NL1003270C2 - Inrichting voor het aanbrengen van heffingspenningen op afvalcontainers. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Inrichting voor het aanbrengen van heffingspenningen op afvalcontainers.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het aanbrengen van heff ingspenningen of dergelijke op afvalcontainers voor huishoudelijk afval of dergelijke resp. afvalcontainers of dergelijke met een dergelijke 5 inrichting, waarbij de afvalcontainer in doorsnede ongeveer rechthoekig is uitgevoerd, aan de kant van de opening een rondlopende flensrand heeft en een deksel heeft, dat draaibaar bevestigd is aan een evenwijdig aan een rand aangebrachte scharnierverbinding, waarbij verder op ten 10 minste één van de naast de scharnierverbinding liggende wanden, die evenwijdig aan elkaar lopen, een hoes gevormd is waarin een bij voorkeur ronde heffingspenning of dergelijke geschoven kan worden en die een leegmaakopening voor de hef f ingspenning heeft, die bij voorkeur ook de in-15 schuifopening voor deze laatste is en die ten minste ongeveer in dezelfde richting als de vul- en leegmaakopening van de afvalcontainer open is, waarbij verder de hoes bij voorkeur buiten aan de zijwand van de afvalcontainer is aangebracht en in het bijzonder uit vormvaste, door-20 zichtige kunststof bestaat.

Een dergelijke inrichting is bekend uit DE 91 07 896 Ul. Hoewel de bekende inrichting aan de in het bovengenoemde document gestelde doelen heeft voldaan, is een nadeel, dat regenwater of dergelijke eventueel in de hoes 25 kan stromen, wat ertoe leidt, dat bij het legen van de afvalcontainer de waardepenning moeilijker uit de leegmaakopening glijdt of er helemaal niet uitglijdt. Daarbij komt, dat bij het tot nu toe gebruikelijke nauwkeurig vertikaal aanbrengen van de hoes ten opzichte van de 30 afvalcontainer, de waardepenning bij het legen van de afvalcontainer, wanneer deze door middel van mechanische apparaten op de kop wordt gehouden, vaak niet naar buiten glijdt, omdat in de ondersteboven-positie de afvalcontainer niet precies over 180° in een nauwkeurig vertikale 35 positie gedraaid wordt, waarin de opening van de afval- 1003270 2 container horizontaal gericht is, maar de afvalcontainer vanuit de standpositie slechts over minder dan 180° gedraaid wordt, wat tot gevolg heeft, dat de heffingspenning vaak in de hoes kan blijven hangen.

5 Uitgaande van deze stand van de techniek heeft de uitvinding tot doel, een inrichting van het aan het begin genoemde type te verschaffen, waarbij in nog betere mate dan tot nu toe gewaarborgd is, dat de waardepenning bij het legen van de afvalcontainer uit de hoes glijdt en ook 10 in de afvalwagen terechtkomt.

Om dit doel te bereiken wordt voorgesteld, dat de hoes afwijkend van de vertikale richting van de zijwand van de afvalcontainer enigszins schuin is aangebracht, zodat de hartlijn van de hoes met de vertikale hoekrand 15 van de afvalcontainer, die de zijwand met de de schar-nierverbinding dragende achterwand van de afvalcontainer verbindt, een scherpe hoek, bij voorkeur een hoek tussen 7° en 15°, insluit.

De smalle kant van de hoes staat dus enigszins schuin 20 naar de voorkant van de afvalcontainer. Deze positionering heeft tot gevolg, dat bij het legen van de afvalcontainer de vaak ronde waardepenning bij de quasi voorste rand van de hoes, die in de leegmaakpositie schuin naar beneden loopt, naar beneden rolt, zodat zelfs dan, wanneer de 25 afvalcontainer niet volledig over 180° vanuit de staande in de leegmaakpositie gedraaid wordt, de waardepenning uit de hoes glijdt of rolt. Het is dus gewaarborgd, dat de waardepenning ook bij de gebruikelijke hantering van de afvalcontainers ook in de afvalwagen terechtkomt. Binnen 30 het aangegeven voorkeurshoekgebied heeft een hoekgebied van 9° tot 12° nogmaals de voorkeur.

Om een gemakkelijk en in het bijzonder ook achteraf aanbrengen van een dergelijke hoes aan een afvalcontainer te garanderen, is er bij voorkeur in voorzien, dat de hoes 35 wordt gevormd door een parallellogramvormig plat deel, dat in een opening in de flensrand van de afvalcontainer gestoken kan worden met een flensrand op het buitenvlak 1003270 3 van de flensrand van de afvalcontainer afsteunt.

De flensrand van de afvalcontainer heeft een passende insteekopening voor de hoes, die ofwel tijdens de produk-tie vervaardigd is ofwel ook achteraf uitgestanst of 5 uitgenomen kan worden. In deze opening kan de als plat deel gevormde hoes geschoven worden, tot de flensrand ervan op het buitenvlak van de flensrand van de afvalcontainer afsteunt. Daarmee is de gewenste positie bepaald. Door deze opstelling is bovendien gewaarborgd, dat de 10 opening van de hoes ook afgedekt is door het deksel van de afvalcontainer, dat de flensrand van de afvalcontainer in hoofdzaak afdekt, in het bijzonder ook in het gebied, waarin de opening van de hoes aangebracht is. Om een zeker en eenvoudig op de plaats vastzetten te bereiken, is er 15 bovendien in voorzien, dat het platte deel in de gewenste positie in de flensrand van de afvalcontainer vast te klikken is.

Voor dit doel kunnen aan de buitenvlakken van de hoes kliknokken aangebracht zijn, die een door de opening in de 20 flensrand van de afvalcontainer steken mogelijk maken, maar na het doorsteken een klikverbinding vormen.

Om het binnendringen van regenwater of dergelijke in de hoes te voorkomen is er bovendien in voorzien, dat de hoes een de leegmaakopening afsluitend draaideksel heeft, 25 waarvan de scharnierverbinding bij voorkeur aangebracht is aan de rand van de voorzijde van de hoes, die van de van de scharnierverbinding van het deksel van de afvalcontainer voorziene rand van de afvalcontainer afgekeerd is.

Door deze opstelling is gewaarborgd, dat bij de 30 normale positie van het draaideksel van de hoes de hoes-opening door het draaideksel afgedekt is. Bij het omdraaien van de afvalcontainer voor het ledigen en bij het openen van het deksel van de afvalcontainer gaat ook het draaideksel van de hoes gedwongen open, waarbij deze 35 draaibeweging bij voorkeur tegengesteld is aan de draaibe-weging van het deksel van de afvalcontainer. Bij deze opstelling kan de opening van de hoes in de flensrand van 1003270 4 de afvalcontainer buiten het gebied liggen, dat door het deksel van de afvalcontainer in de sluitstand afgedekt is, terwijl ook in dit geval het binnendringen van regenwater in de hoes door het draaideksel in sluitstand verhinderd 5 is. Het is echter ook mogelijk, de uitneemopening van de hoes en het draaideksel in het gebied van de flens aan te brengen, die door het deksel van de afvalcontainer af gedekt is. In op zich bekende wijze kan er bovendien in voorzien zijn, dat op de uit grote vlakken bestaande 10 zijwanden van de hoes aan de binnenkant naar elkaar gerichte noppen, uitsteeksels of ribben gevormd zijn, waarvan de binnenwerkse afstand tot elkaar tenminste enigszins groter is dan de dikte van de heffingspenning. Door deze opstelling is een kleven van de hef f ingspenning aan de 15 zijwanden van de hoes ten gevolge van condensvocht of dergelijke vermeden, omdat de waardepenning alleen tegen de ribben of uitsteeksels aanligt, dus in lijn- of punt-kontakt met betreffende vlakken van de hoes staat, echter niet in vlak-kontakt.

20 Een voorkeursuitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding is in de tekening weergegeven en in het volgende nader beschreven.

In de tekening toont: fig. 1 een inrichting aan een afvalcontainer in 25 zijaanzicht; fig. 2 een detail eveneens in zijaanzicht; fig. 3 het detail in bovenaanzicht; fig. 4 het detail in vooraanzicht.

In de tekening wordt een inrichting voor het aanbren-30 gen van heffingspenningen 1 of dergelijke aan afvalcontainers 2 voor huishoudelijk afval of dergelijke getoond. De afvalcontainer 2 is in doorsnede ongeveer rechthoekig gevormd en heeft aan de openingszijde een rondlopende flensrand 3. De afvalcontainer 2 is door een deksel 4 35 afgesloten, dat door middel van een evenwijdig met een rand van de container aangebrachte scharnierverbinding 5 scharnierend met de container 2 verbonden is. Aan één van 1003270 5 de zijwanden van de afvalcontainer 2, die zich naast de achterwand van de afvalcontainer bevindt, die in het bovenste eindgebied de scharnierverbinding 5 draagt, is een hoes 6 gevormd, waar de bij voorkeur ronde heffings-5 penning 1 in fig. 1 en 2 van de tekening van bovenaf ingeschoven kan worden. De inschuifopening 7 is tegelijkertijd de leegmaakopening voor de heffingspenning l. De hoes 6 is buiten aan de zijwand van de afvalcontainer 2 aangebracht en bestaat bij voorkeur uit vormvaste door-10 zichtige kunststof, zodat gemakkelijk te zien is, of een waardepenning 1 in de hoes 6 aanwezig is of niet.

De hoes 6 is afwijkend van de vertikale richting van de zijwand van de afvalcontainer 2 enigszins schuin aangebracht, zodat de hartlijn van de hoes 6 met de vertikale 15 hoekrand 9 van de afvalcontainer 2, die de zijwand met de de scharnierverbinding 5 dragende achterwand van de afvalcontainer verbindt, een scherpe hoek a van ongeveer 9° insluit. De hoes 6 wordt gevormd door een parallellogramvormig plat deel, dat in een uitsparing van de flensrand 3 20 van de afvalcontainer 2 gestoken kan worden en met een flensrand 10 op het buitenvlak van de flensrand 3 van de afvalcontainer afsteunt. Eventueel kan de flensrand 3 van de afvalcontainer ook een verdieping hebben voor het in het vlak opnemen van de flensrand 10 van de hoes 6.

25 Het vlakke deel (hoes 6) is in de gewenste positie in de flensrand 3 van de afvalcontainer 2 vast te klikken, waarvoor de hoes 6 aan zijn grote zijvlakken uitstekende kliknokken 11 heeft.

De hoes 6 heeft aanvullend een zijn leegmaakopening 7 30 afsluitend draaideksel 12, waarvan de scharnierverbinding 13 bij voorkeur is aangebracht aan de rand van de voorzijde van de hoes 6, die van de van de scharnierverbinding 5 van het deksel 4 van de afvalcontainer 2 voorziene rand van de afvalcontainer 2 afgekeerd is.

35 Door de aangegeven inrichting is het op een eenvoudi ge manier mogelijk, een waardepenning 1 aan een afvalcontainer te bevestigen, die bij het legen van de afvalcon- 1003270 6 tainer automatisch uit de betreffende opneemhoes 6 glijdt en in de opneemopening van de afvalwagen of dergelijke glijdt, waarbij door de plaatsing en de uitvoering volgens de uitvinding gewaarborgd is, dat de waardepenning bij het 5 legen van de afvalcontainer ook met zekerheid uit de hoes verwijderd wordt.

De uitvinding is niet tot het uitvoeringsvoorbeeld beperkt, maar in het kader van de openbaring op vele manieren te variëren.

10 Alle nieuwe, in de beschrijving en/of tekening ge openbaarde afzonderlijke en gecombineerde kenmerken worden als wezenlijk voor de uitvinding beschouwd.

1003270

Claims (4)

1. Inrichting voor het aanbrengen van heffingspenningen of dergelijke op afvalcontainers voor huishoudelijk afval of dergelijke resp. afvalcontainers of dergelijke met een 5 dergelijke inrichting, waarbij de afvalcontainer in doorsnede ongeveer rechthoekig is uitgevoerd, aan de kant van de opening een rondlopende flensrand heeft en een deksel heeft, dat draaibaar bevestigd is aan een evenwijdig aan een rand aangebrachte scharnierverbinding, waarbij verder 10 op ten minste één van de naast de scharnierverbinding liggende wanden, die evenwijdig aan elkaar lopen, een hoes gevormd is waarin een bij voorkeur ronde heffingspenning of dergelijke geschoven kan worden en die een leegmaakope-ning voor de hef f ingspenning heeft, die bij voorkeur ook 15 de inschuifopening voor deze laatste is en die ten minste ongeveer in dezelfde richting als de vul- en leegmaakope-ning van de afvalcontainer open is, waarbij verder de hoes bij voorkeur buiten aan de zijwand van de afvalcontainer is aangebracht en in het bijzonder uit vormvaste, door-20 zichtige kunststof bestaat, met het kenmerk, dat de hoes (6) afwijkend van de vertikale richting van de zijwand van de afvalcontainer (2) enigszins schuin is aangebracht, zodat de hartlijn (8) van de hoes (6) met de vertikale hoekrand (9) van de afvalcontainer (2) , die de zijwand met 25 de de scharnierverbinding (5) dragende achterwand van de afvalcontainer (2) verbindt, een scherpe hoek (a), bij voorkeur een hoek tussen 7° en 15°, insluit.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de hoes (6) wordt gevormd door een parallellogramvormig 30 plat deel, dat in een uitsparing in de flensrand (3) van de afvalcontainer (2) gestoken kan worden en met een flensrand (10) op het buitenvlak van de flensrand (3) van de afvalcontainer (2) afsteunt.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat 35 het platte deel in de gewenste positie in de flensrand (3) van de afvalcontainer (2) vast te klikken is.

4. Inrichting volgens één van de conclusies 1 tot 3, met 1003270 het kenmerk, dat de hoes (6) een de leegmaakopening afsluitend draaideksel (12) heeft, waarvan de scharnierver-binding (13) bij voorkeur is aangebracht aan de rand van de voorzijde van de hoes (6), die van de van de scharnier-5 verbinding (5) van het deksel (4) van de afvalcontainer (2) voorziene rand van de afvalcontainer (2) afgekeerd is. 1003270