NL9001283A - Electronische transformator voor laagspanningslampen met lampspanningsstabilisatie. - Google Patents

Electronische transformator voor laagspanningslampen met lampspanningsstabilisatie. Download PDF

Info

Publication number
NL9001283A
NL9001283A NL9001283A NL9001283A NL9001283A NL 9001283 A NL9001283 A NL 9001283A NL 9001283 A NL9001283 A NL 9001283A NL 9001283 A NL9001283 A NL 9001283A NL 9001283 A NL9001283 A NL 9001283A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
voltage
circuit
electronic
lamp
transformer
Prior art date
Application number
NL9001283A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Waters Beheer B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Waters Beheer B V filed Critical Waters Beheer B V
Priority to NL9001283A priority Critical patent/NL9001283A/nl
Priority to EP91201286A priority patent/EP0460736A1/en
Publication of NL9001283A publication Critical patent/NL9001283A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H05ELECTRIC TECHNIQUES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • H05BELECTRIC HEATING; ELECTRIC LIGHT SOURCES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; CIRCUIT ARRANGEMENTS FOR ELECTRIC LIGHT SOURCES, IN GENERAL
    • H05B39/00Circuit arrangements or apparatus for operating incandescent light sources
    • H05B39/04Controlling
    • H05B39/041Controlling the light-intensity of the source
    • H05B39/044Controlling the light-intensity of the source continuously
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02BCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO BUILDINGS, e.g. HOUSING, HOUSE APPLIANCES OR RELATED END-USER APPLICATIONS
    • Y02B20/00Energy efficient lighting technologies, e.g. halogen lamps or gas discharge lamps

Landscapes

  • Circuit Arrangement For Electric Light Sources In General (AREA)
  • Circuit Arrangements For Discharge Lamps (AREA)

Description

Korte aanduiding: Electronische transformator voor laagspanningslampen met lampspanningsstabi Lisatie.
De uitvinding heeft betrekking op een electronische transformator voor Laagspanningslampen, omvattende een van een nettransformator en een schakelketen voorziene voedingsschakeling voor het door middel van twee voedingsleidingen uit het openbare electriciteitsnet voeden van een of meer laagspanningslampen.
Een electronische transformator van het genoemde type is op de markt en derhalve bekend.
Laagspanningslampen, met name halogeenlampen, vereisen een nauwkeurige en stabiele lampspanning om enerzijds de gewenste lichtopbrengst en kleurtemperatuur te kunnen verschaffen, en anderzijds een geschikt lange levensduur te kunnen verwezenlijken.
De bekende electronische transformator heft sommige nadelige eigenschappen van conventionele transformatoren op, zoals het direct aan de secundaire zijde doorgeven van netspanningsvariaties aan de primaire zijde, en het van de belasting afhangen van de spanning aan de secundaire zijde.
Bij een conventionele transformator kunnen overigens bij installatie de genoemde spanningsafhankelijkheid en daarenboven in de voedingsleidingen optredende spanningsverliezen worden gecompenseerd door de transformator aan de secundaire zijde van verscheidene aftakkingen te voorzien, waardoor verscheidene secundaire spanningen zijn te selecteren, waarbij selectie kan plaatsvinden als resulaat van een met bijvoorbeeld een universeelmeter te meten werkelijke lampspanning, zodat een, in principe eenmalige, optimale aanpassing kan worden gekozen. Toekomstige veranderingen van de netspanning en/of het verwisselen van een lamp door een type met een ander vermogen zullen echter deze compensatie teniet doen.
De bekende electronische transformator is daarentegen zodanig ingericht dat netspanningsschommelingen en belastingsvariaties onafgebroken worden gecompenseerd. De bovengenoemde compensatie van het span-ningsverlies over de voedingsleidingen zoals bij de conventionele transformator, maar dan ononderbroken, is echter niet mogelijk, zodat met de bekende electronische transformator nog steeds geen geschikte brandspan-ning van de lamp zal worden bereikt. Dit vormt een nadeel dat de onderha- vige uitvinding beoogt op te heffen.
De uitvinding voorziet daartoe in een electronische transformator van de in de aanhef genoemde soort, die het kenmerk heeft, dat de electronische transformator voorts een meetschakeling omvat voor het door middel van de twee voedingsleidingen en een aan de lampzijde met een van de voedingsleiding verbonden meetleiding meten van de werkelijke lampspan-ning, een vergelijker voor het met een gewenste lampspanning vergelijken van de gemeten werkelijke lampspanning, en een stuurschakeling voor het afhankelijk van het vergelijkingsresultaat sturen van de schakelketen om de voedingsschakeling de werkelijke lampspanning op de gewenste lampspanning te doen houden.
Voordelen van de door de onderhavige uitvinding voorgestelde oplossing zijn dat alle hierboven genoemde bronnen van spanningsvariatie worden gecompenseerd, dat wil zeggen dat de maximale brandspanning van de lamp altijd correct is, ongeacht netspanningsschommelingen, lampvermogen en leidingsverliezen. Daarbij zijn alle overige aan een electronische transformator te stellen functionele eisen, zoals kortsluitvastheid, geleidelijk ontsteken (soft start) en vermogensbegrenzing onverkort te verwezenlijken.
Een uitvoeringsvorm van de electronische transformator volgens de uitvinding heeft als verder kenmerk, dat de gewenste lampspanning een variabele lampspanning is, die ten hoogste de correcte lampspanning kan zijn.
Deze maatregel houdt in dat door het regelen van de referen-tiespanning die aan de vergelijker wordt aangelegd en de gewenste lampspanning bepaalt, het dimmen van de lamp of lampen mogelijk is. Omdat de vergelijker in het secundaire deel van de electronische transformator is ingericht en derhalve van het net is gescheiden, kunnen eenvoudig verscheidene electronische transformatoren volgens de uitvinding parallel worden gedimd.
