NL9001401A - Kop voor een grondboor. - Google Patents

Kop voor een grondboor. Download PDF

Info

Publication number
NL9001401A
NL9001401A NL9001401A NL9001401A NL9001401A NL 9001401 A NL9001401 A NL 9001401A NL 9001401 A NL9001401 A NL 9001401A NL 9001401 A NL9001401 A NL 9001401A NL 9001401 A NL9001401 A NL 9001401A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
displacement
head
drill chuck
chuck according
ribs
Prior art date
Application number
NL9001401A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Delmag Maschinenfabrik
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Delmag Maschinenfabrik filed Critical Delmag Maschinenfabrik
Publication of NL9001401A publication Critical patent/NL9001401A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E21EARTH OR ROCK DRILLING; MINING
    • E21BEARTH OR ROCK DRILLING; OBTAINING OIL, GAS, WATER, SOLUBLE OR MELTABLE MATERIALS OR A SLURRY OF MINERALS FROM WELLS
    • E21B17/00Drilling rods or pipes; Flexible drill strings; Kellies; Drill collars; Sucker rods; Cables; Casings; Tubings
    • E21B17/02Couplings; joints
    • E21B17/04Couplings; joints between rod or the like and bit or between rod and rod or the like
    • E21B17/046Couplings; joints between rod or the like and bit or between rod and rod or the like with ribs, pins, or jaws, and complementary grooves or the like, e.g. bayonet catches
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D5/00Bulkheads, piles, or other structural elements specially adapted to foundation engineering
    • E02D5/72Pile shoes
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E21EARTH OR ROCK DRILLING; MINING
    • E21BEARTH OR ROCK DRILLING; OBTAINING OIL, GAS, WATER, SOLUBLE OR MELTABLE MATERIALS OR A SLURRY OF MINERALS FROM WELLS
    • E21B10/00Drill bits
    • E21B10/44Bits with helical conveying portion, e.g. screw type bits; Augers with leading portion or with detachable parts

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Geology (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)
  • Geochemistry & Mineralogy (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Paleontology (AREA)
  • Earth Drilling (AREA)

