NL9002227A - Inrichting voor het afzuigen van gassen. - Google Patents

Description

Titel: Inrichting voor het afzuigen van gassen.

De uitvinding betreft een inrichting voor het afzuigen van gassen omvattende tenminste twee starre buis- of kokervormige armen, waarvan de eerste arm bij zijn ene eind scharnierend is bevestigd aan een ondersteuning en in verbinding staat met een afzuigventilator en de tweede arm bij zijn ene eind scharnierend is verbonden met het andere eind van de eerste arm en bij zijn andere eind een scharnierend daaraan bevestigde afzuigkap draagt, zodat de armen en de afzuigkap in hetzelfde verticale vlak ten opzichte van elkaar en de ondersteuning kunnen zwaaien, waarbij alle scharnierende bevestigingen schamierorganen omvatten die aan de armen, aan de binnenkanten daarvan zijn bevestigd en van de einden van de armen uitsteken en alle scharnierende bevestigingen worden omhuld door harmonica-vormige verbindingsstukken die om de einden van de armen zijn bevestigd zodat een doorlopend afzuig-kanaal wordt gevormd dat zich tussen de ventilator en de afzuigkap uitstrekt. Zo een inrichting is reeds geruime tijd op de markt.

Bij de bekende inrichting worden de met elkaar samenwerkende scharnier-organen voor de onderlinge scharnierende verbinding van de armen en het scharnierorgaan voor de scharnierende bevestiging van de eerste arm aan de ondersteuning elk in wezen gevormd door een stuk stang dat binnen de arm aan de onderkant daarvan is bevestigd en gedeeltelijk aan het eind van de arm uitsteekt, waarbij bij de eerste arm de twee stukken stang tot één doorlopende, zich door de gehele arm uitstrekkende lange stang zijn verenigd. Aangezien voor de scharnierende bevestiging van de afzuigkap aan het eind van de tweede arm zo'n stuk stang niet geschikt is, wordt het scharnierorgaan bij dit eind van de tweede arm gevormd door twee horizontaal lopende, zich dwars door de arm uitstrekkende profiel-staven. De tweede arm heeft dus bij zijn ene eind een uitstekend stuk stang en bij zijn andere eind de genoemde profielstaven als scharnier-organen, zodat de tweede arm afwijkt van de eerste arm. Dit betekent dat bij serieproduktie van complete afzuiginrichtingen twee van elkaar verschillende armen voorradig moeten zijn, wat nadelig is voor de logistieke en produktiekosten. Bovendien vormt het stuk stang bij het genoemde ene eind van de tweede arm een betrekkelijk zwak scharnierorgaan.

Het doel van de uitvinding is een verbeterde afzuiginrichting van het genoemde type te verschaffen die deze nadelen niet heeft.

Dit doel wordt bereikt doordat bij de inrichting volgens de uitvinding de genoemde scharnierorganen elk worden gevormd door een in het algemeen plaatvormige constructie die zich binnen de arm, tussen de boven- en onderkant daarvan uitstrekt en aan deze kanten is bevestigd en waarvan een deel van het eind van de arm uitsteekt.

Met op deze wijze in de vorm van een plaatvormige constructie uitgevoerde scharnierorganen, kunnen deze plaatvormige constructies bij de einden van de twee armen tenminste paarsgewijs identiek zijn, zodat de twee armen met de daaraan bevestigde scharnierorganen geheel gelijk zijn aan elkaar, waardoor de produktiekosten aanzienlijk lager dan voor de bekende inrichting worden. Bovendien heeft de inrichting volgens de uitvinding geen enkel betrekkelijk zwak scharnierorgaan.

Bij voorkeur omvat de plaatvormige constructie twee op een afstand evenwijdig aan elkaar lopende, in het algemeen plaatvormige elementen.

Bij een voordelige uitvoeringsvorm van de afzuiginrichting omvat de scharnierende bevestiging van de twee armen aan elkaar een scharnier-plaat, waaraan de scharnierorganen van de twee armen scharnierend zijn bevestigd, waarbij een zich door de eerste arm uitstrekkende stang aanwezig is die zodanig bij het ene eind scharnierend aan de scharnier-plaat en bij het andere eind scharnierend aan de ondersteuning is bevestigd, dat deze twee scharnierpunten en de twee scharnierpunten van de eerste arm op de hoeken van een parallellogram liggen, waarbij volgens de uitvinding de genoemde stang tussen de plaatvormige elementen van de scharnierorganen loopt.

Bij voorkeur hebben de armen in dwarsdoorsnede de vorm van een trapezium, waardoor de bevestiging van de plaatvormige constructies wordt vereenvoudigd.

De uitvinding wordt nader uiteengezet aan de hand van het in de tekening getoonde uitvoeringsvoorbeeld.

Figuur 1 toont een afzuiginrichting volgens de uitvinding in zijaanzicht en

Figuur 2 toont een arm van de inrichting in perspectief.

Zoals getoond in de figuren omvat de inrichting een eerste arm 1 en een tweede, identieke arm 1'. Omdat de armen 1 en 1' identiek zijn, wordt slechts de arm 1 aan de hand van figuur 2 nader beschreven, waarbij in figuur 1 voor de arm 1' dezelfde verwijzingscijfers zijn gebruikt echter met toevoeging van een accent-teken.

Zoals getoond in figuur 2 heeft de arm 1 een doorsnede in de vorm van een trapezium. Bij het ene eind is een plaatconstructie 2 binnen de arm bevestigd, bijvoorbeeld door puntlassen. Deze plaatconstructie 2 omvat twee op een afstand evenwijdig aan elkaar lopende elementen 3* die zijn voorzien van op één lijn liggende openingen 4. Bij het andere eind is binnen de arm 1 een tweede plaatconstructie 5 bevestigd, eveneens bijvoorbeeld door puntlassen, welke constructie 5 twee op een afstand aan elkaar lopende elementen 6 omvat, waarin de op één lijn liggende openingen 7 resp. 8 zijn gevormd.

Zoals getoond in figuur 1 is de arm 1 bij 8 scharnierend bevestigd aan een ondersteuning 9» terwijl deze arm 1 bij zijn andere eind, bij 4 scharnierend is verbonden met een schamierplaat 10. De tweede arm 1’ is bij 7* scharnierend verbonden met de scharnierplaat 10, terwijl deze arm 1* bij zijn andere eind een afzuigkap 11 draagt, die draaibaar om de as 11' is bevestigd aan een bus of soortgelijk orgaan 12, die op zijn beurt bij 4' scharnierend is bevestigd aan de elementen 3’ van de plaatconstructie 2’.

Verder loopt door de arm 1 een stang 13, die bij zijn ene eind, bij 14 scharnierend is bevestigd aan de ondersteuning 9 en bij zijn andere eind, bij 15 scharnierend is bevestigd aan de scharnierplaat 10, waarbij de scharnierpunten 4, 8, 15 en l4 op de hoekpunten van een parallellogram liggen.

Door de arm 1 strekt zich verder een trekveer 16 uit die bij 17 aan de ondersteuning 9 is bevestigd en bij 18, via een spanorgaan 18' aan de binnenkant van de arm 1 is bevestigd. Door de arm 1' strekt zich een trekveer 19 uit, die bij 20 aan de scharnierplaat 10 is bevestigd en bij 21, via een spanelement 21' aan de binnenkant van de arm 1' is bevestigd. Een derde trekveer 22 is bij 23 aan de scharnierplaat 10 bevestigd en bij 24 aan een hefboom van het busvormige orgaan 12 van de kapbeves-tiging.

Tenslotte zijn de harmonica-vormige verbindingsstukken 25» 26 en 27 aangebracht waardoor een doorlopend afzuigkanaal wordt gevormd dat zich uitstrekt vanaf de afzuigkap 10 door de armen 1' en 1 naar de aansluiting 28 die in verbinding staat met een niet getoonde afzuigventilator.

Claims (5)

1. Inrichting voor het afzuigen van gassen omvattende tenminste twee starre buis- of kokervormige armen, waarvan de eerste arm bij zijn ene eind scharnierend is bevestigd aan een ondersteuning en in verbinding staat met een afzuigventilator en de tweede arm, bij zijn ene eind scharnierend is verbonden met het andere eind van de tweede arm en bij zijn andere eind een scharnierend daaraan bevestigde afzuigkap draagt, zodat de armen en de afzuigkap in hetzelfde verticale vlak ten opzichte van elkaar en de ondersteuning kunnen zwaaien, waarbij alle scharnierende bevestigingen scharnierorganen omvatten, die aan de armen, aan de binnenkanten daarvan zijn bevestigd en van de einden van de armen uitsteken en alle scharnierende bevestigingen worden omhuld door harmonicavormige verbindingsstukken die om de einden van de armen zijn bevestigd zodat een doorlopend afzuig-kanaal wordt gevormd dat zich tussen de ventilator en de afzuigkap uitstrekt, met het kenmerk, dat de genoemde scharnierorganen elk worden gevormd door een in het algemeen plaatvormige constructie die zich binnen de arm tussen boven- en onderkant daarvan uitstrekt en aan deze kanten is bevestigd en waarvan een gedeelte van het eind van de arm uitsteekt.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de plaatvormige constructies bij de einden van de twee armen tenminste paarsgewijs identiek zijn, zodat de twee armen met de daaraan bevestigde scharnierorganen eveneens identiek zijn.

3. Inrichting volgens conclusies 1 of 2, met het kenmerk, dat elke plaatvormige constructie twee op een afstand evenwijdig aan elkaar lopende, in het algemeen plaatvormige elementen omvat.

4. Inrichting volgens conclusie 3. waarbij de scharnierende bevestiging van de twee armen aan elkaar een scharnierplaat omvat, waaraan de scharnierorganen van de twee armen scharnierend zijn bevestigd, waarbij een zich door de eerste arm uitstrekkende stang aanwezig is die zodanig bij het ene eind scharnierend aan de scharnierplaat en bij het andere eind scharnierend aan de ondersteuning is bevestigd, dat deze twee scharnierpunten en de twee scharnierpunten van de eerste arm op de hoeken van een parallellogram liggen, met het kenmerk, dat de genoemde stang, nabij de einden van de eerste arm, tussen de plaatvormige elementen loopt.

5. Inrichting volgens conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de armen in dwarsdoorsnede de vorm van een trapezium hebben.