In overeenstemming met de uitvinding wordt van slechts één meetleiding gebruik gemaakt, omdat er van wordt uitgegaan dat de span-ningsverliezen in de beide voedingsleidingen in hoofdzaak gelijk zijn. Is dit niet het geval dan dient een tweede meetleiding te worden gebruikt, die dan aan de lampzijde met de andere van de voedingsleidingen is verbonden dan de ene waarmee de eerste meetleiding is verbonden. Dit verhoogt natuurlijk wel de installatiekosten en complexiteit van de uiteindelijke electronische transformator.
Bovendien kan de electronische transformator volgens de uitvinding zowel secundair schakelend als primair schakelend worden uitgevoerd. De eerste mogelijkheid heeft als voordelen dat de electronica van de electronische transformator eenvoudig kan zijn en de regelnauwkeurig-heid zowel bij schommelende netspanning, als bij verschillende lampvermo-gens, als bij uiteenlopende spanningsverliezen over de voedingsleidingen zeer goed is. Voordelen van de tweede mogelijkheid zijn dat de electronische transformator direct op het net kan worden aangesloten en de dissipa-tie zeer laag is, ofte wel het rendement erg hoog is.
Tenslotte wordt opgemerkt dat de electronische transformator volgens de uitvinding voor zowel een wisselspanningsnet als een ge Lij k— spanningsnet geschikt is.
De uitvinding zal nu nader aan de hand van twee mogelijke uitvoeringsvormen en onder verwijzing naar de tekening worden beschreven, in welke tekening: fig. 1 een blokschema van een uitvoeringsvorm van een electronische transformator is, waarbij secundair schakelen wordt toegepast; fig. 2 een mogelijk schakelschema voor de transformator van fig. 1 is; fig. 3a een blokschema van een uitvoeringsvorm van een electronische transformator is, waarbij primair schakelen wordt toegepast; fig. 3b een schakelschema van een halve brugschakeling laat zien, die kan worden toegepast in de primair schakelende electronische transformator in overeenstemming met de onderhavige uitvinding volgens fig. 3a; en fig. 4a en 4b samengenomen een mogelijk schakelschema voor de transformator van fig. 3a, b tonen.
In fig. 1 omvat de secundair schakelende electronische transformator een nettransformator 1 voor het omlaag transformeren van een netspanning van in dit geval 220 V en een na de netformator 1 geschakelde gelijkrichter 2 om de omlaag getransformeerde netspanning gelijk te richten tot een gelijkspanning van bijvoorbeeld 35 V. Is de netspanning een gelijkspanning dan kan in de plaats van de combinatie van nettransformator 1 en gelijkrichter 2 een gelijkstroom-gelijkstroomomzetter worden toege- past. Van belang is alleen dat er een betrekkelijk lage gelijkspanning ter beschikking staat. Voorts is in fig. 1 een enkele halogeenlamp 3 getoond, die door middel van twee voedingsleidingen 4 en 5 door een vermogensfiIter 6 wordt gevoed. Het vermogensfiIter 6 wordt geschakeld door een schakelaar 7 die op de beurt wordt aangestuurd door een aanstuurschakeling 8 op basis van een door een puls/pauzeverhouding-instelschakeling 9 toegevoerd signaal. Het vermogensfiIter 6 is in serie met de schakelaar 7 op de gelijk-richter 2 aangesloten. In serie met het vermogensfiIter 6 en de schakelaar 7 is voorts een stroombegrenzer 10 op de uitgang van de gelijkrichter 2 aangesloten, waarbij de stroombegrenzer 10 overheersend ten opzichte van de puls/pauzeverhouding-instelschakeling 9 op de aanstuurschakeling 8 inwerkt. Het vermogensfiIter 6 en de schakelaar 7 vormen een schakelketen. Het behoeft geen betoog dat in principe evengoed een andere schakelketen kan worden toegepast, zolang als deze het aan de lamp 3 toe te voeren vermogen kan regelen, opdat de Lamp 3 in een niet-gedimde toestand de correcte brandspanning krijgt opgedrukt. In overeenstemming met de essentie van de onderhavige uitvinding is dit echter alleen mogelijk wanneer de werkelijke op de lamp 3 opgedrukte lampspanning kan worden gemeten en het resultaat van deze meting wordt benut voor het zodanig schakelen door de schakelketen dat in het genoemde geval de werkelijke lampspanning de correcte brandspanning van de lamp 3 is. Overigens kunnen verscheidene lampen 3 op het vermogensfiIter 6 zijn aangesloten. Verder omvat de electronische transformator van fig. 1 een meetschakeling 11 die aan de zijde van de ingang is verbonden met