NL9000643A

NL9000643A - Balenpers met voorperskleppen.

Info

Publication number: NL9000643A
Application number: NL9000643A
Authority: NL
Original assignee: Bollegraaf Appingedam Maschf
Priority date: 1990-03-20
Filing date: 1990-03-20
Publication date: 1991-10-16
Also published as: DE69017890D1; DE69017890T2; EP0447694A1; CA2035856A1; US5193454A; ES2072381T3; ATE119828T1; EP0447694B1; CA2035856C

Description

Titel: Balenpers met voorperskleppen

De uitvinding heeft betrekking op een balenpers voorzien van een persschacht, een via een doorgang met de pers- ’ schacht verbonden vulschacht, ten minste twee voorperskleppen, die elk zwenkbaar zijn om een zwenkas, zijn voorzien van een vlakke wand, die in gesloten stand de doorgang van de vulschacht naar de persschacht afsluit en in de geopende stand in de wand van de vulschacht ligt, en van een in hoofdzaak om de bijbehorende zwenkas gekromd oppervlak, dat in gesloten stand de vulschacht in axiale richting begrenst.

Een dergelijke pers is bekend uit het Amerikaanse oc-trooischrift 4 594 942 en is bedoeld voor het tot balen persen van stortgoed zoals (oud) papier, plastic, lompen en huisvuil. Deze pers is voorzien van twee voorperskleppen, die zwenkbaar zijn om evenwijdige, aan weerszijden van de vulschacht tegenover elkaar gelegen zwenkassen. Middels deze voorperskleppen kan materiaal dat na aanvoer naar de persschacht nog buiten de persschacht uitsteekt, bij het sluiten van de voorperskleppen in de persschacht worden gedwongen. Het materiaal wordt aldus in de persschacht voorgeperst, zodat een goede vulling van de persschacht wordt verkregen.

Een bezwaar van een dergelijke constructie is, dat wanneer het te persen materiaal grotere, weinig samendrukbare delen bevat, zoals telefoonboeken in geval oud papier wordt verwerkt, dergelijke weinig samendrukbare delen bij het sluiten van de voorperskleppen tussen die voorperskleppen beklemd kunnen raken, waardoor de voorperskleppen niet gesloten of geopend kunnen worden. De in het genoemde Amerikaanse octrooischrift beschreven constructie is voorzien voorperskleppen, waarvan de zwenkassen uit elkaar verplaatsbaar zijn, zodat in geval een weinig samendrukbaar deel ingeklemd raakt, de voorperskleppen toch gesloten en vervolgens weer geopend kunnen worden. Een dergelijke constructie is gecompliceerd en kostbaar. Functioneel gezien brengt deze constructie bovendien het nadeel met zich mee, dat een ingeklemd weinig samendrukbaar deel gedurende het persen in de persschacht uit kan steken en daardoor een goede baalvorming alsmede het passeren van het persorgaan in de persschacht kan verhinderen.

De uitvinding heeft als doel een inrichting van de' hiervoor beschreven soort te verschaffen, waarbij het probleem van het ingeklemd raken van weinig samendrukbare delen tussen de voorperskleppen niet optreedt.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat ten minste een van de voorperskleppen is voorzien van ten minste een aansluitoppervlak, dat in de gesloten stand gekromd is om ten minste een zwenkas van een andere van de voorperskleppen en zodanig is aangepast aan het ten minste ene, gekromde oppervlak van een andere van de voorperskleppen, dat in de gesloten stand het aansluitoppervlak en het gekromde oppervlak van de ten minste ene andere voorpersklep op een ten hoogste geringe, in hoofdzaak constante afstand van elkaar zijn gelegen.

De voorpersklep, die is voorzien van het aansluitoppervlak wordt in bedrijf telkens als eerste volledig gesloten, waarna de ten minste ene andere klep wordt gesloten. Het sluiten van de andere klep dient daarbij zoveel later te worden uitgevoerd, dat de radiaal buitengelegen rand van de genoemde andere klep het gebied waar gedurende het sluiten van de voorperskleppen te persen materiaal aanwezig kan zijn bereikt, nadat de van het aansluitoppervlak voorziene voorpersklep volledig is gesloten. Aldus wordt bereikt, dat bij het sluiten van de voorperskleppen tegenover elkaar gelegen delen van de voorperskleppen, waartussen weinig samendrukbare delen van het te persen materiaal beklemd zouden kunnen raken, niet in het bereik van het te persen materiaal naar elkaar toe bewegen. Materiaal, dat bij het sluiten van de genoemde andere klep wordt voorgeperst kan daarbij langs het genoemde aansluitoppervlak verschuiven.

De balenpers volgens de uitvinding kan zijn uitgerust met twee of meer voorperskleppen, waarvan er ten minste een is voorzien van ten minste een aansluitoppervlak. Bij voorkeur is de balenpers voorzien van twee tegenover elkaar gelegen voor- perskleppen, waarbij het aansluitoppervlak gekromd om de zwenk-as van de tegenovergelegen voorpersklep is uitgevoerd.

Opgemerkt wordt, dat de vulschacht niet uitsluitend als vulschacht hoeft te zijn uitgevoerd, maar ook bijvoorbeeld kan zijn voorzien van middelen voor het verdelen, verkleinen of tegen de voorpersklep voorpersen van het te persen materiaal. Een transportschroef voor het voorpersen van het te persen materiaal is onder meer beschreven in het Duitse octrooischrift nr. 29 44 328 op naam van aanvraagster.

Navolgend wordt de uitvinding nader geïllustreerd en toegelicht aan de hand van enkele uitvoeringsvoorbeelden, waarbij wordt verwezen naar de tekening. Daarbij toont: fig. 1-4 zijaanzichten in doorsnede van een balenpers volgens de uitvinding in vier opeenvolgende bedrijfsstadia, en fig. 5 een perspectivische weergave van het principe van een alternatieve uitvoeringsvorm van de uitvinding.

De balenpers weergegeven in de figuren 1-4 is voorzien van een vulschacht 1 die uitmondt in een persschacht 2 en in langsdoorsnede is weergegeven, die loodrecht op het vlak van doorsnede verloopt. De persschacht 2 is opgesloten in spanten 3,'waarvan er in de figuren een zichtbaar is. De vulschacht 1 is via een doorgang 4 verbonden met de persschacht 2. Nabij het uiteinde van de vulschacht 1 aan de zijde van de persschacht 2 zijn een eerste en een tweede voorpersklep 5 resp. 6 aangebracht. De voorperskleppen 5 en 6 zijn elk zwenkbaar om een as 7 resp. 8 tussen een gesloten stand (figuren 1 en 4) en een geopende stand (fig. 2). De beide zwenkassen 7 en 8 zijn evenwijdig aan elkaar gericht en tegenover elkaar aan weerszijden van de vulschacht gelegen. De zwenkassen 7 en 8 kunnen in plaats van nabij de wand van de vulschacht 1 ook op enige afstand daarvan zijn aangebracht. De voorperskleppen 5 en 6 zijn voorts elk voorzien van een met de resp. zwenkas 7, 8 in hoofdzaak gekromd oppervlak 9 resp. 10 alsmede van vlakke wanden 11 resp. 12, die in de gesloten stand de doorgang 4 afsluiten en in de geopende stand een voortzetting van de wand van de vulschacht 1 vormen. De met de resp. zwenkassen 7 en 8 gekromde oppervlakken 9 en 10 sluiten in de gesloten stand de vulschacht in axiale 1 richting af.

De eerste voorpersklep 5 is voorzien van een aan-sluitoppervlak 13, dat in de gesloten stand van die voorpersklep 5 gekromd is om de zwenkas van de tweede voorpersklep 6 en op geringe afstand van het gekromde oppervlak 10 van de tegenovergelegen voorpersklep 6 verloopt.

De voorperskleppen 5 en 6 zijn bedienbaar middels hydraulische cilinders 14 en 15, die aan de spanten 3 zijn opgehangen.

In fig. 1 is de balenpers weergegeven in een stadium, waarin het persen van een baal 16 is voltooid, welke samengeperste baal 16 in aanzicht is weergegeven. Gedurende het persen van de baal 16 is boven de voorperskleppen 5 en 6 een hoeveelheid te persen materiaal 17 gestort.

Het te persen materiaal 17 wordt vervolgens gedeeltelijk in de persschacht gelaten door de voorperskleppen 5 en 6 te openen (fig. 2).

Een deel van het te persen materiaal 17 steekt boven de bovenrand 18 van de persschacht 2 uit en dient voor het persen in de persschacht 2 geperst te worden. Hiertoe wordt, zoals fig. 3 toont, eerst de eerste voorpersklep 5 gesloten, waarbij een deel van het buiten de persschacht uitstekende, te persen materiaal 17 in de persschacht wordt gedrukt. Nadat die voorpersklep 5 geheel is gesloten steekt een deel van het aansluit-oppervlak 13 boven het te persen materiaal 17 uit, zodat de vlakke wand 12 van de tweede voorpersklep 6 bij het sluiten van die voorpersklep met zijn van de zwenkas af gelegen rand 19 op een geringe', ongeveer constante afstand langs de eerste voorpersklep 5 passeert tot de gesloten stand is bereikt (fig. 4). Het te persen materiaal 17 wordt daardoor langs het aansluitop-pervlak 13 verplaatst en zal niet tussen de voorperskleppen 5 en 6 beklemd raken.

Nadat de voorperskleppen 5 en 6 zijn gesloten kan het in de persschacht 2 gestorte materiaal 17 worden samengeperst tot een baal en kan tegelijkertijd nieuw te persen materiaal in de vulschacht 1 worden gestort waarna wederom het in fig. 1 weergegeven stadium wordt bereikt.

Het aansluitoppervlak 13 is bij voorkeur uitgevoerd als een holle cilindersector. Een dergelijke vorm is eenvoudig te vervaardigen en maakt bij een met twee voorperskleppen 5 en 6 uitgevoerde balenpers een minimale bouwhoogte mogelijk.

De afstand tussen het aansluitoppervlak 13 en het gekromde oppervlak 10 van de tweede voorpersklep 6 bedraagt bij voorkeur 20-50 mm. Bij een dergelijke speling wordt enerzijds een afdoende afdichting van de persschacht 2 bereikt en wordt anderzijds .vermeden# dat materiaal, dat zich heeft afgezet op het aansluitoppervlak 13 en het daartegenover gelegen gedeelte van het gekromde oppervlak 10 van de tweede voorpersklep 6 overmatige wrijving tussen de beide voorperskleppen 5 en 6 kan veroorzaken.

Boven de voorperskleppen 5 en 6 zijn afschermplaten 21 en 22 scharnierend opgehangen, die in de geopende stand in hoofdzaak strokend op de wand van de vulschacht 1 aansluiten, en tot tenminste voorbij de resp. van de zwenkas 7, 8 van de voorpersklep 5, 6 af gelegen rand 19, 20 van de vlakke wand 11, 12 van de voorperskleppen 5, 6 reiken. In de gesloten stand liggen de af schermplaten 21 en 22 in een van de wand van de vulschacht 1 af wijzende stand tegen de gekromde oppervlakken 9. 10 van de voorperskleppen 5, 6 aan. De afschermplaten 21, 22 schermen, wanneer de voorperskleppen 5, 6 in de geopende stand verkeren de tussenruimte tussen de vlakke wanden 11, 12 van de voorperskleppen 5 en 6 en de daarop aansluitende wanden van de vulschacht 1 af. Dit is in het bijzonder voordeelbiedend voor het afsluiten van de tussenruimte, die grenst aan de eerste voorpersklep 5, omdat deze tussenruimte relatief groot is. Een bijkomend voordeel van de afschermplaten 21, 22 is dat deze bij het openen van de voorperskleppen 5, 6 materiaal, dat zich op de gekromde oppervlakken 9, 10 daarvan heeft afgezet, van die gekromde oppervlakken 9, 10 af kunnen schrapen. Dit is in het bijzonder voordelig, voor het* in de gesloten stand van de voorperskleppen 5, 6 tegenover het aansluitoppervlak 13 gelegen ge deelte van het gekromde oppervlak 10 van de tweede voorpers-klep, omdat daardoor wordt vermeden, dat op dat gedeelte afgezet materiaal bij het sluiten van de tweede voorpersklep 6 tegen het op een geringe afstand gelegen aansluitoppervlak 13 klemt.

De zwenkassen 7, 8 zijn bij de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm evenwijdig aan de langsas van de persschacht 2 gericht. Het is echter ook mogelijk voorperskleppen zodanig op te stellen, dat de zwenkassen daarvan dwars op de langsas van de persschacht verlopen, een uitvoeringsvorm, waarbij de zwenkassen zowel evenwijdig aan als dwars op de langsas van de pers-schacht zijn gericht wordt hierna beschreven.

In het gebied van een doorgang 4 kan een stelsel van vier voorperskleppen 23, 24, 25 en 26 zijn aangebracht, zoals is weergegeven in fig. 5. De voorperskleppen 23, 24, 25 en 26 zijn zwenkbaar om assen 35, 36, 37 resp. 38. Van de vier voorperskleppen zijn de eerste twee kleppen 23 en 24 gesloten en zijn de derde en de vierde klep 25 en 26 geopend weergegeven. Het aansluitoppervlak 27 is daarbij aangebracht in een zijwand 28 van een eerste voorpersklep 23. Op elk van de gekromde oppervlakken 29, 30 en 31 van de eerste drie van de vier voorperskleppen sluit een vlak aansluitoppervlak 32, 33 resp. 34 aan. Bij het sluiten van de voorperskleppen 23, 24, 25 en 26 wordt eerst de eerste en vervolgens de tweede, de derde en tenslotte de vierde voorpersklep gesloten.

Het spreekt voor zich, dat de uitvinding ook toepasbaar is op diverse andere configuraties met andere aantallen voorperskleppen.

Claims

1. Balenpers voorzien van een persschacht, een via een doorgang met de persschacht verbonden vulschacht, ten minste twee voorperskleppen, die elk zwenkbaar zijn om een zwenk-as, zijn voorzien van een vlakke wand, die in gesloten stand de doorgang van de vulschacht naar de persschacht afsluit en in de geopende stand in de wand van de vulschacht ligt, en van een in hoofdzaak om de bijbehorende zwenkas gekromd oppervlak, dat in gesloten stand de vulschacht in axiale richting begrenst, met het kenmerk, dat ten minste een van de voorperskleppen (5, 6; 23, 24, 25, 26) is voorzien van ten minste een aansluitopper-vlak (13; 27), dat in de gesloten stand gekromd is om ten minste een zwenkas (8; 38) van een andere van de voorperskleppen en zodanig is aangepast aan het ten minste ene, gekromde oppervlak (10; 31) van een andere van de voorperskleppen, dat in de gesloten stand het aansluitoppervlak (13; 27) en het gekromde oppervlak (10; 31) van de ten minste ene andere voorpersklep op een ten hoogste geringe, in hoofdzaak constante afstand van elkaar zijn gelegen.

2. Balenpers volgens conclusie 1, voorzien van twee tegenover elkaar gelegen voorperskleppen, met het kenmerk, dat het aanslui toppervlak (13) gekromd om de zwenkas van de tegenovergelegen voorpersklep (6) is uitgevoerd.

3. Balenpers volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het aansluitoppervlak (13) een holle cilindersector vormt.

4. Balenpers volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat in de gesloten stand de afstand tussen het aansluitoppervlak (13, 27) en het gekromde oppervlak (10, 31) van de ten minste ene andere voorpersklep 20-50 mm bedraagt.

5. Balenpers volgens conclusie 1, gekenmerkt door ten minste een afschermplaat (21, 22), die scharnierbaar om een aan de zwenkas (7, 8)) evenwijdige as boven ten minste een van de voorperskleppen (5, 6) is opgehangen, waarbij de afschermplaat (21, 22), wanneer die voorpersklep (5, 6) in de geopende stand verkeert, in hoofdzaak strokend aansluit op de wand van de vulschacht (1) en tot tenminste voorbij de van de zwenkas (7, 8) van de voorpersklep (5, 6) af gelegen rand van de vlakke wand (11, 12) van die voorpersklep (5, 6) reikt en in de gesloten stand in een van de wand van de vulschacht (1) af wijzende stand tegen het gekromde oppervlak (9, 10) van die voorpersklep (5, 6) aanligt.