Description

Korte aanduiding: Kop voor een grondboor.
De uitvinding heeft betrekking op een kop voor een grondboorvolgens de inleiding van conclusie 1.
Van een dergelijke kop voorziene grondboren dienen voor het inverhoudingsgewijs zachte ondergrond door middel van het louter ver¬dringen van grond in zijdelingse richting, een tot op een dragende on¬dergrond naar beneden reikend boorgat te produceren, waarin dan doormiddel van op de bouwplaats vervaardigd beton een paal vervaardigdwordt. Tot het inbrengen van het beton dient de hoorbuis niet alleenvoor het aandrijven van de boorkop, maar ook als ondersteuning voor dewand van het boorgat. Pas na het opvullen van het boorgat met betonwordt de grondboor uit de bodem getrokken. Daarbij blijft de boorkopals verloren gegaan deel in het boorgat achter.
Dergelijke tot nu toe bekende boorkoppen, zoals zij bijvoor¬beeld in het DE-PS-2936060 beschreven worden, werken weliswaar metbetrekking tot het verdringen van de grond naar tevredenheid, de kost¬prijs van dergelijke boorkoppen is echter verhoudingsgewijs hoog, aan¬gezien zij geen rotatiesymmetrische holle gietdelen vormen.
Voor vele toepassingen zou het wenselijk zijn, goedkopere boor¬koppen voor grondboren ter beschikking te hebben.
Door de onderhavige uitvinding dient daartoe een kop voor eengrondboor volgens de inleiding van conclusie 1 zodanig verder vormgegeven te worden, dat bij nog steeds goede verdringingseigenschappende vervaardigingskosten verlaagd worden, in het bijzonder ook bij deproductie van kleine series.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt door een kop vooreen grondboor volgens conclusie l.
Een kop voor een grondboor volgens de uitvinding laat zich een¬voudig uit standaard-staaldelen, in het bijzonder dikke metaalplaten,die slechts gesneden, gebogen en gelast behoeven te worden, vervaardi¬gen, of als een een eenvoudige geometrie vertonend beton-gietstuk.
Verdere uitvoeringsvormen van de uitvinding worden in de onder-conclusies aangegeven.
Met de uitvoeringsvorm van de uitvinding volgens conclusie 2wordt bereikt, dat zich bij de top van de in werking zijnde boorkopeen kegel van samengedrukte grond vormt, waarvan de openingshoek inwezen overeenkomt met de invalshoek van de vrije randen van de ver-dringerribben. Het radiaal naar buiten toe verdringen van de grondwordt niettemin ondersteund door de vast op het einddeel aangebrachte verdringingsribben, die over een in wezen stationaire grondkegel axi¬aal uitsteken.
Met de uitvoeringsvorm van de uitvinding volgens conclusie 3verkrijgt men een directe uitoefening van een radiale kracht qp degrond bij het draaien van de boorkop.
Deze werking verkrijgt men volgens conclusie 4 bij een bijzondereenvoudige mechanische opbouw van de boorkop: voor de verdringerribbenkan men segmenten van vlakke metaalplaten toepassen.
Bij een boorkop volgens conclusie 5 dient men weliswaar de ver¬dringerribben uitgaande van plaatmateriaal te buigen, maar men ver¬krijgt daardoor echter een bijzonder effectieve radiale krachtuitoefe¬ning op de grond.
De uitvoeringsvorm van de uitvinding volgens conclusie 6 is metbetrekking tot een bijzonder prijsgunstige vervaardiging van boorkop¬pen van voordeel. Boorkoppen in de vorm van vervormde plaats taaldelenzijn geschikt voor gebruik in niet te zware ondergrond en bij kleineen gemiddelde diameter van de grondboor.
De uitvoeringsvorm van de uitvinding volgens conclusie 7 maaktde vervaardiging van boorkoppen ook in zeer kleine series mogelijk,waarbij men voor het materiaal van de ribben ook slijtvast materiaalkiezen kan, zonder overeenkomstige kosten voor de andere delen van deboorkop aan te moeten wenden.
De uitvoeringsvorm van de uitvinding volgens conclusie 8 maakthet opbouwen van de boorkop uit kleine afmetingen vertonende onderde¬len mogelijk. Deze laten zich derhalve eenvoudig vervaardigen en toe¬passen.
De uitvoeringsvorm van de uitvinding volgens conclusie 9 is methet oog op een verhoging van de schraap- of sdhaafwerking van de ver¬dringerribben van voordeel.
Een dergelijke boorkop kan zich lichter door een kleine diktevertonende bodemlagen heen werken, die hard zijn, echter nog niet devoor het steunen van de palen toereikende draagvastheid hebben.
Een in conclusie 10 aangegeven boorkop laat zich bijzonder een¬voudig vervaardigen, door het over elkaar plaatsen en vast verbindenvan betonschijven of door gieten van een betonvormdeel. Bij een derge¬lijke boorkop wordt eveneens bij het draaien op grond van de excentri¬citeit van de hoogtelijnen een progressieve radiale kracht op degrondbodem uitgeoefend, waardoor de grond radiaal naar buiten gedruktwordt.
Met de uitvoeringsvorm van de uitvinding volgens conclusie 11wordt bereikt, dat de verschillende axiaal achter elkaar liggende seg¬menten van de boorkop in wezen tegelijkertijd belast worden: de inaxiale richting achterste segmenten van het boorkop-buitenqppervlakdienen weliswaar op sterker voorverdichte grond in te werken, echterstaat daar een grotere arbeidsweg in amvangsrichting ter beschikking.
Met de uitvoeringsvorm van de uitvinding volgens conclusie 12wordt bereikt, dat binnen een beschouwde laag van de boorkop of intwee aangrenzende lagen van de boorkop, de in radiale richting naarbuiten toe gerichte krachten steeds in hoofdzaak paarsgewijs symme¬trisch optreden, zodat op de grondboor geen kantelmomenten ten opzich¬te van een loodrecht op de booras staande richting uitgeoefend worden.
Bij een boorkop volgens conclusie 13 kan men de het binnendrin¬gen in de grondbodem bevorderende wigvorm na het bereiken van het bo-dempunt van het boorgat vernietigen. Na de explosie van de springla¬ding achterblijvende grote betoribrokken vermengen zich enerzijds goedmet de grond bodem, anderzijds goed met het later ingébrachte beton.
Een boorkop volgens conclusie 14 is herbruikbaar. Bij het omhoogtrékken van de boorkop klappen de einddeelsegmenten vanwege hetgewicht van de betonzuil en door draagvlakkenwerking naar beneden cmen plaatsen zich in de verlenging van de hoorbuis. De boorkop kandaarmee zonder noemenswaardige verhoging van de voor het omhoog trek¬ken van de grondboor benodigde kracht tezamen met de hoorbuis uit hetboorgat getrokken worden.
Met de uitvoeringsvorm van de uitvinding volgens conclusie 15wordt bereikt dat de einddeelsegmenten en de door hen gedragen ver-dringerribben zo lang betrouwbaar tot een gesloten, in wezen wig¬vormige kap samengehouden worden, totdat de boorkop in de bovenstegrondlaag gedraaid is. Vanaf dit punt worden de einddeelsegmenten dandoor de axiale voortstuwingskracht zeker samengehouden. Het verbin¬dingsdeel voor de einddeelsegmenten slijt bij het verder naar benedenbewegen van de boorkop en hindert aldus later niet een opklappen vande einddeelsegmenten wanneer de grondboor uit de grondbodem getrokkendient te worden.
De uitvinding zal hierna aan de hand van uitvoeringsvoorbeeldennader toegelicht worden met verwijzing naar de tekeningen.
Fig. 1 toont een axiale doorsnede door een boorkop voor eengrondboor, alsmede door het aangrenzende einde van een bijbehorendehoorbuis; fig. 2 toont een soortgelijk doorsnedeaanzicht door een gewij¬zigde boorkop; fig. 3 toont een gedeeltelijk weggebreken zijaanzicht van eengewijzigde boorkop; fig. 4 toont een bovenaanzicht van het frontvlak van de boorkopvolgens fig. 3, fig. 5 toont een axiale doorsnede door een verder gewijzigdeboorkop; fig. 6 toont een bovenaanzicht van het frontvlak van de boorkopvolgens fig. 5; fig. 7 en 8 tonen bovenaanzichten van de frontvlakken van verdergewijzigde boorkoppen; fig. 9 toont een zij-aanzicht van een verdere boorkop;fig. 10 toont een bovenaanzicht van de boorkop volgens fig. 9;fig. 11 toont een zij-aanzicht van een verdere boorkop;fig. 12 - 15 tonen zij-aanzichten van segmenten van verdringer-ribben voor een boorkop; fig. 16 toont een zij-aanzicht van een verdere boorkop;fig. 17 toont een eindaanzicht van de boorkop volgens fig. 16;fig. 18 toont een zij-aanzicht van een halve axiale doorsnedevan een verdere boorkop; fig. 19 toont een bovenaanzicht van de boorkop volgens fig. 18;fig. 20 toont een zij-aanzicht van een verder gewijzigde boor¬kop; en fig. 21 toont een bovenaanzicht van een andere boorkop.
In fig. 1 is met 10 een hoorbuis aangegeven, die een met 12 aan¬geduide boorkop draagt.
De boorkop 12 heeft een pasring 14, waarop door middel van eenlasnaad 16 een einddeel 18 gelast is. Deze laatste steekt in radialerichting buiten de pasring 14 uit en in de zo gevormde hoek is eenafdichtingsring 20 gelegd, die in een aan de binnenrand van het vrijeeinde van de boofbuis 10 voorziene sleuf 22 grijpt. Op deze wijze isde hoorbuis 10 aan het in fig. 1 bovenste, onder werkomstandighedennaar beneden gekeerde einde afdichtend afgesloten.