de voedingsleidingen 4, 5, en een meetleiding 12 die aan de zijde van de lamp 3 met een van deze voedingsleidingen 4, 5, in dit geval voedingsleiding 5, is verbonden. De meetschakeling 11 levert een uitgangssignaal aan een vergelijker 13, welk meetsignaal de werkelijke brandspanning van de lamp 3 vertegenwoordigt. De vergelijker 13 vergelijkt het uitgangssignaal van de meetschakeling 12 met een referentiesignaal dat, bij niet-gedimde toestand van een lamp 3, de correcte brandspanning van de lamp 3 vertegenwoordigt. De vergelijker 13 is gekoppeld met de puls/pauzeverhouding-instelschakeling 9, in dit geval, met het oog op galvanische scheiding, door middel van een optokoppelaar 14. De puls/pauze-verhouding-instelschakeling 9 en de aanstuurschakeling 8 vormen in feite een stuurschakeling die afhankelijk van het vergelijkingsresulaat van de vergelijker 13 de uit blokken 6 en 7 bestaande schakelketen zodanig stuurt dat deze schakelketen of algemener de blokken 1-2 en 6-10 omvattende voe-dingsschakeling de werkelijke lampspanning op de gewenste lampspanning houdt. Deze gewenste lampspanning kan de correcte brandspanning voor de lamp 3 of een lagere zijn, hetgeen wordt bereikt door met behulp van de eveneens in fig. 1 getoonde dimschakeling 15 een lagere referentiespanning aan de vergelijker 13 te bieden dan die, welke overeenkomt met de correcte brandspanning. Met andere woorden is de gewenste lampspanning een variabele lampspanning die ten hoogste de correcte lampspanning kan zijn. In fig. 1 is de voedingsschakeling voor de electronica niet getoond, maar er kan bijvoorbeeld zoals in fig. 2 is getoond, zijn voorzien in twee deelvoe-dingsschakelingen 101, 103, 104 en 102, 105, 106, de ene 101, 103, 104 voor de meetschakeling 11 en vergelijker 13, en de andere 102, 105, 106 voor de aanstuurschakeling 8 en de puls/pauzeverhouding-instelschakeling 9 van respectievelijk -12 V en +12 V bijvoorbeeld, waarbij de voedingsschakeling 101-106 natuurlijk op haar beurt door de gelijkrichter 2 wordt gevoed. Tenslotte wordt opgemerkt dat op één nettransformator 1 verscheidene meet- en regelschakelingen (elk omvattende blokken 6-10, 11, 13, 14) kunnen worden aangesloten.
De electronische transformator van fig. 1 zal nu nader in beschouwing worden genomen aan de hand van het schakelschema van fig. 2.
De schakelaar 7 kan een MOSFET-transistor 107 zijn die de uitgangsspanning van de gelijkrichter 2 schakelt met een frequentie die bijvoorbeeld enkele tientallen kilohertz bedraagt. De uitgangsspanning van de gelijkrichter 2 is sinusvormig omdat deze alleen een dubbelzijdige gelijkrichting uitvoert en geen afvlakkende werking heeft. Het vermogensfiIter 6 kan een in serie met de lamp 3 geschakelde spoel 108, een over de voedingsdraden 4, 5 verbonden en in serie met de spoel 108 geschakelde condensator 109, alsmede een geschikt gepoold over de serieschakeling van spoel 108 en condensator 109 verbonden vrijloopdiode 110 omvatten. De functie van de condensator 109 is de rimpelspanning over de door de lamp 3 en de voedingsleidingen 4 en 5 bepaalde weerstand zeer klein te houden. De rimpelstroom loopt voor het overgrote deel door de condensator 109, waarbij de totale grootte van de rimpelstroom door de spoel 108 wordt bepaald.
Voor het meten van de werkelijke brandspanning van de lamp 3 wordt een driepuntsmeting met behulp van de voedingsleidingen 4, 5 en de meetleiding 12 toegepast. Door de voedingsdraden loopt een betrekkelijk hoge stroom. Omdat er door de meetleiding 12 nauwelijks stroom loopt, kan de weerstand ervan worden verwaarloosd. In dit verband wordt opgemerkt dat in het geval van het gebruik van de dimschakeling 15, die potentiometer 131, diode 132 en weerstand 133 kan omvatten, de potentiaal op de voe-dingsleiding 4 als hoogste gekozen moet worden ten opzichte van die op de voedingsleiding 5 en meetleiding 12 omdat anders niet eenvoudig een stabiele voedingsspanning kan worden verkregen. De meetschakeling 11 kan een verschiIversterker 111 zijn die rond een operationele versterker 112 kan zijn opgebouwd en weerstanden 127-130 omvat. Natuurlijk moeten er eisen worden gesteld aan de maximale lengte van de voedingsleidingen 4, 5, en wel afhankelijk