NL8903092A - Werkwijze voor het verminderen van de uitloogbaarheid van korrelvormig materiaal en daarmee verkregen korrelvormig materiaal. - Google Patents

Description

Titel: werkwijze voor het verminderen van de uitloogbaarheid van korrelvormig materiaal en daarmee verkregen korrelvormig materiaal.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verminderen van de uitloogbaarheid van korrelvormig materiaal, dat in hoofdzaak uit een anorganisch bindmiddel en een vulstof, die verontreinigende stoffen bevat, bestaat.

Een dergelijke werkwijze is bekend uit EP-A-0 208 871.

Bij deze werkwijze wordt een hydraulisch bindmiddel in water zo lang ontsloten, totdat dit in hoofdzaak niet meer bezinkt, waarna men de aldus verkregen waterige colloïdale oplossing met een fijndelig afvalstof vermengt. Bij dit mengen wordt het watergehalte van het mengsel zo ingesteld dat het mengsel kan samenklonteren. Hierna wordt het mengsel samengeklonterd en gehard. Volgens deze werkwijze wordt elk afvalstofdeeltje door een bindmiddellaag omsloten waardoor de uitloogbaarheid van de afvaldeeltjes wordt verminderd.

Een dergelijke werkwijze bezit echter het nadeel, dat het gevormde korrelvormige materiaal nog altijd enige mate van uitloogbaarheid vertoont, door bijvoorbeeld regenwater als het korrelvormige materiaal wordt gestort of door het mengwater als genoemd korrelvormig materiaal als vulstof in bijvoorbeeld beton of dergelijke wordt toegepast.

Ook kan bij latere opslag of hantering van dergelijk materiaal beschadiging van de huid van gehard hydraulisch bindmiddel optreden, waardoor de uitloogbaarheid van de korrels weer wordt vergroot.

De onderhavige uitvinding beoogt bovengenoemde nadelen op te heffen en wordt hiertoe gekenmerkt, doordat het gerede korrelvormige materiaal wordt bekleed met een gesloten bekleding uit in water onoplosbaar en waterafstotend materiaal.

Door deze bekleding van het korrelvormige materiaal wordt bewerkstelligd dat de in het korrelvormige materiaal aanwezige verontreinigende stoffen in het geheel niet meer door water (mengwater, regenwater etc.) kan worden bereikt en dus niet meer kunnen worden uitgeloogd. Doorgaans is de vulstof die de verontreinigende stoffen bevat vliegas, kolen- of afvalverbran-dingsas, baggerslib etc. Deze vulstoffen bevatten als belangrijke verontreinigende stoffen zware metalen, die uiterst milieuschadelijk zijn. De werkwijze volgens de onderhavige uitvinding voorkomt dat deze zware metalen en andere verontreinigende stoffen door uitlogen in het milieu kunnen komen. Dit betekent dat het korrelvormige materiaal dat met de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding is bekleed zonder milieuge-vaar kan worden gestort, d'anwel gebruikt als vulstof in bijvoorbeeld beton of andere bouwmaterialen.

Met voordeel wordt de bekleding gevormd door een waterdichte en/of waterafstotende polymeersamenstelling, waarbij c.e polymeersamenstelling bij voorkeur bestaat uit bitumineus materiaal. Toepassing van een bitumineus materiaal zoals teer, pek of asfalt heeft het voordeel dat daarmee een plastisch vervormbare bekleding wordt verkregen met een in het algemeen zodanig goede hechting en taaiheid dat beschadiging practisch niet voorkomt. Waterdichte en/of waterafstotende polymeersamen-stellingen en bekledingswerkwijzen voor het bekleden van deze materialen op korrelvormig materiaal zijn in het vakgebied algemeen bekend.

Bij voorkeur wordt de bekleding van het korrelvormige materiaal uitgevoerd in een asfaltmolen.

Afhankelijk van de mate van waterdichtheid en/of waterafstotendheid van de gebruikte polymeersamenstelling kan de dikte van de bekledingslaag op het korrelvormige materiaal worden gevarieerd. Bij voorkeur wordt de bekleding in een zodanige dikte aangebracht, dat de verhouding tussen de dikte van de bekleding en de diameter van de beklede korrel tenminste 0,05 bedraagt. Vanzelfsprekend zal de dikte van de bekleding afhangen van de toepassing van het beklede korrelvormige materiaal. Wanneer het korrelvormige materiaal dient te worden gestort zal een dikkere bekleding noodzakelijker zijn dan wanneer het korrelvormige materiaal als vulstof in bijvoorbeeld beton dient te worden toegepast, om de verminderde uitloogbaar-heid te waarborgen.

Daar korrelvormig materiaal niet altijd perfect bolvormig is, wordt hier met de diameter de gemiddelde dwarsafmeting bedoeld. In het algemeen kan het te bekleden korrelvormige materiaal bij benadering als bolvormig worden beschouwd.

Voorts heeft de uitvinding betrekking op korrelvormig materiaal dat is verkregen met behulp van de werkwijze volgens de uitvinding.

Nu volgt een uitvoeringsvoorbeeld van de werkwijze volgens de uitvinding ter toelichting.

Voorbeeld: 94 gewichtsdelen vliegas, afkomstig van een electrische centrale, werden met 16 delen met calciumoxide gemengd, en het geheel werd met water vermengd ter verkrijging van een massa die in een granuleertrommel werd gegranuleerd.

De verkregen korrels werden 3 uur bij een temperatuur van 95°C in een met waterdamp verzadigd milieu verhard. Vervolgens werden de aldus verkregen korrels in een asfaltmo-len bekleed met 10 gewichtsdelen teer betrokken op 100 gewichtsdelen van de korrels.

De vervaardigde beklede korrels waren uitstekend geschikt voor het gebruik als vulstof in beton of andere bouwmaterialen.

De uitvinding zal hierna bij wijze van voorbeeld worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening, hierin toont:

Fig. 1 een bolvormige korrel, die volgens de uitvinding is bekleed; en

Fig. 2 een ongelijkmatig gevormde korrel, die eveneens volgens de uitvinding is bekleed.

In fig. 1 is een korrel 1 die volgens de uitvinding met een bekleding 2 is bekleed, getoond. De korrel 1 bestaat in dit geval uit steenkoolverbrandingsas dat met calciumoxide is gebonden en waarbij de korrel 1 met teer is bekleed.

In fig. 2 is een gedroogd baggerslibdeeltje 3, dat is bekleed met een bekleding 4 uit een siliconenpolymeer, getoond.

In beide figuren is D de diameter van de onbeklede korrel en d de dikte van de bekleding. In fig. 2 is D zoals eerder beschreven de gemiddelde dwarsafmeting, daar de te bekleden korrels niet altijd bolvormig behoeven te zijn, hoewel deze bij benadering doorgaans wel als zodanig kunnen worden beschouwd.

De verhouding d/D is bij voorkeur groter dan of gelijk aan 0,05.

Claims (6)

1. Werkwijze voor het verminderen van de uitloogbaarheid van korrelvormig materiaal, dat in hoofdzaak uit een anorganisch bindmiddel en een vulstof, die verontreinigende stoffen bevat, bestaat, met het kenmerk, dat het gerede korrelvormige materiaal wordt bekleed met een gesloten bekleding uit in water onoplosbaar en waterafstotend materiaal.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bekleding wordt gevormd door een waterdichte en/of waterafstotende polymeersamenstelling.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de bekleding wordt gevormd door een laag bitumineus materiaal.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de bekleding van het korrelvormige materiaal met bitumineus materiaal wordt uitgevoerd in een asfaltmolen.

5. Werkwijze volgens conclusie 1-4, met het kenmerk, dat de bekleding in een zodanige dikte wordt aangebracht, dat de verhouding tussen de dikte van de bekleding en de diameter van een te bekleden korrel tenminste 0,05 bedraagt.

6. Korrelvormig materiaal dat is verkregen met behulp van de werkwijze volgens een der voorgaande conclusies.