NL8903070A - Transporttafel. - Google Patents

Transporttafel. Download PDF

Info

Publication number
NL8903070A
NL8903070A NL8903070A NL8903070A NL8903070A NL 8903070 A NL8903070 A NL 8903070A NL 8903070 A NL8903070 A NL 8903070A NL 8903070 A NL8903070 A NL 8903070A NL 8903070 A NL8903070 A NL 8903070A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
transport
transmission
elements
line
rotation
Prior art date
Application number
NL8903070A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Hadewe Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Hadewe Bv filed Critical Hadewe Bv
Priority to NL8903070A priority Critical patent/NL8903070A/nl
Priority to DE69022840T priority patent/DE69022840T2/de
Priority to EP90203284A priority patent/EP0438820B1/en
Priority to EP94200778A priority patent/EP0611012B1/en
Priority to DE69033367T priority patent/DE69033367T2/de
Priority to US07/627,508 priority patent/US5222585A/en
Publication of NL8903070A publication Critical patent/NL8903070A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G13/00Roller-ways
    • B65G13/02Roller-ways having driven rollers
    • B65G13/06Roller driving means
    • B65G13/071Roller driving means with frictional engagement
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G13/00Roller-ways
    • B65G13/02Roller-ways having driven rollers
    • B65G13/06Roller driving means
    • B65G13/07Roller driving means having endless driving elements
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G13/00Roller-ways
    • B65G13/08Roller-ways of curved form; with branch-offs
    • B65G13/10Switching arrangements
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G21/00Supporting or protective framework or housings for endless load-carriers or traction elements of belt or chain conveyors
    • B65G21/20Means incorporated in, or attached to, framework or housings for guiding load-carriers, traction elements or loads supported on moving surfaces
    • B65G21/2027Suction retaining means
    • B65G21/2036Suction retaining means for retaining the load on the load-carrying surface

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Specific Conveyance Elements (AREA)
  • Container, Conveyance, Adherence, Positioning, Of Wafer (AREA)

Description

Titel: Transporttafel
De uitvinding heeft betrekking op een transporttafel voor het langs een transportvlak verplaatsen van voorwerpen met ten minste een nagenoeg vlakke 2ijde, welke tafel is voorzien van een steunconstructie en van in hoofdzaak rotatiesymmetri-sche transportelementen, die om hartlijnen daarvan roteerbaar zijn opgehangen aan de steunconstructie en waarvan omtreksdelen het transportvlak bepalen.
Een dergelijke transporttafel is bekend uit de Duitse terinzagelegging 21 17 546. De oriëntaties van de hartlijnen van de transportelementen kunnen worden aangepast, zodat de voorwerpen in verschillende richtingen afrollend over de transportelementen, over het transportvlak kunnen worden verplaatst. De stand van de hartlijn van elk transportelement wordt daarbij bepaald door de richting waarin het tegen dat transportelement rustende gedeelte van een voorwerp wordt verplaatst.
Het is een bezwaar van de bekende transporttafel, dat het langs het transportvlak verplaatsen van de voorwerpen slechts handmatig of middels afzonderlijke organen mogelijk is.
De uitvinding heeft als doel een transporttafel te verschaffen van de bovenomschreven soort, waarmee het verplaatsen van de voorwerpen langs het transportvlak kan worden aangedreven, ongeacht de transportrichting en die eenvoudig van constructie is.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat ten minste een van de transportelementen is gekoppeld met een roteerbaar overbrengingselement, waarvan de rotatie-as loodrecht op het transportvlak staat en dat aandrijfbaar is door een krachtbron.
Doordat tussen het transportelement en de krachtbron het overbrengingselement is gekoppeld, dat roteerbaar is om een as loodrecht op het transportvlak, kan het transportelement aandrijfbaar aan die krachtbron zijn gekoppeld, ongeacht de stand van de hartlijn van dat transportelement, ten opzichte van de krachtbron. De plaats van de krachtbron hoeft slechts wat betreft de afstand tot het transportvlak te corresponderen met de plaats van het overbrengingselement. Deze krachtbron kan derhalve in richtingen evenwijdig aan het transportvlak op een willekeurige plaats ten opzichte van het transportelement zijn aangebracht.
De transportelementen kunnen met de hartlijnen daarvan in een vaste stand zijn opgehangen of kunnen bovendien verdraaibaar zijn om een tweede lijn loodrecht op het transportvlak.
