BE1013252A6

BE1013252A6 - Verbeterde fietsdrager.

Info

Publication number: BE1013252A6
Application number: BE2000/0062A
Authority: BE
Original assignee: Omnistor Accessories Nv
Priority date: 2000-01-26
Filing date: 2000-01-26
Publication date: 2001-11-06
Also published as: FR2804074A1; DE10101447A1; FR2804074B1

Abstract

Verbeterde fietsdrager, van het type dat bedoeld is om tegen een wand van een caravan of dergelijke bevestigd te worden, waarbij deze fietsdrager in hoofdzaak bestaat uit een eerste geraamte (4) dat rechtstreeks bevestigd is op de voornoemde caravan of dergelijke, en een tweede geraamte (15) dat scharnierbaar is ten opzichte van het voornoemd geraamte (4) en dat bedoeld is om één of meer fietsen te dragen, daardoor gekenmerkt dat een van de geraamten (4) , respectievelijk (15) voorzien is van middelen (22) die er in opengeplooide toestand van de fietsdrager (1) voor zorgen dat de geraamten (4) en (15) stevig op elkaar steunen, respectievelijk, met elkaar verbonden zijn.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Verbeterde fletsdrager. De huidige uitvinding heeft betrekking op een verbeterde fietsdrager, meer speciaal van het type dat bedoeld is om aangebracht te worden tegen de voorwand of achterwand van een caravan of dergelijke. 



  Meer speciaal nog heeft de uitvinding betrekking op een opplooibare fietsdrager die bij niet gebruik tegen een voornoemde wand wordt dichtgeplooid,   terwijl hij   in gebruik, met andere woorden, in opengeplooide toestand, toelaat om   een   of meer fietsen te dragen. 



  Alhoewel zulke fietsdrager zeer stevig is, heeft men ondervonden dat, door de aard van de opvouwbaarheid ervan, deze laatste in gebruikstoestand een bepaalde vering vertoont doordat de constructie gedeeltelijk als vrijdrager is uitgevoerd. 



  De huidige uitvinding heeft als doel de voornoemde veerwerking van de fietsdrager in gebruikstoestand totaal uit te sluiten. 



  Tot dit doel is de opvouwbare fietsdrager volgens de uitvinding, van het type dat bedoeld is om tegen een wand van een caravan of dergelijke bevestigd te worden en waarbij deze fietsdrager in hoofdzaak bestaat uit een eerste geraamte dat rechtstreeks bevestigd is op de voornoemde caravan of dergelijke, en uit een tweede geraamte dat scharnierbaar is ten opzichte van het eerste geraamte en dat bedoeld is om   een   of meer fietsen te dragen, gekenmerkt doordat   een   van de voornoemde geraamten voorzien is van middelen die er in opengeplooide toestand 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 van de fietsdrager voor zorgen dat de voornoemde twee geraamten stevig op elkaar steunen, respectievelijk met elkaar verbonden kunnen worden. 



  De voornoemde middelen worden gevormd door klemmen die op   een   van de geraamten zijn bevestigd en die in opengeplooide toestand van de fietsdrager op het tweede geraamte kunnen vastgeklemd worden. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een verbeterde fietsdrager volgens de uitvinding beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen waarin : figuur 1 de verbeterde fietsdrager volgens de uitvinding weergeeft in opgeplooide toestand ; figuur 2 een zicht is gelijkaardig aan dit van figuur
1, doch met de verbeterde fietsdrager volgens de uitvinding in gebruikstoestand ; figuur 3 op grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 2 door F3 is aangeduid ; figuur 4 een doorsnede weergeeft volgens lijn IV-IV in figuur 3. 



  Zoals weergegeven in de figuren 1 en 2 is de fietsdrager 1, waarop de verbeteringen volgens de uitvinding zijn toegepast, op bekende wijze bevestigd op de boom 2 van een caravan 3. 



  De fietsdrager bestaat in hoofdzaak uit een eerste U-vormig geraamte 4 waarvan de omgebogen en naar elkaar gerichte uiteinden 5-6, door middel van een beugel 7, op de voornoemde boom 2 zijn bevestigd. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 Het bovendeel van dit geraamte 4 rust, eventueel met behulp van kussens 8 tegen de betreffende wand van de caravan 3. 



  Het geraamte 4 is verder voorzien van een steun 9 en bevestigingsriempjes 10 voor het vastmaken van een fiets. 



  Op ieder vertikaal been van het geraamte 4 is, door middel van een spil 11 een steun 12 aangebracht waarin de vrije uiteinden 13-14 van een tweede U-vormig geraamte 15 is bevestigd. 



  Op dit geraamte 15 zijn goten 16-17 en 18 bevestigd die ieder voorzien zijn van riempjes 19 ter bevestiging van de wielen van een fiets. 



  Volgens de huidige uitvinding zijn hetzij, op de uiteinden 5-6 van het geraamte 4, hetzij op de delen 20-21 van het geraamte 15, middelen 22 voorzien die zich, in de opengeplooide stand van de fietsdrager   1,   tussen deze onderdelen 5-20, enerzijds, en 6-21, anderzijds, plaatsen, teneinde te bekomen dat deze onderdelen stevig op elkaar rusten, respectievelijk met elkaar verbonden zijn, teneinde iedere verende beweging tussen de uiteinden 5-6 van het geraamte 4 en het geraamte 15 te beletten. 



  In de weergegeven uitvoeringsvorm bestaan deze middelen 22 uit klemmen 23 die in dit geval aan hun bovenuiteinde door middel van een geschikte bout 24, stevig verbonden zijn met het deel 20, respectievelijk het deel 21, van het geraamte 15, terwijl het onderuiteinde ervan door middel van een aandrukschroef 25, die samenwerkt met een op de klem 23 bevestigde moer 26, stevig vastgeklemd wordt op een voornoemd uiteinde 5, respectievelijk 6, van het geraamte 4. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 De flenzen van de klem 23 worden, tussen de delen 20-21 van het geraamte 15 en de uiteinden 5-6 van het geraamte 4 naar elkaar getrokken door middel van de voornoemde aandrukschroef 25. 



  De klemmen 23 zijn in hoofdzaak H-vormig uitgevoerd, waarbij de vrije uiteinden, respectievelijk 27-28 en 29-30, van de flenzen van de klem 23, gebogen zijn verwezenlijkt met een inwendige straal die gelijk is aan de uitwendige straal van de voornoemde delen 20-21, respectievelijk de uiteinden 5-6. 



  De onderste gebogen uiteinden 29-30 van de klemmen 23 strekken zich uit tot voorbij het horizontaal   middenvak   van de uiteinden 5-6 van het geraamte 4, waardoor deze uiteinden 29-30 stevig op het geraamte 4 vastgeklemd kunnen worden. 



  Het is duidelijk dat op deze wijze een fietsdrager wordt bekomen waarbij de verende werking van het geraamte 15 ten opzichte het geraamte 4 is uitgesloten. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven fietsdrager, doch zulke fietsdrager, respectievelijk de middelen 22, volgens de uitvinding, kunnen in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims

Conclusies. 1. - Verbeterde fietsdrager, van het type dat bedoeld is om tegen een wand van een caravan of dergelijke bevestigd te worden, waarbij deze fietsdrager in hoofdzaak bestaat uit een eerste geraamte (4) dat rechtstreeks bevestigd is op de voornoemde caravan of dergelijke, en een tweede geraamte (15) dat scharnierbaar is ten opzichte van het voornoemd geraamte (4) en dat bedoeld is om een of meer fietsen te dragen, daardoor gekenmerkt dat een van de geraamten (4), respectievelijk (15), voorzien is van middelen (22) die er in opengeplooide toestand van de fietsdrager (1) voor zorgen dat de geraamten (4) en (15) stevig op elkaar steunen, respectievelijk, met elkaar verbonden zijn.
2.-Verbeterde fietsdrager volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen (22) gevormd worden door een klem (23).
3.-Verbeterde fietsdrager volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat twee klemmen (23) zijn voorzien die bevestigd zijn op een deel (20), respectievelijk (21), van het opplooibaar geraamte (15), door middel van een bout (24).
4.-Verbeterde fietsdrager volgens conclusie 2 of 3, daardoor gekenmerkt dat een klem (23) een hoofdzakelijke H-vorm vertoont.
5.-Verbeterde fietsdrager volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat de vrije uiteinden (27-28) en (29-30) van de flenzen van de klem (23), gebogen zijn uitgevoerd met een <Desc/Clms Page number 6> inwendige straal die gelijk is aan de uitwendige straal van de delen (20-21) van het geraamte (15), respectievelijk de uiteinden (5-6) van het geraamte (4).
6.-Verbeterde fietsdrager volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat de onderste gebogen uiteinden (29-30) van de klem (23) zich uitstrekken tot voorbij het horizontaal middenvak van de uiteinden (5-6) van het geraamte (4).
7. - Verbeterde fietsdrager volgens een van de conclusies 4 tot 7, daardoor gekenmerkt dat de flenzen van de klem (23) tussen de delen (20-21) en de uiteinden (5-6) naar elkaar worden getrokken door middel van een aandrukschroef (25) die samenwerkt met een moer (26).