NL9001623A - Contactsluiter-onderbreker met dubbele onderbreking. - Google Patents

Description

Korte aanduiding : contactsluïter-onderbreker met dubbele onaerbrekmq.

De uitvindinq betreft een elektrisch 3aagsoanningsappa-raat van het type contactsluiter-onderbreker met dubbeleonderbreking, waarbij de mechanische overbrenginq van deopeninqsbeweging naar de contactbruggen is verbeterd.

In de documenten EP-179 bbl en EP-281 443 worden elek¬trische laagspanningsapparaten van het type contactsluiter-onderbreker beschreven, die een aantal polaire wegen bevat¬ten, waarin een beweegbare contactbrug is geplaatst, die metvaste contacten samenwerkt om een dubbele onderbreking totstand te brengen als gevolg van hetzij het bedienen van eenslot na het detecteren van een foutieve te hoge intensiteit(onderbrekermodus) of een bediening met de hand (handmodus)ofwel bij het bedienen van een electromaqneet (contactslui-termodus) . Bij deze apparaten is de overbrenginq van debeweging van het anker van de electromaqneet naar de contact¬brug zodanig uitgevoerd, dat het slot niet zodanig kan wordentoegepast, dat dit slechts in de onderbrekermodus of handmo¬dus wordt bediend.

Het is gewenst de uitvoering van derqelijke apparatenvoor wat betreft de eenvoud, omvang en betrouwbaarheid van demechanische overbrenging van de openingsbeweging naar decontactbruggen te verbeteren, terwijl met de elektrischeeigenschappen en met de ruimte, die de andere elementen:magnetische en/of thermische ontkoppelelementen, handbedie-ningsknoppen, slot, electromaqneet, noodzakelijkerwijs moeteninnemen, rekening wordt gehouden.

Het document EP-270 158 toont een contactsluiter-onder¬breker, waarbij een contactdrager in uitsparingen de contact¬bruggen van de respektievelijke polaire wegen opneemt en inputten, die met deze uitsparingen in verbinding staan,drukstangen voor het openen opneemt. De drukstangen kunnen deenergie opnemen voor het openen van enerzijds een hefboombeu-gel, die door het anker van de electromaqneet verplaatst kanworden, en anderzijds van een afzonderlijke hefboom, die meteen respektievelijk magnetisch ontkoppelelement verbonden is.

De grote belasting van de contactdrager evenals de geleidingen het aantal benodigde vlakken voor de verschillende elemen¬ten van het: aandriilmechanisme ziin mechanisch met bevredi ¬gend .

De uitvinding heeft vooral tot doel de uitvoering vanelektrische laagspannmgsapparaten van het type contactslui¬ter- onderbreker met dubbele onderbreking zodanig te verbete¬ren, dat de mechanische overbrenging van de openingsbewegingnaar de contactbruggen eenvoudiger en meer betrouwbaar wordtgemaakt, terwijl gezorgd wordt voor de afwezigheid van eenbelasting van het· ontkoppelmechanisme in de contactslui¬ter modus .

De uitvinding betreft een contactsluiter-onderbreker vanhet type met dubbele onderbreking, bevattende in een kast: - tenminste een polaire weg, die van een beweegbare contact-brug is voorzien, welke met vaste contacten samenwerkt, - magnetische en/of thermische ontkoppelelementen, die in depolaire wegen zijn aangebracht en, wanneer zij een te hogeintensiteit detecteren, het openen van de contacten via eenontkoppelmechanisme kunnen bedienen.

- tenminste een handbedieningsknop, die aan het voorvlak vande kast is aangebracht en het ontkoppelmechanisme bedient omde contacten te openen en te sluiten en het mechanismeopnieuw te spannen, en bevattende: - een electromagneet, die een spoel en een beweegbaar ankerbezit, waarmede een bedieningsmechanisme is verbonden, welkmechanisme zodanig is uitgevoerd, dat de contacten alsfunctie van de stroom, die door de spoel gaat, geopend engesloten worden, - aandrijfmiddelen, die voor het openen van de contactbruggenzorgen als gevolg van de beweging van enerzijds een snelopeningsorgaan van het ontkoppelmechanisme en anderzijds eenelement, dat bij het bedieningsmechanisme behoort.

Met "voorste" en "achterste" elementen worden elementenvan het toestel aangeduid, die naar de bedienende persoongekeerd resp. van de bedienende persoon afgekeerd liggen.

Volgens de uitvinding bevatten de aandrijfmiddelen voorelke polaire weg een afzonderlijk aandrijfelement, dat invaste geleidingsvlakken ten opzichte van de kast kan ver¬ schuiven en met de respektievelijke contactbrug is verbondenom de stoot van het snelle openingsorgaan te kunnen opnernenen de bruq te kunnen aandriiven; het: mechanisme bevat eenschuit, die evenwijdig aan het middenvlak van de contactbrug-gen verplaatsbaar is en in geleidingsvlakken van de kast kanverschuiven, waarbij de schuif op de verschillende aandrijf-elementen kan zijn aanqebracht.

De gezamenlijke rechtlijnige bewegingen van de schuit enhet afzonderlijke aandrijtelement., welke ten opzichte van dekast worden geleid, garandeert een goede transmissie van debeweging en een betrouwbare werking. De gekozen uitvoering isvooral van belang, wanneer de ruimte voor het ontkoppelenplat is en de schuif een plat element in de nabijheid vandeze ruimte is eri van eenzijdig gesteunde poten is voorzien,die in steungebieden, welke zich nabij het middenvlak bevin¬den, op de aandriifelementen kunnen worden aangebracht.

bij voorkeur is elke contactbrug niet met het respektie¬veli jke aandrijtelement verbonden en wordt elke contactbrugdoor een contact- en terugsteldrukveer in de richting van eenwand van het aandrijtelement belast, waartegen het snelleopeningsorgaan en de schuif kunnen worden aangebracht,waarbij het aandrijfelement geleidingsvlakken voor de con¬tactbrug bezit. Het aandrijfelement is bij voorkeur eenbeugel, zelfs een koker, die een centraal gedeelte van decontactbrug bedekt, dat in vaste geleidingsvlakken wordtqeleid, die aan de van de vaste, beweegbare contacten af ge¬keerde zijde van de contactbrug in de kast zijn aangebrachten een doorgang voor de terugstel- en contactdrukveer vormen.

Het snelle openingsorgaan en/of de schuif kunnen eenbalk bevatten, die steungebieden onderling verbindt, welke opde verschillende aandrijfelementen kunnen worden aangebracht;in dit geval kan de balk bij voorkeur van inkepingen zijnvoorzien voor het doorlaten van steungebieden, die eenzijdiggesteund op de schuif en/of het snelle openingsorgaan zijnaangebracht om nabij het middenvlak op de aandrijfelementente kunnen worden aangebracht.

Andere kenmerken en voordelen van de uitvinding blijkenuit de beschrijving van een uitvoeringsvoorbeeld, dat geenbeperking inhoudt, aari de hand van de bijgaande tekening.

Fig. 1 toont schematisch een contactsluiter-onderbrekermet dubbele onderbreking volgens de uitvinding,

Fig. 2 is een doorsnede van een aandrntelement, dat meteen contactbrug verbonden is,

Fig. 3 i s een aanzicht van een uitvoeringsvorm van decontactsiuiter-onderbreker,

Fig. 4 en 5 zijn doorsneden 1V--IY en V-V van het appa¬raat van fig. 3,

Fig. 6 toont op grotere schaal een gedeelte van tig. b,

Fig. 7 is een doorsnede volgens het vlak VII-VII vanfig. 3 en toont de elementen, die op de aandrijf elementenkunnen worden aangebracht,

Fig. 8 tot 10 tonen een contactbruq van het apparaat mverschillende werkstanden,

Fig. 11 toont gedeeltelijk het schema van een qewijzigdeuitvoering van de contactsluiter-onderbreker.

De contactsluiter-onderbreker 10, die in fig. 1 getoondis, is een elektrisch laagspanningsapparaat. Hoewel ditapparaat meerpolig kan zijn, kunnen de verschillende uitvoe¬ringen, die in het onderstaande worden beschreven, bij eenenkelpolig apparaat worden toegepast.

Het apparaat bevat een isolatiekast 11, die gevormdwordt door een huis 12, een deksel 13 en een voetstuk 14. Hetvoorvlak van de kast is van een uitstekend gedeelte 15voorzien en het achtervlak bevat elementen 16, welke dienenvoor het vastklikken en bevestigen van het apparaat op eengenormaliseerd profiel.

Elke polaire stroomweg wordt tussen twee vermogensklem-men 17, 18 tot stand gebracht en bevat geleidende elementen19, 20, die met respektievelijke vaste contacten 21, 22verbonden zijn, en een beweegbare contactbrug 23, die vancontacten 24, 25 is voorzien, welke resp. aan de contacten21, 22 zijn toegevoegd.

De contactbruggen 23 bezitten een gemeenschappelijksymmetrievlak P; elke brug wordt in de richting van hetsluiten van de contacten door een veer 26 voor het terugstel¬len en aandrukken van de contacten belast, welke veer verdertegen de bodem van de kast 11 rust. Elke contactbrug 23 kandoor een afzonderlijk aandrijfelement 27 in de richting worden bestuurd, waarin de contacten openen. Het element 27,waarvan de uitvoering en geleiding in het onaerstaande wordenbeschreven, is van de brug ontkoppeld; het element wordt zelfaangedreven door een snel openmgsorgaan 28 in de onderbre¬ker- of handmodus en door een schuif 29 in de contactsluiter-modus, waarbij het snelle openmgsorgaan en de schuif even¬wijdig aan het middenvlak P worden verplaatst. Aldus wordt inbeide werkingsmodus een dubbele onderbreking verkregen;inrichtingen 30 voor het doven van de boog zijn aan eikeonderbrekingskamer toegevoegd,

Het snelle openmgsorgaan 28 is verplaatsbaar door eenontkoppelmechanisme 31 met slot, dat m een centrale ruimte32· is geplaatst, waarvan de vorm plat is, dat wil zeggenwaarvan de hoogte loodrecht op het middenvlak betrekkelijkgering is. Het slot 31 kan bediend worden met magnetischeontkoppelmiddelen 33 en thermische, ontkoppelmiddelen 34, dieelektrisch in serie langs elke polaire weg tussen het vastecontact 22 en de klem 18 zijn aangebracht. Het slot 31 kantevens bediend worden met een drukknop voor het opnieuwspannen en sluiten ofwel "werkings-" knop 35 en een drukknopvoor het openen of "stop-” knop 36, die zodanig in de ruimte32 ziin aangebracht, dat zij aan de voorzijde van de kast 11kunnen uitsteken. Als variant kan een enkele draaibarehefboom voor het opnieuw spannen, sluiten en openen zijnaangebracht.

Onder de normale bedrijfsomstandigheden bevindt hetsnelle openmgsorgaan zich in de bovenste stand (fig. 1 en3), waarbij de werkingsdrukknop 35 is ingedrukt. Het orgaanbevindt zich in de onderste stand, wanneer een elektrischestoring door één van de ontkoppelelementen 33, 34 is gedetec¬teerd of de stopdrukknop 36 is ingedrukt.

De schuif 29 bevindt zich nabij de ruimte 32 en kan dooreen electromagneet 40 worden verplaatst. De schuif 29 is platen rechtlijnig; de gedetailleerde vorm van de schuif en degeleiding hiervan worden aan de hand van de fig. 4, 6 en 7beschreven.

De electromagneet 40 bevat een spoel 41, die om eenisolatiekoker 42 is gewikkeld, evenals een vast stootblok 33en een beweegbaar anker 44. Tussen het anker en de schuif is een transmissiemechanisme aanqebracht; dit mecnamsme bevateen hefboom 45, die aan het anker is bevestigd en om een vastlager 46 van de koker ot de kast scharniert en aan net vrijeeinde 47 van een nok is voorzien, die met een uitsparing 48van de schuit samenwerkt om deze schuit te bewegen.

De hefboom 45 wordt door een trekveer 49 belast, dieoverigens tegen een vast punt rust; de veer 49 dient om deuit anker 44, hefboom 45 en schuif 29 bestaande eenheid naarde ruststand te trekken, die met het openen van de contactenovereenkomt. Een uitstekend element of een nok 50 is met dehefboom verbonden en verschijnt tegenover een venster 51 inhet voorvlak van de kast teneinde de gesloten toestand van decontacten in de contactsluitermodus aan te geven. De nok, diedeze toestand aangeeft, kan aan de voorzijde van de schuif 29zijn aangebracht. Vanzelfsprekend kan een ander transmissie¬mechanisme tussen het anker 44 en de schuif 29 en ook eenander systeem voor het belasten van het anker, de hefboom enhet transmissiesysteem zijn aangebracht.

De eenheid, die door de electromagneet 40 en de hefboom45 wordt gevormd, kan behalve in de kast 11 in een kast zijnaangebracht, die losneembaar met de kast 11 is verbonden.

De gedetailleerde uitvoering van een geschikte uitvoe¬ringsvorm van het aandri^felement 27 is in fig. 2 getoond.

Het element 27 is een gedeeltelijk gesloten beugel in devorm van een koker. De beugel 27 bezit een voorwand 52, tweezijwanden 53, 54, die van vlakken 55 voor het geleiden van decontactbrug 23 zijn voorzien, en een achterwand 56, die vaneen doorlaatopening 57 voor de veer 26 is voorzien. Hetsnelle openingsorgaan 28 en de schuif 29 rusten bij hetopenen tegen een eerste vlak 52a van de wand 52, terwijl deveer 26 via de brug 23 een kracht op een tweede vlak 52b vande wand 52 uitoefent. De zijden van de beugel 27 worden invaste geleidingsvlakken 58 geleid, die in de kast zijnaangebracht. Om de omvang te verkleinen bevinden de vlakken58 zich aan de van de vaste contacten 21, 22 afgekeerde zijdevan de contactbrug. Aldus wordt een bevredigende overbrengingvan de krachten naar de kast gewaarborgd, die het aandrijf-element 27 worden opgenomen en het gevolg zijn van de selec¬tieve belasting door het snelle openingsorgaan 28 en de schuif 29.

Opqemerkt wordt, dat de voorwand 52 van de koker bilvoorkeur een geringe dikte bezit, hetqeen bijdraaqt tot deqerinqe omvang van de transmissieinrichting.

Eig. 3 toont op meer gedetailleerde wijze dan fig. 1 eenuitvoeringsvorm van de contactsluiter-onöerbreker volgens deuitvinding. In het bijzonder kan worden opqemerkt, datklemmen 59 aanwezig zijn enerzijds ter verbinding van gelei¬ders, die voor de voeding van de spoel bestemd zijn, enanderzijds ter verbinding van een signalisatieschakeling methulpcontacten, die.niet getoond zijn, waarbij deze contactenmet de beweegbare eenheid 44, 45 zijn verbonden om de toe¬stand hiervan aan te geven. Een ruimte 60 is tussen hetvoetstuk van de kast 11 en de electromagneet 40 uitgespaard,zodat daarin eventueel een begrenzingselement met electrodv-namische repulsie kan worden aangebracht; een dergelijkelement kan bijvoorbeeld door . een contacthefboom wordengevormd, die bij eenvoudige onderbreking draait en in de wegvan de stroom tussen de klem 17 en het vaste contact 21 isaangebracht.

Uit fig. 4 blijkt, dat de platte schuil 29 een lineaal-vormig gedeelte 29a bevat, dat van de uitsparing 48 isvoorzien, waarmede de nok van de hefboom 45 samenwerkt, eentussengedeel te 29b en een achterste gedeelte 29c, dat uitdrie lippen 62 bestaat, die in een eenzijdig gesteunde voet63 eindigen (zie fig. 1 en 3). Aldus wordt bereikt, dat deschuit 29 zo dicht mogelijk bij het middenvlak P tegen deaandrijfelementen 27 wordt aangebracht. Elke lip 62 is vaneen spleet 64 voorzien, waarmede de lip op een vaste pen 65van de kast wordt vastgehouden, welke pen door de spleetsteekt. El^ „enten met een andere vorm als de spleten 64 enpennen 65 kunnen voor het geleiden van de lippen 62 zijnaangebracht.

Opqemerkt kan worden, dat het voorste gedeelte 29a vande schuif langs geleidingsvlakken 66 wordt geleid, die bijvoorkeur in een uitsteeksel 67 van de koker 42 van de spoel41 zijn aangebracht, terwijl het achterste gedeelte 29c vande schuif enerzijds langs de pennen 65 en anderzijds langsvaste vlakken 68 van de kast wordt geleid.

Fig. 5 toont het snelle openingsorgaan 28 van hetontkoppelmechanisme. Dit orqaan heeft de vorm van een balK,die van geleidmqsribben 70 is voorzien, die in groeven 71worden geleid, welke in schotten 72 tussen de polen ziinaangebracht. Aan de achterzijde van de groeven 71 bevindenzich ribben 73 voor de elektrische isolatie tussen de polent.er hoogte van het voetstuk 14. Aldus wordt van het multipo-laire karakter van het apparaat gebruik gemaakt; de groeven71 en ribben 70, 73 verschaffen de gewenste geleiding,terviil de leklijnen tussen geleidende elementen van naburigepolen worden verlengd. Het snelle openingsorgaan 28 wordtdoor veren 74 belast, waarvan de kracht zich bil de krachtvan een veer voegt, die niet getoond is en zich m het slot31 bevindt om het openen van de contacten te versnellen.

Fig. 6 toont op grotere schaal het snexle openingsorgaan28 en de aandrijfkokers 27. Ter bescherming is aan de uitein¬den van de veren een kap 75 aangebracht, die tegen de con-tactbrug 23 rust, en een axiale pen 76, die tegelijk met debodem van de kast gevormd is. Het gedeelte I van fig. 6 toontde stand van de onderdelen in het geval van een onderbreking,die door de electromagneet 40 wordt gestuurd; het gedeelte IIvan fig. 6 toont de stand van de onderdelen, wanneer decontacten gesloten zijn.

Fig. 7 toont een uitvoeringsvoorbeeld van de balk 28voor het snel openen en van de schuif 29. In het bijzonderbevat de balk 28 steungebieden 77, die tegen de elementen 27komen te rusten en van uitsparingen 78 zijn voorzien voor hetdoorlaten van eenzijdig gesteunde steungebieden 79 van devoeten van de schuif 29. De uitsparingen kunnen vanzelfspre¬kend in de schuif en de eenzijdig gesteunde steungebieden inde balk zijn aangebracht, waarbij essentieel is, dat met eenplatte schuif, die rechtlijnig in de ruimte 32 wordt geleid,een ligging dichtbij het vlak P tegen het aandrijfelement 27wordt bereikt, dat rechtlijnig wordt geleid.

Fig. 8 toont een contactbrug 23 in de openingsstand inde contactsluitermodus. De spoel 41 van de electromagneet 40wordt dan niet gevoed en het anker 44 bevindt zich in degeheven stand tegenover het stootstuk 43; aangezien dehefboom 45 in de richting volgens de wijzers van het uurwerk is gedraaid, neemt de schuif 29 een laagste stand in, waarinde schuif teqen het aandn if element 27 rust er· de aan tebrengen kracht op de brug 23 werkt, waardoor de veer 2b wordtsamengedrukt.

Wanneer een stroom door de spoel 41 gaat, keert deschuif 29 onder invloed van de veer 49 naar de bovenste standterug, zodat de contacten worden gesloten. Wanneer één van deontkoppelelementen 32, 33 dan een storing in de vorm van eente hoge intensiteit detecteert, wordt het slot 31 bediend,zodat het snelle openingsorgaan 28 omlaag beweegt en hetelement 27 doorboort, dat de brug 23 meeneemt en het openenveroorzaakt (fig. 9).

Uit fig. 10 blijkt, dat de geleidende elementen 19, 20van de polaire krachtwegen in de nabijheid van de vastecontacten 21, 22 C-vormiq zijn, zodat een te hoge intensiteitop deze plaats een electrodynamisqh repulsieeffeet tot standbrengt. In dit geval kan een bijzonder sterke repulsie eenrelatieve verplaatsing van de bruq 23 ten opzichte van hetaandri jf element 27 tot aan een door de wand b6 gevormdeaanslag veroorzaken (fig. 2).

Bij de in fig. 11 getoonde gewijzigde uitvoeringsvorm iseen specifiek begrenzingssvsteem met de contactbruggen 23verbonden. Dit svsteem bevat een slagpin 80, die werkzaam isin een punt, dat ten opzichte van de contactbruq excentrischis gelegen, dat wil zeggen in een punt, dat ten opzichte vanhet vlak P verschoven is. De slagpin 80 wordt door hetmagnetische ontkoppelelement 33 of door een extra magnetischontkoppelelement bediend en wordt door een veer 81 terugge¬steld. Wanneer een kortsluiting tussen de klemmen 17, 18optreedt, doorboort de slagpin 80 de contactbrug 23, zodatdeze tuimelt en het beweegbare contact 25 kortstondig van hetvaste contact 22 wordt gescheiden. Deze enkelvoudige onder¬breking wordt overgenomen door de dalende beweging van hetbeweegbare bedieningsorgaan 28, dat het beweegbare contact 24van het vaste contact 21 scheidt, waarbij een dubbele onder¬breking tot stand wordt gebracht, die gehandhaafd wordt,terwijl de slagpin 80 weer naar boven beweegt.

Claims (10)

1. Contactsluiter-onderbreker van het type met dubbeleonderbrekinq, bevattende in een kast: - tenminste een polaire weg, die vari een beweegbare contact-brug (23) is voorzien, welke met vaste contacten (21, 22)samenwerkt, waarbij de contactbruggen een gemeenschappelijkmiddenvlak (P) bezitten. - magnetische (33) en/oi thermische (34) ontkoppelelementen,die in de polaire wegen zijn aangebracht en, wanneer zij eente hoge intensiteit detecteren, het openen van de contactenvia een ontkoppelmechanisme (31) kunnen bedienen, - -tenminste een handbedieningsknop (35, 36) , die aan hetvoorvlak van de kast is aangebracht en het ontkoppelmechanis¬me bedient om de contacten te openen en te sluiten en hetmechanisme opnieuw te spannen, en bevattende: - een electromagneet (40), die een spoel en een beweegbaaranker (44) bezit, waarmede een bedieningsmechanisme isverbonden, welk mechanisme zodanig is uitgevoerd, dat decontacten als functie van de stroom, die door de spoel gaat,geopend en gesloten worden, - aandrijfmiddelen, die voor het openen van de contactbruggen(23) zorgen als gevolg van de beweging van enerzijds een snelopeningsorgaan (28) van het ontkoppelmechanisme en anderzijdseen element, dat bij het bedieningsmechanisme behoort, met het kenmerk, dat - de aandrijfmiddelen voor elke polaire weg een afzon¬derlijk aandrijfelement (27) bevatten, dat in vaste gelei-dingsvlakken (58) ten opzichte van de kast kan verschuiven enmet de respektievelijke contactbrug (23) is verbonden om destoot van het snelle openingsorgaan (28) te kunnen opnemen ende brug te kunnen aandrijven, - het mechanisme een schuif (29 bevat, die evenwijdigaan het middenvlak (P) verplaatsbaar is en in geleidingsvlak-ken van de kast kan verschuiven, waarbij de schuif op deverschillende aandrijfelementen (27) kan zijn aangebracht.

2. Contactsluiter-onderbreker volgens conclusie 1, methet kenmerk, dat elke contactbrug 23 van het respektieveaandrijfelement (27) is ontkoppeld en door een contactdruk- en terugstelveer l'A£) in de richting van een wand (52) vanhet aandriifelement wordt belast, waartegen liet snelleopeningsorgaan (2«) en de schuit (29) kunnen worden aange¬bracht, waarbij het aandriifelement van geieidiriqsviakken·(55) voor de contactbrug is voorzien.

3. Contactsluiter-onderbreker volgens conclusie 1 ot 2,met het kenmerk, dat elk aandriiielement (27) de vorm van oenbeugel heelt, die een centraal gedeelte van de respektievecontactbrug (23) bedekt, waarbii de beugel langs vastegeieidingsvlakken (58) wordt geleid, die aan de van de vaste,beweegbare coritaclen algekeerde zijde van de contactbrug inde kast (11) zijn aangebracht.

4. Contactsluiter-onderbreker volgens conclusie 3, methet kenmerk, dat de beugel (27) de contactbrug (23) doormiddel van eeri dunne wand (52) bedekt.

5. Contactsluiter-onderbreker. volgens conclusie 3 of 4,met het kenmerk, dat de beugel (27) gedeeltelijk in de vormvan een koker gesloten is door een wand (56) , die van eendoorlaatopening (57) voor de terugstel-· en contactdrukveer(26) is voorzien.

6. Contactsluiter-onderbreker volgens één der conclusies1 tot 5, met het kenmerk, dat: - het ontkoppelmechanisme in een platte ruimte (32) isaangebracht, waarvan het middenvlak nagenoeg met het midden¬vlak (P) van de contactbruggen samenvalt, - de schuif (29) een plat element is, dat zich tussen eenkoker (42) van de electromagneet (40) en de ruimte (32)bevindt, - de schuif (29) aan het nabij de aandrijfelementen (27)gelegen einde van eenzijdig gesteunde poten (63) is voorzien,die in steungebieden, welke zich in de nabijheid van hetmiddenvlak bevinden, tegen de elementen kunnen worden aange¬bracht .

7. Contactsluiter-onderbreker met dubbele onderbreking,bevattende in een kast (11): - tenminste één polaire weg, die voorzien is van een beweeg¬bare contactbrug (23) met middenvlak (P) , welke met vastecontacten (21, 22) samenwerkt, - magnetische (33) en/of thermische (34) ontkoppelelementen, die in de polaire wegen ziin geplaatst en m staat 21 in om,wanneer zij een te hoge intensiteit detecteren, via eenontkoppelmecnanisme (11) het openen van de contacten testuren, - tenminste een handbedieninqsknop (35, 36) , die aan hetvoorvlak van de kast is geplaatst en op het ontkoppelroecha-msme werkt om de contacten te openen en te sluiten en hetmechanisme opnieuw te spannen, en bevattende: - een electromagneet. (10) , die een spoel en een beweegbaaranker (44) bezit, waaraan een bedieningsmechanisme is beves¬tigd, waarbij dit mechanisme zodanig is uitgevoerd, dat decontacten geopend en gesloten worden als functie van destroom, die door de spoel gaat, - aandrijfmiddelen voor het openen van de contactbruggen (23)tengevolge van de beweging van enerzijds een snel openingsor-gaan (28) van het ontkoppelmechanisme en anderzijds van eenelement, dat bi} het bedieningsmechanisme behoort, met hetkenmerk, dat - de aandrijfmiddelen voor elke polaire weg een afzonderlijkaandrijf element (27) bevatten, dat met de respektieve con-tactbrug (23) verbonden is om de stoot van het snelle ope-ningsorgaan (28) op te nemen en de brug te bewegen, - het bedieningsmechanisme een schuif (29) bevat, die even¬wijdig aan het middenvlak (P) verplaatst kan worden, - de schuif een element met een in het algemeen platte vormis, dat zich in een vlak evenwijdig aan het middenvlak (P)uitstrekt en zich tussen een koker (42) van de electromagneeten een platte ruimte (32) bevindt, waarin het ontkoppelmecha¬nisme is geplaatst, zodat een bedieningseenheid met eengeringe dikte wordt gevormd, - de schuif van lippen (62) is voorzien, waarvan het aantalgelijk aan dat van de polen is, waarbij deze lippen ineenzijdig gesteunde poten (63) eindigen, die in steungebie-den, welke zich in de nabijheid van het middenvlak (P)bevinden, tegen de respektieve aandrijfelementen (27) kunnenworden aangebracht.

8. Contactsluiter-onderbreker volgens conclusie 7, methet kenmerk, dat de schuif (29) door geleidingselementen (66)wordt geleid, die op de koker (42) van de electromagneet (40) zijn aangebracht. Contactsluiter-onderbreker volgens conclusie 7 of 8.met het kenmerk, dat de lippen (62) van de schuif (29)vormelementen (64) bezitten, die geleid worden door vormele¬menten (6b) , die bij het vormproces van de kast (11) gevormdzi jn. lü. Contactsluiter-onderbreker volgens één der conclu¬sies 1 tot 9, met het kenmerk, dat het snelle openingsorgaan(28) van qeleidingsribben (70) is voorzien, die in groeven(71) kunnen glijden, welke in schotten (72) tussen de polenzijn aangebracht om een bijdrage tot de elektrische isolatietussen de polen te vormen.

11. Contactsluiter-onderbreker volgens één der conclu¬sies 2 tot 10, met het kenmerk, dat in elke polaire weg eenelectromagnetisch ontkoppelelement is aangebracht, dat meteen slagpin (80) verbonden is, die de contactbrug (23) tenopzichte van het aandrijfelement (27) kan laten kantelen als reactie op een kortsluiting van de stroom, zodat een begren- * zing van deze stroom door enkelvoudige onderbreking tot standwordt gebracht.

12. Contactsluiter-onderbreker volgens één der conclu¬sies 1 tot 11, met het kenmerk, dat - het snelle openingsorgaan (28) en/of de schuif (29) eenbalk bevat, die steungebieden (77) onderling verbindt, welketegen de verschillende aandrijfelementen (27) kunnen wordenaangebracht, - de balk van uitsparingen (78) voor het doorlaten van desteungebieden (79) is voorzien, die eenzijdig gesteund op deschuif en/of . het snelle openingsorgaan zijn aangebracht enin de nabijheid van het middenvlak tegen de aandrijfelementenkomen te rusten.