van de doorsnede daarvan. De uitgangsspanning van de meetschakeling 11 is dan recht evenredig met de werkelijke brandspanning van de lamp 3. De vorm van deze uitgangsspanning is een sinus met een te verwaarlozen rimpel. Gesteld kan dan ook worden dat de werkelijke brandspanning van de lamp 3 evenredig is met de topwaarde van de uitgangsspanning van de meetschakeling 11. Wanneer de uitgangsspanning van de meetschake-Ling 11 bijvoorbeeld een factor -3 groter dan de correcte brandspanning van bijvoorbeeld 12 Volt effectief is, zal voor de vergelijker 13 de refe-rentiespanning -17/3 volt moeten zijn. Ook voor de vergelijker 13 kan een operationele versterker 113 met instelweerstanden 125, 126 worden toegepast. Omdat geen tegenkoppeling wordt gebruikt, is het uitgangssignaal van de vergelijker 13 een digitaal signaal. Het uitgangssignaal van de vergelijker 13 moet worden overgebracht naar de puls/pauzevernouding-instel-schakeling 9. Aangezien er daartussen echter een groot potentiaalverschil is, kan dit niet eenvoudig direct. Daar het uitgangssignaal van de vergelijker 13 digitaal is, is de toepassing daarvoor van een optokoppelaar 14 een eenvoudige en goedkope oplossing. Voor de aanstuurschakeling 8 en puls/pauzeverhouding-instelschakeling 9 wordt een geïntegreerde tijdscha-keling 114 toegepast, waarvan de puls/pauzeverhouding regelbaar is, hetgeen kan worden verwezenlijkt door de tijdschakeling asynchroon te schakelen hetgeen een blokgolf oplevert, waarvan de frequentie en puls/pauzeverhouding regelbaar zijn. Bovendien moet de geïntegreerde tijdschakeling 114 geen positieve spanning afgeven indien er geen ingangssignaal is omdat anders bij het opstarten, of als er defecten optreden, de schakelaar 7> in casu een MOSFET-transistor 107, aan zou zijn. Daartoe is voorzien in in-vertor 120. De puls/pauzeverhouding-instelschakeling 9 kan daarbij een eenvoudig netwerk van één condensator 115 en een aantal weerstanden 116 -118 zijn. Wanneer de optokoppelaar 14 "geleidt", zat een over de uitgang van de optokoppelaar 14 verbonden condensator 119 ontladen waardoor de stuurspanning van de geïntegreerde tijdschakeling 114 lager wordt en de puls/pauzeverhouding kleiner zal worden, en vice versa. De stroombegrenzer 121-124 beschermt door het beperken van de grootte van de stroom door de schakelaar 7 de electronische transformator tegen schade door overbelasten of kortsluiten.
In fig. 3a is het blokschema van een tweede uitvoeringsvorm gegeven, waarbij voor overeenkomstige delen dezelfde verwijzingsgetallen als in fig. 1 zijn gebruikt, terwijl in fig. 3b alleen het principieel van de uitvoeringsvorm van fig. 1 afwijkende deel van de tweede uitvoeringsvorm van de electronische transformator volgens de uitvinding in schakel-schemavorm is getoond, waarbij primair schakelen is toegepast. In de in fig. 3b getoonde halve brugschakeling is de primaire wikkeling 20 van een hoogfrequente nettransformator 140 opgenomen. Zoals bekend is een hoogfrequente nettransformator 140 veel kleiner dan een laagfrequente nettransformator. Dioden 21-24 vormen een dubbelzijdige gelijkrichter die de aangeboden netwisselspanning van bijvoorbeeld 220 V gelijkrichten. Met behulp van schakelaars, in het getoonde geval MOSFET-transistoren 25 en 26, kan de gelijkgerichte netspanning zodanig worden geschakeld dat er een wisselspanning over de secundaire wikkeling 20 van de hoogfrequente nettransfor-mator 140 staat. Daarbij moeten de MOSFET-transistoren 25 en 26 om en om geleiden en moet de tijd dat MOSFET-transistor 25 geleidt gelijk zijn aan tijd dat MCSFET-transistor 26 geleidt. De stuurfrequentie kan net zoals bij de uitvoeringsvorm van de tig. 1 enkele tientallen kHz bedragen. De uaarde van de condensatoren 27 en 28 moeten gelijk aan elkaar zijn, waarbij deze waarde afhankelijk is van het vermogen dat de hoogfrequente nettransformator 140 moet kunnen leveren gezien zijn overbrengingsverhouding en het maximale vermogensverlies in de voedingsdraden 4 en 5. In de dioden 29 en 30 is voorzien in verband met uitschakelverschijnselen. Condensator 31 dient om de effecten van stromen op de vorm van de door de gelijkrichter 21-24 gelijkgerichte netspanning te verkleinen. Weerstand 32 dient om de condensatoren 27, 28 en 31 te ontladen na uitschakeling van de electronische transformator 140. Voor het opwekken van de stuursignalen voor de M0SFET- transistoren 25, 26, of andere electronische schakelaars, kan er verwijzend naar fig. 4a zijn voorzien in een functiegenerator 141 als aan-stuurschakeling 8. Met het verwijzingscijfer 148 is een frequentiebepalende oseillatorschakeling voor de functiegenerator 141 aangegeven, teruijl weerstand 116 en condenstor 119 weer de puls/pauzeverhouding bepalen. MOSFET-transistor 26 kan rechtstreeks door de aanstuurschakeling worden aangestuurd, MOSFET-transistor 25 echter via een optokoppelaar of puls-trafo 146 vanwege potentiaalverschillen. Bij de uitvoeringsvorm van fig.
4a is er voorzien in twee stroombegrenzers 142, 143, die beide in de primaire zijde zijn geplaatst en direct zonder vertragingen op het stuursignaal te kunnen ingrijpen door middel van NEN-poort 147. Eén van de stroombegrenzers 142 dient om indien nodig direct de momentane stroom te beperken, terwijl de tweede stroombegrenzer 143 de gemiddelde stroom over betrekkelijk lange tijd bewaakt, zodat deze overbelasting kan voorkomen. Om de stroom door de in fig. 4a getoonde halve brugschakeling te kunnen meten, zijn er twee weerstanden 144, 145 tussen de "nul" van de halve brugschakeling en de "nul" van de aanstuurschakeling 8 (functiegenerator 141) geplaatst. De door deze weerstanden 144, 145 lopende stroom is evenredig met het vermogen dat de halve brugschakeling levert. Bij deze uitvoeringsvorm van de electronische transformator wordt, verwijzend naar fig. 4b, de lamp 3 direct op de secundaire wikkeling 33 van de hoogfrequente nettrans-formator 140 aangesloten. Voor het meten van de werkelijke lampspanning wordt net zoals bij de eerste uitvoeringsvorm van fig. 1 gebruik gemaakt van de driepuntsmeting. Omdat nu over de lamp een hoogfrequentsignaal staat, zal voor de verschiIversterker 111 een snelle operationele versterker 146 moeten worden gebruikt. Voor de voeding van de schakeling is voorzien in voedingsschakeling 150. Bovendien moet in plaats van een topwaar-demeting een gemiddelde waardemeting worden uitgevoerd. Omdat de vorm van het signaal bekend is, kan daaruit de verhouding tussen de gemiddelde en de effectieve waarde worden bepaald, waardoor de lampspanning kan worden afgeregeld. Over de lamp 3 staat immers een blokvormige wisselspanning met een sinusvormige omhullende, waarbij de breedte en de vorm van de pulsen de gemiddelde en effectieve spanning bepalen, die over de lamp staat.
De gemiddelde waarde wordt bepaald door eerst de wisselspanning aan de uitgang van de verschiIversterker 111 in een gelijkspanning om te zetten door met weerstand 151 en diode 153 tijdens de negatieve perioden de spanning op nul volt te brengen, waardoor de absolute waarde van de gemiddelde spanning en de effectieve spanning beide met een factor 2 worden verkleind. Dan volgt er een integratie met weerstand 154 en condensator 155, die de gemiddelde spanning oplevert. De integratietijdconstante wordt gekozen tussen die van het meetsignaal en de omhullende daarvan, zodat het geïntegreerde signaal gelijk is aan een halve gelijkgerichte sinus waarvan de topwaarde evenredig met de gemiddelde waarde is. Via een omweg kan derhalve weer een meting van de topwaarde worden uitgevoerd, welke topwaarde evenredig is met de gemiddelde lampspanning. Door middel van een eenvoudige signaalbewerking met behulp van een correctieschakeling 152 kan hieruit een signaal worden verkregen, dat nagenoeg evenredig met de effectieve lampspanning is. Voor correctieschakeling 152 kan een kwadratische versterker worden toegepast, maar gezien daarmee gepaard gaande kosten zal in de praktijk een goedkoper schakelingsalternatief worden gekozen. Ook nu wordt weer een vergelijker 113 qebruikt, die op de beurt wederom een opto-koppelaar 14 aanstuurt, die opnieuw een digitaal sianaal afgeeft. De aanpassing van de puls/pauzeverhouding van de stuursignalen geschiedt in principe op dezelfde manier als in de eerste uitvoeringsvorm. In fig. 4a, b zijn voorts voor overeenkomende delen dezelfde verwijzingsgetallen als in andere figuren van de tekening gebruikt.

Claims (9)

1. Electronische transformator voor laagspanningslampen, omvattende een van een nettransformator en een schakelketen voorziene voedings-schakeling voor het door middel van twee voedingsleidingen uit het openbare electriciteitsnet voeden van een of meer laagspanningslampen, met het kenmerk, dat de electronische transformator voorts een meetschakeling omvat voor het door middel van de twee voedingsleidingen en een aan de lamp-zijde met een van de voedingsleiding verbonden meetleiding meten van de werkelijke lampspanning, een vergelijker voor het met een gewenste lamp-spanning vergelijken van de gemeten werkelijke lampspanning, en een stuur-schakeling voor het afhankelijk van het vergelijkingsresultaat sturen van de schakelketen om de voedingsschakeling de werkelijke lampspanning op de gewenste lampspanning te doen houden.
2. Electronische transformator volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de gewenste lampspanning een variabele lampspanning is, die ten hoogste de correcte lampspanning kan zijn.
3. Electronische transformator volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de nettransformator een hoogfrequente nettransformator is, en de schakelketen aan de primaire zijde en de lamp(en) aan de secundaire zijde van de hoogfrequente nettransformator zijn aangebracht.
4. Electronische transformator volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de nettransformator een laagfrequente nettransformator is, de schakelketen onder tussenschakeling van een gelijkrichter aan de secundaire zijde van de laagfrequente nettransformator is aangebracht en de lamp(en) aan de uitgang van de schakelketen is (zijn) aangebracht.
5. Electronische transformator volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de schakelketen een door een electronische schakelaar geschakelde vermogensfiLter omvat en de stuurschakeling een aanstuurschakeling voor het aansturen van de schakelaar en een puls/pauzeverhoudingsinstel-schakeling voor enerzijds het instellen van en anderzijds het op basis van het uitgangssignaal van de vergelijker variëren van het door de aanstuurschakeling geleverde aanstuursignaal.
6. Electronische transformator volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat er is voorzien in een stroombegrenzer die de door de electronische schakelaar aan het vermogensfiIter geleverde stroom meet en in het geval van een te grote gemeten stroom overheersend ten opzichte van de puls/pauzeverhoudingsinstelschakeling de aanstuurschakeling zodanig aanstuurt, dat deze de door de electrische schakelaar geleverde stroom ten minste verlaagd.
7. Electronische transformator volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat over de primaire wikkeling van de hoogfrequente transformator parallel twee serieschakelingen van elk een condensator en een electroni-sche schakelaar zijn verbonden en er is voorzien in middelen voor het op de respectieve knooppunten tussen bijbehorende condensator en electroni-sche schakelaar opdrukken van een gelijkspanning en middelen voor het met een gelijke geleidingstijd om en om sluiten van de electronische schakelaars.
8. Electronische transformator volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de middelen voor het aansturen van de electronische schakelaars aanstuursignalen met constante frequentie en variabele pulsbreedte leveren.
9. Electronische transformator volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat er is voorzien in stroombegrenzingsmiddelen.
NL9001283A 1990-06-07 1990-06-07 Electronische transformator voor laagspanningslampen met lampspanningsstabilisatie. NL9001283A (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9001283A NL9001283A (nl) 1990-06-07 1990-06-07 Electronische transformator voor laagspanningslampen met lampspanningsstabilisatie.
EP91201286A EP0460736A1 (en) 1990-06-07 1991-05-29 An electronic transformer for low voltage lamps with lamp voltage stabilisation

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9001283 1990-06-07
NL9001283A NL9001283A (nl) 1990-06-07 1990-06-07 Electronische transformator voor laagspanningslampen met lampspanningsstabilisatie.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9001283A true NL9001283A (nl) 1992-01-02

Family

ID=19857200

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9001283A NL9001283A (nl) 1990-06-07 1990-06-07 Electronische transformator voor laagspanningslampen met lampspanningsstabilisatie.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP0460736A1 (nl)
NL (1) NL9001283A (nl)

Families Citing this family (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AT499U1 (de) * 1992-12-23 1995-11-27 Tridonic Bauelemente Schaltungsanordnung zur spannungsversorgung und helligkeitssteuerung einer niedervolt-halogenlampe
GB2275141B (en) * 1993-02-12 1995-12-06 Lumisphere Products Ltd Warning beacon
CA2153531A1 (en) * 1994-07-10 1996-01-11 Benjamin Barber Low voltage power control
DE4433552B4 (de) * 1994-09-06 2004-01-15 Marx, Peter, Prof. Dr.-Ing. Elektronischer HF-Dimmer für Hoch- und Niedervoltglühlampen
DE10048189A1 (de) * 2000-09-28 2002-04-11 Patent Treuhand Ges Fuer Elektrische Gluehlampen Mbh Schaltungsanordnung zur Regelung eines analogen Spannungssignals
DE102004016761B4 (de) * 2004-04-01 2007-01-11 Walter Kraus Gmbh Scheinwerfer
EP2045508A1 (en) 2005-10-07 2009-04-08 Black & Decker, Inc. Flashlight
DE102006016983B4 (de) * 2006-04-06 2014-03-20 E.G.O. Elektro-Gerätebau GmbH Schaltnetzteil mit einer Überlast- und Kurzschlussabsicherung
WO2008028563A1 (de) * 2006-09-08 2008-03-13 Schiederwerk Mbz Telekommunikation Gmbh & Co. Kg Dimmerschaltung
FR2920633B1 (fr) * 2007-08-31 2009-11-20 Renault Sas Procede de commande de la puissance moyenne dissipee par une lampe dans un vehicule automobile

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1613663B2 (de) * 1967-08-02 1974-09-05 Robert Bosch Fernsehanlagen Gmbh, 6100 Darmstadt Schaltungsanordnung zur Konstanthaltung der Spannung an einem über Kabel angeschlossenen Verbraucher
DE3701805A1 (de) * 1987-01-22 1988-08-04 Sedlbauer Wilhelm Gmbh Schaltungsanordnung zur stromversorgung von niederspannungsverbrauchern
FI82152C (fi) * 1987-11-25 1991-01-10 Rencotuote Oy Foerfarande och anordning foer reglering av spaenning i en blinkanordning.

Also Published As

Publication number Publication date
EP0460736A1 (en) 1991-12-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8148907B2 (en) Dimmable power supply
US6969958B2 (en) Square wave drive system
US6876157B2 (en) Lamp inverter with pre-regulator
US5519306A (en) Constant voltage circuit and a stabilized power supply unit
US8093820B1 (en) Fluorescent ballast with isolated system interface
US5394064A (en) Electronic ballast circuit for fluorescent lamps
US5396155A (en) Self-dimming electronic ballast
JP3359141B2 (ja) 電力制御装置
EP0396621A1 (en) Fluorescent dimming ballast utilizing a resonant sine wave power converter
JP2008541372A (ja) 汎用ライン電圧調光方法及びシステム
NL9001283A (nl) Electronische transformator voor laagspanningslampen met lampspanningsstabilisatie.
NL9000680A (nl) Hoogfrequent voorschakelapparaat.
JP3496543B2 (ja) 電源装置
US10306717B1 (en) Flicker-free LED driving apparatus and voltage regulating method thereof
US5696670A (en) Power supply for arc-discharge load
KR100244694B1 (ko) 개선된 역률 및 램프 효율을 제공하는 회로
EP0577704A1 (en) Power supply having high power factor with control that tracks the input alternating supply
JPH0260097A (ja) 蛍光ランプ等に使用する力率補正回路
JP3082259B2 (ja) El点灯回路
JP2942272B2 (ja) 放電灯点灯装置
JP4240926B2 (ja) 電源装置
SU1246065A1 (ru) Устройство дл ограничени напр жени
KR920004994B1 (ko) 방전램프의 전자식 안정기
US6727663B2 (en) Circuit arrangement for feeding a load
JPH06223989A (ja) 放電灯点灯装置

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed