NL8001496A - Beugelslot voor rijwiel. - Google Patents

Description

, - 1 - ......-' i

Beugelslot voor rijwiel.

De uitvinding heeft betrekking op een beugelslot voor een rijwiel, dat bestaat uit een in hoofdzaak cirkelvormige, in hoofdzaak vlakke grondplaat van staalplaat, die voorzien is van een U-vormige uitsnijding en van een 5 zijdelings aanzetstuk, uit een met de grondplaat verbonden afdekplaat, waarvan de omtrek in hoofdzaak overeenkomt met die van de grondplaat en die langs haar omtrek een cirkèl-boogvormig kanaal met U-vormige dwarsdoorsnede afbakent, dat in het gebied van het zijdelingse aanzetstuk zich 10 verbreed tot een kastvormig slothuis, uit een cirkelboogvormige grendeltong, die in het kanaal tussen de afdekplaat en de grondplaat is gevoerd en tegen de werking van een terugstelveer in vanuit een openingsstand, waarin een open gebied van de grendeltong samenvalt met de uitsnijding 15 naar een sluitstand beweegbaar is, waarin zij de U-vormige uitsnijding afsluit, uit een slot, dat in het slothuis is opgesteld en waardoor de grendeltong in de sluitstand ver-grendelbaar is, en uit een gehard deel, dat zich uitstrekt over het deel van de omtrek, waarin bij het zich in de 20 sluitstand bevinden van de grendeltong het open gebied van de grendeltong ligt.

Dergelijke beugelsloten grijpen met de U-vormige uitsnijding om de banden en de velgen van een wiel. In de sluitstand strekt de grendeltong zich over de U-vormige 25 uitsnijding uit. Zij grijpt hierbij door de spaken '.van het wiel, zodat het wiel geblokkeerd is.

De grendeltong bestaat uit gehard staal en kan met gebruikelijke middelen niet worden opengezaagd. De grendeltong overspant evenwel uiteraard geen 360°, doch 30 heeft een open gebied, dat in de geopende stand samenvalt met de uitsnijding van de grondplaat en de afdekplaat.

Dit open gebied van de grendeltong ligt in de sluitstand ergens onder de afdekplaat. In dit gebied is geen beveiliging door geharde constructiedelen verschaft. Het is 35 derhalve mogelijk om in dit gebied de afdekplaat en de grondplaat open te zagen. De afdekplaat en grondplaat zijn bij de bekende beugelsloten door middel van klinken met elkaar verbonden. Het is dan mogelijk om door het afbreken 800 1 4 96 - 2 - * van de klinknagels de afdekplaat van de grondplaat te scheiden en ook op deze wijze het beugelslot te openen.

Teneinde deze mogelijkheden uit te sluiten, is bij een ander bekend beugelslot in het gebied, waarin zich in 5 de sluitstand het vrije gebied onder de opening van de grendeltong bevindt, een boogvormige strook van gehard staal ingelegd. De grondplaat en afdekplaat zijn bij deze bekende constructie door middel van puntlassen met elkaar verbonden.

Ook een dergelijk slot kan evenwel worden geopend door 10 de grondplaat in het gebied van het slothuis van de afdekplaat te laten afspringen en naar onderen weg te buigen.

Het eigenlijke slot is dan toegankelijk en kan worden uitgetrokken, zodat de grendeltong in de geopende stand kan worden teruggetrokken. Het is ook mogelijk om het 15 slothuis en het slot uit te zagen en hierdoor het slot te openen.

De uitvinding heeft ten doel om de veiligheid van beugelsloten van de bovengenoemde soort beter te waarborgen tegen onbevoegd openen., 20 Volgens de uitvinding wordt dit oogmerk hierdoor bereikt, dat als gehard deel op de grondplaat en tussen deze grondplaat en de grendeltong een inlegplaat van gehard staalplaat is aangebracht, die zich in hoofdzaak over het gehele oppervlak van de grondplaat uitstrekt.

25 De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van voorbeeld een gunstige uitvoeringsvorm van het beugelslot volgens de uitvinding is weergegeven. Hierin toont: fig, 1 een doorsnede evenwijdig met de grondplaat 30 van een gunstige uitvoeringsvorm van het beugelslot volgens de uitvinding, en fig. 2 een dwarsdoorsnede hiervan.

Het beugelslot bevat een in hoofdzaak cirkelvormige grondplaat 10 van plaatstaal, die voorzien is van een U-35 vormige uitsnijding 12 en van een zijdelings aanzetstuk 14.

Met de grondplaat 10 is een afdekplaat 16 verbonden, waarvan de omtrek in hoofdzaak correspondeert met die van de grondplaat en die langs haar omtrek een citkelboogvormig kanaal 18 met U-vormige dwarsdoorsnede afbakent. Het kanaal 18 40’ verbreed zich in het gebied van het zijdelingse aanzetstuk 14 * .....,.. .

800 1 4 96 - 3 - tot een kastvormig slothuis 20. In het kanaal 18 is tussen de afdekplaat 16 en de grondplaat 10 een cirkelboogvormige grendeltong 22 geleid. De grendeltong 22 is tegen de werking van een terugstelveer 24 in beweegbaar van een openingsstand, 5 waarin een open gebied tussen 26 en 28 van de grendeltong 22 samenvalt met de uitsnijding 12, naar een sluitstand, waarin zij de U-vormige uitsnijding 12 afsluit, welke sluitstand in fig. 1 is weergegeven. In het slothuis 20 is een slot 30 geplaatst, waardoor de grendeltong 22 in de sluitstand 10 vergrendelbaar is.

Op de grondplaat 10 en tussen deze grondplaat en de grendeltong 22 is een inlegplaat 32 van gehard staalplaat aangebracht, die zich in hoofdzaak over het totaaloppervlak van de grondplaat, dus ook over het aanzetstuk 14 uitstrekt. 15 De afdekplaat 16 vormt langs haar buitenomtrek om het kanaal 18 heen een op de inlegplaat 32 liggende rand 34. Zowel de buitenste wand 36 van de grondplaat als de rand 38 van de U-vormige uitsnijding 12 zelf zijn omgebogen en omgeslagen over de inlegplaat 32 en de randen 34, 20 resp. 40 van de afdekplaat 18.

Het in het slothuis 20 zittende slot 30 bevat een·' tweedelig gietlichaam 42, dat bestaat uit een bovenste deel 44 en uit een onderste deel 46. Tussen de delen 44 en 46 is een sluitcilinder 48 draaibaar gelegerd. Verder is in 25 een vöör het kopvlak van de sluitcilinder 48 dwars door de beide delen 44 en· 46 lopende sleuf een grendelelement 50 radiaal verschuifbaar geleid, dat beweegbaar is door middel van een excentrische pen 52 van de sluitcilinder 48, die ingrijpt in een sleuf 54 van het grendelelement 50. In de 30 sluitstand grijpt het grendelelement 50 in een sleuf 56 van de grendeltong 22. De beide delen van de gietlichaam zijn door' middel van klinknagels 60 met elkaar en met de inlegplaat 32 verbonden. Tussen de afdekplaat 16 en het gietlichaam 42 is een het gietlichaam 42 afdekkende, L-vormige 35 staalplaat 62 aangebracht.

Het gietlichaam 42 vormt aan de binnenzijde een boogvormig geleidingsvlak 64. De inlegplaat 32 is tegenover dit geleidingsvlak 64 voorzien van uitgestanste en omhooggebogen lippen 66, waarbij de grendeltong 22 tussen het 40 geleidingsvlak 64 en de omhooggebogen lippen 66 is geleid.

800 1 4 96 ·* - 4 -

Aan de grendeltong 22 is een knop 68 gevormdi, die gevoerd is in een (niet nader weergegeven) sleuf aan de bovenzijde van de afdekplaat 16.

De werking van de bovenbeschreven inrichting zal 5 hieronder nader worden uiteengezet.

Onder invloed van de terugstelveer 24 zal wanneer het slot 30 in de geopende stand is de grendeltong 22 in de draaizin, tegengesteld aan die van de wijzers van een uurwerk, bewegen naar de geopende stand, waarin zij de 10 uitsnijding 12 vrijgeeft. Voor het afsluiten wordt door middel van de knop 68 de grendeltong 22 in het kanaal 18 gedraaid in de draaizin volgens de wijzers van een uurwerk, zodat de uitsnijding 12 zoals in fig. 1 is weergegeven, wordt afgesloten en de sleuf 56 van de grendeltong 22 15 samenvalt met het grendelelement 50. Door het verdraaien van de sluitcilinder 48 wordt het grendelelement 50 op gebruikelijke wijze radiaal naar binnen toe versöhoven, zodat zij in de sleuf 56 ingrijpt. Na het uittrekken van de sleutel is dan het beugelslot vergrendeld.

20 Het is dan zeer moeilijk om het slot open te zagen.

Over het hoefijzervormige deel van het beugelslot, dat door de grondplaat 10 en de afdekplaat 18 wordt gevormd, strekt zich de verharde inlegplaat uit, die een doorzagen met gebruikelijke middelen weerstaat. De uitsnijding 12 is 25 ' door de eveneens geharde grendeltong 22 afgesloten. Het slot 3Q zelf is aan de bovenzijde afgedekt door de geharde L-vormige staalplaat. Aan de onderzijde is het slot eveneens door de geharde inlegplaat geborgd. Het is derhalve niet mogelijk om het slot 30 open te zagen en door 30 uitbuigen van de grondplaat of dergelijke manipulaties uit' te trekken.

De inlegplaat 32 is bij voorkeur van een materiaal gevoridd, dat ten opzichte van de grondplaat 10 en de afdekplaat 16 een grotere dikte en hiermee betere stabili-35 teit vertoont.

Door de rand van de grondplaat 10 over de inlegplaat 32 en de afdekplaat 16 heen te slaan wordt een veilige verbinding verkregen, die moeilijk is los te nemen en in elk geval niet zonder meer is af te breken. Hierdoor wordt 40 een beugelslot verschaft, dat ten opzichte van de nog nu toe 800 1 4 96 “ff- · - -t - 5 - bekende beugelsloten een grotere veiligheid met betrekking tot een onbevoegd openen vertoont. Aan het beugelslot, bij voorkeur ook aan de inlegplaat, kan een ketting zijn bevestigd, die bijv. om een boom of dergelijke kan zijn 5 geslagen en dan met een kettingschalm over de grendeltong 22 wordt geschoven. Hierdoor kan het rijwiel extra beveiligd worden tegen diefstal.

- conclusies - 800 1 4 96

Claims (6)

1. Beugelslot voor een rijwiel, dat bestaat uit een in hoofdzaak cirkelvormige, in hoofdzaak vlakke grondplaat van staalplaat, die voorzien is van een U-vormige uitsnijding en van een zijdelings aanzetstuk, uit een met de 5 grondplaat verbonden afdekplaat, waarvan de omtrek in hoofdzaak overeenkomt met die van de grondplaat en die langs haar omtrek een cirkelboogvormig kanaal met U-vormige dwarsdoorsnede afbakent, dat in het gebied van het zijdelingse aanzetstuk zich verbreed tot een kastvormig slot-10 huis, uit een cirkelboogvormige grendeltong, die in het kanaal tussen de afdekplaat en de grondplaat is gevoerd en tegen de werking van een terugstelveer in vanuit een openingsstand, waarin een open gebied van de grendeltong samenvalt met de uitsnijding naar een sluitstand beweeg-15 baar is, waarin zij de U-vormige uitsnijding afsluit, uit een slot, dat in het slothuis is opgesteld en waardoor de • 'grendeltong in de sluitstand vergrendelbaar is, en uit een gehard deel, dat zich uitstrekt over het deel van de omtrek, waarin bij het zich in de sluitstand bevinden van de grendel-20 tong het open gebied van de grendëltong ligt, met het kenmerk, dat als gehard deel op de grondplaat (10) en tussen deze grondplaat en de grendeltong (22) een inleg-plaat (32) van gehard staalplaat is aangebracht, die zich in hoofdzaak over het gehele oppervlak van de grondplaat 25 (10) uitstrekt.

2. Beugelslot volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de afdekplaat (16): langs haar buitenomtrek om het kanaal. (18) heen een op de inlegplaat (32) liggende rand (34) vormt, en dat zowel de buitenrand (36) van de 30 grondplaat (10) als de rand (38) van de U-vormige uitsnijding (12) zelf zijn omgebogen en randen (34,40) van de ' afdekplaat (16) zijn omgefelst.

3. Beugelslot volgens conclusie 1 of 2, m e t het kenmerk, dat het zich in het huis (20) bevindende 35 slot (30) een tweedelig gietlichaam (42) bevat, tussen de delen (44,46) waarvan een sluitcilinder (48) draaibaar 800 1 4 96 - 7 - X* is gelegerd en een grendelelement (50) radiaal verschuifbaar geleid is, welk grendelelement door een excentrische pen (52) van de sluitcilinder (48), die in een sleuf (54) van het grendelelement (50) ingrijpt, beweegbaar is 5 en in de sluitstand in een sleuf (56) van de grendeltong (22) ingrijpt, dat beide delen (44,46) van het gietlichaam (42) door middel van klinknagels (60) met elkaar en met de inlegplaat zijn verbonden, en dat tussen de afdekplaat (16) en het gietlichaam (42) een het gietlichaam (42) af-10 dekkende, L-vormige geharde staalplaat (62) is aangebracht.

4. Beugelslot volgens conclusie 3, m e t het kenmerk, dat het gietlichaam (42) aan de binnenzijde een boogvormig geleidingsvlak (64) vormt en de inlegplaat (32) tegenover dit geleidingsvlak (64) voorzien is van 15 uitgestanste en omhooggebogen lippen (66), waarbij de grendeltong (22) tussen het geleidingsvlak (64) en de omhooggebogen lippen (66) is geleid.

5. Beugelslot volgens éên der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat aan het beugelslot 20 een ketting is bevestigd, die over de grendeltong (22) schuifbaar is.

6. Beugelslot volgens conclusie 5, m e t het kenmerk, dat de ketting ook aan de inlegplaat (32) is bevestigd. 800 1 496