NL9001651A

NL9001651A - Verpakking bevattende een poedervormig wasmiddel.

Info

Publication number: NL9001651A
Application number: NL9001651A
Authority: NL
Original assignee: Sara Lee De Nv
Priority date: 1990-07-19
Filing date: 1990-07-19
Publication date: 1992-02-17
Also published as: DK0467481T3; ATE121772T1; JPH04226600A; EP0467481A3; EP0467481B1; DE69109200D1; AU8113191A; AU651602B2; EP0467481A2

Description

Titel: Verpakking bevattende een poedervormig wasmiddel

De uitvinding heeft betrekking op een verpakking bevattende een poedervormig wasmiddel, meer in het bijzonder op een gas en/of dampdichte verpakking.

Poedervormige wasmiddelen zijn tot op heden altijd als los poeder verpakt, dat wil zeggen dat de inhoud van de verpakking ten minste gedeeltelijk gevuld was met lucht. Mede door de geringe dichtheid van poedervormige wasmiddelen, nemen dergelijke verpakkingen een groot volume in.

Een recente ontwikkeling op het gebied van de poedervormige wasmiddelen betreft de waspoeders met hoge dichtheid. Door het weglaten van vulstoffen en andere minder actieve componenten verkrijgt men een waspoeder met een hoge concentratie aan wasactieve componenten, zodat er minder volume en gewicht nodig is voor dezelfde hoeveeelheid wasactiviteit. Daarmee is reeds een volumebesparing bereikt.

Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een verpakking bevattende een poedervormig wasmiddel, welke weinig volume inneemt, zonder dat noodzakelijkerwijs gebruik gemaakt is van de hoge dichtheid formulering voor het poedervormige wasmiddel.

De uitvinding betreft een verpakking bevattende een poedervormig wasmiddel welke gekenmerkt wordt doordat het poedervormig wasmiddel samengeperst verpakt is in een gas-en/of dampdichte folie.

Verrassenderwijs is gebleken, dat het mogelijk is een poedervormig wasmiddel samengeperst te verpakken, zonder dat zich problemen voordoen ten aanzien van de stabiliteit ervan, danwel ten aanzien van bakken (caking) van het waspoeder tot grotere klonten.

De uitvinding omvat in hoofdzaak drie varianten voor het samengeperst verpakken van wasmiddelen, namelijk onder vacuum, in een krimpfolie of onder externe overdruk.

In al deze gevallen wordt het wasmiddel samengeperst, zodat het een minimaal volume inneemt en tijdens opslag en transport niet meer inklinkt.

Volgens de eerste variant van de uitvinding verpakt men het waspoeder onder vacuüm, hetgeen inhoudt dat na het vullen van de verpakking een vacuüm aangelegd wordt, zodat na het sluiten van de verpakking het poeder samengeperst wordt. Dit systeem is reeds lang bekend voor het verpakken van gemalen koffie. Een vereiste voor deze variant is wel dat de folie redelijk gasdicht is. In de verpakking houdt men bij voorkeur een onderdruk van 0,1 tot 0,9 bar aan.

Bij de tweede variant van de uitvinding past men een krimpfolie toe. Het poeder wordt dan verpakt in een folie die na verpakken verwarmd wordt en krimpt. Daarbij wordt het poeder samengeperst. Desgewenst kan na het krimpen de verpakking nog luchtdicht afgesloten worden. Dit is echter niet noodzakelijk.

De derde variant van de uitvinding omvat het onder druk verpakken van het poeder. In de praktijk betekent dit, dat men het poeder ofwel in de verpakking brengt en vervolgens het geheel onder een externe druk plaatst en afsluit, danwel dat men reeds tijdens het verpakken een overdruk aanlegt. Aan de verpakking stelt men bij deze variant vooral de eis, dat deze bestand is tegen de krachten die onstaan door de aangelegde druk. De toegepaste overdruk bedraagt bij voorkeur 0,5 tot 15 bar.

Een verrassend voordeel van de uitvinding is, dat voor het verpakken betrekkelijk goedkope en vaak ook milieuvriendelijke materialen toegepast kunnen worden, zoals papier, of kunststoffolies, bij voorbeeld surlyn folie, polypropeen folie of polyetheen folie, eventueel gecoat en/of gelamineerd met een lak, nylon, polyester of aluminium.

De uitvinding kan in principe toegepast worden voor alle typen poedervormige wasmiddelen. Uit het oogpunt van opslagstabiliteit en bakneiging heeft het echter de voorkeur gebruik te maken van een aangepaste formulering. Deze formu lering houdt bij voorkeur in dat het poedervormig wasmiddel bestaat uit agglomeraten die opgebouwd zijn uit een kern waarin zich de meer hygroscopische bestanddelen bevinden en een schil waarin zich de minder hygroscopische bestanddelen bevinden.

De onderhavige uitvinding heeft ook betrekking op een poedervormig wasmiddel dat geschikt is voor toepassing in samengeperste vorm, zoals gedefinieerd volgens de uitvinding.

Een dergelijk poedervormig wasmiddel bestaat uit agglomeraten met een kern waarin zich de meer hygroscopische bestanddelen bevinden en een schil waarin zich de minder hygroscopische bestanddelen bevinden.

Meer in het bijzonder bevinden zich in de in de kern wasactieve stoffen en bleekmiddelen, terwijl in de schil bicarbonaat opgenomen is. Tevens kan de schil een metaalzeep bevatten.

De onderlinge verhoudingen van de hoeveelheden van de kern en de schil kan binnen ruime grenzen variëren. Deze verhoudingen hangen ook sterk af van de samenstelling van het waspoeder. In het algemeen maakt de kern ca. 20 tot 80 gew.% van het totale waspoeder uit en de schil is ca. 20 tot 80 gew.%.

Volgens een voorkeurssamenstelling (berekend op watervrije basis, echter inclusief kristalwater) van het waspoeder bestaat dit uit 0,1 - 3 gew.delen metaalzeep 5 - 30 gew.delen detergent 0 - 20 gew.delen natriumperboraat, 0 - 5 gew. delen overige componenten en 20 - 65 gew.delen natriumbicarbonaat.

Als detergent past men liefst anionogene of niet-ionogene detergentia toe, zoals vetalcoholethoxylaat en/of natrium dodecylbenzeensulfonaat. Meer in het bijzonder past men vetalcoholethoxylaat en natrium dodecylbenzeensulfonaat toe in gelijke gewichtshoeveelheden.

Als bleekmiddel heeft het de voorkeur natriumperboraat te gebruiken, liefst met 4 moleculen kristalwater, hoewel de modificatie met één molecuul kristalwater ook te gebruiken is.

In het kader van de onderhavige uitvinding kan men ook gebruik maken van additionele toevoegingen, zoals gebruikelijk is voor waspoeders van het onderhavige type. Voorbeelden daarvan zijn kleurstoffen, optische witmakers, parfum, enzymen en dergelijke.

De uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze voor het bereiden van een dergelijk poedervormig wasmiddel, waarbij eerst een deel van de componenten van het wasmiddel geagglomereerd wordt tot primaire agglomeraten, waarna deze primaire agglomeraten met de resterende component (en) geagglomereerd worden.

De meer hygroscopische componenten worden eerst geagglomereerd tot primaire agglomeraten, waarna deze primaire agglomeraten met de minder hygroscopische componenten geagglomereerd worden.

Deze werkwijze kan in de voor poedervormige wasmiddelen gebruikelijke apparatuur uitgevoerd worden onder toepassing van de daarbij gangbare condities.

De uitvinding wordt nu toegelicht aan de hand van enkele voorbeelden, welke niet als beperking van de aanvrage bedoeld zijn.

Voorbeeld 1 : Een enzymatisch inweekmiddel

I II

A Natriumbicarbonaat 60 60 B Natriumlaurylsulfaat 15 15 C Vetalcoholethoxylaat 7EO 10 10 D Vetalcoholethoxylaat 25EO 10 10 E Proteasegranulaat 1 1 F Cellulasegranulaat 1 1 G Minors w.o. parfum, en siliciumoxyde 3 3 H Natriumsulfaat 30 100 130

De dosering voor I bedraagt 90 gram wasmiddel voor een normale wasmachine vulling die moet worden ingeweekt.

Voor II is de dosering 130 gram.

De helft van A wordt in een fluid bed apparaat gebracht. Hieraan wordt het mengsel van C en D in gesmolten toestand toegevoegd dermate fijn verdeeld en dermate langzaam dat een week korrelig produkt ontstaat. Tijdens de hierop volgende afkoelingsperiode wordt eerst B toegevoegd, waarna de enzym-granulaten en het restant van A en de minors worden bijgemengd .

Voor formulering II wordt de natriumsulfaat te zamen met de helft van het natriumbicarbonaat voorgelegd.

Na afkoelen wordt het gevormde produkt afgekoeld in een ruimte met een lage vochtigheidsgraad in een afgesloten bak.

De temperatuur van de ruimte is 15 graden Celsius en de vochtigheidsgraad bedraagt minder dan 40%. Het afgekoelde produkt wordt tenslotte op een vacuumverpakkingsmachine verpakt in uitwendig gelakt polyethyleenfolie pak dat in de machine wordt gevormd.

Na drie maanden opslag onder verzwaarde omstandigheden -30 graden Celsius en 80% relatieve luchtvochtigheid - is de activiteit van de enzymen in het vacuumverpakte produkt binnen de bepalingsfout dezelfde gebleven, terwijl die in het normale verpakte produkt met ruim 10% is afgenomen. Het vacuumverpakte poeder is redelijk free-flowing terwijl het normaal verpakte produkt tot een brok is samengeklonterd. Dit geldt zowel voor de nieuwe formulering I als voor de "oude" formulering II met natriumsulfaat.

Voorbeeld 2 : Een enzymatisch voorwasmiddel

I II

A Natriumbicarbonaat 39 39 B Natriumcarbonaat 19 19 C Natriumlaurylsulfaat 10 10 D Vetalcoholethoxylaat 7EO 10 10 E Vetalcoholethoxylaat 25EO 15 15 F Proteasegranulaat 1 1 G Amylasegranulaat 1 1 H Minors w.o. parfum, copolymeren en tertiair amine (voor schuimremming) 5 5 I Natriumsulfaat 30 100 100

De dosering voor I bedraagt 60 gram wasmiddel voor een normale wasmachine vulling die moet worden ingeweekt.

Voor II is de dosering 87 gram.

De totale hoeveelheid B en de helft van A wordt in een fluid bed apparaat gebracht. Hieraan wordt het mengsel van D en E in gesmolten toestand toegevoegd dermate fijn verdeeld en dermate langzaam dat een week korrelig produkt ontstaat. Tijdens de hierop volgende afkoelingsperiode wordt eerst C toegevoegd en waarna de enzymgranulaten en het restant van A en de minors worden bijgemengd.

De temperatuur van de ruimte is 15 graden Celsius en de vochtigheidsgraad bedraagt minder dan 40%. Het afgekoelde produkt wordt tenslotte op een vacuumverpakkingsmachine verpakt in een pak dat op de machine wordt gevormd uit een met aluminium gecoate polyethyleenfolie.

Na drie maanden opslag onder verzwaarde omstandigheden -30 graden Celsius en 80% relatieve luchtvochtigheid - is de activiteit van de enzymen in het vacuumverpakte produkt binnen de bepalingsfout dezelfde gebleven, terwijl die in het normaal verpakte produkt met ruim 10% is afgenomen. Het vacuumverpakte poeder is redelijk free-flowing, terwijl het normaal verpakte produkt tot een brok is samengeklonterd. Dit geldt zowel voor de nieuwe formulering I als voor de "oude" formulering II met natriumsulfaat.

Voorbeeld 3 : Een enzymatisch inweekmiddel.

I II

A Natriumbicarbonaat 41 41 B Soda.Oaq 25 25 C Natriumdisilikaat 3 3 D Natriumdodecylbenzeensulfonaat * 13 13 E Vetalcoholethoxylaat 7E0 3 3 F Proteasegranulaat 1 1 G Amylasegranulaat 1 1 H Minors w.o. parfum, en siliciumoxyde 13 13 I Natriumsulfaat 30 * watervrij 100 130

Voor II is de dosering 130 gram.

In een Z-blade mixer van voldoende capaciteit wordt de helft van A en de totale hoeveelheid B voorgelegd waarna successief C en D worden toegevoegd. Na toevoeging van C,D en F wordt E tot op ca. 90 graden verhit toegevoegd dermate langzaam dat een produkt ontstaat met de gewenste korrel-grootte. Na afkoelen worden eerst de minors toegevoegd, vervolgens de enzymgranulaten en tenslotte het restant van A.

Het gevormde produkt wordt opgeslagen in een ruimte met een lage vochtigheidsgraad in een afgesloten bak. De temperatuur van de ruimte is 15 graden Celsius en de vochtigheidsgraad bedraagt 40%. Het gerede produkt wordt tenslotte op een vacuumverpakkingsmachine verpakt in uitwendig gelakt polyethyleenfolie pak dat in de machine wordt gevormd.

Na drie maanden opslag onder verzwaarde omstandigheden -30 graden Celsius en 80% relatieve luchtvochtigheid - is de activiteit van de enzymen in het vacuumverpakte produkt binnen de bepalingsfout dezelfde gebleven, terwijl die in het normaal verpakte met ruim 10% is afgenomen. Het vacuumverpakte poeder is redelijk free-flowing terwijl het normaal verpakte produkt tot een brok is samengeklonterd. Dit geldt zowel voor de nieuwe formulering I als voor de "oude" formulering II met natriumsulfaat.

Voorbeeld 4 : Een enzymatisch voorwasmiddel

I II

A Natriumbicarbonaat 37 37 B Soda.Oaq 21 21 C Natriumdisilikaat 3 3 D Natriumdodecylbenzeensulfonaat * 13 13 E Vetalcoholethoxylaat 7E0 8 8 F Tertiair amine (methyl, talkvetalcohol) ** 33 G Proteasegranulaat 1 1 H Lipolasegranulaat 3 3 I Minors w.o. parfum, en siliciumoxyde 11 11 J Natriumsulfaat 100 100 * watervrij ** methyl en twee talkvetalcoholen

Voor II is de dosering 87 gram.

In een Z-blade mixer van voldoende kapaciteit wordt B te zamen met de helft van A voorgelegd waarna successief C en D wordt toegevoegd. Na deze toevoeging wordt E tot op ca. 90 graden verhit toegevoegd dermate langzaam dat een produkt ontstaat met de gewenste korrelgrootte. Na afkoelen worden eerst de minors toegevoegd, vervolgens de enzymgranulaten en tenslotte B.

Voor formulering II wordt de natriumsulfaat te zamen met de helft van het natriumbicarbonaat en de soda voorgelegd.

Na drie maanden opslag onder verzwaarde omstandigheden -30 graden Celsius en 80% relatieve luchtvochtigheid - is de activiteit van de enzymen in het vacuumverpakte produkt binnen de bepalingsfout dezelfde gebleven, terwijl die in het normaal verpakt produkt met ruim 10% is afgenomen. Het vacuumverpakte poeder is redelijk free-flowing terwijl het normaal verpakte produkt tot een brok is samengeklonterd. Dit geldt zowel voor de nieuwe formulering I als voor de "oude" formulering II met natriumsulfaat.

Voorbeeld 5 : Een enzymatisch hoofdwasmiddel.

De voordelen van de nieuwe werkwijze komen vooral tot uiting bij het verpakken van hoofdwasmiddelen gebaseerd op moderne bleekmiddelen die overgevoelig zijn voor spoortjes vocht zoals D(odecaan)-P(eroxy)-D(ioxy)-C(arbonzuur): A DPDC 20 B Soda.Oaq 40 C Natriumdisilikaat 3 D Natriumdodecylbenzeensulfonaat (watervrij) 13 E Vetalcoholethoxylaat 7EO 8 F Tertiair amine (methyl, talkvetalcohol ** 3 G Proteasegranulaat 1 H Minors w.o. parfum en siliciumoxyde 12 100 ** (zie voorbeeld 4)

De dosering bedraagt 90 gram wasmiddel voor een normale wasmachine (die 18 liter water opneemt voor het wassen).

In een Z-Blade mixer van voldoende kapaciteit wordt A voorgelegd waarna successief B, D en C worden toegevoegd. Vervolgens wordt E tot op ca. 90 graden verhit en dermate langzaam opgesproeid, dat een produkt ontstaat met de gewenste korrelgrootte. Na afkoelen worden eerst de minors toegevoegd, vervolgens de enzymgranulaten en tenslotte F.

Na drie maanden opslag onder verzwaarde omstandigheden -30 graden Celsius en 80% relatieve luchtvochtigheid - is het waterstofperoxydegehalte evenals de activiteit van de enzymen in het vacuumverpakte produkt binnen de bepalingsfout dezelfde gebleven, terwijl die in het normaal verpakte produkt nagenoeg zijn verdwenen. Het vacuumverpakte poeder is redelijk free-flowing terwijl het normaal verpakte produkt tot een brok is samengeklonterd.

Voorbeeld 6 : Een enzymatisch hoofdwasmiddel

De voordelen van de nieuwe werkwijze komen ook goed tot uiting bij het verpakken van hoofdwasmiddelen gebaseerd op moderne bleekversterkers die overgevoelig zijn voor spoortjes vocht zoals Phtaalzuuranhydride: A Phtaalzuuranhydride 30 B Perboraat.laq 29 C Soda 5 D Bicarbonaat 20 E Vetalcoholethoxylaat 7EO 10 F Tertiair amine (methyl, talkvetalcohol 2*) 2 G Proteasegranulaat 1 H Minors w.o. parfum en amineoxyde 3 100

In een Z-Blade mixer van voldoende kapaciteit wordt A voorgelegd waarna successief C en D worden toegevoegd. Vervolgens wordt E tot op ca. 90 graden verhit dermate langzaam op het voorgelegde poedermengsel gesproeid dat een produkt ontstaat met de gewenste korrelgrootte. Na afkoelen worden eerst de minors toegevoegd, vervolgens de enzymgranulaten en tenslotte B en F.

Het gevormde produkt wordt opgeslagen in een ruimte met een lage vochtigheidsgraad in een afgesloten bak. De temperatuur van de ruimte is 15 graden Celsius en de vochtigheidsgraad bedraagt minder dan 40%. Het gerede produkt wordt tenslotte op een vacuumverpakkingsmachine verpakt in uitwendig gelakt polyethyleenfolie pak dat in de machine wordt gevormd.

Na drie maanden opslag onder verzwaarde omstandigheden -30 graden Celsius en 80% relatieve luchtvochtigheid - is het waterstofperoxydegehalte evenals de activiteit van de enzymen in het vacuumverpakte produkt binnen de bepalingsfout dezelfde gebleven, terwijl die in het normaal verpakte produkt grotendeels zijn verdwenen. Het vacuumverpakte poeder is redelijk free-flowing, terwijl het normaal verpakte produkt tot een brok is samengeklonterd.

Voorbeeld 7 : Een geconcentreerd, enzymatisch hoofdwasmiddel voor lagere temperatuur. Ook vor deze moderne trend in de wasmiddel industrie komt de nieuwe werkwijze uitstekend van pas.

A Natriumdodecylbenzeensulfonaat 42 B Vetalcoholethoxylaat 7EO 5 C Soda 6 D Zeep 2 E Disilicaat 15 F Natriumaluminiumsilikaat (NAS) 25 G Proteasegranulaat 2 H Cellulasegranulaat 2 I Minors w.o. parfum en optisch wit 1 100

De dosering bedraagt 45 gram wasmiddel voor een normale wasmachine (die 18 liter water opneemt voor het wassen).

In een fluid bed van voldoende kapaciteit wordt F voorgelegd waarna successief A, C, D en E worden toegevoegd. Vervolgens wordt B tot op ca. 90 graden verhit toegevoegd dermate langzaam dat een produkt ontstaat met de gewenste korrelgrootte. Na afkoelen worden eerst de minors toegevoegd en tenslotte de enzymgranulaten.

Het gevormde produkt wordt opgeslagen in een ruimte met een lage vochtigheidsgraad in een afgesloten bak. De temperatuur van de ruimte is 15 graden Celsius en de vochtigheidsgraad bedraagt ongeveer 40%. Het gerede proukt wordt tenslotte op een vacuumverpakkingsmachine verpakt in uitwendigt gelakt polyethyleenfolie pak dat in de machine wordt gevormd.

Voorbeeld 8 : Een geconcentreerd, enzymatisch hoofdwasmiddel voor lagere temperatuur. Ook voor deze moderne trend in de wasmiddel industrie komt de nieuwe werkwijze uitstekend van pas. Ook voor een minder conventionele samenstelling.

A Natriumlaurylsulfaat 42 B Vetalcoholethoxylaat 7E0 5 C Bicarbonaat 6 D Tertiair amine 2 E Disilicaat 15 F Bentoniet 20 G Proteasegranulaat 2 H Cellulasegranulaat 2 I Minors w.o. parfum, polymeren en optisch wit 6 100

De dosering bedraagt 45 gram wasmiddel voor een normale wasmachine (die 18 liter water opneemt voor het wassen)

Het gevormde produkt wordt opgeslagen in een ruimte met een lage vochtigheidsgraad in een afgesloten bak. De temperatuur van de ruimte is 15 graden Celsius en de vochtigheidsgraad bedraagt ongever 40%. Het gerede produkt wordt tenslotte op een vacuumverpakkingsmachine verpakt in uitwendig gelakt polyethyleenfolie pak dat in de machine wordt gevormd.

Claims

1. Verpakking bevattende een poedervormig wasmiddel met het kenmerk, dat het poedervormig wasmiddel samengeperst verpakt is in een gas- en/of dampdichte folie.

2. Verpakking volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat men het wasmiddel onder vacuum, in een krimpfolie of onder externe overdruk verpakt. . Verpakking volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat men een onderdruk van 0,1 tot 0,9 bar in de verpakking aanhoudt.

4. Verpakking volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat men een overdruk van 0,5 tot 15 bar in de verpakking aanhoudt.

5. Verpakking volgens conclusie 1-4, met het kenmerk, dat het poedervormig wasmiddel bestaat uit agglomeraten die opgebouwd zijn uit een kern waarin zich de meer hygroscopische bestanddelen bevinden en een schil waarin zich de minder hygroscopische bestanddelen bevinden.

6. Verpakking volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de schil een metaalzeep bevat.

7. Verpakking volgens conclusie 1-6, met het kenmerk, dat de gas- en/of dampdichte folie papier, of kunststoffolies, bij voorbeeld surlyn folie, polypropeen folie of polyetheen folie, eventueel gecoat en/of gelamineerd met een lak, nylon, polyester of aluminium.

8. Poedervormig wasmiddel geschikt voor toepassing in de verpakking volgens conclusie 1-7, bestaande uit agglomeraten met een kern waarin zich de meer hygroscopische bestanddelen bevinden en een schil waarin zich de minder hygroscopische bestanddelen bevinden.

9. Poedervormig wasmiddel volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de schil een metaalzeep bevat.

10. Poedervormig wasmiddel volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat in de kern wasactieve stoffen en bleekmiddelen opgenomen zijn, terwijl in de schil bicarbonaat opgenomen is.

11. Poedervormig wasmiddel volgens conclusie 8-10, met het kenmerk, dat het wasmiddel bestaat uit 0,1 - 3 gew.delen metaalzeep 5 - 30 gew.delen detergent 1 20 gew.delen natriumperboraat, en 20 - 65 gew.delen natriumbicarbonaat.

12. Werkwijze voor het bereiden van een poedervormig wasmiddel, geschikt voor toepassing in de verpakking volgens conclusie 1-7, met het kenmerk, dat eerst een deel van de componenten van het wasmiddel geagglomereerd wordt tot primaire agglomeraten, waarna deze primaire agglomeraten met de resterende component(en) geagglomereerd worden.

13. Werkwijze volgens conclusie 12 met het kenmerk,dat de meer hygroscopische componenten eerst geagglomereerd worden tot primaire agglomeraten, waarna deze primaire agglomeraten met de minder hygroscopische componenten geagglomereerd worden.