10 dubbelwandig; door de in de mantel aanwezige ribben 52 kan een koelvloeistof worden geleid die via leiding 53 wordt toegevoerd en via leiding 54 wordt af gevoerd. Uiteraard is het ook mogelijk om de koeling via de gehele mantel uit te voeren.
Hoewel in fig. 1 slechts een fermentatiehouder 10 is weergegeven kunnen uiteraard meerdere fermentatiehouders aanwezig zijn. Bovendien zal het de deskundige duidelijk zijn dat de uitvinding niet is beperkt tot de hier aangegeven uitvoeringsvor- men.
Voorts zal het de deskundige duidelijk zijn dat als menginrichting eveneens bijvoorbeeld een propellerroerder kan worden toegepast.
Hoewel dit niet nader is weergegeven, kan de regeling van de aan de brekerplaat van vermaalinrichting 2 toegevoerde hoeveelheid materiaal plaatsvinden door middel van niveaumeters in de vermaalinrichting en het toevoermondstuk van pomp 12.
Tenslotte wordt opgemerkt dat in de inrichting volgens de uitvinding de omstandigheden zodanig kunnen worden ingesteld dat autolyse van het produkt niet of nauwelijks kan optreden; hierdoor kan kontinu een waardevol voedingsprodukt voor diverse soorten dieren verkregen worden.

Claims (11)

1. Inrichting voor het op kontinue wijze waardevol maken van slachtrestanten, omvattende middelen voor het fijnmaken van deze restanten, alsmede een fermentatiehouder, voorzien van middelen voor het fermenteren van het materiaal en middelen voor het verpompen van het materiaal, met het kenmerk, dat de inrichting bestaat uit achtereenvolgens a. tenminste een vermaalinrichting; b. verwarmingsmiddelen voor het verwarmen van het fijngemalen materiaal; c. middelen voor het in hoofdzaak gekonditioneerd houden van het materiaal; d. middelen voor het afkoelen van het materiaal; e. tenminste een injektor voor het injekteren van een start-kultuur, alsmede f. tenminste een houder voor het laten fermenteren van het materiaal.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat voor de verwarmingsmiddelen voorts een doseerinrichting aanwezig is voor het toevoegen van een zuur.
3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de middelen voor het verwarmen van het materiaal, voorts middelen omvatten voor het regelen van de temperatuur.
4. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de inrichting middelen omvat voor het meten en regelen van de temperatuur in de middelen voor het gekonditioneerd houden van het materiaal, alsmede middelen voor het regelen van de verblijftijd in deze materiaalkonditioneringsmiddelen.
5. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de materiaalconditioneringsmiddelen samenwerken met de materiaal-verpompingsmiddelen.
6. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat in de inrichting op een willekeurige plaats, voorts tenminste een menginrichting, bij voorkeur een statische menginrichting is opgenomen.
7. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de middelen voor het af koelen van het materiaal, het materiaal kunnen af koelen tot een temperatuur lager dan 35°C, hij voorkeur tot ongeveer 30°C.
8. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de inrichting, voorafgaande aan de injektoren voor het injekteren van een startkultuur, tevens is voorzien van middelen voor het toevoegen van een fermenteerbaar voedingsmedium.
9. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de fermentatie in de fermentatiehouder kan plaatsvinden onder anaërobe omstandigheden.
10. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de fermentatiehouder is voorzien van middelen voor het kontinu omwerken van het te fermenteren materiaal.
11. Inrichting volgens conclusie 1-10, met het kenmerk, dat de fermentatiehouder voorts is voorzien van middelen voor het regelen van de temperatuur in de fermentatiehouder.
NL9002384A 1990-11-01 1990-11-01 Inrichting voor het waardevol maken van slachtrestanten. NL9002384A (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9002384A NL9002384A (nl) 1990-11-01 1990-11-01 Inrichting voor het waardevol maken van slachtrestanten.
DK91202815.6T DK0483929T3 (da) 1990-11-01 1991-10-30 Apparat til valorisering af slagteaffald
AT91202815T ATE117513T1 (de) 1990-11-01 1991-10-30 Vorrichtung zur verwertung von schlachtabfällen.
ES91202815T ES2069192T3 (es) 1990-11-01 1991-10-30 Dispositivo para el aprovechamiento de desperdicios de matadero.
DE69107015T DE69107015T2 (de) 1990-11-01 1991-10-30 Vorrichtung zur Verwertung von Schlachtabfällen.
EP91202815A EP0483929B1 (en) 1990-11-01 1991-10-30 Device for the valorisation of slaughter residues

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9002384 1990-11-01
NL9002384A NL9002384A (nl) 1990-11-01 1990-11-01 Inrichting voor het waardevol maken van slachtrestanten.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9002384A true NL9002384A (nl) 1992-06-01

Family

ID=19857909

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9002384A NL9002384A (nl) 1990-11-01 1990-11-01 Inrichting voor het waardevol maken van slachtrestanten.

Country Status (6)

Country Link
EP (1) EP0483929B1 (nl)
AT (1) ATE117513T1 (nl)
DE (1) DE69107015T2 (nl)
DK (1) DK0483929T3 (nl)
ES (1) ES2069192T3 (nl)
NL (1) NL9002384A (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH690957A5 (de) * 1996-04-29 2001-03-15 Isidor Buergi Dr Med Vet Verfahren zur Entsorgung tierischer Abfälle unter tierseuchenpolizeilichen und ökologischen Aspekten.
EP1036512A1 (en) * 1999-03-16 2000-09-20 CPM/Europe B.V. Eliminating salmonella in feed milling industry
EP2266411A3 (de) * 2009-06-23 2012-10-31 Petra Keck Verfahren zum Frischhalten, Lagern und gegebenenfalls Aufarbeiten von Schlachtnebenprodukten sowie eine Vorrichtung zur Durchführung des Verfahrens
CN106723227B (zh) * 2017-01-11 2023-03-14 辽宁工程技术大学 秸秆膨化饲料加工中心

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1802140A1 (de) * 1967-10-09 1969-05-29 Myrens Verksted As Verfahren und Vorrichtung zum kontinuierlichen Kochen von tierischem Rohmaterial
GB1547063A (en) * 1977-07-07 1979-06-06 Salen Interdevelop Ab Process for the biological ensiling of vegetable and/or animals materials
NL8403620A (nl) * 1984-11-28 1986-06-16 Boscoop Agraripari Koezoes Val Werkwijze voor het bereiden en conserveren van natte massa's uit bijprodukten van slachthuizen, de leerverwerking en de voedingsindustrie en/of uit omgekomen huisdieren, alsmede een werkwijze voor de bereiding van voedsel.
DD274762A5 (de) * 1988-10-06 1990-01-03 �����`�����@������@�������������@��@��������@��������k�� Verfahren zur fermentationsbehandlung der nebenprodukte und/oder abfaelle von schlachthaeusern, besonders zur herstellung von futter

Also Published As

Publication number Publication date
DK0483929T3 (da) 1995-06-26
EP0483929A1 (en) 1992-05-06
DE69107015T2 (de) 1995-05-18
EP0483929B1 (en) 1995-01-25
DE69107015D1 (de) 1995-03-09
ATE117513T1 (de) 1995-02-15
ES2069192T3 (es) 1995-05-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP5001253B2 (ja) 漁業及び食肉加工業からの原料の加水分解処理法ならびにそれに使用するためのタンク
KR101370311B1 (ko) 도축 혈액 단백질을 이용한 아미노산 비료 및 사료 제조의 고효율 일괄 생산 시스템과 그 제조방법
US7226778B2 (en) Apparatus for natural recycling of protein waste
US9161554B1 (en) Apparatus for recycling of protein waste and fuel production
KR100850033B1 (ko) 유기물 처리 장치
US9404073B2 (en) Apparatus for recycling of protein waste and fuel production
Borotov et al. Development of the construction of the feed mixer device of granulation line
KR101352270B1 (ko) 박테리아를 이용한 계분 처리장치 및 그 처리방법
KR102438486B1 (ko) 폐기한 동,식물 등 유기 폐기물의 처리 및 자원화 장치
NL9002384A (nl) Inrichting voor het waardevol maken van slachtrestanten.
JP6377087B2 (ja) 亜臨界水処理方法及び装置
KR101229735B1 (ko) 축산분뇨의 비료화 처리장치
KR101655404B1 (ko) 아미노산 함량이 증대된 계란의 생산방법 및 이에 의하여 생산된 계란
CN112808379A (zh) 一种生物发酵饲料的加工设备及方法
KR20130142825A (ko) 미생물 발효를 이용한 애견사료와 이의 제조장치 및 제조방법
KR20000003166A (ko) 음식물 쓰레기와 도축(屠畜) 부산물을 이용한 사료의 제조방법및 발효장치
US7329425B2 (en) Process for natural recycling of protein waste
KR100248533B1 (ko) 유기성 폐기물의 고속분해 발효장치
RU2765578C1 (ru) Линия производства полнорационных комбикормов с использованием биогаза
KR102358466B1 (ko) 동물성폐기물의 자원화방법
Dyshlyuk et al. Modernization of the experimental technological line for the production of enzyme hydrolysates of down and feather raw material
US20200000122A1 (en) Method and process for acidic recycling of protein waste
JPH06199585A (ja) 堆肥化資材の製造方法とその装置
CA1170653A (en) Rendering processes
CN110548752A (zh) 一种畜禽死体处理控制系统及方法

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed