NL9001604A - Werkwijze en inrichting voor het onthouten en bereiden van vlas. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het onthouten en bereiden van vlas. Download PDF

Info

Publication number
NL9001604A
NL9001604A NL9001604A NL9001604A NL9001604A NL 9001604 A NL9001604 A NL 9001604A NL 9001604 A NL9001604 A NL 9001604A NL 9001604 A NL9001604 A NL 9001604A NL 9001604 A NL9001604 A NL 9001604A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
flax
rollers
fibers
crushing
transverse
Prior art date
Application number
NL9001604A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Jakob Bahmer En Kaspar Bahmer
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Jakob Bahmer En Kaspar Bahmer filed Critical Jakob Bahmer En Kaspar Bahmer
Publication of NL9001604A publication Critical patent/NL9001604A/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D01NATURAL OR MAN-MADE THREADS OR FIBRES; SPINNING
    • D01BMECHANICAL TREATMENT OF NATURAL FIBROUS OR FILAMENTARY MATERIAL TO OBTAIN FIBRES OF FILAMENTS, e.g. FOR SPINNING
    • D01B1/00Mechanical separation of fibres from plant material, e.g. seeds, leaves, stalks
    • D01B1/10Separating vegetable fibres from stalks or leaves
    • D01B1/14Breaking or scutching, e.g. of flax; Decorticating
    • D01B1/22Breaking or scutching, e.g. of flax; Decorticating with crushing or breaking rollers or plates

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Preliminary Treatment Of Fibers (AREA)

Description

Werkwijze en inrichting voor het onthouten en bereiden vanvlas
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze eneen inrichting voor het onthouten en bereiden van vlas doorhet breken van het vlas en het van de vlasvezels scheiden vande houtbestanddelen.
In toenemende mate wordt voor een op planten geba¬seerde produktie in de landbouw het aanplanten van vlas res¬pectievelijk vezelvlas bepleit. Vlas kan op de meest uiteenlo¬pende gebieden worden toegepast. Het kan bijvoorbeeld op hetgebied van textiel, bijvoorbeeld ter vervaardiging van linnenweefsels, voor snoeren of dergelijke worden toegepast. Boven¬dien wordt ook de toepassing als vervanging voor asbest nage¬streefd. Wanneer men vlasvezels bijmengt bij papier leidt dittot een dienovereenkomstige verhoging van de stabiliteitrespectievelijk een hogere scheursterkte van het papier.
Problematisch en gecompliceerd is echter het uit hetvlasstro winnen van de vlasvezels. De tot nog toe bekendeoogsttechniek bestaat uit processen zoals repelen, keren,ontzaden en persen. Als eerste is het hierbij noodzakelijk omhet geoogste vlas gedurende circa vier tot zes weken op hetveld te laten, teneinde het zogenaamde veldroten van hetgerepelde vlas te bereiken. Het veldrootproces wordt doorkleine schimmels veroorzaakt, die altijd als mycelium in hetvezelvlasstro aanwezig zijn. Onder de wisselende invloed vanwarmte en vochtigheid komen de schimmelsporen zeer spoedig totontkiemen en vinden in de pectine van de vlasstengel eenspecifieke voedingsbodem. Na ongeveer twee weken moet hetvlasstro worden gekeerd en pas na vier tot zes verdere wekenis het roten beëindigd. Deze lange tijd op het veld is echterproblematisch, in het bijzonder ten gevolge van weerrisico1s.Wanneer het bijvoorbeeld tegen het einde van de roottijdregent kan het stro niet op het juiste tijdstip naar binnenworden gebracht, aangezien het in vochtige toestand zou beder¬ven. Dit betekent, dat het rootproces dan voortduurt en debastvezels ook worden aangegrepen. In dit geval spreekt menvan overroting. Bij zeer slechte weersomstandigheden kan zelfseen totaal verlies van de vezelvlasoogst optreden.
Een verder nadeel van het veldroten is de daardoorontstane door de werkwijze veroorzaakte sterk begrensde zwad-dikte, die bij grote opbrengsten niet altijd kan worden ge¬handhaafd. Nadelig is verder, dat door de lange ligtijd debetreffende velden vol onkruid kunnen raken, en hierdoor eenvertraging van de bewerking van de akker in de herfst ont¬staat.
De aansluitende verwerkingstechnologie bestaat uithet breken en zwingelen in zogenaamde zwingelmessen, alsmedehet hekelen in de spinnerijvoorbereiding.
De bekende zwingelmessen zijn ontworpen voor deverwerking van geroot vlas en eindigen met het afgeven vanzogenaamde handvollen, die met de hand aan de uitgang van deinrichting worden weggenomen, opgewikkeld en tot balen wordensamengevoegd. Een groot gedeelte van afval uit werk, dat wilzeggen korte vlokvezels, is bij dit proces het gevolg.
Het aldus samengevoegde gezwengelde vlas moet overwe¬gend worden toegevoerd aan een hekelinrichting en hieropaansluitende arbeidsprocessen, teneinde aansluitend bijvoor¬beeld op het gebied van textiel te kunnen worden toegepast.
Het voorzien van de hekelmachine met de handvollen geschiedttot nu toe met de hand en samen met het hekelen is dit één vande meest kostenintensieve processen in de vervaardiging vanhet vlas. Van nadeel is bovendien, dat dit proces slechts voorhet vervaardigen van lange vezels geschikt is.
De onderhavige uitvinding beoogt derhalve het onthou-ten en bereiden van vlas te vereenvoudigen, in het bijzonderhet uit het vlas winnen van vlasvezels te versnellen en tebereiken met minder inspanning.
Overeenkomstig de uitvinding wordt dit doel hierdoorbereikt, dat vlasbalen na een ontzaden via een toevoerinrich-ting worden toegevoerd aan een uit een aantal met elkaarsamenwerkende walsen bestaande breekinrichting, waarbij daar¬tussen of daarna een schudden van het vlas wordt uitgevoerd,en dat aansluitend een oriënteren en bundelen van de vlasve¬zels plaatsvindt, waarna deze als streng worden gedeponeerd.
Door de werkwijze volgens de uitvinding is het moge¬lijk om vers vlas zonder het daaraan voorafgaande tijdsinten¬sieve roten continu te onthouten en tot een spinband te ver¬werken, dat vervolgens geordend kan worden gedeponeerd, het- geen bijvoorbeeld in spinkannen, transportzakken, wikkels ofrollen kan geschieden. Op deze wijze wordt in aanzienlijkkortere tijd en zonder een groot weerrisico een fabrieksmatigemogelijkheid tot verdere verwerking verschaft, namelijk zonder> gecompliceerde inrichtingen. Het op deze wijze verkregenspinband kan meteen voor de beoogde toepassing worden afge¬voerd.
In een constructieve uitvoeringsvorm van de werkwijzevolgens de uitvinding kan ervoor zijn gezorgd, dat de toe-) voerinrichting een kamvormige ontzaadinrichting bezit, diedwars op de voortbewegingsrichting van het vlas beweegbaar is.
Door de dwarsbeweging van de ontzaadinrichting vindtnagenoeg een afstropen van de zaden ter plaatse van de kammenplaats.
i Op eenvoudige wijze kan er daarbij voor zijn gezorgd, dat de kamvormige ontzaadinrichting een omlopende eindlozeband, een ketting of dergelijke bezit, vanaf welke een aantalnaast elkaar en op een geringe afstand van elkaar geplaatstepennen naar buiten steken.
i In dit geval is het slechts vereist om de omloop¬ snelheid van de kamvormige inrichting aan te passen aan debewerkingsvoortbewegingssnelheid van het vlas.
Een eenvoudige toevoerinrichting respectievelijktransportinrichting voor de bewerking van het vlas kan hieruiti bestaan, dat de toevoerinrichting ten minste een paar bovenelkaar gelegen intrekwalsen bezit, waarvan de assen loodrechtrespectievelijk dwars op de bewerkingsvoortbewegingsrichtingvan het vlas liggen en die met een transportinrichting, diedwars op de bewerkingsvoortbewegingsrichting van het vlasi ligt, samenwerkt.
Op voordelige wijze zal men in het algemeen op eengeringe afstand van elkaar in de voortbewegingsrichting tel¬kens twee boven elkaar geplaatste intrekwalsparen toepassen,waarbij men eventueel voor een beter intrekken van het vlasvanaf de zijde de assen van de boven elkaar gelegen walsenenigszins schuin ten opzichte van elkaar plaatst, namelijkzodanig, dat de invoerspleet tussen de walsen zich vernauwt.
Een eenvoudiger intrekken ontstaat, wanneer men inhet gebied van de intrekwalsen, bij voorkeur tussen twee opeen afstand van elkaar geplaatste walsparen een dwarstrans- portinrichting tussen deze paren aanbrengt. Indien nodig kanbovendien ook nog of in plaats daarvan een dwarstransportin-richting, bijvoorbeeld in de vorm van transportschroeven metdwars op de bewerkingsvoortbewegingsrichting gelegen assenzijn toegepast.
De dwarstransportinrichting kan bijvoorbeeld opvoordeliger wijze bestaan uit een omlopende band, een kettingof dergelijke, die is voorzien van schoepvormige delen, diedwars op de bewerkingsvoortbewegingsrichting worden bewogen enop deze wijze het zijdelings in de inrichting te trekken vlastussen de intrekwalsen brengen, van waaruit het onder eenrechte hoek of alnaargelang de aanwezige ruimte ook schuindaarop in de bewerkingsvoortbewegingsrichting wordt verdergetransporteerd.
De breekinrichting kan uit een aantal paarsgewijsboven elkaar geplaatste en samenwerkende breekwalsen bestaan,die in de voortbewegingsrichting achter elkaar zijn geplaatst.Voor een optimale en snelle scheiding van de houtbestanddelenvan de vlasvezels kunnen de oppervlakken van de walsen metzich in de as-, spiraal- of pijlrichting van de wals uitstrek¬kende ribben zijn voorzien, die over de omtrek verdeeld zijnaangebracht. Hierbij kan het aantal daarvan in de voortbewe¬gingsrichting toenemen waarbij gelijktijdig ook de grootterespectievelijk hoogte daarvan afneemt. Dit betekent, datvanaf een grove bewerking naar het einde toe deze telkensfijner wordt. Gelijktijdig worden daarbij de houtbestanddelenafgescheiden. Dit kan nog in sterkere mate plaatsvinden,wanneer bij een andere uitvoeringsvorm van de uitvindingervoor is gezorgd, dat tussen of aansluitend op de breekin¬richting een afzuig- of wegblaasinrichting is toegepast. Dezekan bijvoorbeeld uit een zeeftrommel bestaan, die voor hetverder transporteren van het vlas in de voortbewegingsrichtingroteert, waarbij echter in het inwendige daarvan een statio¬naire blaasinrichting, bijvoorbeeld bestaande uit een ventila¬tor, is aangebracht.
Op de breekinrichting kan een schud- en transportin¬richting aansluiten, door welke de houtbestanddelen in sterke¬re mate worden gescheiden van de vlasvezels.
Hierbij kan ervoor worden gezorgd, dat achter debreekinrichting een schud- en transportinrichting is ge- die ten minste een eindloze rondlopende band, een ketting ofdergelijke bezit, waarop dwars op de voortbewegingsrichtingvan het vlas gelegen benen zijn aangebracht.
Een foutloos transport wordt verschaft, wanneerervoor is gezorgd, dat de benen in dwarsdoorsnede gezientelkens een driehoekige vorm bezitten, waarbij een punt van dedriehoek naar het te transporteren vlas is toegekeerd.
Een goed transport bij een gelijktijdig plaatsvindendschudden en eventueel een resterend ontsluiten treedt op,wanneer twee eindloze in de voortbewegingsrichting van hetvlas rondlopende banden, kettingen of dergelijke met daaropaangebrachte benen zijn toegepast, waarbij de banden bovenelkaar zijn aangebracht en ten minste één der twee banden isvoorzien van een vibratieinrichting.
In een daarop aansluitende naaldvoorziening kan eenoriëntatie en ordening van de verkregen vlasvezels geschieden.
Een voordelige uitvoeringsvorm van de naaldvoorzie¬ning kan hieruit bestaan, dat de naaldvoorziening uit tweeboven elkaar gelegen eindloze rondlopende banden, kettingen ofdergelijke bestaat, die vanaf de banden, kettingen of derge¬lijke naar buiten gekeerde reeksen naalden bezitten, die zichten minste bij benadering dwars over de breedte van de banduitstrekken, waarbij de naalden van de twee transportbandenzodanig ten opzichte van elkaar zijn geplaatst, dat ze afwis¬selend in elkaar grijpen.
Door de talrijke naast elkaar gelegen en meerderereeksen van achter elkaar gelegen naalden, waarbij deze doorde tegenover elkaar gelegen banden in elkaar grijpen, wordteen goed oriënteren en ordenen van de vlasvezels verkregen.Hiertoe zal men in het algemeen de bewegingssnelheid van debeide banden langzamer kiezen dan de bewegingssnelheid van dedaaropvolgende versnellingswalsen, die ertoe kunnen dienen, omde vlasvezels dienovereenkomstig in de lengte evenwijdig teoriënteren en te verfijnen.
Het bundelen tot een streng kan hierdoor geschieden,dat voor het bundelen van de vlasvezels twee boven elkaaraangebrachte eindloze rondlopende transportbanden zijn toege¬past, tussen welke de vlakke vezels doorlopen, waarbij debeide transportbanden zijn voorzien van schudinrichtingen, diedwars op de voortbewegingsrichting van het vlas gerichte schudbewegingen opwekken.
De vlasvezels worden door de nauwe spleet tussen debeide transportbanden, die hiertoe in het algemeen gladde offijn geprofileerde oppervlakken bezitten, getrokken, waarbiji door de dwarsbewegingen de vezels worden geworgd en gebundeld.
Door een daarachter geschakelde regelinrichting kanvervolgens de banddikte respectievelijk het gewicht nog pre¬ciezer worden ingesteld. Hiervoor kan bijvoorbeeld bij eenuitvoeringsvorm volgens de uitvinding ervoor zijn gezorgd, dat) de regelinrichting achter elkaar op een afstand geplaatste enmet verschillende toerentallen draaiende rollen of walsenbezit. Door een geschikte keuze respectievelijk variatie vande toerentallen van de walsen van de vezelinrichting tenopzichte van elkaar wordt het vezelband dienovereenkomstig> uitgerekt en aldus qua dikte gereduceerd.
Het daarop aansluitende opslaan van het continu uitde inrichting komende vezelband kan via een transportband ineen op zichzelf bekende wijze geschieden. In plaats van dekanopslag kunnen ook wikkel- of oprolinrichtingen wordeni toegepast.
Hierna worden uitvoeringsvoorbeelden van de uitvin¬ding aan de hand van de tekening in principe beschreven.
Hierin toont:
Fig. 1: een principiële weergave van de inrichting in zijaan- ! zicht;
Fig. 2: een bovenaanzicht van de inrichting uit figuur 1;
Fig. 3: een zijaanzicht van de toevoerinrichting voor een vlasbaal, en;
Fig. 4: een op grotere schaal weergegeven gedeelte van de i breekinrichting met een wegblaasinrichting.
In de inrichting volgens de uitvinding wordt een teonthouten en te verwerken vlasbaal 1 op een schuine transpor¬teur 2 gelegd, waarna de in het algemeen aanwezige vloerenworden verwijderd. Op een kleine afstand van het onderstei uiteinde van de schuine transporteur 2 is een aandrijfwals 3aangebracht, waar de vlasbaal zijdelings opligt. Het anderecontactpunt van de vlasbaal 1 bevindt zich ter plaatse van deschuine transporteur 2, waardoor de vlasbaal 1 een soortprismatische lagering ondervindt. Wanneer thans de van meene-i mers voorziene schuine transporteur en gelijktijdig tevens de aandrijfwals 3 corresponderend worden aangedreven wordt devlasbaal 1 na het verwijderen van de omsnoering dienovereen¬komstig afgewikkeld en wordt de vlakke vlas naar boven ge¬transporteerd en bereikt daarbij het intrekgebied van eentoevoerinrichting 5 met een ontzaadinrichting 4.
De ontzaadinrichting bezit een eindloze dwars op debewerkingsvoortbewegingsrichting (zie pijl 6 in figuur 1)rondlopende band 7, vanaf welke kamvormig aangebrachte pennen8 naar boven steken, die dwars op de bewerkingsvoortbewegings-richting worden verschoven. Wanneer de vlasbaal 1 zodanig opde schuine transporteur 2 is gelegd, dat de zaden op de ach¬terste, dat wil zeggen naar de ontzaadinrichting 4 toegekeerdezijde zijn gelegen, worden de zaden tijdens de gelijktijdigoptredende voorwaartse beweging in de bewerkingsvoortbewe-gingsrichting (zie pijl 6) door de pennen 8 afgestreken. Opdit tijdstip bevindt het vlas zich namelijk reeds in de toe¬voerinrichting 5, welke de transportrichting van de schuinetransporteur 2 verandert in een dwars daarop gelegen bewer-kingsvoortbewegingsrichting.
De toevoerinrichting 5 bezit twee walsparen metintrekwalsen 9 en 10, die telkens boven elkaar gelegen samen¬werken. De assen van een telkens samenwerkend walsenpaar zijnniet evenwijdig, doch enigszins schuin ten opzichte van elkaargeplaatst, namelijk zodanig, dat een zich vernauwende intrek-spleet ontstaat (zie figuur 3).
De intrekwalsen 9 en 10 strekken zich in hoofdzaakover de gehele bewerkingsbreedte uit.
Tussen de beide walsparen met de intrekwalsen 9 en 10bevindt zich een dwarstransportinrichting, die uit een ketting11 met daarop aangebrachte schoepvormige delen 12 staat. Deketting 11 met de schoepvormige delen 12 loopt dwars op debewerkingsvoortbewegingsrichting rond en trekt hierdoor hetaan de bovenzijde van de schuine transporteur 2 uittredendevlas tussen de intrekwalsen 9 en 10 in.
Voor een beter intrekken en voor het oriënterenkunnen voor het voorste walspaar nog één of eventueel tweetransportschroeven 13 met telkens een dwars op de voortbewe-gingsrichting geplaatste as zijn toegepast.
Vanaf de toevoerinrichting 5 bereikt het vlas dooreen zo gelijkmatig mogelijke toevoer een breekinrichting 14.
De breekinrichting 14 bezit een aantal telkens boven elkaargeplaatste paren breekwalsen 15, tussen welke het te onthoutenvlas doorloopt.
Tussen de breekwalsparen 15 kunnen één of meerdereafzuig- of wegblaasinrichtingen 16 zijn toegepast. In figuur 4is een vormgeving voor de breekwalsen 15 en een wegblaasin-richting 16 bij wijze van voorbeeld aangeduid.
Zoals hieruit blijkt zijn de breekwalsen 15 voorzienvan over hun omtrek verdeeld zich in de lengterichting van deas van de breekwalsen 15 of spiraal- of pijlvormig uitstrek¬kende ribben 17. Terwijl de ribben 17 op de breekwalsen 15 inhet toevoergebied nog grof zijn en een grote afstand totelkaar bezitten worden ze naar het einde van de breekinrich¬ting 14 toe zowel wat hun grootte als vorm betreft kleineralsmede talrijker.
Terwijl de ribben in het toevoergebied eventueelspits uitlopen respectievelijk in dwarsdoorsnede een driehoe¬kige vorm bezitten, zijn ze in het achterste gebied afgerond.De boven elkaar gelegen breekwalsen 15 zijn wat hun onderlingeafstand betreft zodanig instelbaar, dat een optimaal onthoutenen een optimaal transport van het vlas kan plaatsvinden.
De in figuur 4 weergegeven wegblaasinrichting 16bezit een zeeftrommel 18, die roteert met de voortbewegings-snelheid van het vlas. In het inwendige van de zeeftrommelbevindt zich stationair een blaasinrichting 19 (blaaskamer)met een niet weergegeven ventilator.
Op de breekinrichting 14 sluit een schud- en trans¬portinrichting 20 aan.
De schud- respectievelijk transportinrichting 20bezit twee boven elkaar gelegen en via omkeerwalsen eindloosrondlopende transportbanden 21, die op een afstand van elkaargeplaatste benen 22 bezitten, die zich dwars op de voortbewe-gingsrichting (pijl 6) uitstrekken. Tussen de benen 22 is eendienovereenkomstige vrije ruimte aanwezig, door welke de uithet vlas verwijderde houtbestanddelen naar beneden kunnenvallen.
Terwijl de onderste transportband 21 slechts voor hettransport dient, waartoe de benen 22 in dwarsdoorsnede gezieneen driehoekige vorm bezitten, waarbij een punt in de richtingnaar het te transporteren vlas is gekeerd, is de bovenste transportband 21 in een raam gelagerd, dat door een vibratie-motor 23 in trilling wordt gebracht. Indien nodig kunnen debenen van de boven elkaar gelegen transportbanden ook inelkaar grijpen of elkaar nagenoeg aanraken.
Op de schud- en transportinrichting 20 sluit eennaaldvoorziening 24 aan. De naaldvoorziening bestaat eveneensuit twee boven elkaar gelegen transportbanden 25, die eveneensvia omkeerwalsen eindloos rondlopen.
Elke transportband 25 is voorzien van een grootaantal naast elkaar en in reeksen achter elkaar geplaatstenaalden, die een soort harken vormen.
De naalden 26 en de voortbewegingssnelheid van debeide transportbanden 25 kan zodanig worden gekozen, dat denaalden van één reeks telkens tussen de naalden van tweereeksen van de tegenover gelegen transportband steken. Op dezewijze wordt een oriëntatie van de vlasvezels bewerkstelligd,waartoe tevens achter de naaldvoorziening 24 een walspaar 27voor het versnellen van het vlas is toegepast, dat met eenlangzamere voortbewegingssnelheid door de naaldvoorziening 24beweegt.
