NL9000534A - Beweegbaar voorwerp. - Google Patents
Beweegbaar voorwerp. Download PDFInfo
- Publication number
- NL9000534A NL9000534A NL9000534A NL9000534A NL9000534A NL 9000534 A NL9000534 A NL 9000534A NL 9000534 A NL9000534 A NL 9000534A NL 9000534 A NL9000534 A NL 9000534A NL 9000534 A NL9000534 A NL 9000534A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- motor
- holder
- oscillation
- movable
- circuit
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A63—SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
- A63H—TOYS, e.g. TOPS, DOLLS, HOOPS OR BUILDING BLOCKS
- A63H13/00—Toy figures with self-moving parts, with or without movement of the toy as a whole
-
- G—PHYSICS
- G09—EDUCATION; CRYPTOGRAPHY; DISPLAY; ADVERTISING; SEALS
- G09F—DISPLAYING; ADVERTISING; SIGNS; LABELS OR NAME-PLATES; SEALS
- G09F19/00—Advertising or display means not otherwise provided for
- G09F19/02—Advertising or display means not otherwise provided for incorporating moving display members
- G09F19/08—Dolls, faces, or other representations of living forms with moving parts
-
- G—PHYSICS
- G09—EDUCATION; CRYPTOGRAPHY; DISPLAY; ADVERTISING; SEALS
- G09F—DISPLAYING; ADVERTISING; SIGNS; LABELS OR NAME-PLATES; SEALS
- G09F19/00—Advertising or display means not otherwise provided for
- G09F19/02—Advertising or display means not otherwise provided for incorporating moving display members
-
- G—PHYSICS
- G09—EDUCATION; CRYPTOGRAPHY; DISPLAY; ADVERTISING; SEALS
- G09F—DISPLAYING; ADVERTISING; SIGNS; LABELS OR NAME-PLATES; SEALS
- G09F19/00—Advertising or display means not otherwise provided for
- G09F19/02—Advertising or display means not otherwise provided for incorporating moving display members
- G09F19/08—Dolls, faces, or other representations of living forms with moving parts
- G09F2019/086—Dolls
Landscapes
- Business, Economics & Management (AREA)
- Accounting & Taxation (AREA)
- Marketing (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- General Physics & Mathematics (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Theoretical Computer Science (AREA)
- Toys (AREA)
Description
Titel: Beweegbaar voorwerp.
De uitvinding heeft betrekking op een beweegbaar voorwerp en meer in het bijzonder op een beweegbaar voorwerp, dat een buigbeweging uitvoert teneinde een beeld, zoals een configuratie, een voorkomen of dergelijke daarvan op een unieke en onverwachte wijze te variëren bij het detecteren van een uitwendige stimulus, zoals licht, geluid, infrarood-straling of dergelijke.
Een conventioneel beweegbaar voorwerp heeft in het algemeen het voorkomen van een stilleven, zoals een bloem of dergelijke, en wordt meer in het bijzonder voor decoratie in huis gebruikt. Een dergelijk beweegbaar voorwerp is zodanig opgebouwd, dat wanneer een geluiddetector geluid met een vooraf bepaald niveau of hoger detecteert, zoals de stem van een waarnemer, welke tot het voorwerp spreekt, klappen in de handen, achtergrondmuziek of dergelijke, een schakelelement wordt ingeschakeld om een motor via een voedingsbron aan te drijven. De op deze wijze in werking gestelde motor veroorzaakt, dat een kernelement, dat als een be-dieningsonderdeel dient, wordt geroteerd, hetgeen ertoe leidt, dat een afdekonderdeel, dat het voorkomen heeft van een nabootsing van b.v. een bloem, en waarin het kernelement los past, bij de rotatie van het kernelement op een meandervormige wijze wordt bewogen.
Klanten wensen evenwel dat het voorkomen van een beweegbaar voorwerp een unieke en onverwachte beweging vertoont, welke tot dusverre nooit is waargenomen.
Voorts veroorzaakt bij het conventionele beweegbare voorwerp het verdwijnen van geluid, dat door de aftastinrichting dient te worden gedetecteerd, dat de aandrijving van de motor onmiddellijk wordt beëindigd, zodat de beweging van het voorwerp gedwongen wordt om te worden onderbroken in een stand, welke onnatuurlijk is voor de configuratie van het artikel tijdens de beweging. Dit geeft de waarnemer de suggestie, dat het beweegbare voorwerp, dat de waarnemer als een stilleven beschouwt, een beweging uitvoert, waardoor wordt veroorzaakt, dat de onverwachtheid eh de originaliteit van het beweegbare voorwerp wordt gereduceerd.
Derhalve is het zeer gewenst te voorzien in een beweegbaar voorwerp, dat in staat is om een unieke en onverwachte beweging uit te voeren, welke voldoende is om een onverwachte variatie in configuratie te vertonen.
In het algemeen wordt volgens de uitvinding voorzien in een beweegbaar voorwerp. Het beweegbare voorwerp omvat een houder, bestaande uit een buigzaam materiaal, een buigstelsel, dat zich in de houder bevindt en kan worden beïnvloed teneinde te veroorzaken, dat de houder een buigbeweging uitvoert, een motor, welke zich in de houder bevindt en operatief met het buigstelsel is verbonden om het buigstelsel te beïnvloeden, en een motoraandrijfketen voor het aandrijven van de motor. Het buigstelsel is zodanig operatief met de houder verbonden, dat de beïnvloeding van het buigstelsel naar de houder wordt overgedragen, hetgeen ertoe leidt, dat de houder een buigbeweging uitvoert.
Verder wordt volgens de uitvinding voorzien in een beweegbaar voorwerp dat voorzien is van een uit een buigzaam materiaal vervaardigde houder, die een cilindervorm heeft, een voet, een op de voet gemonteerde motor, een motoraandrijfketen, die elektrisch met de motor is verbonden om de motor aan te drijven, een rotatieonderdeel, dat operatief zodanig met de motor is verbonden, dat dit bij het aandrijven van de motor wordt geroteerd, een oscillatieonderdeel, dat zodanig op dé voet wordt ondersteund, dat het rechtop staat en een scharnierbeweging kan uitvoeren en zodanig operatief met het rotatieonderdeel is verbonden, dat het in afhankelijkheid van de rotatie van het rotatieonderdeel een scharnierbeweging uitvoert, een steunonderdeel, dat zodanig boven het oscillatieonderdeel is aangebracht, dat dit ten opzichte van het oscillatieonderdeel beweegbaar is, en welk steunonderdeel met de zijwand van de houder is verbonden teneinde de scharnierbeweging van het oscillatieonderdeel naar de houder over te dragen teneinde daardoor te veroorzaken, dat de houder een buigbeweging uitvoert, een aftastinrichting voor het detecteren van een uitwendige stimulus, een schakelelement, dat tussen de aftastinrichting en de motoraandrijfketen is verbonden en in afhankelijkheid van de door de aftastinrichting gedetecteerde uitwendige stimulus wordt beïnvloed, en een standdetectieschakelaar voor het detecteren van een vooraf bepaalde stand van het oscillatieonderdeel. De standdetectieschakelaar is met het schakelelement en de motoraandrijfketen verbonden om te veroorzaken, dat de motoraandrijfketen de motor aandrijft wanneer het schakelelement is uitgeschakeld en tenzij de standdetectieschakelaar de vooraf bepaalde stand van het oscillatieonderdeel detecteert. Het beweegbare voorwerp omvat ook een veer, welke is aangebracht tussen het oscillatieonderdeel en het steunonderdeel teneinde een elastische kracht uit te oefenen in een richting, waarbij het oscillatieonderdeel en het steunonderdeel van elkaar worden gescheiden. De houder neemt de bovenbeschreven respectieve componenten op.
Voorts wordt volgens de uitvinding voorzien in een beweegbaar artikel, dat voorzien is van een uit een buigzaam materiaal vervaardigde houder, die een cilindervorm heeft, een voet, een op de voet gemonteerde motor, een motoraandrijfketen, die elektrisch met de motor is verbonden om de motor aan te drijven, een rotatieonderdeel, dat operatief zodanig met de motor is verbonden, dat dit bij de aandrijving van de motor wordt geroteerd, een oscillatieonderdeel, dat zodanig op de voet wordt ondersteund, dat het rechtop staat en een scharnierbeweging kan uitvoeren, en zodanig operatief met het rotatieonderdeel is verbonden, dat het bij de rotatie van het rotatieonderdeel een scharnierbeweging uitvoert, een steunonderdeel, dat zodanig boven het oscillatieonderdeel is aangebracht, dat dit steunonderdeel ten opzichte van het oscillatieonderdeel beweegbaar is, waarbij het steunonderdeel met de zijwand van de houder is verbonden teneinde de scharnierbeweging van het oscillatieonderdeel naar de houder over te dragen teneinde daardoor te veroorzaken, dat de houder een buigbeweging uitvoert, een kogelgewricht om het oscillatieonderdeel en het steunonderdeel daarover operatief met elkaar te verbinden, een aftastinrichting voor het detecteren van een uitwendige stimulus, en een veer, welke is aangebracht tussen het oscillatieonderdeel en het steunonderdeel teneinde een elastische kracht uit te oefenen in een richting, waarbij het oscillatieonderdeel en het steunonderdeel van elkaar worden gescheiden, de bovenbeschreven respectieve componenten zijn ondergebracht in de houder.
Volgens een ander aspect van de uitvinding wordt voorzien in een motoraandrijfketen voor een beweegbaar voorwerp, dat bestemd is om een buigbeweging uit te voeren, waarbij gebruik wordt gemaakt van de aandrijving van een daarin aanwezige motor, welke keten is voorzien van een aandrijfspoel. De motoraandrijfketen omvat een motoraandrijfschakel-element om elektrisch vermogen vanuit een voedingsbron aan de motor toe te voeren, een kortsluitschakelelement om de aandrijfspoel van de motor kort te sluiten, een aftastinrichting voor het detecteren van een uitwendige stimulus, een standdetectieschakelaar voor het detecteren van een vooraf bepaalde stand van het beweegbare artikel, en een kiesketen om het motoraandrijfschakelelement voor het aandrijven van de motor in te schakelen wanneer de aftastinrichting de uitwendige stimulus detecteert, en het motoraandrijfschakelelement uit te schakelen en het kortsluitschakelelement in te schakelen om te veroorzaken, dat de bekrachtiging van de aandrijfspoel van de motor wordt beëindigd wanneer de standdetectieschakelaar de vooraf bepaalde stand van het beweegbare artikel detecteert.
Derhalve beoogt de uitvinding te Voorzien in een beweegbaar voorwerp, dat een bepaalde configuratie daarvan kan aannemen voor het tot stand brengen van een unieke en onverwachte beweging bij het detecteren van een uitwendige stimulus en stationair kan worden gehouden wanneer de stimulus niet wordt gedetecteerd.
Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een beweegbaar voorwerp, waarvan een configuratie kan worden gewijzigd om een buigbeweging uit te voeren, hetgeen ertoe leidt, dat bij een waarnemer aandacht en verrassing wordt gewekt.
Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een beweegbaar voorwerp, dat een regelmatige stand kan innemen, welke natuurlijk is voor een configuratie daarvan, wanneer de beweging van het voorwerp wordt beëindigd.
Weer een ander oogmerk van de uitvinding is het verschaffen van een beweegbaar voorwerp, dat op een bevredigende wijze kan worden onderhouden.
Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een beweegbaar voorwerp, dat niet tengevolge van een herhaalde buigbeweging gedurende een lange periode wordt beschadigd.
Weer een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een beweegbaar voorwerp, waarbij de mate van beweging van een configuratie daarvan kan worden vergroot.
Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een beweegbaar voorwerp, waarvan de buigbeweging kan worden beëindigd in een stand, welke voor een configuratie van het voorwerp natuurlijk is.
Een ander oogmerk van de uitvinding is het verschaffen van een motoraandrijfketen voor een beweegbaar voorwerp, welke in staat is de beweging van het beweegbare voorwerp nauwkeurig constant in een vooraf bepaalde stand te beëindigen.
Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een mo-toraandrijfketen voor een beweegbaar voorwerp, welke in staat is om te veroorzaken, dat een motor als een rem werkt wanneer de aandrijving van de motor wordt beëindigd, teneinde daardoor het beëindigen van de aandrijving van de motor met grote nauwkeurigheid te bewerkstelligen.
De uitvinding zal onderstaand nader worden toegelicht onder verwijzing naar de tekening. Daarbij toont:
Fig.l een verticale doorsnede van een uitvoeringsvorm van een beweegbaar voorwerp volgens de uitvinding;
Fig.2 een uiteengenomen perspectivisch aanzicht van een buigstel-sel, dat zich bevindt in het in fig.l afgeheelde beweegbare voorwerp;
Fig.3A tot 3C elk een schematisch perspectivisch aanzicht, waarin de wijze van buigbeweging van het in fig.l afgebeelde beweegbare voorwerp is aangegeven;
Fig.4 een schema van een motoraandrijfketen, welke in het in fig.l afgebeelde beweegbare voorwerp aanwezig is;
Fig.5 een perspectivisch aanzicht van het in fig.l afgebeelde beweegbare voorwerp, waaraan accessoires zijn bevestigd;
Fig.6 een gedeeltelijk schematisch aanzicht, ten dele in doorsnede, van een modificatie van een reductietandwielmechanisme, dat tussen een motor en een buigstelsel bij het in fig.l afgebeelde beweegbare voorwerp is aangebracht;
Fig.7 een schematische afbeelding van het in fig.6 afgebeelde tandwielmechanisme;
Fig. 8 een uiteengenomen perspectivisch aanzicht van een andere uitvoeringsvorm van een beweegbaar voorwerp volgens de uitvinding;
Fig.9 een verticale doorsnede van het in fig.8 afgebeelde beweegbare voorwerp;
Fig.lOA tot IOC elk een schematisch perspectivisch aanzicht waarin de wijze van de buigbeweging van het in fig.8 afgebeelde beweegbare voorwerp is aangegeven;
Fig.11 een schema van een andere motoraandrijfketen, welke geschikt is om te worden toegepast bij een beweegbaar voorwerp volgens de uitvinding;
Fig.12 een golfvormdiagram, waarin de werking van de motoraandrijfketen volgens fig.11 is aangegeven; en
Fig.13 een schema van een verdere motoraandrijfketen, welke geschikt is om bij een beweegbaar voorwerp volgens de uitvinding te worden toegepast.
De fig.l - 3 illustreren een uitvoeringsvorm van een beweegbaar voorwerp volgens de uitvinding.
De in het algemeen met de verwijzing 20 aangegeven afgebeelde uitvoeringsvorm van een beweegbaar voorwerp omvat een omhulsel of houder 22, waaraan een cilindervorm is gegeven. Bij de afgebeelde uitvoeringsvorm kan de houder 22 zijn uitgevoerd als een nabootsing van een bierblikje.
De houder 22 omvat een bodem 24, een omtrekswand of mantel 26 en een deksel 28. In de houder 22 bevindt zich een reservoir 30, Waarin een voedingsbron 32, zoals een droge cel of dergelijke, is ondergebracht. Hét reservoir 30 is op de bodem 24 van de houder 22 geplaatst en wel zodanig, dat de voedingsbron 32 daarin op een vervangbare wijze kan worden ondergebracht. Vóór dit doel is de bodem 24 zodanig gevormd, dat een gedeelte daarvan kan worden geopend. Op de bodem 24 zijn voorts een hoofdschakelaar 34 en een geluidsaftastinrichting 36 gemonteerd, welke een hierna te beschrijven motoraandrijfketen vormen. De hoofdschakelaar 34 omvat een bedieningshefboom 38, welke zodanig is opgesteld, dat deze zich door de bodem 24 naar buiten uitstrekt, via welke bodem de hoofdschakelaar 34 kan worden bedreven voor het in werking stellen van het beweegbare voorwerp .
Voorts is in de houder 22 stevig een kastvormig huis 40 gemon- teerd, dat op het reservoir 30 is aangebracht. Bij de afgebeelde uitvoeringsvorm kan het huis 40 worden beschouwd als een grondplaat te vormen.
In het huis 40 zijn een motor 42 en een reductietandwielmechanisme 44 dat een recht tandwiel, een reductietandwiel omvattende een worm en een wormwiel, omvat, en een overbelastingsuitschakelwrijvingskoppeling ondergebracht. Het tandwielmechanisme 44 omvat ook een uitgangsas 46, welke zodanig is opgesteld, dat deze zich naar boven door de bovenwand van het huis 40 uitstrekt. Op het gedeelte van de uitgangsas 46, dat uit het huis 40 steekt, is een nok 48 gemonteerd, welke als een rotatieonderdeel werkt, dat aan het bovenvlak daarvan is voorzien van een excentrische aandrijfpen 50, die zich in opwaartse richting daaruit uitstrekt. Het huis 40 is aan beide zijden van het bovenste gedeelte van de zijwand daarvan voorzien van bevestigingspennen 52, die zich door het huis 40 naar buiten uitstrekken. Boven het huis 40 bevindt zich een oscillatie-onderdeel 54, dat voorzien is van een paar beengedeelten 56, die zodanig zijn opgesteld, dat deze het bovenste gedeelte van het huis 40 omsluiten, en een verbindingsgedeelte 58, dat zich tussen de beengedeelten 56 uitstrekt. De beengedeelten 56 zijn elk aan het onderste gedeelte daarvan voorzien van een doorgaande opening 60, door welke opening elk van de bevestigingspennen 52 los kan worden ingebracht, zodat het oscillatie-onderdeel 54 scharnierbaar om de bevestigingspennen 52 ten opzichte van het huis 40 kan worden bewogen. Het verbindingsgedeelte 58 is aan het ondervlak daarvan voorzien van een langwerpige holte 62, die zich in de lengterichting daarvan uitstrekt, in welke holte de bovenbeschreven excentrische aandrijfpen 52 van de nok 48 wordt opgenomen.
Bij een dergelijke constructie van de nok 48 en het oscillatie-onderdeel 54 veroorzaakt een rotatie van de nok 48 in de richting, aangegeven bij de pijl 64 in fig.2, dat het oscillatieonderdeel 54 scharnierbaar om de bevestigingspennen 52 in door de pijlen 66 aangegeven richtingen kan scharnieren. Het oscillatieonderdeel 54 is daarop voorzien van een cilindrisch onderdeel 68. Bij de afgebeelde uitvoeringsvorm is het cilindrische onderdeel 68 om op het oscillatieonderdeel 54 te worden geplaatst, integraal daarmede gevormd. Het cilindrische onderdeeel 68 is aan de buitenomtrek van het bovenste gedeelte daarvan voorzien van een ringvormig uitsteeksel 70, dat zich lateraal daaruit uitstrekt. In het cilindrische onderdeel 68 is een uitsteeksel 74 aangebracht op een wijze, waarbij dit in hoofdzaak concentrisch is met het onderdeel 68 en zich in de asrichting van het onderdeel 68 üitstrekt, dat voorzien is van een blinde opening 74, die aan het bovenvlak van het onderdeel 68 open is en zich in de asrichting daarvan uitstrekt.
Voorts is in de houder 22 passend een ondersteuningsonderdeel 76 in de vorm van een deksel aangebracht en wel op een wijze, waarbij dit tussen de bovenzijde 28 en het oscillatieonderdeel 54 kan worden gepositioneerd. Het ondersteuningsonderdeel 76 is bestemd om samen te werken met de houder 22 teneinde deze te ondersteunen en de bediening van het ondersteuningsonderdeel 76 naar de houder over te dragen, zoals later zal worden beschreven. Bij de afgeheelde uitvoeringsvorm werkt het onderdeel samen met de zijwand of omtrekswand 26 van de houder 22 en bezit voor dit doel het onderdeel een cirkelvorm met in hoofdzaak dezelfde diameter als de omtrekswand 26 van de houder 22. Derhalve werkt het ondersteuningsonderdeel 76 aan de totale omtrek daarvan met de zijwand 26 van de houder 22 samen. Tussen het ondersteuningsonderdeel 76 en het oscillatieonderdeel 54 bevindt zich een schroefveer 78, en wel op een zodanige wijze, dat een gedeelte daarvan in het cilindrische onderdeel 68 wordt opgenomen en op het uitsteeksel 72 past, hetgeen ertoe leidt, dat het ondersteuningsonderdeel 76 en het oscillatieonderdeel 54 steeds in richtingen worden gedrukt, waarbij deze onderdelen uit elkaar worden bewogen. Het ondersteuningsonderdeel 76 is bij het centrale gedeelte van het ondervlak daarvan voorzien van geleidingspen 80, die zich daaruit naar beneden uitstrekt en bestemd is om in de blinde opening 74 van het uitsteeksel 72 te worden ingebracht. Het ondersteuningsonderdeel 76 is voorts aan het ondervlak daarvan voorzien van een aantal langwerpige uitsteeksels 82, die zich daaruit naar beneden uitstrekken en als een ring op een afstand van elkaar zijn gelegen teneinde het cilindrische onderdeel 68 te omgeven. De uitsteeksels 82 zijn elk aan het distale eind daarvan voorzien van een klauw 84, welke zich daaruit naar binnen uitstrekt, welke klauw bestemd is om met het ringvormige uitsteeksel 70 van het cilindrische onderdeel 68 samen te werken, een en ander zodanig, dat wordt belet, dat het ondersteuningsonderdeel 76, dat door de schroefveer 78 steeds naar boven wordt gedrukt, wordt vrijgemaakt van het cilindrische onderdeel 68. Derhalve is het duidelijk, dat het ondersteunings- onderdeel 76 zodanig is opgesteld, dat het op een elastische wijze ten opzichte van het oscillatieonderdeel 54 beweegbaar is, waarbij de samenwerking met het onderdeel 54 behouden blijft. Derhalve verkrijgt men een buigstelsel, dat door de motor wordt beïnvloed en waarbij de beïnvloeding van het buigstelsel naar de houder wordt overgedragen teneinde te veroorzaken, dat deze een buigbeweging uitvoert.
Voor dit doel is de houder 22 zodanig gevormd, dat deze flexibel is. Bij de afgeheelde uitvoeringsvorm is de omtrekswand 26 van de houder 22 bestemd om flexibel te zijn. De omtrekswand 26 kan worden vervaardigd uit een buigzaam materiaal, zoals een buigzaam kunststofvel. De op deze wijze gevormde mantel 26 wordt met het ondersteuningsonderdeel 76 verbonden door hechting of op een andere wijze, waarbij de schroefveer 78 iets wordt samengedrukt, hetgeen ertoe leidt, dat de afgeheelde uitvoeringsvorm van het voorwerp 20 normaliter een voorkomen vertoont, zoals aangegeven in fig.l, omdat de houder onder spanning staat. Bij de afgebeelde uitvoeringsvorm is het bovenste eind van de mantel 26 naar binnen omgebogen teneinde zich binnen het afdekonderdeel 76 te bevinden en is het deksel 28 stevig op de mantel 26 aangebracht.
De afgebeelde uitvoeringsvorm van het beweegbare voorwerp 20 kan zijn voorzien van een standdetectieschakelaar 86, welke deel uitmaakt van de motoraandrijfketen en op het huis 40 aanwezig is om een vooraf bepaalde stand van het beweegbare voorwerp te detecteren. Bij de afgebeelde uitvoeringsvorm is de schakelaar 86 zodanig op het buitenvlak van het huis 40 aangebracht, dat de schakelaar tegenover de buitenomtrek van de nok 48 is gelegen. Bij de afgebeelde uitvoeringsvorm dient de standdetectieschakelaar 86 voor het detecteren van de hellingshoek van het buigstelsel en derhalve de hellingshoek van het beweegbare voorwerp 20. Meer in het bijzonder is de schakelaar 86 zodanig ingericht, dat deze wordt ingeschakeld wanneer het voorwerp 20 zich in een gebogen toestand bevindt, zoals aangegeven in de fig.3B en 3C, welke afwijkt van de rechtop staande positie, welke is weergegeven in fig.l en 3A, en wordt uitgeschakeld wanneer het voorwerp zich in de rechtop staande positie bevindt. Met de verwijzing 88 is een aandrijfketenlichaam aangegeven, dat deel uitmaakt van de motoraandrijfketen.
Fig.4 toont de motoraandrijfketen voor het aandrijven van de mo- tor 42, waarbij de verwijzing 90 een schakelelement aangeeft, dat bestemd is om afhankelijk van het uitgangssignaal van de geluidsaftast-inrichting of microfoon 36 te worden ingeschakeld. Het schakelelement 90 is in serie met het aandrijfketenlichaam 88, de voedingsbron 32 en de hoofdschakelaar 34 verbonden.
Thans zal hierna onder verwijzing naar de fig.l - 5 de wijze van werken van de afgeheelde uitvoeringsvorm van het beweegbare voorwerp, dat boven is beschreven, worden toegelicht.
Het beweegbare voorwerp met een configuratie, welke een imitatie is van een bierblikje, bevindt zich in een rechtop staande of normale positie, als aangegeven in fig.3A, wanneer de hoofdschakelaar 34 via de bedieningshefbooro 38 wordt ingeschakeld. Wanneer de geluidsaftastinrich-ting of microfoon 36 geluid met een vooraf bepaald niveau of meer, zoals klappen in de handen, muziek, spraak, gericht naar het voorwerp of dergelijke, detecteert nadat de hoofdschakelaar 34 is ingeschakeld, wordt het schakelelement 90, afhankelijk van de waarde of het voltime van het geluid, ingeschakeld of uitgeschakeld teneinde te veroorzaken, dat elektrisch vermogen uit de voedingsbron 32 aan de motoraandrijfketen 88 wordt toegevoerd. Dit veroorzaakt, dat de motor 42 wordt aangedreven en het rotatieonderdeel of de nok 48 via het tandwielmechanisme 44 wordt geroteerd, hetgeen leidt tot een rotatie van de aandrijfpen 50 in de holte 62, zodat het oscillatieonderdeel 54 scharnierbaar om de ondersteunings-pennen 52 kan worden bewogen. Dit leidt ertoe, dat hét beweegbare voorwerp of het bierblikje 20 in één richting of vanuit de rechtop staande positie, aangegeven in fig.3A, naar een gebogen positie of stand, aangegeven in fig.3B of 3C, kan worden vervormd, naar de rechtop staande positie, weergegeven in fig.3A, terugkeert en daarna in tegengestelde richting of vanaf de rechtop staande positie naar de in de fig.3C of 3B aangegeven gebogen positie wordt gedeformeerd. Een dergelijke buigbeweging van het voorwerp of blikje 20 wordt voortgezet wanneer het geluid steeds wordt gedetecteerd.
In het geval, dat de stand van het beweegbare voorwerp of het bierblikje 20 rechtop is wanneer de detectie van het geluid wordt Onderbroken, blijft de standdetectieschakelaar 86 uitgeschakeld, zodat de toevoer van elektrisch vermogen uit de voedingsbron 32 aan het aandrijfke- tenlichaam 88, welke leidt tot een beweging van het blikje 20, wordt beëindigd. In het tegengestelde geval nl. in het geval, dat het bierblikje 20 zich in een gebogen stand bevindt, wanneer de detectie van het geluid wordt onderbroken, wordt de standdetectieschakelaar 86 ingeschakeld gehouden totdat het oscillatieonderdeel 54 een scharnierbeweging naar de vooraf bepaalde stand of rechtop staande stand heeft uitgevoerd zelfs wanneer het schakelelement 30 wordt uitgeschakeld, zodat het bierblikje 20 naar de in fig.3A afgebeelde rechtop staande positie kan worden bewogen, waarin de beweging van het blikje wordt beëindigd. Dit leidt ertoe, dat de mantel 26 van het beweegbare voorwerp of blikje 20 onder spanning wordt gebracht teneinde te veroorzaken, dat een voor een bierblikje natuurlijke configuratie of een natuurlijk voorkomen daarvan wordt onderhouden.
Bij de afgebeelde uitvoeringsvorm van het beweegbare voorwerp of bierblikje zijn met 92 accessoires aangegeven, welke de vorm hebben van een nabootsing van een bril en een hoofdtelefoon, welke accessoires losneembaar op de buitenomtrek van het deksel 28 door middel van vasthoud-organen 94 kunnen worden gemonteerd, als aangegeven in fig.5.
De fig.6 en 7 tonen een modificatie van het tandwielmechanisme 44, dat bij de afgebeelde uitvoeringsvorm in het beweegbare voorwerp 20 is ondergebracht. Het in de fig.6 en 7 afgebeelde tandwielmechanisme 44 omvat een rondsel 96, dat gemonteerd is op een uitgangsas 98 van de motor 42, een tandwiel 100, dat op een steunas 102 is gemonteerd en in in-grijping is met het rondsel 96, een tandwiel 104, dat integraal is met en coaxiaal is met het tandwiel 100, een tandwiel 106, dat met het tandwiel 104 samenwerkt, een tandwiel 108, dat integraal met het tandwiel 106 is gevormd, een tandwiel 110, dat samenwerkt met het tandwiel 108, een tandwiel 112, dat integraal is met het tandwiel 110, een tandwiel 114, dat met het tandwiel 112 samenwerkt, een kegelwiel 116, dat met het tandwiel 114 roteert, en een kegelwiel 118, dat op de uitgangsas 46 van het mechanisme 44 is gemonteerd. Wanneer de motor 42 wordt aangedreven, wordt de rotatie van de motor 42 via het op deze wijze opgebouwde tandwielmechanisme 44 overgedragen naar de uitgangsas 46 om de nok 48 te roteren, hetgeen ertoe leidt, dat de aandrijfpen 50 excentrisch wordt geroteerd. Dit voert ertoe, dat het oscillatieonderdeel 54 een scharnier- beweging Uitvoert, hetgeen leidt tot een beïnvloeding van de standdetec-tieschakelaar 86.
De afgeheelde uitvoeringsvorm van het beweegbare voorwerp is bestemd voor het detecteren van geluid doch men kan ook een aftastinrich-ting gebruiken voor het detecteren van andere uitwendige stimuli dan geluid, zoals statische elektriciteit, licht, druk, infrarode straling, geur, temperatuur of dergelijke. Zo kan b.v. een drukaftastinrichting worden gebruikt, welke bestemd is om het gewicht van een persoon, welke het beweegbare voorwerp nadert, te detecteren. Verder is de uitvoeringsvorm van het beweegbare voorwerp zodanig, dat deze een nabootsing is van een bierblikje doch het voorwerp kan ook de vorm hebben van een pop, een fles, een monsterachtig beest of dergelijke.
Zoals uit het bovenstaande blijkt, is de afgebeelde uitvoeringsvorm van het beweegbare voorwerp zodanig opgebouwd, dat deze stationair blijft wanneer de aftastinrichting geen uitwendige stimulus detecteert, hetgeen leidt tot een stationaire configuratie en/of een stationair voorkomen van een stilstaand voorwerp. Wanneer het artikel een uitwendige stimulus detecteert, voert het een deformatie- of buigbeweging mt teneinde daardoor te veroorzaken, dat een waarnemer wordt geïnteresseerd en wordt verrast en een eventuele communicatie tot stand wordt gebracht tussen de waarnemer en het voorwerp. Voorts maakt het opstellen van de standdetectieschakelaar in het voorwerp het mogelijk, dat het voorwerp een normale stand behoudt, welke inherent is aan een configuratie, welke het voorwerp nabootst wanneer het artikel geen uitwendige stimulus detecteert omdat wordt veroorzaakt, dat de mantel rechtop staand wordt gehouden en elastisch wordt gerekt.
De fig.8 - 10 tonen een andere uitvoeringsvorm van een beweegbaar voorwerp volgens de uitvinding. De afgebeelde uitvoeringsvorm van het beweegbare voorwerp is zodanig, dat een meer vloeiende buigbeweging optreedt.
Bij de boven onder verwijzing naar de fig.l - 7 beschreven uitvoeringsvorm dient het ondersteuningsonderdeel om op de omtreks- of zijwand van de houder een excessieve kracht uit te oefenen, zodat het mogelijk is dat de zijwand aan een niet omkeerbare rek wordt onderworpen, hetgeen leidt tot doorzakken, omdat de houder uit een buigzaam materiaal is vervaardigd. Dit veroorzaakt ook het scheiden van de houder ten opzichte van het ondersteuningsonderdeel of het breken van de houder. Voorts faalt de opstelling van de veer tussen het ondersteuningsonderdeel en het oscillatieonderdeel dikwijls bij het op een voldoende wijze overdragen van de scharnierbeweging van het oscillatieonderdeel naar het ondersteuningsonderdeel, hetgeen leidt tot een falen bij het toenemen van de mate van beweging van het beweegbare voorwerp.
Bij het in fig.8 - 10 afgebeelde beweegbare voorwerp is de verbinding tussen het oscillatieonderdeel en het ondersteuningsonderdeel verbeterd teneinde te voorkomen, dat op de houder een ontoelaatbare kracht wordt uitgeoefend, en een natuurlijke beweging van het ondersteuningsonderdeel te verzekeren teneinde het onderhoud daarvan te verbeteren, evenals op een bevredigende wijze de scharnierbeweging van het oscillatieonderdeel over te dragen naar het ondersteuningsonderdeel om de mate van beweging van het voorwerp te vergroten.
De afgebeelde uitvoeringsvorm van het beweegbare voorwerp omvat een houder 22, welke is uitgevoerd als nabootsing van een bierblikje, en welke is voorzien van een bodem 24, een omtreks- of zijwand 26, vervaardigd uit een buigzaam materiaal, zoals een buigzaam vinylharsvel, en een deksel 28. In de houder 22 bevindt zich een huis 40, dat als een voet dient, een oscillatieonderdeel 54, een schroefveer 78 en een ondersteuningsonderdeel 76 met een in hoofdzaak cilindrische vorm, welke op in hoofdzaak dezelfde wijze als bij de bovenbeschreven uitvoeringsvorm kunnen zijn opgesteld. Tussen het oscillatieonderdeel 54 en het ondersteuningsonderdeel 76 bevindt zich een kogelgewricht 120 om beide onderdelen op een operatieve wijze met elkaar te verbinden.
In de houder 22 bevindt zich een reservoir 30, waarin een (niet weergegeven) voedingsbron zoals een droge cel of dergelijke, is ondergebracht. Het reservoir 30 wordt op de bodem 24 van de houder 22 geplaatst teneinde daarin de voedingsbron 32 vervangbaar op te nemen. Voor dit doel is de omtrekswand 26 van de houder 22 bij het onderste uiteinde daarvan naar binnen omgebogen om een naar binnen gerichte flens 122 te vormen, waarop het reservoir 30 wordt geplaatst, en is de bodem 24 zodanig gevormd, dat een deel 124 daarvan kan worden geopend. Het reservoir is op de flens 122 bevestigd door middel van schroeven 126, die via de bodem 24 zijn ingébracht. Bij de afgeheelde uitvoeringsvorm kan het reservoir 30 integraal met het huis 40 zijn gevormd.
Op het huis 40 is een aftastinrichting 36 gemonteerd, welke bestemd is voor het detecteren van een uitwendige stimulus, zoals licht, geluid, infraroodstraling of dergelijke, teneinde een (niet weergegeven) schakelelement voor een in hoofdzaak in het huis 40 ondergebracht aan-drijfketeulichaam 88 te beïnvloeden. De aftastinrichting 36 strekt zich door een doorgaande opening 128 naar buiten uit wanneer het huis 40 in de houder 22 is ondergebracht. In het huis 40 bevinden zich voorts een (niet weergegeven) motor, welke wordt aangedreven wanneer daaraan vanuit de voedingsbron via het schakelelement elektrisch vermogen wordt toegevoerd, een reductietandwielmechanisme (niet weergegeven), dat operatief met de motor is verbonden en voorzien is van een (niet weergegeven) uit-gangsas, waarop een rotatieonderdeel of een nok 48 is gemonteerd. Met 52 zijn ondersteuningspennen aangegeven, welke zich naar buiten door het huis 40 uitstrekken. Deze componenten kunnen op in hoofdzaak dezelfde wijze zijn uitgevoerd als bij de bovenbeschreven uitvoeringsvorm. Het rotatieonderdeel of de nok 48 omvat een excentrische aandrijfpen 50.
Het oscillatieonderdeel 54 omvat een paar beengedeelten 56 en een verbindingsgedeelte 58, dat zich tussen de beengedeelten 56 bevindt teneinde deze met elkaar te verbinden. Op het verbindingsgedeelte 58 is een cilindrisch onderdeel 68 aangebracht dat als een veeropneeminrichting dient. Het verbindingsgedeelte 58 is aan het ondervlak daarvan voorzien van een langwerpige hólte 62, welke zodanig is gelegen, dat deze zich binnen het cilindrische onderdeel 68 bevindt. De beengedeelten 56 zijn elk voorzien van een doorgaande opening 60, in welke opening de onder-steuningspen 52 past om het oscillatieonderdeel 54 op het huis of de voet 40 te ondersteunen op een wijze, waarbij dit om de ondersteuningspennen 52 scharnierbaar is. In de holte 62 past de excentrische aandrijfpen 50 van de nok 48, zodat een rotatie van het rotatieonderdeel of de nok 48 veroorzaakt, dat het oscillatieonderdeel 54 een scharnierbeweging om de ondersteuningspennen 52 uitvoert.
Het kogelgewricht 120, dat boven in het kort is beschreven, omvat een kogel 130, welke op het oscillatieonderdeel 54 of het verbindings-onderdeel 76 aanwezig is, en een kogelmof 132, die op het andere van de onderdelen 54 en 76 aanwezig is. Bij de afgeheelde uitvoeringsvorm bevindt de kogel 130 zich op het oscillatieonderdeel 54 en de kogelmof 132 op het ondersteuningsonderdeel 76. Meer in het bijzonder is de kogel 130 op het distale eind van ondersteuningspen 80 gemonteerd, welke bij het proximale uiteinde daarvan op het centrale gedeelte van de bodem van het cilindrische onderdeel of de veeropvanginrichting 68 is bevestigd, welke pen zich daaruit naar boven uitstrekt, terwijl de kogelmof 132 op het centrale gedeelte van het ondervlak van het ondersteuningsonderdeel 76 is gemonteerd. De kogelmof 132 is aan het bovenvlak daarvan voorzien van een aantal vasthoudopeningen 134, en het ondersteuningsonderdeel 76 is voorzien van een aantal doorgaande openingen 136, welke, wat positie betreft, overeenkomen met de vasthoudopeningen 134. Met de verwijzing 138 is een dop aangeduid, welke is voorzien van een vlakke ondersteu-ningssectie 140 en een aantal klauwen 142, die aan het ondervlak van de ondersteuningssectie 140 aanwezig zijn, welke zich daaruit naar beneden uitstrekken, en via de openingen 134 en 136 kunnen worden ingebracht teneinde daardoor de kogelmof 132 ten opzichte van het ondersteuningsonderdeel 76 te fixeren.
Tussen het ondersteuningsonderdeel 76 en het oscillatieonderdeel 54 bevindt zich een schroefveer 78 om de beide onderdelen 76 en 54 steeds in een richting te drukken, waarbij deze onderdelen uit elkaar worden bewogen. De schroefveer 78 is zodanig opgesteld, dat het onderste gedeelte daarvan wordt opgenomen in het cilindrische onderdeel of de veeropvanginrichting 68, terwijl het bovenste gedeelte van de veer op de kogelmof 132 is bevestigd. Derhalve wordt een buigstelsel gevormd, dat dient om het uitgangssignaal van de motor daarover naar de zijwand 26 van de houder 22 over te dragen.
Bij het buigstelsel, dat op de bovenbeschreven wijze is opgebouwd, wordt de schroefveer 78 aan het onderste gedeelte daarvan opgenomen in de veeropneeminrichting 68 en daarna wordt de kogel 130 van het kogelgewricht 120 met kracht in de kogelmof 132 gebracht, welke zich aan het ondervlak van het ondersteuningsonderdeel 76 bevindt, waardoor het oscillatieonderdeel 54 en het ondersteuningsonderdeel 76 met elkaar worden verbonden en het bovenste uiteinde van de schroefveer 78 tegen het ondervlak van het ondersteuningsonderdeel 76 drukt.
Het op deze wijze opgebouwde buigstelsel wordt dan in de houder ingébracht, waarbij dit integraal tussen het huis of de voet 40 en het ondersteuningsonderdeel 76 wordt verbonden. Daarna wordt de voet 40 ten opzichte van de houder 22 bevestigd. De omtrekswand 26 van de houder 22 wordt aan het bovenste uiteinde daarvan naar binnen en naar beneden omgevouwen, zoals aangegeven bij de verwijzing 144, zodat het omgevouwen bovenste uiteinde het bovenste uiteinde 145 van het ringvormige ondersteuningsonderdeel 76 stevig omsluit. Daarna wordt het deksel 28 in het ondersteuningsonderdeel 76 gebracht, hetgeen ertoe leidt, dat de houder star met het ondersteuningsonderdeel 76 is verbonden, terwijl deze houder rechtop wordt gehouden.
Bij de in de fig.8 en 9 afgebeelde uitvoeringsvorm omvat het ro-tatieonderdeel 48 een nok, zoals boven is beschreven, terwijl een micro-schakelaar 146 in de nabijheid van de nok 48 is opgesteld en met het aandrijfketenlichaam 88 parallel aan het schakelelement, dat met de af-tastinrichting 36 is verbonden, is verbonden, hetgeen leidt tot een standterugstelmechanisme, dat zodanig is opgebouwd, dat dit de motor aandrijft om het beweegbare voorwerp naar de normale rechtop staande stand terug te voeren zelfs indien wanneer het voorwerp zich in een gebogen stand bevindt, geen uitwendige stimulus wordt gedetecteerd.
Bij het beweegbare voorwerp volgens fig.8 en 9, dat op de bovenbeschreven wijze is opgebouwd, schakelt de aftastinrichting, wanneer deze een uitwendige stimulus, zoals geluid, licht, infrarode straling, geur, warmte of dergelijke detecteert, het schakelelement in om de motor aan te drijven. Dit leidt ertoe, dat het rotatieonderdeel 48 wordt geroteerd, hetgeen leidt tot een scharnierbeweging van het oscillatieonder-deel 54, welke beweging via het kogelgewricht 120 wordt overgedragen naar het ondersteuningsonderdeel 76. Dit veroorzaakt, dat de houder 22, en meer in het bijzonder de omtrekswand 26 van de houder 22, een aantal malen een buigbeweging uitvoeren, als aangegeven in fig.lOA tot IOC. Tijdens deze buigbeweging wordt één zijde van de omtrekswand 26 een aantal malen aan een samentrekking en uitzetting onderworpen, terwijl de andere zijde een aantal malen aan een uitzetting en een samentrekking wordt onderworpen, resp. overeenkomende met de beweging van de genoemde ene zijde. Derhalve wordt de reactie van de samentrekking een aantal malen over gedragen naar het ondersteuningsonderdeel 76 doch het kogelgewricht scharniert op een geschikte wijze teneinde daardoor te beletten, dat op de omtrekswand 26 van de houder 22 een te grote kracht wordt uitgeoefend, zodat het ondersteuningsonderdeel 76 op de juiste wijze het bewegings-gebied kan bepalen, waarover dit in een natuurlijke stand scharnierbaar beweegt. Hierdoor wordt op een doeltreffende wijze een beschadiging van de houder 22 en meer in het bijzonder van de omtrekswand 26 onafhankelijk van de herhaalde buigbeweging van de houder 22 belet.
Wanneer het oscillatieonderdeel 54 naar een rechtop staande positie wordt teruggevoerd, veroorzaakt verder de schroefveer 78, dat het ondersteuningsonderdeel 76 met kracht naar boven van het oscillatieonderdeel 54 af wordt bewogen, zodat het beweegbare voorwerp naar de rechtop staande positie kan worden teruggevoerd, terwijl het gerekt wordt gehouden.
De opbouw van het standterugstelmechanisme, dat bij de afgeheelde uitvoeringsvorm het rotatieonderdeel 48 en de microschakelaar 146 omvat, veroorzaakt, dat de aandrijving van de motor wordt voortgezet totdat het beweegbare voorwerp in de rechtop staande positie is teruggevoerd, zelfs wanneer tijdens de buigbeweging geen uitwendige stimulus optreedt. Derhalve verwacht een waarnemer niet de buigbeweging van het beweegbare voorwerp uit de stationaire stand van het voorwerp, zodat de buigbeweging van het voorwerp, welke in responsie op een uitwendige stimulus wordt uitgevoerd, een verrassing voor de waarnemer betekent.
Zoals uit het bovenstaande blijkt, is het in de fig.8 en 9 afgeheelde beweegbare voorwerp zodanig opgebouwd, dat het kogelgewricht tussen het oscillatieonderdeel en het ondersteuningsonderdeel is aangebracht en de veer eveneens tussen de beide onderdelen is aangebracht om de onderdelen in een richting te drukken, waarbij deze uiteen worden bewogen. Een dergelijke constructie maakt het aan het ondersteuningsonderdeel mogelijk gemakkelijk een positievariatie uit te voeren en belet op een doeltreffende wijze dat een te grote kracht op de omtrekswand van de houder bij de scharnierbeweging van het oscillatieonderdeel wordt uitgeoefend, zodat het beweegbare voorwerp een soepele buigbeweging kan uitvoeren zonder dat een aantasting, beschadiging en afscheiding van de omtrekswand optreedt.
Het resterende deel van de uitvoeringsvorm volgens de fig.8 en 9 kan op in hoofdzaak dezelfde wijze worden opgebouwd als in de fig.l - 7 is aangegeven.
De motoraandrijfketen, welke geschikt is om te worden toegepast bij elk van de bovenbeschreven uitvoeringsvormen, kan zijn opgebouwd op een wijze als aangegeven in fig.il. Een motoraandrijfketen, welke in fig.ll in het algemeen met 148 is aangegeven, dient om te veroorzaken, dat de motor ook als een rem werkt wanneer de beweging van de motor wordt beëindigd tengevolge van het verdwijnen van de uitwendige stimulus die door de aftastinrichting moet worden gedetecteerd, zodat het beweegbare voorwerp volgens de uitvinding in een vooraf bepaalde stand tot stilstand kan worden gebracht en meer in het bijzónder een stand, welke natuurlijk is voor een stilstaande toestand, waarin het beweegbare artikel met grote nauwkeurigheid oorspronkelijk aanwezig is, waardoor de be-wegingsnauwkeurigheid van het beweegbare voorwerp wordt vergroot.
Voor dit doel omvat de motoraandrijfketen 148 een geluidaftast-inrichting of microfoon 36, welke dient voor het opwekken van een uitgangssignaal bij het detecteren van geluid met een vooraf bepaald niveau of meer, welk signaal dan via een schakelelement 90, dat een transistor van het NPN-type omvat, aan één klem van een eerste NEN-keten 150 wordt toegevoerd. Met 152 is een kiesketen aangegeven, welke kan bestaan uit een bekende flip-flopketen, voorzien van twee NEN-ketens, die kruiselings met elkaar zijn verbonden. In de flip-flopketen 152 wordt een daaraan uit de NEN-keten 150 toegevoerd signaal als een startsignaal gebruikt voor het inschakelen van een motoraandrijfschakelelement 154, en wordt het daaraan uit een tweede NEN-keten 156, welke hierna zal worden besproken, toegevoerde signaal gebruikt als een terugstelsignaal om een kort-sluitschakelelement 158 in te schakelen. Derhalve dient de flip-flopketen 152 voor het op een selectieve wijze beïnvloeden van de schakelelementen 154 en 158.
Aan de tweede NEN-keten 156 wordt via een belemmerïngsketen 160 een signaal toegevoerd, dat wordt opgewekt door een standdetectieschake-laar 86, welke door het rotatieonderdeel of de nok 148, die synchroon met de motor 42 roteert, wordt beïnvloed. De belemmeringsketen 160 kan bestaan uit een bekende differentatorketen, voorzien van een condensator 162 en een weerstand 164, en het uitgangssignaal van de NEN-keten 156 wordt vertraagd over een tijd, welke overeenkomt met de tijdconstante van de belemmeringsketen 160 ten opzichte van het signaal uit de stand-detectieschakelaar 86. M.a.w. belemmert gedurende een dergelijke periode de flip-flopketen 152 een omgekeerde werking zelfs wanneer de NEN-keten 150 een signaal aan de flip-flopketen 152 toevoert. De beide schakel-elementen 154 en 158 kunnen elk bestaan uit een transistor van het PNP-type, waarvan de bases zijn verbonden met uitgangsklemmen van de twee NEN-ketens, die resp. de flip-flopketen of kiesketen 152 vormen.
De collector en de emitter van het schakelelement 154, dat als een motoraandrijforgaan dient, zijn verbonden met een geleider om elektrisch vermogen uit de voedingsbron 32 aan de motor 42 toe te voeren, zodat wanneer een signaal uit de flip-flopketen 152 aan het motoraandrij f schakelelement 154 wordt toegevoerd, het element 154 de motor 42 aandrijft. De collector en de emitter van het schakelelement 158, dat als een kortsluitschakelelement werkt, zijn verbonden met de beide klemmen van een condensator 166, die parallel aan een aandrijfspoel van de motor 42 is verbonden. Wanneer derhalve een signaal uit de flip-flopketen 152 aan de basis van het kortsluitschakelelement 158 wordt toegevoerd, veroorzaakt dit, dat de aandrijfspoel van de motor 42 wordt kortgesloten, hetgeen leidt tot een remwerking van de motor 42.
Thans zal de wijze van werken van de motoraandrijfketen, die op de bovenbeschreven wijze is opgebouwd, onder verwijzing naar de fig.ll en 12 worden beschreven.
Wanneer de geluidaftastinrichting of de microfoon 36 geluid met een vooraf bepaald niveau of meer detecteert, terwijl de hoofdschakelaar 34 ingeschakeld wordt gehouden, veroorzaakt de NEN-keten 150, dat de flip-flopketen 152 in werking wordt gesteld. De in werking gestelde flip-flopketen 152 beïnvloedt dan het motoraandrijfschakelelement 154, hetgeen ertoe leidt, dat de motor 42 wordt aangedreven. Het aandrijven van de motor 42 veroorzaakt, dat het rotatieonderdeel op de nok 48 wordt geroteerd teneinde de standdetectieschakelaar 86 in te schakelen. Dit geeft aan, dat het beweegbare voorwerp volgens de uitvinding een vooraf bepaalde stand, zoals een rechtop staande stand, bereikt en het derhalve nodig is de motor 42 op dit moment tot stilstand te brengen. Wanneer de standdetectieschakelaar 86 derhalve wordt ingeschakeld, veroorzaakt de tweede NEN-keten 156 dat het uitgangssignaal van de schakelaar 86 wordt omgekeerd gedurende een periode, welke overeenkomt met de tijdconstante T. Dit leidt ertoe, dat de flip-flopketen 152 de beïnvloeding van het motoraandrijfschakelelement 154 onderbreekt en het kortsluitschakel-element 158 inschakelt. Het inschakelen van het kortsluitschakelelement 158 veroorzaakt, dat de aandrijfspoel van de motor 42 wordt uitgeschakeld, zodat de motor 42 aan een remwerking wordt onderworpen, hetgeen ertoe leidt, dat de motor tot stilstand wordt gebracht.
Derhalve werkt de motor 42 als een rem wanneer het beweegbare voorwerp een vooraf bepaalde stand bereikt, zodat de beweging van het voorwerp steeds in de vooraf bepaalde stand kan worden beëindigd, zelfs wanneer een variatie in het traagheidsmoment van het beweegbare voorwerp optreedt of zelfs wanneer de belasting, welke vanuit de. omtrekswand van de houder van het beweegbare voorwerp op de motor wordt uitgeoefend, wordt gevarieerd tengevolge van een variatie in de buigzaamheid van de omtrekswand van het beweegbare artikel, welke wordt veroorzaakt door een verandering in de omgevingstemperatuur.
De tijdconstante T, welke een omkeertijd van de NEN-keten 156 is, wordt zodanig ingesteld, dat deze groter is dan de tijd vanaf het begin van het uitschakelen van de motor tot het afnemeh van de klemspanning van de motor 42 tot een waarde nul. Gedurende de omkeertijd van de tweede NEN-keten 156 houdt de flip-flopketen 152 de motor 42 in stilstand zelfs wanneer het uitgangssignaal van de geluidaftastinrichting of microfoon 36 aan de eerste NEN-keten 150 wordt toegevoerd. Derhalve wordt de buigbeweging van het beweegbare voorwerp tijdelijk beëindigd in b.v. een rechtop staande stand, als aangegeven in fig.3A of 10A, ofschoon de af-tastinrichting nog steeds een geluid detecteert, dat resulteert in een buigbeweging van het voorwerp waarbij een bevredigende modulatie optreedt.
In de motoraandrijfketen volgens fig.ll wordt een geluidaftastinrichting voor de aftastinrichting 36 gebruikt. Men kan voor dit doel ook op een geschikte wijze gebruik maken van een aftastinrichting, welke een andere uitwendige stimulus dan geluid detecteert, zoals licht, infrarode straling, de temperatuur, de druk, statische elektriciteit, geur, rook, en dergelijke.
De motoraandrijfketen kan worden opgebouwd op een wijze, als aangegeven in fig.13. In de in fig.13 afgebeelde motoraandrijfketen wordt een standdetectieschakelaar 86 uitgeschakeld wanneer het beweegbare voorwerp zich in een rechtop staande stand bevindt. Wanneer de aftast-inrichting of de microfoon 36 geluid met een vooraf bepaald niveau of meer detecteert, terwijl de hoofdschakelaar 34 gesloten wordt gehouden, bevindt het beweegbare voorwerp zich in een rechtop staande stand en is de standdetectieschakelaar open; een transistor w°tdt ingeschakeld voor het aandrijven van de motor 42, hetgeen ertoe leidt, dat het beweegbare voorwerp een buigbeweging uitvoert. Het artikel blijft deze beweging uitvoeren zo lang als het geluid wordt gedetecteerd. Wanneer het beweegbare voorwerp zich in een gebogen stand bevindt wordt, zelfs indien de aftastinrichting 36 geen geluid meer detecteert, de standdetectieschakelaar 86 ingeschakeld gehouden, zodat het beweegbare voorwerp zijn buigbeweging voortzet totdat het de rechtop staande stand bereikt. Wanneer het beweegbare voorwerp de rechtop staande stand bereikt, wordt de standdetectieschakelaar 86 uitgeschakeld om de buigbeweging van het voorwerp te onderbreken.
Claims (20)
1. Beweegbaar artikel, gekenmerkt door: een houder, vervaardigd uit een buigzaam materiaal: een buigstelsel, dat in de houder is ondergebracht en kan worden beïnvloed om te veroorzaken, dat de houder een buigbeweging uitvoert? een motor, welke zich in de houder bevindt en operatief met het buigstelsel is verbonden om het buigstelsel te beïnvloeden; en een motoraaridrijfketen voor het aandrijven van de motor, waarbij het buigstelsel zodanig operatief met de houder is verbonden, dat de beïnvloeding van het buigstelsel naar de houder wordt overgedragen, hetgeen ertoe leidt, dat de houder een buigbeweging uitvoert.
2. Beweegbaar voorwerp volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het buigstelsel is voorzien van een rotatieonderdeel, dat operatief met de motor is verbonden teneinde door deze motor te worden geroteerd, een oscillatieonderdeel, dat zodanig is opgesteld, dat dit rechtop staat en scharnierbaar beweegbaar is en operatief met het rotatieonderdeel is verbonden, teneinde afhankelijk van de rotatie van het rotatieonderdeel een scharnierbewèging uit te voeren, een ondersteuningsonaerdeel, dat boven het oscillatieonderdeel zodanig is opgesteld, dat dit ten opzichte van het oscillatieonderdeel beweegbaar is, en met de houder is verbonden om de scharnierbeweging van het oscillatieonderdeel naar de houder over te dragen, hetgeen leidt tot een buigbeweging van de houder, en elastische organen, welke tussen het oscillatieonderdeel en het ondersteunings-onderdeel zijn aangebracht teneinde een elastische kracht in een richting, waarbij het oscillatieonderdeel en het ondersteuningsonderdeel uit elkaar worden bewogen, uit te oefenen, waarbij de motoraandrijfketen is voorzien van aftastoiganen voor het detecteren van een uitwendige stimulus, en een aandrijfketenlichaam, waarbij de aftastorganen elektrisch met het aandrijfketenlichaam zijn verbonden om te veroorzaken, dat het aandrijfketenlichaam de motor aandrijft wanneer de aftastinrichting een uitwendige stimulus detecteert.
3. Beweegbaar voorwerp volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het rotatieonderdeel via een tandwielmechanisme operatief met de motor is verbonden.
4. Beweegbaar voorwerp volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de houder een cilindervorm heeft en voorzien is van een zijwand, die uit een buigzaam materiaal bestaat.
5. Beweegbaar voorwerp volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de houder door de elastische organen gestrekt wordt gehouden wanneer de houder zich in een rechtop staande stand bevindt.
6. Beweegbaar voorwerp volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de motoraandrijfketen verder is voorzien van een standterugstelmechanisme om het buigstelsel naar een vooraf bepaalde stand terug te bewegen zonder dat de buigbeweging van het buigstelsel tijdens deze buigbeweging wordt onderbroken.
7. Beweegbaar voorwerp volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het standterugstelmechanisme is voorzien van een standdetectieschakelaar, welke operatief met het rotatieonderdeel is verbonden teneinde een vooraf bepaalde stand van het oscillatieonderdeel te detecteren, waarbij de standdetectieschakelaar veroorzaakt, dat de motoraandrijfketen de motor aandrijft wanneer de aftastinrichting geen uitwendige stimulus detecteert en totdat de standdetectieschakelaar de vooraf bepaalde stand van het oscillatieonderdeel detecteert.
8. Beweegbaar voorwerp volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de vooraf bepaalde stand van het oscillatieonderdeel een normale stand is, welke eigen is aan een configuratie van het beweegbare voorwerp.
9. Beweegbaar voorwerp volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de motoraandrijfketen verder is voorzien van een schakelelement, dat tussen de aftastorganen en het aandrijfketenlichaam is verbonden om het aan-drijfketenlichaam in afhankelijkheid van de grootte van de uitwendige stimulus te beïnvloeden.
10. Beweegbaar voorwerp volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de houder als nabootsing van een bierblikje is uitgevoerd.
11. Beweegbaar voorwerp volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het buigstelsel is voorzien van een rotatieonderdeel, dat operatief met de motor is verbonden teneinde door de motor te worden geroteerd, een oscillatieonderdeel, dat zodanig is opgesteld, dat dit rechtop staat en scharnierbaar beweegbaar is en operatief met het rotatieonderdeel is ver- bonden teneinde in afhankelijkheid van de rotatie van het rotatieonder-deel een scharnierbeweging uit te voeren, een ondersteuningsonderdeel, dat boven het oscillatieonderdeel zodanig is opgesteld, dat dit ten opzichte van het oscillatieonderdeel beweegbaar is en met de houder is verbonden om de scharnierbeweging van het oscillatieonderdeel naar de houder over te dragen, hetgeen leidt tot een buigbeweging van de houder, een kogelgewricht om het oscillatieonderdeel en het ondersteuningsonderdeel operatief via dit gewricht met elkaar te verbinden, en elastische organen, welke tussen het oscillatieonderdeel en het ondersteuningsonderdeel zijn aangebracht teneinde een elastische kracht uit te oefenen in een richting, waarbij het oscillatieonderdeel en het ondersteuningsonderdeel uiteen bewogen worden, waarbij de motoraandrijfketen is voorzien van aftastorganen voor het detecteren van een uitwendige stimulus en een aandrijfketenlichaam, waarbij de aftastorganen elektrisch met het aandrijfketenlichaam zijn verbonden om te veroorzaken, dat het aandrijf-ketenlichaam de motor aandrijft wanneer de aftastinrichting een uitwendige stimulus detecteert.
12. Beweegbaar voorwerp volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het kogelgewricht is voorzien van een kogel, die op het oscillatieonderdeel óf het ondersteuningsonderdeel is gemonteerd, en een kogelmof, die op het andere van het oscillatieonderdeel en het ondersteuningsonderdeel is gemonteerd.
13. Beweegbaar voorwerp volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het standterugstelmechanisme is voorzien van een standdetectieschakelaar, welke operatief met het rotatieonderdeel is verbonden om een vooraf bepaalde stand van het oscillatieonderdeel te detecteren, waarbij de standdetectieschakelaar veroorzaakt, dat de motoraandrijfketen de motor aandrijft wanneer de aftastinrichting geen uitwendige stimulus detecteert en totdat de standdetectieschakelaar de vooraf bepaalde stand van het oscillatieonderdeel detecteert.
14. Beweegbaar voorwerp volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het buigstelsel is voorzien van een rotatieonderdeel, dat operatief met de motor is verbonden teneinde door de motor te worden geroteerd, een oscillatieonderdeel, dat zodanig is opgésteld, dat dit rechtop staat en scharnierbaar beweegbaar is en operatief met het rotatieonderdeel is verbonden teneinde in afhankelijkheid van de rotatie van het rotatie-onderdeel een scharnierbeweging uit te voeren, een ondersteuningsonder-deel, dat boven het oscillatieonderdeel zodanig is opgesteld, dat dit ten opzichte van het oscillatieonderdeel beweegbaar is en met de houder is verbonden om de scharnierbeweging van het oscillatieonderdeel naar de houder over te dragen, hetgeen leidt tot een buigbeweging van de houder, en elastische organen, welke tussen het oscillatieonderdeel en het ondersteuningsonderdeel zijn aangebracht om een elastische kracht uit te oefenen in een richting, waarbij het oscillatieonderdeel en het ondersteuningsonderdeel uit elkaar worden gedreven, waarbij de motoraan-drijfketen is voorzien van een motoraandrijfschakelelement voor het toevoeren van elektrisch vermogen vanuit de voedingsbron aan de motor, een kortsluitketenschakelelement voor het kortsluiten van een aandrijfspoel van de motor, een aftastinrichting voor het detecteren van een uitwendige stimulus, een standdetectieschakelaar voor het detecteren van een vooraf bepaalde stand van het beweegbare voorwerp, en een kiesketen om het motoraandrijfschakelelement in te schakelen om de motor aan te drijven wanneer de aftastinrichting een uitwendige stimulus detecteert, en het motoraandrijfschakelelement uit te schakelen en het kortsluitschakel-element in te schakelen teneinde te veroorzaken, dat de aandrijfspoel van de motor wordt uitgeschakeld wanneer de standdetectieschakelaar de vooraf bepaalde stand van het beweegbare voorwerp detecteert.
15. Beweegbaar voorwerp volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het buigstelsel is voorzien van een rotatieonderdeel, dat operatief met de motor is verbonden teneinde door de motor te worden geroteerd, een oscillatieonderdeel, dat zodanig is opgesteld, dat dit rechtop staat en scharnierbaar beweegbaar is en operatief met het rotatieonderdeel is verbonden teneinde in afhankelijkheid van de rotatie van het rotatieonderdeel een scharnierbeweging uit te voeren, een ondersteuningsonderdeel dat boven het oscillatieonderdeel zodanig is opgesteld, dat dit ten opzichte van het oscillatieonderdeel beweegbaar is en met de houder is verbonden om de scharnierbeweging van het oscillatieonderdeel naar de houder over te dragen, hetgeen leidt tot een buigbeweging van de houder, een kogelgewricht om het oscillatieonderdeel en het ondersteuningsonderdeel via dit gewricht operatief met elkaar te verbinden, en elastische organen, welke aanwezig zijn tussen het oscillatieonderdeel en het onder-steuningsonderdeel teneinde een elastische kracht uit te oefenen in een richting, waarbij het oscillatieonderdeel en het ondersteunirtgsonderdeel uiteen gedreven worden, waarbij de motoraandrijfketen is voorzien van een motoraandrij fschakelelement voor het toevoeren van elektrisch vermogen uit een voedingsbron aan de motor, een kortsluitschakelelement voor het kortsluiten van de aandrijfspoel van de motor, een aftastinrichting voor het detecteren vart een uitwendige stimulus, een standdetectiescha-kelaar voor het detecteren van een vooraf bepaalde stand van het beweegbare onderdeel, en een kiesketen om het motoraandrijfschakelelement in te schakelen teneinde de motor aan te drijven wanneer de aftastinrichting een uitwendige stimulus detecteert, en het motoraandrijfschakelelement uit te schakelen en het kortsluitschakelelement in te schakelen teneinde te veroorzaken, dat de aandrijfspoel van de motor wordt uitgeschakeld wanneer de standdetectieschakelaar de vooraf bepaalde stand van het beweegbare voorwerp detecteert.
16. Beweegbaar yoorwerp volgens conclusie 14 of 15, gekenmerkt door een belemmeringsketen om te beletten, dat de kiesketen het motoraandrijf-schakelelement kiest gedurende een vooraf bepaalde periode nadat het kortsluitschakelelement is ingeschakeld.
17. Beweegbaar voorwerp, gekenmerkt dóór een houder, bestaande uit een buigzaam materiaal met een cilindervorm, een voet, een op deze voet gemonteerde motor, een motoraandrijfketen, die elektrisch met de motor is verbonden om de motor aan te drijven, een rotatieonderdeel dat operatief met de motor is verbonden teneinde bij het aandrijven van de motor te worden geroteerd, een oscillatieonderdeel, dat op de voet zodanig wordt ondersteund, dat dit rechtop staat en scharnierbaar is en operatief met het rotatieonderdeel is verbonden teneinde in afhankelijkheid van de rotatie van het rotatieonderdeel een scharnierbeweging uit te voeren, een ondersteuningsonderdeel, dat boven het oscillatieonderdeel zodanig is opgesteld, dat het ten opzichte van het oscillatieonderdeel beweegbaar is en met de zijwand van de houder is verbonden teneinde de scharnierbeweging van het oscillatieonderdeel naar de houder over te dragen teneinde daardoor te veroorzaken, dat de houder een buigbeweging uitvoert, een aftastinrichting voor het detecteren van een uitwendige stimulus, een schakelelement, dat tussen de aftastinrichting en de mo-toraandrijfketen is verbonden om afhankelijk van de door de aftastinrichting gedetecteerde uitwendige stimulus in werking te worden gesteld, een standdetectieschakelaar voor het detecteren van een vooraf bepaalde stand van het oscillatieonderdeel, welke standdetectieschakelaar met het schakelelement en de motoraandrijfketen is verbonden om te veroorzaken, dat de motoraandrijfketen de motor aandrijft wanneer het schakelelement is uitgeschakeld en tenzij de standdetectieschakelaar de vooraf bepaalde stand van het oscillatieonderdeel detecteert, en een veer welke tussen het oscillatieonderdeel en het ondersteuningsonderdeel zodanig is aangebracht, dat deze een elastische kracht uitoefent in een richting, waarbij het oscillatieonderdeel en het ondersteuningsonderdeel uiteen gedreven worden, waarbij de genoemde respectieve componenten in de houder zijn ondergebracht.
18. Beweegbaar voorwerp, gekenmerkt door een houder bestaande uit een buigzaam materiaal, welke houder een cilindervorm heeft, een voet, een op de voet gemonteerde motor, een motoraandrijfketen, die elektrisch met de motor is verbonden om de motor aan te drijven, een rotatieonder-deel, dat operatief met de motor is verbonden teneinde bij het aandrijven van de motor te worden geroteerd, een oscillatieonderdeel, dat op de voet zodanig wordt ondersteund, dat het rechtop staat en een scharnier-beweging kan uitvoeren en operatief met het rotatieonderdeel is verbonden teneinde in afhankelijkheid van de rotatie van het rotatieonderdeel een scharnierbeweging uit te voeren, een ondersteuningsonderdeel, dat zodanig boven het oscillatieonderdeel is aangebracht, dat het ten opzichte van het oscillatieonderdeel beweegbaar is, welk ondersteuningsonderdeel met de zijwand van de houder is verbonden teneinde de scharnierbeweging van het oscillatieonderdeel naar de houder over te dragen teneinde daardoor te veroorzaken, dat de houder een buigbeweging uitvoert, een kogelgewricht om het oscillatieonderdeel en het ondersteuningsonderdeel via dit gewricht operatief met elkaar te verbinden, een aftastinrichting voor het detecteren van een uitwendige stimulus, en een veer, welke tussen het oscillatieonderdeel en het ondersteuningsonderdeel zodanig is aangebracht, dat deze een elastische kracht uitoefent in een richting, waarbij het oscillatieonderdeel en het ondersteuningsonderdeel uiteen gedreven worden, waarbij de genoemde respectieve componenten in de houder zijn ondergebracht.
19. Motoraandrijfketen voor een beweegbaar voorwerp, dat bestemd is om een buigbeweging uit te voeren onder gebruik van het aandrijven van een motor, welke zich daarin bevindt, en voorzien van een aandrijfspoel, gekenmerkt door een motoraandrijfschakelelement voor het toevoeren van elektrisch vermogen uit een voedingsbron aan de motor, een kortsluit-schakelelement voor het kórtsluiten van de aandrijfspoel van de motor, een aftastinrichting voor het detecteren van een uitwendige stimulus, een standdetectieschakelaar voor het detecteren van een vooraf bepaalde stand van het beweegbare voorwerp, en een kiesketen om het motoraandrijf-schakelelement in te schakelen voor het aandrijven van de motor wanneer de aftastinrichting een uitwendige stimulus detecteert, en het motoraandrij fschakelelement uit te schakelen en het kortsluitschakelelement in te schakelen teneinde te veroorzaken dat de aandrijfspoel van de motor wordt uitgeschakeld wanneer de standdetectieschakelaar de vooraf bepaalde stand van het beweegbare voorwerp, detecteert.
20. Motoraandrijfketen volgens conclusie 19, gekenmerkt door een be-lemmeringsketen om te beletten, dat de kiesketen het motoraandrijfschakelelement gedurende een vooraf bepaalde tijd nadat het kortsluitschakelelement is ingeschakeld, kiest.
Applications Claiming Priority (14)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
JP7821389 | 1989-06-30 | ||
JP1989078213U JPH0617495Y2 (ja) | 1989-06-30 | 1989-06-30 | 屈曲運動をする室内装飾品 |
JP22249089 | 1989-08-29 | ||
JP22249089A JPH0383629A (ja) | 1989-08-29 | 1989-08-29 | 軟質合成樹脂製筒状カバー体の製法 |
JP10359189U JPH0746311Y2 (ja) | 1989-09-04 | 1989-09-04 | 屈曲運動する柱状室内装飾品 |
JP10359189 | 1989-09-04 | ||
JP31553489A JPH03176097A (ja) | 1989-12-05 | 1989-12-05 | 可動形象物 |
JP31553489 | 1989-12-05 | ||
JP31715289 | 1989-12-06 | ||
JP1317152A JPH0832281B2 (ja) | 1989-12-06 | 1989-12-06 | 缶おもちゃ |
JP34447989A JPH07100089B2 (ja) | 1989-12-28 | 1989-12-28 | 可動形象物の駆動回路 |
JP34447989 | 1989-12-28 | ||
JP1398090 | 1990-02-15 | ||
JP1990013980U JP2527031Y2 (ja) | 1990-02-15 | 1990-02-15 | 装飾品 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL9000534A true NL9000534A (nl) | 1991-01-16 |
Family
ID=27563666
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9000534A NL9000534A (nl) | 1989-06-30 | 1990-03-08 | Beweegbaar voorwerp. |
Country Status (16)
Country | Link |
---|---|
CN (1) | CN1048357A (nl) |
AU (1) | AU614219B2 (nl) |
CA (1) | CA2019397A1 (nl) |
CH (1) | CH678153A5 (nl) |
DE (2) | DE4012587A1 (nl) |
DK (1) | DK79990A (nl) |
FR (1) | FR2649905A1 (nl) |
GB (1) | GB2229646B (nl) |
HK (1) | HK491A (nl) |
IL (1) | IL93993A0 (nl) |
IT (1) | IT1240194B (nl) |
NL (1) | NL9000534A (nl) |
NO (1) | NO901551L (nl) |
PT (1) | PT93650A (nl) |
SE (1) | SE9001232L (nl) |
SG (1) | SG96190G (nl) |
Families Citing this family (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPH04128794U (ja) * | 1991-02-08 | 1992-11-25 | 株式会社タカラ | 缶状おもちや |
US5417605A (en) * | 1994-01-03 | 1995-05-23 | Thinkway Trading Corporation | Toy with dancing figure |
DE60027133T2 (de) * | 1999-01-28 | 2006-08-24 | Lego A/S | Ein ferngesteuertes spielzeug |
GB2387556A (en) * | 2002-01-10 | 2003-10-22 | Packway Ind Ltd | Animated display |
US6988927B2 (en) * | 2004-02-04 | 2006-01-24 | Moti Gingold | Jumping can toy |
USD838323S1 (en) | 2017-07-21 | 2019-01-15 | Mattel, Inc. | Audiovisual device |
US10866784B2 (en) | 2017-12-12 | 2020-12-15 | Mattel, Inc. | Audiovisual devices |
Family Cites Families (16)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE147496C (nl) * | ||||
US1049345A (en) * | 1911-06-24 | 1913-01-07 | Walter S Dolman | Mechanical toy. |
GB237083A (en) * | 1924-07-05 | 1925-07-23 | Humphrey Thomas Logan | A new or improved mechanism for producing a sinuous motion, and improvements in or relating to toys or other devices embodying such mechanism |
DE471648C (de) * | 1927-10-16 | 1929-02-15 | Friedrich Karl Gimbel | Plastische Reklame-Gummimaske |
US2232615A (en) * | 1940-11-02 | 1941-02-18 | Kupka Edward Frank | Toy |
US3039615A (en) * | 1961-04-14 | 1962-06-19 | Schlitz Brewing Co J | Advertising display |
US3710507A (en) * | 1970-02-12 | 1973-01-16 | D Poynter | Animated, drink mixing mannequin |
US3888023A (en) * | 1974-08-21 | 1975-06-10 | Jardine Ind Inc | Physical training robot |
US4182077A (en) * | 1977-11-21 | 1980-01-08 | Wagner Clyde M | Solar powered electric toy top |
EP0036797A1 (fr) * | 1980-03-17 | 1981-09-30 | Robert Serina | Dispositif pour l'animation d'objets en réponse à des signaux acoustiques |
JPS59101180A (ja) * | 1982-11-29 | 1984-06-11 | 岩谷株式会社 | 動物活動玩具 |
US4582317A (en) * | 1984-02-16 | 1986-04-15 | Vic's Novelty, Inc. | Moving hand amusement and novelty device |
US4545775A (en) * | 1984-03-30 | 1985-10-08 | Kim Douglas S T | Dancing hula doll |
JPS62130690U (nl) * | 1986-02-10 | 1987-08-18 | ||
US4775351A (en) * | 1987-03-23 | 1988-10-04 | Vic's Novelty, Inc. | Wigglin' fish amusement and novelty device |
FR2634695A1 (nl) * | 1988-07-30 | 1990-02-02 | Takara Co Ltd |
-
1990
- 1990-02-26 GB GB9004255A patent/GB2229646B/en not_active Expired - Fee Related
- 1990-02-26 AU AU50158/90A patent/AU614219B2/en not_active Ceased
- 1990-03-02 FR FR9002656A patent/FR2649905A1/fr active Pending
- 1990-03-08 NL NL9000534A patent/NL9000534A/nl not_active Application Discontinuation
- 1990-03-10 CN CN90101332A patent/CN1048357A/zh active Pending
- 1990-03-29 DK DK079990A patent/DK79990A/da not_active Application Discontinuation
- 1990-04-03 IL IL93993A patent/IL93993A0/xx unknown
- 1990-04-03 PT PT93650A patent/PT93650A/pt not_active Application Discontinuation
- 1990-04-04 SE SE9001232A patent/SE9001232L/ not_active Application Discontinuation
- 1990-04-05 NO NO90901551A patent/NO901551L/no unknown
- 1990-04-13 IT IT67282A patent/IT1240194B/it active IP Right Grant
- 1990-04-20 DE DE4012587A patent/DE4012587A1/de not_active Withdrawn
- 1990-06-20 CA CA002019397A patent/CA2019397A1/en not_active Abandoned
- 1990-06-29 CH CH2187/90A patent/CH678153A5/de not_active IP Right Cessation
- 1990-07-02 DE DE9010048U patent/DE9010048U1/de not_active Expired - Lifetime
- 1990-11-28 SG SG961/90A patent/SG96190G/en unknown
-
1991
- 1991-01-03 HK HK4/91A patent/HK491A/xx unknown
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
CH678153A5 (nl) | 1991-08-15 |
AU614219B2 (en) | 1991-08-22 |
IT1240194B (it) | 1993-11-27 |
CN1048357A (zh) | 1991-01-09 |
SE9001232L (sv) | 1990-12-31 |
NO901551L (no) | 1991-01-02 |
PT93650A (pt) | 1992-01-31 |
IT9067282A0 (it) | 1990-04-13 |
NO901551D0 (no) | 1990-04-05 |
IT9067282A1 (it) | 1991-10-13 |
SG96190G (en) | 1991-01-18 |
GB2229646A (en) | 1990-07-27 |
IL93993A0 (en) | 1991-01-31 |
SE9001232D0 (sv) | 1990-04-04 |
AU5015890A (en) | 1991-01-03 |
GB2229646B (en) | 1990-10-24 |
FR2649905A1 (fr) | 1991-01-25 |
DK79990A (da) | 1990-12-31 |
GB9004255D0 (en) | 1990-04-18 |
CA2019397A1 (en) | 1990-08-16 |
DE4012587A1 (de) | 1991-03-14 |
DK79990D0 (da) | 1990-03-29 |
HK491A (en) | 1991-01-11 |
DE9010048U1 (de) | 1990-09-13 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US6231346B1 (en) | Interactive hatching egg | |
NL9000534A (nl) | Beweegbaar voorwerp. | |
JP2800847B2 (ja) | 景品保持容器アセンブリ | |
US4609122A (en) | Automatic touch actuated door opener | |
US5797527A (en) | Garment hanger configured to provide electrical information | |
US7690533B2 (en) | Lighted product dispenser | |
US7056006B2 (en) | Nightlight with interchangeable rotating design disk | |
US3995251A (en) | Boat launching alert device | |
US5303491A (en) | Simulated novelty container capable of movement | |
KR960019255A (ko) | 자기헤드장치 및 광자기기록장치 | |
US4095064A (en) | Paddle for use in a rotating-paddle bin level indicator | |
SE469115B (sv) | Saekerhetsanordning vid skaermaskiner foer matberedning | |
JPH05238319A (ja) | ドアミラー用可制御回動装置 | |
US3918183A (en) | Rotating display constructions | |
US5331212A (en) | Electrical device with alternative battery power supplies | |
US4705994A (en) | Electric equipment driving circuit | |
BE1002173A7 (fr) | Article a mouvement de forme. | |
US3869129A (en) | Speed changer for phonograph record player | |
US5483765A (en) | Device for displaying pictures in sequence | |
US5221224A (en) | Movable article having expanding-contracting and revolving motion | |
US4622658A (en) | Simplified sound reproducing device having switchable circuits | |
US4485466A (en) | Stylus shielding and unshielding apparatus for a phonograph | |
LU87698A1 (fr) | Article a mouvement de forme | |
KR930010599A (ko) | 자동노출장치 | |
US5725301A (en) | Earthquake detection device |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
BV | The patent application has lapsed |