NL9001796A

NL9001796A - Pedaalemmer met deksel.

Info

Publication number: NL9001796A
Application number: NL9001796A
Authority: NL
Original assignee: Curver Rubbermaid Bv
Priority date: 1990-08-10
Filing date: 1990-08-10
Publication date: 1992-03-02
Also published as: DE69102648T2; DE69102648D1; YU138591A; EP0541688B1; WO1992002430A1; AU8335791A; PT8787T; TR26454A; ES2057915T3; EP0541688A1

Description

CURVER RUBBERMAID B.V. te Breda Uitvinders: Francois Bertrand te Parijs (FR)

Antoine J. Mioulet te Weelde (BE) -1- (9) PN 6557

PEDAALEMMER MET DEKSEL

De uitvinding heeft betrekking op een pedaalemmer met deksel omvattende een houdergedeelte, een mantelgedeelte dat scharnierend verbonden is met het deksel en waarmee de pedaalemmer normaal op de bodem staat, en een nabij de bodem van het mantelgedeelte aangebrachte hefboom in de vorm van een pedaal, bij bediening waarvan het houdergedeelte naar boven wordt verplaatst onder gelijktijdig openscharnieren van het deksel.

Een dergelijke pedaalemmer is bekend uit het Franse octrooischrift 2.453.797.

Bij deze pedaalemmer volgens het Franse octrooischrift wordt de houder bij bedienen van de pedaal omhoog bewogen ten opzichte van het mantelgedeelte en drukt daarbij het deksel naar boven, waardoor dit naar boven scharnierend geopend wordt. Bij geheel ingedrukte pedaal scharniert het deksel over een hoek die kleiner is als 90°, zodat bij loslaten van het pedaal het deksel automatisch gesloten wordt. Is het gewenst de houder uit het mantelgedeelte te nemen, dat moet het deksel verder met de hand worden geopend. Na het ledigen van de houder en opnieuw plaatsen in de mantel moet het deksel met de hand worden gesloten. Bij het deponeren van afval wordt het deksel door bediening met het pedaal echter minder dan 90° geopend.

Een van de nadelen van een dergelijke pedaalemmer is het beperkt openen van het deksel door bediening van het pedaal. Dit nadeel geldt des te meer, wanneer beide handen nodig zijn voor het deponeren van afval in de emmer, binnenkant van het deksel nog een extra nadeel, waardoor de kans op besmeuren van de binnenkant vrij groot is en bovendien niet direct wordt waargenomen. Dit is onhygiënisch en dus ongewenst.

De uitvinding stelt zich ten doel een pedaalemmer zoals in de aanhef genoemd te verschaffen, waarbij de genoemde nadelen worden vermeden.

Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt doordat bij volledig indrukken van het pedaal het deksel scharniert over een hoek groter dan 90°, en dat middelen aanwezig zijn die bij het zakken van het houdergedeelte het deksel weer sluiten.

Het voordeel van een dergelijke pedaalemmer is dat bij geheel ingedrukte pedaal het deksel over meer dan 90° geopend wordt en dat beide handen dan vrij zijn voor het deponeren van afval in de houder en door de goede zichtbaarheid de kans op besmeuren van de binnenzijde van het deksel klein is en direkt kan worden gekonstateerd, zodat het gebruik van de pedaalemmeer hygiënisch is.

Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding draagt het deksel aan de scharnierzijde een nok en heeft het houdergedeelte nabij zijn bovenrand een uitstekend deel, waarbij in de bovenste stand van het houdergedeelte het uitstekende deel zich uitstrekt boven de nok.

Door deze uitvoering bereikt men dat bij zakken van het houdergedeelte door loslaten van het pedaal het uitstekende deel tegen de nok van het deksel stoot en zodoende het deksel in de sluitstand doet kantelen.

Het uitstekende deel aan het houdergedeelte kan de vorm van een lip hebben. Er kunnen meerdere nokken aan de scharnierzijde van het deksel zijn aangebracht en aan het houdergedeelte meerdere lippen, die zich in de bovenste stand van het houdergedeelte uitstrekken boven de nokken van het deksel.

Het deksel is bij voorkeur met behulp van twee scharnieren aan het mantelgedeelte bevestigd.

De lippen aan het houdergedeelte en de nokken aan het deksel bevinden zich bij voorkeur tussen de scharnieren.

In een andere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is het houdergedeelte aan de scharnierzijde van het deksel voorzien van een of meer nokken, die bij geheel geopende deksel op de dekselrand ter plaatse van het scharnier rusten en die bij zakken van het houdergedeelte het deksel in de sluitstand doen kantelen.

Het mantelgedeelte van de pedaalemmer is aan de scharnierzijde van het deksel voorzien van een aanslag voor het geopende deksel. Deze aanslag vormt de begrenzing tot hoever het deksel over meer dan 90° geopend kan worden.

De in het mantelgedeelte aangebrachte hefboom in de vorm van een pedaal is in de bodem van de mantel geïntegreerd en het bedieningsgedeelte van het pedaal bevindt zich gedeeltelijk in de bodem van de mantel. Hiertoe verloopt ter plaatse van het pedaal de wand van de houder naar binnen.

Andere kenmerken en voordelen zullen duidelijk worden uit de hiernavolgende beschrijving waarbij verwezen wordt naar de bijgevoegde tekeningen.

Hierin is:

Fig. 1, een perspectivisch aanzicht van een pedaalemmer met gesloten deksel;

Fig. 2, een doorsnede volgens het vlak II-II; in fig. 1 Fig. 3, een doorsnede conform fig. 2, waarbij het deksel gedeeltelijk geopend is;

Fig. 4, een doorsnede conform fig. 2 waarbij het deksel geheel geopend is;

Fig. 5, een bovenaanzicht van het houdergedeelte;

Fig. 6, een bovenaanzicht van een andere uitvoeringsvorm van de pedaalemmer met gesloten deksel volgens de uitvinding; Fig. 7, een doorsnede volgens het vlak VII-VII in fig. 6; Fig. 8, een doorsnede conform fig. 7 met gedeeltelijk geopende deksel;

Fig. 9, een doorsnede conform fig. 7 met geheel geopende deksel.

In de figuren is met 1 een pedaalemmer aangegeven, omvattende een mantelgedeelte 2 met een ovale of cilindrische doorsnede en een vlakke achterzijde, een deksel 3 en een in het mantelgedeelte geplaatste houder 4 met een overeenkomstige doorsnede als het mantelgedeelte 2. In de bodem van het mantelgedeelte 2 is een pedaal 5 aangebracht voor bediening van het deksel 3. Het pedaal 5 bestaat uit bovenvlak, waarvan het gedeelte a zich onder de bodem van de houder bevindt en een gedeelte b voor bediening van het pedaal. Het vlakke gedeelte is aan de onderzijde voorzien van twee ribben c en d, waarvan het vrije einde van de ribbe c het scharnierpunt is voor het pedaal. Fig. 3 laat zien dat de houderrand 7 tegen een nok 8 ligt, die aan de scharnierzijde van het deksel 3 is aangebracht. Het deksel 3 is met scharnieren 9 aan de houder 4 bevestigd. Dit kunnen zogenaamde filmscharnieren zijn. Onder een filmscharnier moet verstaan worden een vlakke strip, die uit twee delen bestaat, welke delen door een verdund gedeelte met elkaar zijn verbonden en om welk verdund gedeelte de genoemde delen ten opzichte van elkaar kunnen buigen. De mantel 2 is aan de bovenzijde ter plaatse van de scharnieren 9 van een aanslag 10 voor het deksel 3 voorzien. De nok 8 aan het deksel 3 is voorzien van een uitstekend deel 11. Bij geheel geopende deksel 3 (zie fig. 4) bevindt dit deel 11 zich onder een lip 12, die aan de buitenzijde van de houder 4 is aangebracht. Deze lip 12 bevindt zich aan de bovenzijde van een V- of trapeziumvormige groef 13 van de houder 4.

In een andere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding, die weergegeven is in de figuren 6 t/m 9, is de houder 4 aan de scharnierzijde van het deksel 3 voorzien van een of meer nokken 13. Bij geheel geopend deksel 3 (zie fig. 9) rusten deze nokken 13 op de dekselrand 14 ter plaatse van de scharnieren 9. Ook bij deze uitvoering is de mantel 2, aan de scharnierzijde van het deksel 3, voorzien van een aanslag 15 waartegen de geheel geopende deksel steunt.

Bij beide uitvoeringen volgens de uitvinding is het pedaal 5 geïntegreerd in de bodem van het mantelgedeelte 2. Bij de eerst genoemde uitvoering (zie fig. 1) is het bedieningsgedeelte b van het pedaal 5 gedeeltelijk in de bodem van de mantel 2 aangebracht. Hiertoe heeft de houder 4 ter plaatse van het pedaal 5 een schuin naar beneden en naar binnen toe verlopend wandgedeelte 16.

De pedaalemmer volgens de uitvinding werkt als volgt:

De figuren 1 en 2 laten zien dat het deksel zich in gesloten stand bevindt.

Door het gedeelte b van het pedaal 5 omlaag te drukken, wordt het gedeelte a om het scharnierpunt van ribbe c van de als hefboom werkende pedaalarm omhoog bewogen. Dit gedeelte a bevindt zich, zoals reeds vermeldt, onder de bodem 6 van de houder 4. Hierdoor wordt de houder 4 ook omhoog bewogen. Zoals fig. 3 laat zien wordt door de rand 7 van de houder 4 het deksel 3 om de scharnieren 9 gekanteld, doordat de rand 7 tegen de nok 8 van het deksel 3 aanligt. Bij verder indrukken van het pedaal 5 wordt het deksel 3 over meer dan 90° geopend. Dit is weergegeven in fig. 4. Deze kantelbeweging van het deksel 3 wordt begrensd door de aanslag 10. Bij het omhoogbewegen van de houder 4 en gelijktijdig openen van het deksel 3 passeert de lip 12 aan de houder vrij de lip 11 aan het deksel 3. Bij geheel geopende deksel 3 bevindt de lip 12 zich boven de lip 11. Wanneer nu het pedaal wordt losgelaten zakt de houder 4 waarbij de lip 12 tegen de lip 11 stoot en het deksel 3 om de scharnieren 9 in de sluittand kantelt.

In de uitvoeringsvorm, zoals weergegeven in de figuren 6 t/m 9 wordt eveneens door het pedaal de houder 4 omhoog bewogen waarbij de rand 7 van de houder tegen de nok 8 van het deksel 3 drukt. Het deksel 3 wordt geopend over meer dan 90°, zoals in fig. 9 is weergegeven. Het geopende deksel 3 steunt tegen de aanslag 15. Bij geheel geopende deksel 3 bevindt de nok 13, welke aan de houder is bevestigd zich op de rand 14 van het deksel 3 (zie fig. 9). Wanneer nu het pedaal losgelaten wordt, dan zakt de houder 4, waarbij door de nok 13, die zich op de rand 14 van het deksel bevindt, het deksel gekanteld wordt naar de sluitstand. Men verkrijgt dan weer de situatie zoals in fig. 7 is weergegeven.

Met de pedaalemmer volgens de uitvinding bereikt men dat door een simpele indrukking van het pedaal het deksel over meer dan 90° geopend kan worden, waardoor een goede toegankelijkheid van de houder wordt verkregen voor het deponeren van afval, en waarbij door loslaten van het pedaal het deksel vanzelf weer sluit, zonder dat een verdere handbeweging noodzakelijk is.

Claims

1. Pedaalemmer met deksel omvattende een houdergedeelte, een mantelgedeelte dat scharnierend verbonden is met het deksel en waarmee de pedaalemmer normaal op de bodem staat en een nabij de bodem van het mantelgedeelte aangebrachte hefboom in de vorm van een pedaal, bij bediening waarvan het houdergedeelte naar boven wordt verplaatst onder gelijktijdig openscharnieren van het deksel, met het kenmerk, dat bij volledig indrukken van het pedaal het deksel scharniert over een hoek groter dan 90°, en dat middelen aanwezig zijn die bij het zakken van het houdergedeelte het deksel sluiten.

2. Pedaalemmer volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het deksel aan de scharnierzijde een nok draagt en het houdergedeelte nabij zijn bovenrand een uitstekend deel heeft, waarbij in de bovenste stand van het houdergedeelte het uitstekend deel zich uitstrekt boven de nok.

3. Pedaalemmer volgens conclusie 1 en 2, met het kenmerk, dat het uitstekend deel van de bovenrand van de het houdergedeelte de vorm van een lip heeft.

4. Pedaalemmer volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, dat het deksel aan de scharnierzijde meerdere nokken heeft.

5. Pedaalemmer volgens conclusie 1-4, met het kenmerk, dat aan de bovenrand van het houdergedeelte meerdere lippen zijn aangebracht, die zich in de bovenste stand van het houdergedeelte uitstrekken boven de nokken van het deksel.

6. Pedaalemmer volgens conclusie 1-5, met het kenmerk, dat het deksel met behulp van twee op afstand van elkaar geplaatste scharnieren aan de mantel is bevestigd.

7. Pedaalemmer volgens conclusie 1-6, met het kenmerk, dat de lippen aan het houdergedeelte en de nokken aan het deksel zich tussen de scharnieren bevinden.

8. Pedaalemmer volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de houder aan de scharnierzijde van het deksel voorzien is van een of meer nokken, welke bij geheel geopende deksel op de dekselrand ter plaatse van het scharnier rusten en die bij zakken van het houdergedeelte het deksel in de sluitstand doen kantelen.

9. Pedaalemmer volgens conclusie 1-8, met het kenmerk, dat de mantel aan de scharnierzijde van het deksel voorzien is van een aanslag voor het geopende deksel.

10. Pedaalemmer volgens conclusie 1-9, met het kenmerk, dat het pedaal geïntegreerd is in de bodem van de mantel.

11. Pedaalemmer volgens conclusie 1-10, met het kenmerk, dat het bedieningsgedeelte van het pedaal zich gedeeltelijk in de bodem van de mantel bevindt. UITTREKSEL De uitvinding heeft betrekking op een pedaalemmer met deksel omvattende een houdergedeelte, een mantelgedeelte, dat scharnierend verbonden is met het deksel en waarmee de pedaalemmer normaal op de bodem staat en een nabij de bodem van het mantelgedeelte aangebrachte hefboom in de vorm van een pedaal, bij bediening waarvan het houdergedeelte naar boven wordt verplaatst onder gelijktijdig openscharnieren van het deksel. Bij volledig, indrukken van het pedaal scharniert het.deksel over een hoek groter dan 90°, en middelen zijn aanwezig zijn die bij het zakken van het houdergedeelte het deksel sluiten. Het deksel draagt aan de scharnierzijde een nok en het houdergedeelte heeft nabij zijn bovenrand een uitstekend deel, waarbij in de bovenste stand van het houdergedeelte het uitstekend deel zich uitstrekt boven de nok.