Op het versnellingswalspaar 27 sluit een inrichtingvoor het bundelen van de vlasvezels aan. Deze bestaat opnieuwuit de twee boven elkaar gelegen vlakke banden 28, die even¬eens door omkeerwalsen voor een eindloos rondlopen wordengeleid. De vlakke banden 28 laten tussen zich in een zeernauwe spleet open, waar de vlasvezels naar binnen wordengetrokken. De beide vlakke banden 28 zijn telkens in een raam29 gelagerd, dat via een excentriekinrichting 30 telkens eendwarsbeweging op de voortbewegingsrichting van de vlasvezelsopwekt. Op deze wijze geschiedt een wrijvende beweging enworden de vlasvezels tot een bundel samengevormd.
Tevens moet worden opgemerkt, dat door de inrichtingvolgens de uitvinding de lengte van de vlasvezels geen speci¬ale rol speelt. Veeleer kunnen de vlasvezels op deze wijze toteen "oneindige" vlasband worden gevormd, namelijk onafhanke¬lijk van de lengte van de afzonderlijke vlasvezels.
Op de vlakke banden 28 sluit een regelinrichting 31aan. De regelinrichting 31 kan bijvoorbeeld twee achter elkaargelegen walsparen 32 bezitten, tussen welke door de reeds toteen streng gevormde vlasvezels worden getrokken. Wanneer hierbij bijvoorbeeld het stroomafwaarts gelegen walspaar eengrotere snelheid bezit dan het dichter bij de vlakke banden 28gelegen walspaar vindt een dienovereenkomstige uitrekking enderhalve gewichtsreductie van de vlasband plaats. Op dezei wijze kan het gewicht en de dikte respectievelijk breedte vande vlasvezels worden geregeld. Vanaf de regelinrichting 31bereikt de vlasstreng via een transportband en via omkeerwal-sen 33 en een deponeerinrichting 34 met een zich corresponde¬rend bewegende arm een kanopslag 35, waarin de streng spiraal-) vormig wordt opgewikkeld. De manier van functioneren van dedeponeerinrichting 34 voor een spiraalvormig deponeren isalgemeen bekend.
De inrichting volgens de uitvinding werkt thans op devolgende wijze: ί De op de schuine transporteur 2 neergelegde en geo¬ pende vlasbaal 1 wordt met behulp van de schoepvormige delen12 en de transportschroef 13 tussen de intrekwalsen 9 en 10getrokken, waarbij aansluitend in samenwerking met de bewer-kingsvoortbewegingsinrichting overeenkomstig pijl 6 en dei ontzaadinrichting 4 het zaad wordt verwijderd. Tijdens hetdoorlopen van de breekinrichting 14 wordt het houtbestanddeelvan het vlas verwijderd, waarbij de verwijdering tevens doorde wegblaasinrichting 16 wordt versterkt. Tijdens het daaropaansluitende passeren van de schud- en transportinrichting 20i worden nog in de vlasvezels aanwezige houtbestanddelen verwij¬derd.
De op deze wijze grotendeels van houtbestanddelenontdane wirwar van vlasvezels wordt in de daaropvolgendenaaldvoorziening 24 geschikt geordend en georiënteerd, dat wili zeggen dat een soort kamproces optreedt.
Door de daaropvolgende vlakke banden 28, tussen welkede georiënterende vlasvezels worden doorgetrokken, wordt doorde dwarsbeweging daarvan een bundel uit vlasvezels gevormd,die eventueel na een gewichtsinstelling door de regelinrich-: ting 31 in de kanopslag 35 wordt gedeponeerd als eindlozevezelstreng.
Vanzelfsprekend zijn de weergegeven inrichtingsonder-delen slechts bij wijze van voorbeeld genoemd. In het kadervan de uitvinding kunnen afzonderlijke onderdelen ten allei tijde worden vervangen door andere onderdelen, die dezelfde functie vervullen.
In plaats van een toevoer van het vlas vanaf eendwarszijde via een schuine transporteur kan, in zoverre dehoogteverhoudingen dit toelaten, ook een toevoer van bovenafrechtstreeks op de toevoerinrichting 5 met de beide intrekwal-sen 9 en 10 geschieden. Eveneens is eventueel een toevoervanaf de achterzijde mogelijk.
Indien nodig kan de ontzaadinrichting 4 ook nog zijnvoorzien van een schuin mes 36 (zie figuur 3), dat zich aan devan de schuine transporteur 2 afgekeerde zijde bevindt. Hetschuine mes 36 is hierbij aangebracht in een gebied kort voorde omkeerwals van de eindloze rondlopende band 7. Wanneer doorde naar boven uitstekende pennen 8 eventueel zaden nog nietzijn afgestreken worden deze afgesneden, wanneer ze tijdens deintrekbeweging in de nabijheid van het schuine mes komen.Gelijktijdig wordt hierbij ook een zekere oriëntatie van hetvlas bewerkstelligd.
Teneinde de van de vlasbaal 1 afrollende lagen beterte ordenen en gelijktijdig het vlas enigszins samen te druk¬ken, kan op een geringe afstand boven de schuine transporteur2 een geleidingswals 37 zijn aangebracht (zie figuur 3).

Claims (27)

1. Werkwijze voor het onthouten en bereiden van vlasdoor het breken van het vlas en het van de vlasvezels scheidenvan de houtbestanddelen, met het kenmerk, dat vlasbalen (1) na een ontzaden via een toevoerinrichting (5, 9, 10, 11, 12,13) worden toegevoerd aan een uit een aantal met elkaar samen¬werkende walsen (9, 10, 15) bestaande breekinrichting (14),waarbij daartussen of daarna een schudden van het vlas wordtuitgevoerd, en dat aansluitend een oriënteren en bundelen vande vlasvezels plaatsvindt, waarna deze als streng wordengedeponeerd.
2. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijzevolgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de toevoerinrichting(5) een kamvormige ontzaadinrichting (4) bezit, die dwars opde voortbewegingsrichting van het vlas beweegbaar is.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk,dat de kamvormige ontzaadinrichting (4) een omlopende eindlozeband, een ketting of dergelijke bezit, vanaf welke een aantalnaast elkaar en op een geringe afstand van elkaar geplaatstepennen (8) naar buiten steken.
4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, met hetkenmerk, dat de toevoerinrichting (5) ten minste een paarboven elkaar gelegen intrekwalsen (9, 10) bezit, waarvan deassen loodrecht respectievelijk dwars op de bewerkingsvoortbe-wegingsrichting van het vlas liggen en die met een transport¬inrichting (2), die dwars op de bewerkingsvoortbewegingsrich-ting van het vlas ligt, samenwerkt.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk,dat de assen van de boven elkaar gelegen intrekwalsen (9, 10)ten opzichte van elkaar enigszins schuin zijn geplaatst,namelijk zodanig, dat in de intrekrichting een zich versmal¬lende spleet ontstaat.
6. Inrichting volgens één der conclusies 2 tot 5, methet kenmerk, dat in de buurt van de intrekwalsen (9, 10)dwarstransportinrichtingen (11, 12, 13) zijn aangebracht.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk,dat de dwarstransportinrichting een omlopende ketting, eenband of dergelijke (11) met schoepvormige delen (12) omvat.
8. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk,dat de dwarstransportinrichting een schroefas (13) bezit,waarvan de as dwars op de bewerkingsvoortbewegingsrichting vanhet vlas is gelegen.
9. Inrichting volgens één der conclusies 2 tot 8, methet kenmerk, dat de breekinrichting (14) een aantal paarsge¬wijs boven elkaar geplaatste en telkens samenwerkende breek-walsen (15) bezit.
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk,dat de oppervlakken van de breekwalsen (15) zijn voorzien vanzich in de lengterichting van de wals of spiraalvormig ofpijlvormig uitstrekkende en verdeeld over de omtrek aange¬brachte ribben.
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk,dat het aantal van de over de omtrek verdeelde ribben (17) inde bewerkingsvoortbewegingsrichting van het vlas toeneemt.
12. Inrichting volgens conclusie 10 of 11, met hetkenmerk, dat de grootte van de ribben (17) in de bewerkings-voortbewegingsrichting van het vlas afneemt.
13. Inrichting volgens één der conclusies 2 tot 12,met het kenmerk, dat tussen de breekwalsen (15) één of meerde¬re afzuig- of wegblaasinrichtingen (16) voor houtbestanddelenzijn aangebracht.
14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk,dat de wegblaasinrichting (16) een zeeftrommel (18) bezit, inhet inwendige waarvan een stationaire blaasinrichting (19) isgeplaatst.
15. Inrichting volgens één der conclusies 2 tot 14,met het kenmerk, dat achter de breekinrichting (14) een schud-en transportinrichting (20) is geplaatst, die ten minste eeneindloze rondlopende band, een ketting of dergelijke (21)bezit, waarop dwars op de voortbewegingsrichting van het vlasgelegen benen (22) zijn aangebracht.
16. Inrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk,dat de benen (22) in dwarsdoorsnede gezien telkens een drie¬hoekige vorm bezitten, waarbij een punt van de driehoek naarhet te transporteren vlas is toegekeerd.
17. Inrichting volgens conclusie 15 of 16, met hetkenmerk, dat twee eindloze in de voortbewegingsrichting vanhet vlas rondlopende banden, kettingen of dergelijke (21) met daarop aangebrachte benen (22) zijn toegepast, waarbij debanden (21) boven elkaar zijn aangebracht en ten minste éénder twee banden is voorzien van een vibratieinrichting (23).
18. Inrichting volgens één der conclusies 2 tot 17,met het kenmerk, dat na het schudden van het vlas een naald-voorziening (24) is aangebracht, die de vlasvezels ordent enrecht legt.
19. Inrichting volgens conclusie 18, met het kenmerk,dat de naaldvoorziening (24) uit twee boven elkaar gelegen ' eindloze rondlopende banden, kettingen of dergelijke (25)bestaat, die vanaf de banden, kettingen of dergelijke naarbuiten gekeerde reeksen naalden (26) bezitten, die zich tenminste bij benadering dwars over de breedte van de band uit¬strekken, waarbij de naalden (26) van de twee transportbanden(25) zodanig ten opzichte van elkaar zijn geplaatst, dat zeafwisselend in elkaar grijpen.
20. Inrichting volgens conclusie 18 of 19, met hetkenmerk, dat achter de naaldvoorziening (24) versnellingswal-sen zijn aangebracht.
21. Inrichting volgens één der conclusies 2 tot 20,met het kenmerk, dat voor het bundelen van de vlasvezels tweeboven elkaar aangebrachte eindloze rondlopende transportbanden(28) zijn toegepast, tussen welke de vlakke vezels doorlopen,waarbij de beide transportbanden (28) zijn voorzien van schud-inrichtingen (29, 30), die dwars op de voortbewegingsrichtingvan het vlas gerichte schudbewegingen opwekken.
22. Inrichting volgens één der conclusies 2 tot 21,met het kenmerk, dat aan het stroomafwaartse uiteinde eenregelinrichting (31) voor het regelen van de banddikte en hetgewicht van de vlasvezels is toegepast.
23. Inrichting volgens conclusie 22, met het kenmerk,dat de regelinrichting (31) met verschillende toerentallenlopende rollen of walsen (32) bezit.
24. Inrichting volgens één der conclusies 2 tot 23,met het kenmerk, dat voor het opslaan van het vlasvezelbandeen kanopslag (35) is toegepast.
25. Inrichting volgens één der conclusies 2 tot 23,met het kenmerk, dat voor het opslaan van het vlasvezelbandeen wikkel- of oprolinrichting is toegepast.
26. Inrichting volgens één der conclusies 1 tot 25, met het kenmerk, dat de ontzaadinrichting (4) is voorzien vaneen schuin mes (36).
27. Inrichting volgens één der conclusies 1 tot 26,met het kenmerk, dat de transportinrichting een schuine trans¬porteur (2) omvat, boven welke op een geringe afstand eengeleidingswals (37) is aangebracht.
NL9001604A 1989-07-15 1990-07-16 Werkwijze en inrichting voor het onthouten en bereiden van vlas. NL9001604A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE19893923498 DE3923498A1 (de) 1989-07-15 1989-07-15 Verfahren und vorrichtung zum entholzen und zum aufbereiten von flachs
DE3923498 1989-07-15

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9001604A true NL9001604A (nl) 1991-02-01

Family

ID=6385152

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9001604A NL9001604A (nl) 1989-07-15 1990-07-16 Werkwijze en inrichting voor het onthouten en bereiden van vlas.

Country Status (5)

Country Link
AT (1) AT396948B (nl)
BE (1) BE1004370A4 (nl)
DE (1) DE3923498A1 (nl)
FR (1) FR2649726B3 (nl)
NL (1) NL9001604A (nl)

Families Citing this family (20)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1005603A3 (nl) * 1992-02-19 1993-11-16 Depoortere Rik Richard Achiel Inrichting voor het torsen van handvollen vlas.
BE1006139A3 (fr) * 1992-09-02 1994-05-24 Staar Sa Desengagement automatique de fiches electriques.
CZ284721B6 (cs) * 1993-06-30 1999-02-17 Windi Winderlich Gmbh Způsob zpracování sklerenchymových vláken, zejména lnu
CZ209894A3 (en) * 1994-08-31 1996-04-17 Ceskomoravsky Len Process and apparatus for releasing long fibers from stalks of vegetable material
CZ280798B6 (cs) * 1994-08-31 1996-04-17 Českomoravský Len, A.S. Zařízení pro získávání vláken ze stonků rostlinného materiálu
US5720083A (en) * 1996-07-19 1998-02-24 Durafibre Inc. Method for decorticating plant material
US6079647A (en) * 1996-07-19 2000-06-27 Durafibre Inc. Plant material processing system
DE19744988A1 (de) * 1997-10-13 1999-04-15 Ilse Schoettle Verfahren zur Herstellung von flächigen Halbzeugen aus Flachs
RU2280720C1 (ru) * 2004-12-27 2006-07-27 Максимов Владимир Владимирович Способ обработки лубоволокнистого материала
CN100366803C (zh) * 2005-04-29 2008-02-06 四川省纺织工业研究所 一种振动式罗拉开纤方法和开纤机
CN100414006C (zh) * 2006-07-20 2008-08-27 杨政 麻除皮机
FR2982283B1 (fr) * 2011-11-07 2015-01-16 Faurecia Automotive Ind Procede de fabrication d'un voile continu de fibres comprenant des fibres longues naturelles, installation et voile associes
CN104641807B (zh) * 2015-02-06 2017-01-25 咸宁市农业科学院 自动高效脱麻机
DE102015110227A1 (de) * 2015-06-25 2017-01-12 Egon Heger Verfahren zur Reinigung und/oder zur Vergrößerung des Verhältnisses von Faserlänge zu Faserdicke von Pflanzenfasern
CN106048737B (zh) * 2016-08-15 2018-05-08 咸宁市农业科学院 麻类纤维提取机
CN106048739B (zh) * 2016-08-15 2018-03-06 咸宁市农业科学院 用于双脱麻装置的麻类纤维提取机的过渡结构
CN106048740B (zh) * 2016-08-15 2018-05-01 咸宁市农业科学院 用于麻类纤维提取机的麻秆夹持输送装置
UA118145C2 (uk) * 2017-07-27 2018-11-26 Товариство З Обмеженою Відповідальністю "Хемптехно" Лінія переробки луб'яних культур
DE102017011741A1 (de) 2017-12-19 2019-06-19 Hanffaser Uckermark eG Verfahren für einen enzymatisch-tensidischen Faseraufschluss von Baststreifen
IT202000011020A1 (it) * 2020-05-14 2021-11-14 Nuiche S R L Macchina e metodo di stigliatura

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE895640C (de) * 1949-10-18 1953-11-05 Emil Dr Gminder Verfahren und Einrichtung zur Gewinnung einer Fasermatte oder eines Faserbandes aus Bastfaserstengeln
DE904340C (de) * 1950-02-11 1954-02-18 Dr Emil Gminder Einrichtung zur Gewinnung einer Fasermatte oder eines Faserbandes aus Bastfaserstengeln
FR1053851A (fr) * 1951-04-24 1954-02-05 Sativa Corp Perfectionnements apportés aux décortiqueuses de matières fibreuses
FR1123346A (fr) * 1955-03-09 1956-09-20 Distillerie De La Saane Et Bea Procédé de teillage et appareillage pour sa mise en oeuvre
FR2623527B1 (fr) * 1987-11-19 1991-04-26 Lin Dev Sa Procede de preparation en continu de tiges de vegetaux et installation de preparation permettant la mise en oeuvre dudit procede

Also Published As

Publication number Publication date
FR2649726A1 (fr) 1991-01-18
AT396948B (de) 1993-12-27
FR2649726B3 (fr) 1991-12-06
DE3923498A1 (de) 1991-01-17
ATA143190A (de) 1993-05-15
BE1004370A4 (fr) 1992-11-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL9001604A (nl) Werkwijze en inrichting voor het onthouten en bereiden van vlas.
US5632135A (en) Three-way harvester/decorticator for bast fiber crops with initial chemical processing in the field utilizing improved stapling technique
US9510507B1 (en) Overhanging tines for orienting bast stalks
US7047717B1 (en) Agricultural header with chopper
NZ570894A (en) Linear stalk separator with alternating oscillating movements
US5507074A (en) Decorticating method for separating bast from core of forage chopped kenaf or the like
AU731972B2 (en) Finish topping machine for bulb crops
FR2620896A1 (fr) Dispositif de recolte des plantes a fibres notamment du lin, avec battage des graines et extraction sommaire de la fibre au champ
EP1623617A1 (en) A machine for reaping hemp and similar plants
US8475628B1 (en) Process and apparatus for orienting bast stalks for decortication
US7073315B2 (en) Apparatus for and method of harvesting cotton
RU2119737C1 (ru) Способ очеса хмелевых шишек с предварительно срезанных лоз хмеля и хмелеочесывающая машина
NL1015966C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het oogsten van vezelgewassen.
US4860808A (en) Process and device for harvesting copses grown in lines
SU1414345A1 (ru) Комбайн дл уборки высокостебельных луб ных культур
KR100517285B1 (ko) 고추꼭지 제거기
US5379579A (en) Method for harvesting broom corn and apparatus therefor
US20230128312A1 (en) Bast ribbon processing apparatus and method of decortication
RU2086090C1 (ru) Льнотеребилка
RU2153790C1 (ru) Устройство для калибрования корнеплодов
AU2004203201B2 (en) Apparatus for and Method of Harvesting Cotton
RU35501U1 (ru) Льнотеребилка
US2694832A (en) Decorticating machine and method of treating fiber from ramie and similar fiber-bearing plants
WO2024050088A1 (en) Method, system, and device to process plants and remove components therefrom
SU1733121A1 (ru) Устройство дл отделени мелких почвенных и растительных примесей от корнеплодов

Legal Events

Date Code Title Description
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed