NL9000430A - Rijwielslot. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Rijwielslot.

De uitvinding heeft betrekking op een rijwielslot van de soort zoals beschreven in de aanhef van conclusie 1 en op zich bekend uit NL-A-8300938.

Bij dit bekende slot is de van de achterzijde van het huis naar de slotvoorzijde verlopende, de beugel omvattende afschermlip in één bewerking en uit één stuk met het slothuis gevormd. Dit slothuis wordt door drukgieten uit zink vervaardigd en dit materiaal is weliswaar hard doch ook bros zodat het huis als zodanig inderdaad moeilijk te forceren is doch de aan de achterzijde van het slot gelegen overgang tussen huis en afschermlip kan na het forceren van de achterplaat met een scherp gereedschap worden gebroken waardoor de grendelbeugel bereikbaar wordt.

De uitvinding beoogt dit bezwaar te ondervangen. Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt doordat de lip uitgaat van de onderrand van een tussen het huis en de achterplaat aangebrachte, uit hard en taai materiaal vervaardigde afschermplaat.

Deze plaat kan bijvoorbeeld zijn vervaardigd uit gehard staal dat nagenoeg niet is te forceren.

Niet alleen wordt door deze maatregel een nog grotere beveiliging tegen vernieling van het slot verkregen doch ook wordt de montage van het slot sterk vereenvoudigd.

Bij voorkeur is de af schermplaat aan de zijde van de slotbedieningsknop verlengd tot een aanslag voor de grendelbeugel in de open stand daarvan. Bij het bekende slot fungeerde de rand van de bovenplaat als aanslag zodat er tijdens gebruik al snel een inslag ontstaat gevolgd door corrosievorming aan de zichtzijde. Ook dit bezwaar is bij het slot volgens de uitvinding ondervangen.

Voorkeursuitvoeringsvormen zijn aangegeven in de conclusies 3 t/m 6 waarbij met betrekking tot de maatregelen volgens de conclusies 3-5 wordt opgemerkt dat deze de mogelijkheid geven het slot op eenvoudige wijze aan de achtervork van een rijwiel te bevestigen terwijl de maatregel volgens conclusie 6 nog een extra bescherming tegen forceren van het slot verschaft.

De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de tekening. Hierin is;

Figuur 1 een perspectivische afbeelding van het rijwielslot volgens de uitvinding in uiteengenomen vorm; figuur 2 een dwarsdoorsnede op vergrote schaal door een gedeelte van dit slot; figuur 3 een gedeeltelijk vooraanzicht van het slothuis met de afschermplaat met de grendelbeugel; figuur 4 een doorsnede overeenkomstig die van figuur 2 van een gewijzigde uitvoeringsvorm; figuur 5 een doorsnede overeenkomstig die volgens figuur 2 van een weer andere uitvoeringsvorm; figuur 6 een gedeeltelijk opengewerkt achteraanzicht van het slot volgens de uitvinding.

Het in de figuren afgebeelde rijwielslot volgens de uitvinding dat is van het bekende beugeltype omvat de gebruikelijke achterplaat 2 en de daarop aansluitende slotkast 4, die op de bekende wijze is uitgevoerd met een kamer 6 en de daarvan uitgaande gebogen geleidingen 8, 10 voor grendelbeugel 12 die de bedieningsknop 14 draagt en is verbonden met het einde van de trekveer 16. Tevens is in de slotkast 4 en de geleidingen 8, 10 de vaste beschermbeugel 18 aangebracht met aan het einde daarvan de haak 20, verbonden met het andere einde van de veer 16.

In de kamer 6 bevindt zich het slothuis 22 met de slotcylinder 24 via welke de grendelpal 26 wordt bediend.

Volgens de uitvinding is achter dit huis 22 een extra afschermplaat 28 aangebracht die bestaat uit een vlak gedeelte 30 en een naar voren daaruit uitstekende lip 32. Deze lip 32 grijpt, zoals blijkt uit de figuren 2 en 3, onder de grendelbeugel 12 en loopt door tot aan de beschermbeugel 18. Daar de afschermplaat wordt vervaardigd uit een zeer hard en taai materiaal zoals een K50 staal wordt een vergaande bescherming tegen forceren van het slot verkregen.

De afschermplaat 28 is voorts voorzien van een verlengd gedeelte 38 dat fungeert als aanslag voor de bevestigingslip 40 van de bedieningsknop 14. Bij de op zich bekende uitvoering van het beugelslot vindt deze bevestigingslip 40 zijn aanslag tegen een rand van de slotkast 4 die na verloop van tijd daardoor inslaat.

De beide slotdelen 2 en 4 worden op de gebruikelijke wijze bijeengehouden met door huis 22 en afschermplaat 28 gaande klinknagels 34 die, zoals met 36 in figuur 2 aangegeven, verzonken zijn geklonken.

Figuur 4 toont een uitvoeringsvorm waarbij aan het vlakke gedeelte 30 van de achterplaat 28 twee bussen 42 zijn gelast elk met een van schroefdraad voorziene binnenboring 44. Hiermee wordt een gemakkelijke en snelle bevestiging van het slot aan de achtervork van een rijwiel mogelijk.

Een soortgelijke bevestigingsmogelijkheid is aangegeven in figuur 5: hierbij zijn aan het vlakke gedeelte 30 van de afschermplaat 28 twee draadtappen 46 gelast, elk voorzien van een afstandbus 48.

Figuur 6 tenslotte toont een gedeeltelijk opengesneden achteraanzicht van het slot volgens de uitvinding in de geopende toestand. Duidelijk blijkt uit deze figuur hoe het verlengde gedeelte 38 fungeert als aanslag voor de lip 40 van de knop 14 en hoe de, niet te forceren, lip 32 van de afschermplaat 30 een uitstekende bescherming geeft, zelfs wanneer de bovenkant van de achterplaat 2 is geforceerd.

Claims (6)

1. Rijwielslot van het beugeltype, omvattende een uit een voor- en achterplaat gevormde slotkast met een kamer waarin een het slot- en vergrendelmechanisme opnemend slothuis is aangebracht en met twee aan weerskanten van deze kamer uitgaande, gebogen geleidingen voor de grendelbeugel welke beugel wordt omvat door een vanaf de achterzijde van het huis naar de slotvoorzijde verlopende afschermlip, met het kenmerk, dat deze lip uitgaat van de onderrand van een tussen het huis en de achterplaat aangebrachte, uit hard en taai materiaal vervaardigde, afschermplaat.

2. Rijwielslot volgens conclusie 1, met het kenmerk,dat deze afschermplaat aan de zijde van de slotbedieningsknop is verlengd tot een aanslag voor de grendelbeugel in de open stand daarvan.

3. Rijwielslot volgens conclusie 1-2, met het kenmerk, dat de afschermplaat dwars daarop staande, door de achterplaat gaande bevestigingselementen ter bevestiging van het slot aan de achtervork draagt.

4. Rijwielslot volgens conclusie 3, met het kenmerk,dat deze bevestigingselementen bestaan uit schroefdraadtappen.

5. Rijwielslot volgens conclusie 3, met het kenmerk,dat deze bevestigingselementen bestaan uit schroefdraadbussen.

6. Rijwielslot volgens conclusie 1-5, met het kenmerk, dat de slotvoorplaat, het huis, de afschermplaat en de achterplaat met elkaar zijn verbonden door door deze delen gaande klinknagels waarvan de kop verzonken is geklonken.