Aan het vrije oppervlak van het einddeel 18 zijn vier lijstvor-mige verdringerribben 24 in omtreksrichting gelijk verdeeld vastge¬last. De bijbehorende lasnaden zijn met 26 aangeduid. Verdere lasnaden28 verbinden de naar binnen toegekeerde einden van de verdringerribben20.
Het vrije frontoppervlak van de hoorbuis 10 draagt verder vierparen van axiaal uitstekende aandrijfvingers 30, 32, die steeds eender verdringerribben 24 tussen zich opnemen ai ertoe dienen de door deboortafel op de hoorbuis 10 uitgeoefend draaibeweging ook op de boor¬kop 12 over te brengen. Deze draaiiKanent-overdragende steekkoppelinglaat zich eenvoudig door het in axiale richting naar beneden trekkenvan de hoorbuis 10 van de boorkop 12 vrijmaken.
Bij de hierna beschreven gewijzigde boorkoppen, die in de figu¬ren 2-20 weergegeven zijn, worden functiegelijke elementen van de¬zelfde verwijzingscijfers voorzien en worden niet nogmaals afzonder¬lijk in detail beschreven.
Bij de boorkop volgens fig. 2 heeft men in plaats van een vlakeinddeel 18 een kegelvormig einddeel 18, welke men door buigen en doorsamenlassen van een overeenkomstige cirkelsector uit plaatvormig uit¬gangsmateriaal vervaardigen kan. Men verkrijgt op deze wijze een ke¬gelvormig glijvlak, over welke een extra verdringingswerking bij hetaxiaal voortbewegen van de boorkop verkregen wordt. De verdringerrib¬ben 24 hébben nu een overeenomstig geringere hoogte en laten zich ookuit in stroken gesneden plaatmateriaal vervaardigen.
Bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens de figuren 3 en 4 is bovenop het eindeel 18 een door middel van dieptrekken van een dik plaat-staaldeel verkregen verdringerplaat 34 voorzien. De verdringerribben24 worden door in axiale vlakken liggende schouders van de diepgetrok-ken verdringerplaat 34 gevormd. De verdringerplaat heeft tussen deschouders schroeflijnvormig oplopende plaatsegmenten 36, zoals zij inhet frontvlak van een spiraalboor aangetroffen worden.
Een verbindingsring 38, waarvan de bovenkant zaagtandvormig uit¬gevoerd is, dient voor het verbinden van de verdringerplaat 34 met heteinddeel 18. Hiertoe is de verbindingsring 38 met zijn binnenste on¬derrand via een lasnaad 40 met het eindeel 18 verbonden, terwijl zijnnaar buiten toe gelegen bovenrand via een lasnaad 42 met de buitensterand van de verdringerplaat 34 verbonden is.
Bij de boorkop volgens de figuren 5 en 6 zijn aan de verdringer¬plaat 34 in het bereik van de steil afvallende plaatsegmenten verdrin¬gerribben 24 zodanig aangebracht, dat zij boven de verdringerplaat 34axiaal uitsteken. Voor het bevestigen van de verdringerribben 24 aande verdringerplaat 34 doen wederom lasnaden 26 dienst.
Bij de tot nu toe besproken uitvoeringsvoorbeelden volgens defiguren 1-6 liepen de verdringerribben 24 in het algemeen in radiale richting naar de as van de boorkop toe.
Figuur 7 toont een geometrie van verdringerribben 24, waarmeemen als gevolg van het af glijden van hun wigvormig geplaatste buiten¬vlak ten opzichte van de grondbodem een radiaal gedwongen naar buitendrukken van de grond verkrijgt, welke van de draaibeweging van degrondboor afgeleid wordt. De verdringerribben 24 strekken zich hierlangs gedeelten van segmenten uit over het cirkelvormig einddeel 18respectievelijk het kegelvormige einddeel 18.
Bovendien kan men voor het van de draaigbeweging van de grond¬boor afleiden van een radiaal naar buiten gerichte drukkracht volgensfig. 8 de verdringerribben 24 tegen de draairichting van de boorkopin gekromd uitvoeren.
Verder heeft men bij de boorkop volgens fig. 8 extra verdringer¬ribben 24a in het randgebied van de boorkop voorzien.
Zoals uit de figuren 1-8 blijkt, ligt een gemeenschappelijkkenmerk van de daarin weergegeven boorkoppen daarin, dat de verdrin¬gerribben 24 zich in radiale richting over de eindplaat 18 heen uit¬strekken, bij voorkeur nog enigszins buiten het buitenoppervlak van deboorbuis 10. Daardoor kan de door de verdringerribben 24 radiaal naarbuiten gedrukte grond weer enigszins terug veren, zonder dat hogewrijvingskrachten tussen het buitenoppervlak van de boorbuis 10 en degrond optreden.
Bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens de figuren 9 en 10 heeftmen een enkele spiraalvormige verdringerribbe 24, die op het vlakkeeinddeel 18 onder toepassing van een overwegend aan de buitenzijdeliggende, slechts in het buitenste ribbesegment aan de binnenzijde,lasnaad 26 aangebracht is. Met het oog op een bijzonder eenvoudig aan¬brengen van de verdringerribbe 24 heeft deze ook slechts een omtrek-slengte van 360°. Een dergelijke enkelgangs verdringerribbe laat zichook bijzonder eenvoudig uit een trapezevormig vlaksegment van een me¬taalplaat buigen.
Om kantelmomenten ten opzichte van een loodrecht op de boorkopasstaande richting te voorkomen, kan men op het einddeel 18 een verderespiraalvormige verdringerribbe over 180° verplaatst aanbrengen, die infig. 10 en 11 met een streep-stippellijn aangeduid wordt.
In het midden van de boorkop is een massieve verdringerpunt 44voorzien, die tegelijkertijd de taak van een centreer inrichting ver¬vult.
In bedrijf vult de aan de binnenzijde van de spiraalvormige ver- dringerribben 24 liggende ruimte zich met grond, de niet overschaduwdebuitenoppervlakken van de verdringerribben 24 drukken bij de draaiingvan de boorkop 12 de grond continu naar buiten. Stemt men de axialevooruitstuwingssnelheid en de draaisnelheid van de boorkop 12 volgensde helling van de vrije randen van de spiraalvormige verdringerribben24 op elkaar af, dan wordt de arbeid voor het radiaal verdringen vande grond overwegend van de draaibeweging van de hoorbuis 10 afgeleid.Men heeft dus slechts verhoudingsgewijs kleine axiale vooruitstuwings-krachten nodig.
Bij de boorkop volgens fig. 11 zijn twee over 180° ten opzichtevan elkaar geplaatste verdringerribben 24 weergegeven. Deze ribbenzitten met hun onderrand vast op een kegelvormig einddeel 18, waarbijde kegelopeningshoek met het oog op de gewenste spoedhoogte van deverdringerribben 24 gekozen is. Daardoor kan men de schroef-spiraal-vormige verdringerribben door middel van buigen van strookvormigplaatmateriaal vervaardigen.
Voor de zuivere verdringingsarbeid is in principe een gladdevrije rand van de verdringerribben voldoende. Met het oog op het door¬boren van hardere bodemlagen en het wegruimen van harde steenbrokkenkan het echter van voordeel zijn, de vrije randen van de verdringer¬ribben 24 van een contour te voorzien, bijvoorbeeld zaagtandvormig(fig. 12), driehoekig (fig. 13), rechthoekvormig (fig. 14) of golfvor-mig (fig. 15). De verschillend gevormde randen van de verdringerrib¬ben zijn in de tekening steeds met 46 aangeduid.
Boorkoppen met spiraal-schroeflijnvormige verdringerribben 24,zoals zij in de figuren 9-11 weergegeven zijn, zijn zeer geschiktvoor een niet te zware grondbodem. Bij een zeer harde en sterk compri-meerbare bodem worden echter mogelijkerwijs de uit plaatvormig materi¬aal gebogen spiraal-schroef 1 ij nvormige ribben en de voor het aanbren¬gen daarvan op het einddeel 18 dienende lasnaden 26 te sterk belast.Onder dergelijke werkomstandigheden is een absoluut stijve radialeondersteuning van de verdringervlakken wenselijk.
Een voor dergelijke werkomstandigheden geschikte boorkop wordtin de figuren 16 en 17 schematisch weergegeven. Deze omvat een veel¬heid aan cirkelvormige verdringerschijven 24-1 tot 24-4, waarvan hetmiddelpunt E op afstand ligt van de as M van de boorkop. De door debuitenste punten van de excentrische verdringerschijven doorlopen ba¬nen zijn in fig. 17 met een streeplijn ingetekend en met 48-1 tot 48-3aangeduid, terwijl de baan van het buitenste punt van de verdringer- schijf 24-4 met de rand van het cirkelvormige einddeel 18 samenvalt.
De trapvormige opbouw van de excentrische verdringerschijven24-i en de afstand tussen de punten M en E zijn zodanig op elkaar af¬gestemd, dat de baan van het meest naar buitengelegen punt van eenverdringerscihijf overeenkomt met de baan van het meest naar binnen toegelegen punt van de daaronder liggende volgende verdringerscihijf. Ookop deze wijze is een continue aansluiting van de verdringingsarbeidtussen de verschillende verdringerschijven gewaarborgd. Het verdelenen het eerste verdringen van de grondbodem wordt uitgevoerd door eenboven de voorste verdringerscihijf 24-1 uitstekende verdringerpunt 44.
Bij de boorkop volgens de figuren 16 en 17 heeft men voor elkeverdringerscihijf 24-i één enkel excentrisch verdringervlak. Bij hetuitvoeringsvoorbeeld volgens de figuren 18 en 19, welke in grondprin¬cipe gelijksoortig opgebouwd is, hébben de afzonderlijke verdringer¬schijven 24-i ten opzichte van het middenvlak van de boorkop een sym¬metrische vorm, maar bestaan echter steeds uit twee excentrische halvecirkels 50, 52, die door rechte verbindingsstukken 54 tot een ovaalgesloten zijn. De beide middelpunten van de halve cirkels 50, 52 zijnmet E1 respectievelijk E2 aangeduid, de boorkopas weer met M. Eenboorkop 12 volgens fig. 18 en 19 brengt daarmee aan beide zijden vanzijn middenvlak (bij in amtreksrichting in hoofdzaak homogene grondbo¬dem) gelijke verdringingsarbeid tot stand, zodat op de boor geen kan¬telmomenten ten opzichte van een loodrecht op de booras verlopenderichting uitgeoefend worden.
Zoals uit fig. 18 blijkt, zijn in de uit beton gegoten boorkop12 schuimstofkogels 56 mee ingegoten, waarin wederom radiografischontsteekbare springladingen 58 ingebed zijn. Men kan zo de boorkop 12na het bereiken van de gewenste boordiepte door middel van radiogra¬fisch bestuurd opblazen in een aantal grotere brokstukken ontbinden,die geen, een verder indringen in de grondbodem begunstigende geome¬trie meer vertonen. Deze brokstukken verbinden zich met het gestortebeton tot een puntige paalvoet.
In afwijking van de uitvoeringsvoofbeelden volgens de figuren 16- 19 kan men in plaats van een opbouw uit afzonderlijke schijven ookeen kegelgeometrie kiezen, zoals in het linker gedeelte van fig. 18met een streeplijn aangeduid is. In dit geval heeft men een glad bui¬tenoppervlak, waarbij echter de hoogtelijnen van de kegel voorts zoverlopen, zoals in de figuren 17 en 19 getoond wordt.
Een dergelijke gewijzigde boorkop is voor een snel voortstuwen van de grondboor in een wéke ondergrond door middel van het axiaalduwen een voordeel, waarbij men in moeilijk te verdringen grond doorhet verminderen van de axiale beweging een toenemend aandeel van deverdringingsarbeid naar de draaibeweging verleggen kan.
Bij het in fig. 20 getoonde uitvoeringsvoorbeeld bestaat heteindeel 18 uit een veelheid van in orntreksrichting verdeelde einddeel-segmenten 60, die steeds via een scharnier 62 met tangentiale schar-nieras scharnierend met de pasring 14 verbonden zijn. Bij het getoondeuitvoer ingsvoorbeeld zijn voor een betere overzichtelijkheid slechtsvier 900 -einddeelsegmenten 60 weergegeven, bij praktische uitvoerings-voorbeelden kan het aantal segmenten groter zijn, bijvoorbeeld 6, 8 of 12. Op deze wijze wordt dan gewaarborgd, dat de einddeelsegmenten 60de binnenruimte van de boorbuis 10 in neergeklapte toestand bijna vol¬ledig vrijgeven, zodat de op de boorbuis 10 bevestigde boorkop 12 ookover een grote diameter vertonende bewapeningskooi weggetrokken kanworden.
De einddeelsegmenten 60 dragen steeds een der verdringerribben24, waarvan het eindsegment tegelijkertijd als schamierdeel dient.Bij een zeer groot aantal einddeelsegmenten 60 strekken dan enige vande door de einddeelsegmenten gedragen verdringerribben zich slechtsover een deel van het bijbehorende segment uit.
Aan het boveneinde is in de verdringerribben 24 steeds een uit¬sparing 64 voorzien en door deze uitsparingen wordt een vasthoudring66 geleid. Op deze wijze worden de einddeelsegmenten 60 zo lang bijelkaar gehouden totdat deze taak door de reactiedruk van de grondbodemovergenomen kan worden. De vasthoudring 66 bestaat uit een materiaal,welke door het kontakt met de grondbodem snel verslijt.
Het uitvoer ingsvoorbeeld volgens fig. 21 komt sterk overeen metdie volgens fig. 16, echter hébben de verdringerschijven 24-i nu eendrietallige symmetrie-as. De middelpunten van de cirkelboogvormigeamtrekswanden zijn voor de verdringerschijf (24-2) met E^, E2, E3weergegeven. De op elkaar volgende verdringerschijven zijn steeds overeen halve hoekverdeling, hier dus 60°, ten opzichte van elkaar ver¬plaatst, zodat met in het midden weer een momentenvereffening ver¬krijgt. Bovendien zijn zo de radiaal naar binnen gelegen segmenten vaneen verdringerschij f de voorgaande verdringerschijf nabij gelegen. Derand van de grootste verdringerschij f 24-3 staat met de rand van deboorkop 12 via hellende, kegelachtige wandsegmenten 68 in verbinding.Soortgelijk is ook de verdringerpunt 44 gevormd (naast elkaar plaatsen van kegelsegmenten met passende basis).
In een verdere wijziging kan men ook verdringerschijven metvierkante, vijfhoekige, zeshoekige enzovoort geometrie toepassen. Deste groter het aantal hoeken, des te kleiner is de van de draaiing vande boorkop afgeleide verdringingsarbeid en des te groter de door zijnaxiale beweging bewerkstelligde verdringingsarbeid. Bij gegeven hoek-aantal kan men de van de draaibeweging afgeleide verdringingsarbeiddoor het verkleinen van de krcmmingsstraal van de schij ven-omtrekswan-den (sterkere verhoging van het zijde-midden) verhogen, door het ver¬groten van de krcmmingsstraal verkleinen.

Claims (15)

1. Kop voor een grondboor, die losmaakbaar rotatievast met eenhoorbuis te verbinden is, met een pasring (14) en met een van de asvan de kop naar de rand van de kop verlopende verdringingsmiddelen(24), met het kenmerk, dat op de pasring (14) een einddeel (18) vastaangebracht is en op de laatste tenminste één verdringerribbe (24) metradiaal verlopende component voorzien is.
2. Boorkop volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de vrijeranden van de verdringerribben (24) onder een gelijke hoek ten opzich¬te van de as van de kop geplaatst zijn.
3. Boorkop volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat deverdringerribben (24) een in omtreksrichting verlopende component ver¬tonen.
4. Boorkop volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de verdrin¬gerribben (24) zich langs excentrische sekantssegmenten uitstrekken.
5. Boorkop volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de verdrin¬gerribben (24) gekramd, in het bijzonder spiraalvormig zijn.
6. Boorkop volgens een der conclusies 1-5, met het kenmerk,dat de verdringerribben (24) door schouders van een diepgetrokkenstaalplaatdeel (34) gevormd worden.
7. Boorkop volgens een der conclusies 1-5, met het kenmerk,dat de verdringerribben (24) door op het einddeel (18) vast aange¬brachte lijsten gevormd worden.
8. Boorkop volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het eind¬deel (18) uit de verdringerlijsten (24) tussen zich opnemende segmen¬ten bestaat.
9. Boorkop volgens een der conclusies 1-8, met het kenmerk,dat de vrije randen van de verdringerribben (24) van een contour (46)voorzien zijn.
10. Boorkop volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ver¬dringerribben (24) een kegelvormig of getrapt kegelvormig buitenopper¬vlak van de kop bepalen, waarbij de geometrische middelpunten (E) vanop elkaar volgende hoogtelijnen van het buitenoppervlak ten opzichtevan de as (M) van de kop verplaatst zijn.
11. Boorkop volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de mid¬delpunten (E) van de verschillende hoogtelijnen een gelijke afstandtot de as M van de kop vertonen.
12. Boorkop volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat de hoogtelijnen steeds symmetrisch ten opzichte van een middenvlak van dekop verlopen en twee symmetrische excentrische helften (50, 52) hébbenof bij puntsymmetrische hoogtelijnen op elkaar volgende hoogtelijnenover een halve hoek verdeling ten opzichte van elkaar verplaatst zijn.
13. Boorkop volgens een der conclusies 10 - 12, met het kenmerk,dat deze uit beton gegoten is en een veelheid van gesloten springla-dingkamers vertoont, waarin door middel van radiografische besturingof via een kabel op afstand te ontsteken springladingen (56, 58) aan¬gebracht zijn.
14. Boorkop volgens een der conclusies 1-13, met het kenmerk,dat de verdringerribben (24) op einddeel-segmenten (60) aangebrachtzijn, die afzonderlijk om scharnieren (62) draaibaar zijn, welkescharnieren een in omtreksrichting verlopende schamieras hebben.
15. Boorkop volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de vrijeeinden van de verdringerribben (24) en/of de einddeelsegmenten (60)door een slijtbaar vasthoudelement (66) bijeengehouden worden.
NL9001401A 1989-07-04 1990-06-20 Kop voor een grondboor. NL9001401A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE8908131 1989-07-04
DE8908131U DE8908131U1 (de) 1989-07-04 1989-07-04 Kopf für einen Erdbohrer

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9001401A true NL9001401A (nl) 1991-02-01

Family

ID=6840752

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9001401A NL9001401A (nl) 1989-07-04 1990-06-20 Kop voor een grondboor.

Country Status (4)

Country Link
BE (1) BE1005651A3 (nl)
DE (1) DE8908131U1 (nl)
FR (1) FR2649442B1 (nl)
NL (1) NL9001401A (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE19734068B4 (de) * 1997-08-06 2007-07-05 Beheersmaatschappij Verstraeten B.V. Bohrspitze
ES2308627T3 (es) * 2006-04-26 2008-12-01 Bauer Maschinen Gmbh Punta de perforacion.
LT3216974T (lt) * 2016-03-10 2019-03-12 Marti Gründungstechnik Ag Gręžimo įrenginio gręžimo galvutė gręžiniams mažo stabilumo grunte formuoti
US10337253B2 (en) 2017-06-22 2019-07-02 Marti Gründungstechnik Ag Drill head for a drilling device for creating drill holes in insufficiently stable foundation

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2040519A5 (nl) * 1969-04-10 1971-01-22 Atlas France
AT310094B (de) * 1969-08-18 1973-09-10 Voest Ag Hohler Rammpfahl zur Herstellung eines Ortbetonpfahles
SU407027A1 (ru) * 1970-09-15 1973-11-21 Лопастное долото
FR2106737A5 (nl) * 1970-09-23 1972-05-05 Electro Entreprise
SU641059A1 (ru) * 1976-04-16 1979-01-05 Ордена Трудового Красного Знамени Институт Сверхтвердых Материалов Ан Украинской Сср Лопастное долото
SU817192A1 (ru) * 1978-12-21 1981-03-30 Всесоюзный Ордена Трудового Красногознамени Научно-Исследовательскийинститут Буровой Техники Буровое долото режущего действи
DE2936060C2 (de) * 1979-09-06 1986-11-06 Fundex P.V.B.A., Zeebrugge Erdbohrer und Bohrkopf dafür
FR2475617A1 (fr) * 1980-02-07 1981-08-14 Coelus Gaspar Trepan a compression, a plaque de fermeture plane
GB2132667B (en) * 1982-12-22 1987-01-14 Shekisan Kogyo Co Ltd Method of installing precast concrete piles
DD224368A1 (de) * 1984-06-08 1985-07-03 Welzow Braunkohle Schachtbau Kombinationsbohrwerkzeug

Also Published As

Publication number Publication date
DE8908131U1 (de) 1990-10-31
FR2649442A1 (fr) 1991-01-11
FR2649442B1 (fr) 1992-10-02
BE1005651A3 (fr) 1993-12-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN101999027A (zh) 用于岩芯取样的声波钻头
EP3323942B1 (en) Easy transportable and assembled modular barrier
EP0197456B1 (en) A process and apparatus to move and form underground passages in soil
US20030024741A1 (en) Drill bit and method for directional drilling in cobble formations
EP1088151B1 (en) Downhole milling device
NL9001401A (nl) Kop voor een grondboor.
JP4366044B2 (ja) ツイストドリル
WO2021110500A1 (en) Disk cutter
EP1296792B1 (fr) Foret de percage
CN104994998B (zh) 工具保持器
JP6467754B2 (ja) トンネル掘削装置、及び、トンネル掘削方法
JP6689064B2 (ja) 鋼管杭
RU2160816C2 (ru) Твердосплавная вставка
EP3256648B1 (en) A connection adapter
JP7055352B2 (ja) バケット
JP6372732B1 (ja) 掘削装置
JP6325800B2 (ja) オーガヘッド
JP5994015B1 (ja) ダウンザホールハンマー用ビット
RU2701600C2 (ru) Заряд для разрезания твердых материалов (варианты)
JP4610520B2 (ja) 拡径掘削機
US6540444B2 (en) Rotating pile for undergrounding
JP4938704B2 (ja) 中折れ式シールド掘削機におけるローリング防止機構
ITMI961738A1 (it) Trivella e procedimento per produrre un palo in un foro di trivellazione
JP4786958B2 (ja) 回転圧入杭用の先端刃および同先端刃を備える回転圧入杭
US20150267473A1 (en) Methods and Apparatus for Forming Hole in Ground

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed