NL9001669A - Afvoergoot en werkwijze en inrichting voor het vervaardigen daarvan. - Google Patents
Afvoergoot en werkwijze en inrichting voor het vervaardigen daarvan. Download PDFInfo
- Publication number
- NL9001669A NL9001669A NL9001669A NL9001669A NL9001669A NL 9001669 A NL9001669 A NL 9001669A NL 9001669 A NL9001669 A NL 9001669A NL 9001669 A NL9001669 A NL 9001669A NL 9001669 A NL9001669 A NL 9001669A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- gutter
- elements
- plastic
- formwork
- concrete
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E03—WATER SUPPLY; SEWERAGE
- E03F—SEWERS; CESSPOOLS
- E03F3/00—Sewer pipe-line systems
- E03F3/04—Pipes or fittings specially adapted to sewers
- E03F3/046—Open sewage channels
Landscapes
- Health & Medical Sciences (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Hydrology & Water Resources (AREA)
- Public Health (AREA)
- Water Supply & Treatment (AREA)
- Sewage (AREA)
Description
AFVOERGOOT EN WERKWIJZE EN INRICHTING VOOR HET VERVAARDIGEN DAARVAN
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een afvoergoot. In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een afvoergoot die in een verhard terrein wordt aangebracht en waarop de verharding kan afwateren.
Het is bekend om dergelijke afvoergoten van beton te vervaardigen. De goot kan in situ gestort worden of opgebouwd worden uit afzonderlijke, voorafvervaardigde elementen.
Het bezwaar van deze betonnen afvoergoten is dat deze na verloop van tijd, bijvoorbeeld door zetting van het terrein kunnen gaan scheuren en daardoor lek raken. Wanneer op het terrein met milieuschadelijke stoffen wordt gewerkt, die dus met de afvoergoot opgevangen moeten kunnen worden, is een dergelijke lekkage onaanvaardbaar vanwege verontreiniging van de onderliggende grond.
De uitvinding beoogt nu een werkwijze voor het vervaardigen van een afvoergoot te verschaffen, waarmee op eenvoudige wijze een zeer duurzame en op betrouwbare wijze dichtblij-vende afvoergoot kan worden vervaardigd.
Dit doel wordt bereikt met de werkwijze volgens de uitvinding, zoals gekenmerkt in conclusie 1. De tot een geheel met elkaar verbonden kunststof binnengootelementen zijn inherent soepel ten opzichte van het beton. De bij eventuele zetting van de ondergrond optredende vervorming van de goot, die tot scheuren in het beton kan leiden, wordt probleemloos opgenomen door de kunststof binnengoot. De kunststof binnengoot verzekert aldus de dichtheid gedurende een zeer lange tijd. De stabiliteit en sterkte van de goot in zijn geheel, wordt verschaft door het beton. De aldus vervaardigde afvoergoot is bijvoorbeeld bestand tegen hoge verkeerslasten.
Een bijkomend voordeel van de met de werkwijze volgens de uitvinding vervaardigde afvoergoot is dat deze goed bestand kan zijn tegen langdurige inwerking van agressieve stoffen, door een geschikte keuze van de kunststof.
Bij voorkeur wordt elk gootelement vervaardigd van vezelversterkte thermohardende kunststof. Een dergelijk materiaal kan zonder kwaliteitsvermindering gedurende lange tijd betrouwbaar functioneren.
Gebleken is dat met vezelversterkte polyester gunstige resultaten kunnen worden bereikt. De vezel kan hierbij op gebruikelijke wijze glasvezel zijn. Dit materiaal is ongevoelig voor chemische aantasting en kan bovendien in een onbrandbare samenstelling worden toegepast.
Een bijkomend voordeel van het gebruik van een vezelversterkte thermohardende kunststof is dat deze bij eventuele aantasting of bij beschadiging eenvoudig kan worden gerepareerd door het over de beschadiging aanbrengen van een vezelmat en het impregneren van deze vezelmat met vloeibare thermohardende kunststof, die bij het uitharden aan de kunststof van de binnengoot hecht.
Voor het verkrijgen van een goede vormstabiliteit van de binnengootelementen wordt bij voorkeur de maatregel van conclusie 4 toegepast.
Een gunstige uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt gekenmerkt in conclusie 5. De relatief lichte binnengootelementen kunnen eenvoudig nauwkeurig op één lijn worden gepositioneerd, waarna, na het onderling verbinden van de gootelementen het beton in situ wordt gestort. Het betonnen lichaam van de goot vormt aldus een doorlopend geheel.
In die omstandigheden waarbij het in situ storten van beton minder gewenst is, kan op gunstige wijze de uitvoering van de werkwijze volgens conclusie 6 worden toegepast. De gootelementen met omgevend betonlichaam kunnen elders worden gefabriceerd en op de gewenste plaats aansluitend aan elkaar worden gelegd.
Het verbinden van de gootelementen geschiedt bij voorkeur op de wijze zoals gekenmerkt in conclusie 8. Indien gebruik gemaakt wordt van complete, vooraf vervaardigde elementen bestaande uit een kunststof binnengootelement met omgevend betonlichaam, worden de op de gerede goot werkende langskrach-ten goed opgenomen door de één geheel vormende kunststof binnengoot. De binnengoot heeft op deze wijze de additionele functie van wapening van het betonnen gootdeel.
De uitvinding betreft en verschaft eveneens een inrichting voor het vervaardigen van een afvoergoot. Deze wordt gekenmerkt in conclusie 9. De staanders kunnen eenvoudig gevormd worden door twee rijen paaltjes die met een tussenafstand in de grond worden geslagen. Tussen twee naast elkaar liggende paaltjes wordt een juk aangebracht, waaraan de verticale bekis-tingsplaten en de gootelementen worden bevestigd. De onderzijde van de bekisting kan daarbij eenvoudig gevormd worden door de grond, waardoor wordt verzekerd dat de gerede goot een perfect draagvlak op de onderliggende grond heeft. De in de gootelementen op te nemen vulstukken kunnen glasvezelsversterkte vulstukken zijn die voorkomen dat de kunststof gootelementen naar binnen uitbuigen ten gevolge van de druk van het beton.
De inrichting kan zeer snel worden opgesteld wanneer de maatregel van conclusie 10 wordt toegepast. De noodzakelijke nauwkeurigheid van de positionering van de staanders is hierdoor beperkt. De opeenvolgende jukken kunnen nauwkeurig in één vlak en volgens een lijn worden ingesteld, bijvoorbeeld met behulp van een referentiedraad of -laserstraal.
Een zeer snelle montage wordt bereikt met de maatregel van conclusie 11.
De uitvinding betreft eveneens een afvoergoot zoals vervaardigd met de werkwijze volgens de uitvinding. Eveneens betreft de uitvinding een binnengootelement van vezelversterkte thermohardende kunststof, zoals te gebruiken voor het vervaardigen van een goot volgens de uitvinding.
De uitvinding zal in de volgende beschrijving verder worden toegelicht aan de hand van de bijgevoegde figuren.
Fig. 1 toont een gedeeltelijk doorgesneden perspectivisch aanzicht van een met de werkwijze volgens de uitvinding vervaardigde afvoergoot.
Fig. 2 toont een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van een inrichting voor het vervaardigen van een afvoergoot volgens de uitvinding.
Fig. 3 toont een bovenaanzicht volgens pijl III in fig. 2.
Fig. 4 toont een doorsnede volgens lijn IV-IV in fig. 3, na het storten van het beton.
Fig. 5 toont een doorsnede volgens lijn V-V in fig.
3.
Fig. 6 toont een aanzicht volgens pijl VI in fig. 2.
Fig. 7 toont een doorsnede volgens lijn VII-VII in fig. 6.
Fig. 8 toont een uitvoeringsvorm van een afvoergoot volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding.
Fig. 9 toont een alternatieve staander zoals toegepast kan worden bij een inrichting volgens de uitvinding.
De in fig. 1 getoonde goot 1 volgens de uitvinding is samengesteld uit een kunststofgoot 2 met een in hoofdzaak U-profielvorm en een betonnen lichaam 3, dat deze kunststofgoot sluitend omgeeft. Ter plaatse van de langsranden van de kunststofgoot 2 zijn hoekijzers 5 in de kunststof opgenomen, teneinde de kunststofgoot afzonderlijk een goede vormstabiliteit te geven. In het beton zijn langswapeningsstaven 6 opgenomen.
De afvoergoot 1 is opgenomen in de grond 4 en de bovenkant daarvan valt samen met het oppervlak 7 van de grond. Op het grondoppervlak 7 kan een verharding worden aangebracht, die zich uitstrekt tot over de bovenrand 8 van de afvoergoot 1, zodat deze verharding op de goot 1 af voert. Op de verharding aanwezige stoffen worden door regen- of spoelwater meegenomen en via de goot 1 verzameld. Doordat de afvoergoot 1 een kunststof binnengoot omvat, is deze goed bestand tegen aantasting door agressieve stoffen. Bovendien is de ten opzichte van het betonlichaam 3 relatief soepele kunststof binnengoot 2 aanmerkelijk minder gevoelig voor scheurvorming, zodat de afvoergoot gedurende lange tijd op betrouwbare wijze dicht blijft.
Een voorkeursuitvoering van de werkwijze volgens de uitvinding waarmee de goot 1 volgens de uitvinding kan worden vervaardigd, zal thans worden toegelicht aan de hand van de figuren 2-7.
Zoals fig. 2 toont is in de grond 4 een geul 12 gegraven. In deze geul 12 is de inrichting 10 opgesteld. Deze omvat twee rijen staanders 11, gevormd door in de grond gesla gen paaltjes, waarbij tussen twee naast elkaar liggende paaltjes 11 telkens een juk 13 is aangebracht, waaraan de noodzakelijke bekistingsdelen en binnengootelementen worden gehangen.
Elk juk omvat een rechthoekig buisdeel 14 dat door middel van een klemverbinding met de twee bijbehorende staanders 11 is verbonden. De getoonde klemverbinding omvat voor elke staander 11 twee aan de buis 14 vastgelaste pennen 15, de einden waarvan verbonden zijn door middel van een dwarsstuk 18. In dit dwarsstuk 18 is een schroefgat gevormd waarin een schroef 17 aangrijpt. Het einde van de schroef 17 ligt aan tegen een over de pennen 15 verschuifbare schuifplaat 16. De staander 11 wordt aldus ingeklemd tussen het schuifstuk 16 en de buis 14.
Na het plaatsen van de staanders 11 worden de jukken 13 aldus met de klemverbindingen nauwkeurig op hoogte en ongeveer in de gewenste dwarspositie aan de staanders 11 vastgeklemd.
Elk juk 13 heeft aan weerszijden een drager 20 voor een zij-bekistingsplaat 28. De dragers 20 zijn aan hun bovenzijde voorzien van een hoekijzer 23 met een flens waarvan deze tegen het ondervlak van de buis 14 aanliggen. De drager 20 wordt aan de buis 14 bevestigd door middel van twee bouten 21, die door sleufgaten 22 (zie fig. 3) steken. Onder de koppen van de bouten 21 is een sluitplaat 24 aangebracht. Door de verbinding met behulp van sleufgaten 22, kan de dwarspositie van elke drager 20 nauwkeurig worden ingesteld. Nadat dus op de beschreven wijze de jukken 14 nauwkeurig op hoogte zijn aangebracht, worden vervolgens de dragers 20 met behulp van de bouten 21 nauwkeurig in dwarspositie ingesteld. Elke drager 20 is voorzien van een verticale steun 25, die aan de bovenkant een groef 26 bepaalt, waarin een haakvormig deel van een langs een bovenrand van een bekistingsplaat 28 aangebracht profiel 27 kan vallen. Het profiel 27 aan de bovenkant van de bekistingsplaat 28 heeft bovendien tot functie om de plaat 28 tegen doorbuiging te verstevigen. Een hoekijzer 29 langs de onderrand heeft hetzelfde doel.
Nadat de dragers 20 in de juiste positie zijn gesteld, worden de zijbekistingsplaten 28 in de groeven 26 gehangen. Aldus wordt te zanten met de bodem van de gegraven sleuf 12 een U-vormige bekisting voor de goot 1 gevormd.
De kunststof binnengoot wordt gevormd door een aantal kunststof gootelementen van bijvoorbeeld zes meter lengte, die ter plaatste met elkaar worden verbonden tot een doorlopend geheel. Wanneer de binnengootelementen, zoals de voorkeur heeft, van glasvezelversterkte polyester zijn vervaardigd, kan de verbinding eenvoudig geschieden door ter plaatse van de naad een laag glasvezel aan te brengen en deze op verder op zichzelf bekende wijze te impregneren met vloeibare polyester. Na uit-harding vormt deze laag een onverbrekelijk geheel met het materiaal van de beide verbonden gootdelen.
Zoals eerder opgemerkt is voor de vormstabiliteit van de binnengootelementen nabij de langsranden een hoekijzer 5 ingelamineerd. Zoals fig. 6 aanduidt, is het hoekijzer 5 geheel omgeven door kunststof doordat aan de binnenzijde een extra laag glasvezelversterkte polyester 35 over het profiel 5 is aangebracht. Indien gewenst kunnen de hoekprofielen 5 van twee op elkaar aansluitende binnengootelementen door een strip met boutverbindingen met elkaar worden verbonden. Deze strippen en bouten kunnen weer bedekt worden met een laag met polyester geïmpregneerd glasvezel. Aan de hoekijzers 5 zijn, voordat deze zijn ingelamineerd, haken 32 vastgelast, die een langswape-ningsstaaf 6 kunnen dragen, zodat in de gerede toestand van de afvoergoot, de polyester binnengoot goed aan het betonlichaam is verankerd.
Elk juk 13 draagt voor het tijdelijk gepositioneerd bevestigen van de binnengoot 2 aan de onderzijde van de rechthoekige buis 14 twee blokken 33 waartegen de bovenflens van de binnengoot aan komt te liggen. De verticale positie wordt aldus bepaald. De horizontale of dwarspositie van de goot wordt voor elke opstaande wand daarvan bepaald door een aan het blok 33 vastgelast hoekijzer 34. De bovenrand van de binnengoot 2 komt tegen de naar beneden stekende flens van het hoekijzer 34 aan te liggen.
Zoals in het bijzonder de figuren 6 en 7 tonen wordt de binnengoot 2 tegen de blokken 33 en hoekijzers 34 aangehouden door middel van veerbeugels 36 die onder de flens van de binnengoot grijpen en door middel van een boven op de buis 14 van het juk 13 rustende wig 37 worden gespannen.
Bij voorkeur worden de binnengootelementen reeds in de gegraven sleuf 12 gelegd, zodra de staanders 11 zijn aangebracht, maar voordat de jukken 13 daarop zijn gemonteerd. Na het monteren en stellen van de jukken 13 en de dragers 20 kunnen de binnengootelementen worden opgehangen. Het onderling verbinden van de binnengootelementen op de reeds beschreven wijze kan te voren geschieden, doch kan ook gebeuren nadat de elementen afzonderlijk aan de jukken 13 zijn gehangen.
Voordat het beton wordt gestort wordt nog in de binnengoot 2 een stijf vulblok 40 opgenomen. Dit voorkomt dat de wanden van de binnengoot 2 door de druk van het beton naar binnen zullen welven. Het vulblok 40 kan uiteraard uit een aantal delen bestaan en op geschikte wijze zijn vervaardigd van glasvezelversterkte polyester. Het vulblok 40 wordt in de binnengoot 2 naar beneden aangedrukt, door middel van wiggen 41 die onder de dwarsbuizen van de jukken 13 worden geklemd.
Nadat aldus de bekisting en de binnengoot zijn gesteld, kan de tussen de bekisting en de binnengoot resterende ruimte worden volgestort met beton. Extra wapening, zoals de onderste staven 6, kan naar wens worden aangebracht. Direct na het storten van het beton kunnen de veerbeugels 36 worden verwijderd. De binnengoot 2 wordt door de opwaartse druk, zoals door het beton wordt uitgeoefend, in contact gehouden met de blokken 33 en hoekijzers 34. Het betonoppervlak kan hierdoor dichtvloeien, zodat naderhand geen beschadigingen behoeven te worden bijgewerkt.
De hierboven beschreven werkwijze en inrichting maken een zeer aanzienlijke produktiecapaciteit mogelijk. Een minimale produktie van honderd meter afvoergoten per dag is eenvoudig haalbaar. Met inzetten van meer mankracht en hulpmiddelen, kan een veelvoud worden bereikt.
In die situaties waarbij het in situ vervaardigen van de afvoergoot volgens de uitvinding minder geschikt is, kan een alternatieve uitvoering van de uitvinding worden toegepast, waarbij de afvoergoot wordt samengesteld uit een aantal voorafvervaardigde elementen, die zowel de kunststof binnengoot als het deze omgevende betonlichaam omvatten. Deze elementen, waar van een uitvoeringsvorm in fig. 8 wordt getoond, kunnen op overeenkomstige wijze als hierboven beschreven, zijn gevormd, waarbij de kunststof binnengootelementen een "verloren" bekisting vormen. Uiteraard zal voor de buitenbekisting een voor de vervaardiging van betonnen elementen gebruikelijke meer definitieve constructie worden toegepast.
Elk element 43 omvat dus een betonlichaam 44 met een daarin opgenomen binnengoot 45 van kunststof en bij voorkeur van vezelversterkte thermohardende kunststof. Elk element 43 is aan zijn einden voorzien van koppelorganen die met elkaar kunnen samenwerken. Het ene einde bevat een uitstekend deel 47 dat opgenomen kan worden in een inspringend deel 48 van een daarop aansluitend element. Ter plaatse van de naad 46 worden de elementen 43 telkens met elkaar verbonden en wel zodanig dat de kunststof binnengoot daarvan vloeistofdicht tot een doorlopend geheel wordt. Het zal veelal voldoende zijn om alleen de kunststof binnengoten met elkaar te verbinden. Wanneer deze van vezelversterkte thermohardende kunststof zijn vervaardigd, kan dit op geschikte wijze geschieden door het aanbrengen van een of meer lagen met de kunststof in vloeibare vorm geïmpregneerde vezelmatten. Eventueel kunnen ook de betonlichamen 44 worden verbonden, bijvoorbeeld door het met een thermohardende kunststof ingieten van verbindingsdeuvels in op elkaar aansluitende boringen.
Hoewel in het bovenstaande aangegeven is dat de staanders 11 van de inrichting 10 in de grond geslagen paaltjes zijn, is het ook mogelijk staanders te gebruiken die bovenop de ondergrond worden opgesteld, wanneer deze ondergrond op zichzelf voldoende stabiel is. Een dergelijke staander 50 is in fig. 9 getoond en omvat een voetplaat 51 voor een stabiele stand. Ook is het mogelijk een combinatie van in de grond geslagen paaltjes 11 en staanders 50 te gebruiken. Daarbij zal bij voorkeur van elk paar een juk 13 dragende staanders er één in de grond geslagen worden, zodat deze bij het monteren van de jukken 13, de bekisting en de binnengootelementen eventueel optredende dwarskrachten kan opnemen.
De uitvinding is niet beperkt tot de hier als voorbeelden beschreven werkwijze en inrichting. Binnen het kader van de conclusies zijn nog vele variaties mogelijk.
Claims (13)
1. Werkwijze voor het vervaardigen van een afvoer-goot omvattende het van een kunststof vervaardigen van een aantal binnengootelementen met een in hoofdzaak U-profielvorm, het vormen van een bekisting die een vormholte bepaalt met een in hoofdzaak U-profielvorm met grotere afmetingen dan de gootelementen, het in de bekisting positioneren van elk gootelement met althans aan de gesloten zijden een afstand tot de bekisting, het met beton volstorten van de overblijvende ruimte in de bekisting waarbij het gootelement aan de gesloten zijden in het beton wordt ingebed en het laten uitharden van het beton en waarbij de kunststof binnengootelementen tot een geheel met elkaar worden verbonden.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij elk gootelement wordt vervaardigd van vezelversterkte thermohardende kunststof.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, waarbij elk gootelement wordt vervaardigd van vezelversterkte polyester.
4. Werkwijze volgens conclusie 2 of 3, waarbij ter plaatse van de langsranden van elk gootelement een stalen profiel in de kunststof wordt ingebed.
5. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de bekisting een lengte overeenkomend met een aantal gootelementen heeft, het aantal gootelementen in eikaars verlengde in de bekisting wordt gepositioneerd en voor het storten van beton tot een geheel met elkaar wordt verbonden.
6. Werkwijze volgens een van de conclusies 1-4 waarbij de bekisting telkens een met één gootelement overeenkomende lengte heeft en het aantal gootelementen met daaromheen gestort beton in eikaars verlengde wordt gepositioneerd en tot een geheel met elkaar wordt verbonden.
7. Werkwijze volgens conclusie 6 waarbij het beton van elk gootelement aan de einden wordt voorzien van koppelor-ganen, die kunnen samenwerken met koppelorganen van overeenkomstige gootelementen.
8. Werkwijze volgens conclusie 5 of 6 waarbij de gootelementen van vezelversterkte thermohardende kunststof zijn en deze met elkaar worden verbonden door de naden van tegen elkaar geplaatste gootelementen te bedekken met vezelmateriaal en dit te doordrenken met thermohardende kunststof in vloeibare toestand, waarbij deze kunststof aan de kunststof van de gootelementen hecht.
9. Inrichting voor het vervaardigen van een afvoer-goot omvattende een aantal paren staanders met elk paar staanders te verbinden jukken, waarbij elk juk voorzien is van bevestigingsmiddelen voor verticale bekistingsplaten, bevestigingsmiddelen voor het ophangen van gootelementen en middelen voor het in de gootelementen opnemen van vulstukken.
10. Inrichting volgens conclusie 9, waarbij elk juk met elke staander in hoogte verstelbaar en in de richting naar de andere staander toe en daarvan af verstelbaar is verbonden.
11. Inrichting volgens conclusie 10, waarbij elk juk door klemverbindingen met de staanders is verbonden.
12. Afvoergoot vervaardigd met de werkwijze volgens een van de conclusies 1-8.
13. Binnengootelement van vezelversterkte thermohardende kunststof voor een afvoergoot volgens conclusie 12.
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9001669A NL192526C (nl) | 1990-07-20 | 1990-07-20 | Afvoergoot en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. |
BE9100643A BE1004820A3 (nl) | 1990-07-20 | 1991-07-05 | Afvoergoot en werkwijze en inrichting voor het vervaardigen daarvan. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9001669A NL192526C (nl) | 1990-07-20 | 1990-07-20 | Afvoergoot en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. |
NL9001669 | 1990-07-20 |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL9001669A true NL9001669A (nl) | 1992-02-17 |
NL192526B NL192526B (nl) | 1997-05-01 |
NL192526C NL192526C (nl) | 1997-09-02 |
Family
ID=19857458
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9001669A NL192526C (nl) | 1990-07-20 | 1990-07-20 | Afvoergoot en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
BE (1) | BE1004820A3 (nl) |
NL (1) | NL192526C (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP2728077A1 (de) * | 2012-11-02 | 2014-05-07 | Mario Fridolin Burtscher | Gerinne zur Abfuhr von Oberflächenwässern |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CN115943238A (zh) * | 2020-08-27 | 2023-04-07 | 亚科阿尔曼欧洲两合公司 | 槽保持设备,排水系统和方法 |
Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR1313900A (fr) * | 1961-11-20 | 1963-01-04 | Coffrage variable | |
FR1562901A (nl) * | 1968-01-02 | 1969-04-11 | ||
FR2341706A1 (fr) * | 1976-02-17 | 1977-09-16 | Steeb Dieter | Caniveau d'evacuation des eaux |
FR2350043A7 (fr) * | 1976-04-29 | 1977-11-25 | Schweizer Ag E | Gouttiere de drainage superficiel |
JPS59178233A (ja) * | 1983-03-29 | 1984-10-09 | Sekisui Chem Co Ltd | 雨樋の製造方法 |
DE8713535U1 (de) * | 1987-10-06 | 1988-11-03 | Effner GmbH, 1000 Berlin | Medizinisches Handinstrument |
DE9000569U1 (de) * | 1990-01-20 | 1990-03-01 | ACO Severin Ahlmann GmbH & Co KG, 2370 Rendsburg | Entsorgungsrinne |
-
1990
- 1990-07-20 NL NL9001669A patent/NL192526C/nl not_active IP Right Cessation
-
1991
- 1991-07-05 BE BE9100643A patent/BE1004820A3/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR1313900A (fr) * | 1961-11-20 | 1963-01-04 | Coffrage variable | |
FR1562901A (nl) * | 1968-01-02 | 1969-04-11 | ||
FR2341706A1 (fr) * | 1976-02-17 | 1977-09-16 | Steeb Dieter | Caniveau d'evacuation des eaux |
FR2350043A7 (fr) * | 1976-04-29 | 1977-11-25 | Schweizer Ag E | Gouttiere de drainage superficiel |
JPS59178233A (ja) * | 1983-03-29 | 1984-10-09 | Sekisui Chem Co Ltd | 雨樋の製造方法 |
DE8713535U1 (de) * | 1987-10-06 | 1988-11-03 | Effner GmbH, 1000 Berlin | Medizinisches Handinstrument |
DE9000569U1 (de) * | 1990-01-20 | 1990-03-01 | ACO Severin Ahlmann GmbH & Co KG, 2370 Rendsburg | Entsorgungsrinne |
Non-Patent Citations (1)
Title |
---|
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 9, no. 34 (M-357)(1757) 14 Februari 1985 (SEKISUI KAGAKU KOGYO KK ) 9 Oktober 1984 & JP-A-59 178 233 zie het gehele document * |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP2728077A1 (de) * | 2012-11-02 | 2014-05-07 | Mario Fridolin Burtscher | Gerinne zur Abfuhr von Oberflächenwässern |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
NL192526B (nl) | 1997-05-01 |
BE1004820A3 (nl) | 1993-02-02 |
NL192526C (nl) | 1997-09-02 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US5471811A (en) | Combination traffic barrier and retaining wall and method of construction | |
US8646232B2 (en) | Foundation construction for superstructures | |
US5538361A (en) | Apparatus for forming a trench | |
US4964750A (en) | Traffic barrier and method of construction | |
US5131786A (en) | Traffic barrier and method of construction | |
RU2076165C1 (ru) | Способ строительства дороги | |
KR20140047118A (ko) | 교량을 위한 기초 시스템 | |
NL8503003A (nl) | Op een vaste plaats op de grond te plaatsen reservoir en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. | |
KR101819533B1 (ko) | 데크로드 또는 휀스용 지주대의 지중매립식 기초구조체 | |
BE1004820A3 (nl) | Afvoergoot en werkwijze en inrichting voor het vervaardigen daarvan. | |
KR101912324B1 (ko) | 스크류 파일과 이를 이용한 옹벽 시공방법 | |
EP0016478A2 (en) | Wall made of a plurality of pre cast cementitious panels | |
US3416175A (en) | Bridge assemblies | |
KR101624864B1 (ko) | 콘크리트구조물용 상하이음시공장치 | |
KR102120857B1 (ko) | 교량 바닥판의 시공 시스템 | |
KR101124348B1 (ko) | 법면용 확장 보도 | |
US20060285922A1 (en) | Expansion joint for concrete works | |
NL1013055C2 (nl) | Industrieel prefabriceerbaar, modulair vloerplaatelement voor gebouwen, in het bijzonder voor woningen. | |
KR200456737Y1 (ko) | 도로경계석 받침대 | |
KR101939321B1 (ko) | 교량용 횡배수관 매설형 선배수 시설의 시공 방법 | |
RU97101173A (ru) | Трубопровод для транспортировки текучей среды | |
KR100556629B1 (ko) | 교량 승상과 동시에 접속높이를 조절할 수 있는 설치 및해체가 용이한 조립식 접속가교 및 이의 설치방법 | |
JPH0786246B2 (ja) | 扛上補修可能なコンクリート舗装路用排水溝及びその補修方法 | |
JP6650775B2 (ja) | 側溝の嵩上げ構築用部材 | |
CN214143178U (zh) | 填方边沟立模定位装置 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1C | A request for examination has been filed | ||
V2 | Lapsed due to non-payment of the last due maintenance fee for the patent application |
Free format text: 980201 |