Een voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding is bijvoorbeeld die, waarbij een aantal als rollen uitgevoerde transportelementen achter elkaar schuin zijn opgesteld langs een geleidingsrand, zodanig dat een langs het transportvlak verplaatst voorwerp voortdurend tegen die geleidingsrand aan wordt gedwongen. De overbrengingselementen kunnen eenvoudig middels bijvoorbeeld snaren of tandwielen zijn gekoppeld met de krachtbron, die op een willekeurige plaats kan zijn aangebracht.
Wanneer de transportrichting van het genoemde trans-portelement instelbaar is door verdraaien van dat transportele-ment om de tweede lijn en ten opzichte van de steunconstructie, is bij voorkeur de rotatie-as van het overbrengingselement coaxiaal met de tweede lijn waarom het genoemde transportelement verdraaibaar is.
Dit biedt het voordeel, dat de transportrichting van het transportelement in bedrijf kan worden gewijzigd zonder dat daarbij de positie van het bijbehorende overbrengingselement wordt gewijzigd. Dit biedt op zijn beurt het voordeel, dat geen speciale voorzieningen - zoals bijvoorbeeld een kettingspanner ingeval een kettingaandrijving wordt toegepast - noodzakelijk zijn voor het volgen van verplaatsingen van de overbrengings-elementen.
Een alternatieve uitvoeringsvorm, waarbij eveneens de transportrichting van het transportelement in bedrijf kan worden gewijzigd door verdraaien van dat transportelement om de tweede lijn en ten opzichte van de steunconstructie, is voor zien van een tweede steunconstructie, die ten opzichte van de eerste steunconstructie translerend verplaatsbaar is langs een cirkelvormige baan om de tweede lijn en met een straal gelijk aan de afstand tussen die tweede lijn en de rotatie-as van het overbrengingselement, waarbij het overbrengingselement is gekoppeld met een tweede overbrengingselement en beide overbrenging selementen op een vaste plaats draaibaar aan de tweede steunconstructie zijn opgehangen.
Het tweede overbrengingselement kan, doordat dit bij verdraaien van het transportelement om de tweede lijn met het eerste overbrengingselement mee beweegt, eenvoudig zijn gekoppeld aan dat eerste overbrengingselement. Het tweede overbrengingselement kan een centraal overbrengingselement vormen, dat is verbonden met een vast aan de eerste steunconstructie opgehangen krachtbron of direct zijn gekoppeld aan een vast aan de tweede steunconstructie opgehangen krachtbron. Door middel van het translerend roteren van de tweede steunconstructie kan de transportrichting van de daarmee verbonden transportelementen worden bepaald.
Bij voorkeur loopt de tweede lijn, waarom het genoemde transportelement draaibaar is, door het omtreksdeel van het transportelement, dat het transportvlak mede bepaalt.
Bij het wijzigen van de transportrichting van het transportelement blijft daardoor de plaats waar een eventueel voorwerp op het transportelement rust ongewijzigd ten opzichte van de steunconstructie, zodat dat voorwerp als gevolg van het wijzigen van de stand van de hartlijn van het transportelement geen verplaatsing ten opzichte van de transporttafel ondergaat.
Een efficiënt uitgevoerde aandrijving kan worden verschaft door de genoemde krachtbron te verbinden met meerdere overbreng ing selementen.
Voor een eenvoudige aandrijving van de rotatie van het genoemde transportelement om de loodrecht op het transportvlak gerichte lijn is deze bij voorkeur aandrijfbaar door een met de steunconstructie verbonden krachtbron.
Voor het veranderen van de transportrichting van te verplaatsen voorwerpen is bij voorkeur de rotatie van meerdere transportelementen om respectievelijke tweede lijnen daarvan aandrijfbaar door een centrale krachtbron.
Bij een uitvoeringsvorm van de uitvinding voorzien van een centrale krachtbron zowel voor het aandrijven van de overbrengingselementen als voor het aandrijven van de rotatie van de transportelementen om de genoemde tweede lijn, kan worden volstaan met slechts één krachtbron door te voorzien in een koppeling, die de centrale krachtbron voor het aandrijven van de genoemde overbrengingselementen kan koppelen voor het aandrijven van de rotatie van de genoemde transportelementen om de respectievelijke tweede lijnen daarvan.
Indien een transportelement om de tweede lijn met het overbrengingselement mee roteert, treedt een vertraging op van de rotatie van dat transportelement om zijn hartlijn. Bij een overeenkomstige rotatie van het transportelement tegen de rota-tierichting van het overbrengingselement in, treedt een tegengesteld effect op. Om te bewerkstelligen, dat bij het roteren van de transportelementen om de respectievelijke tweede lijnen geen rotatie van het tegen die transportelementen rustende voorwerp optreedt, zijn de vanuit een centrale krachtbron aangedreven overbrengingselementen derhalve bij voorkeur zodanig aangesloten, dat deze door de ten minste ene krachtbron in eenzelfde rotatierichting aandrijfbaar zijn.
Voor het verkrijgen van specifieke verplaatsingspa-tronen, waarbij bijvoorbeeld te grote versnellingen worden vermeden kan een aparte krachtbron worden toegepast voor het aandrijven van de rotatie van het transportelement om de tweede lijn, waarbij de snelheden van de met ten minste een overbrengingselement gekoppelde krachtbron en van de krachtbron voor het aandrijven van de rotatie van het corresponderende transportelement om de tweede lijn onafhankelijk van elkaar regelbaar zijn.
Het overbrengingselement kan middels wrijving zijn gekoppeld met het genoemde transportelement. Deze uitvoerings- vorm is in het bijzonder geschikt voor het transporteren van relatief lichte lasten. Voordelig is in het bijzonder de geringe geluidsemissie, en de stootvrije aandrijving.
In plaats daarvan kunnen het overbrengingselement en het genoemde transportelement zijn voorzien van kegelkransen, die met elkaar in aangrijping verkeren. Deze uitvoeringsvorm is in het bijzonder geschikt voor het transporteren van relatief zware lasten. Voor het overbrengen van grote krachten is niet zoals bij een overbrenging middels wrijving een corresponderend hoge normaalkracht nodig.
Het genoemde transportelement kan zijn opgehangen in een ophangingselement, dat is voorzien van een uitsparing, waardoor een gedeelte van het genoemde transportelement uit-steekt, dat het omtreksdeel bevat, dat het transportvlak mede bepaalt.
Dit biedt het voordeel, dat ongeacht de vormgeving van het rotatiesymmetrische transportelement een nauw op dat transportelement aansluitende afdichting kan worden verschaft, hetgeen voordelig is voor het vermijden van schade en verwondingen door in het aandrijfmechanisme rakende voorwerpen of lichaamsdelen.
Wanneer het ophangingselement daarbij bovendien is opgehangen in een uitsparing in een in hoofdzaak evenwijdig aan het transportvlak opgesteld plateau, kan dat plateau tevens een frame van de transporttafel vormen. Hiermee wordt een aanzienlijke besparing op het aantal onderdelen en op de montagekosten mogelijk gemaakt.
Navolgend wordt de uitvinding nader geïllustreerd en toegelicht aan de hand van enkele uitvoeringsvoorbeelden, waarbij wordt verwezen naar de tekening. Daarbij toont: fig. 1 een zijaanzicht in doorsnede van een gedeelte van een uitvoeringsvoorbeeld van de transporttafel volgens de uitvinding, fig. 2 een bovenaanzicht in doorsnede van een gedeelte van een tweede uitvoeringsvoorbeeld volgens de lijn II-II in fig. 3, fig. 3 een zijaanzicht in doorsnede volgens de lijn III-III in fig. 2, fig. 4 een bovenaanzicht van een gedeelte van een derde uitvoeringsvoorbeeld,
fig. 5 een aanzicht in doorsnede volgens de lijn V-V
in fig. 4, fig. 6 een aanzicht overeenkomstig fig. 5 van een gedeelte van een vierde uitvoeringsvoorbeeld en fig. 7 een gedeeltelijk opengewerkt bovenaanzicht van een transporttafel volgens de uitvinding.
Overeenkomende delen zijn telkens met gelijke verwij-zingscijfers aangeduid.
In fig. 1 is een transportelement 1 weergegeven, dat een rotatiesymmetrische vorm heeft met een hartlijn 2. Een om-treksdeel 3 van het transportelement 1 bepaalt met overeenkomstige omtreksdelen van verdere in de transporttafel opgenomen transportelementen (zie fig. 8) een transportvlak 4. Het transportelement 1 is middels een wrijvingsoverbrenging gekoppeld met een rotatiesymmetrisch overbrengingselement 5, dat om zijn hartlijn 6 roteerbaar is. Deze hartlijn 6 staat loodrecht op het transportvlak 4. Volgens het getoonde uitvoeringsvoorbeeld is het overbrengingselement 5 voorzien van een omlopende groef 7, die kan samenwerken met een aandrijfsnaar (zie fig. 8). De aandrijfsnaren zijn overzichtelijkheidshalve in de figuren 1-7 niet weergegeven. In plaats van en aandrijfsnaar kunnen voor het aandrijven van de overbrengingselementen uiteraard ook andere middelen worden toegepast, zoals een ketting, een tand-riem, een tandwiel of een worm. Het transportelement 1 is opgehangen in een ophangingselement 8, dat op zijn beurt is bevestigd aan een steunconstructie 9.
Doordat de hartlijn 6 van het overbrengingselement 5 loodrecht op het transportvlak 4 staat is de stand van het vlak, waarin het overbrengingselement 5 kan roteren evenwijdig aan het transportvlak 4 gericht, zodat de snaar in willekeurige richtingen evenwijdig aan het transportvlak 4 kan zijn aangebracht. Dit levert een grote mate van vrijheid op wat betreft het aanbrengen van de krachtbron, die op een in richtingen evenwijdig aan het transportvlak 4 willekeurige plaats kan zijn aangebracht. Ook het koppelen van overbrengingselementen 5 onderling is eenvoudig mogelijk, ongeacht de plaatsing daarvan ten opzichte van elkaar in richtingen evenwijdig aan het transportvlak 4.
Het ophangingselement 8 kan vast zijn verbonden met de steunconstructie 9, maar kan ook draaibaar zijn verbonden met de steunconstructie 9 zoals bij dit uitvoeringsvoorbeeld het geval is. Het transportelement 1 is daarbij roteerbaar om een tweede lijn 10, die loodrecht staat op het transportvlak 4. Door het verdraaien van het transportelement 1 om deze tweede lijn 10 kan de transportrichting van over de transportelementen 1 te verplaatsen voorwerpen worden veranderd.
De tweede lijn 10 is coaxiaal met de hartlijn 6 van het overbrengingselement 5. De positie van het overbrengings-element 5 ten opzichte van de steunconstructie blijft daardoor ongewijzigd ongeacht de stand van het transportelement 1.
Het ophangingselement 8 is voorzien van een arm 11, waarop een bedieningsstang kan worden aangesloten voor het aandrijven van de rotatie van het transportelement 1 om de lijn loodrecht op het transportvlak 4.
Het transportelement 1 heeft een bolvormig gedeelte 12, waarvan het middelpunt samenvalt met de tweede lijn 10, terwijl op geringe afstand van het transportvlak 4 een evenwijdig aan dat transportvlak 4 opgestelde afschermplaat 13 is aan-gebracht, voorzien van ronde gaten 14. Het bolvormige gedeelte 12 van het transportelement 1 steekt gedeeltelijk door het gat 14 en sluit dit af, op een smalle ringvormige spleet tussen het transportelement 1 en de afschermplaat 13 na.
De afschermplaat 13 dient om te vermijden, dat voorwerpen en lichaamsdelen lager dan die plaat gelegen delen van de transport-, ophangings- en overbrengingselementen kunnen bereiken, waar deze daartussen beklemd zouden kunnen raken. Door het bolvormige gedeelte 12 van het transportelement 1 wordt bewerkstelligt, dat de ringvormige spleet gehandhaafd blijft on- geacht de stand van het transportelement 1 en dat een voorwerp, dat dwars ten opzichte van de transportrichting van het transportelement 1 daartegen wordt geschoven, naar het omtreksdeel 3 daarvan worden geleid, dat het transportvlak 4 mede bepaalt.
Het omtreksdeel 3, dat het transportvlak 4 mede bepaalt is bekleed met een laag rubber 22. Dit stroeve materiaal verhindert, dat bij het met grote versnellingen transporteren van voorwerpen slip optreedt tussen die voorwerpen en de aangedreven transportelementen.
De voorwerpen kunnen door zwaartekracht, maar ook door een andere kracht tegen het transportoppervlak 4 gedwongen worden, bijvoorbeeld door middel van een vacuüm.
Het overbrengingselement 5 omvat een kegelwiel 15 een as 16 en een aangedreven wiel 17, waarin de groef 7 voor het opnemen van de snaar is aangebracht. Het ophangingselement 8 heeft een U-vormige vork 18, waarin het transportelement 1 is opgehangen en het kegelwiel 15 zich bevindt. De as 16 reikt door de bodem van de U-vormige vork 18 van het ophangingsele-ment 8 onder en door de steunconstructie 9 en verbindt de organen voor het aandrijven van de rotatie van het transportelement 1 om zijn hartlijn 2 onder de steunconstructie 9 met het in de vork geplaatst kegelwiel 15. Dit kegelwiel 15 grijpt op het transportelement 1 aan door middel van een wrijvingskracht, die wordt uitgeoefend op een om het transportelement 1 aangebrachte rubberen ring 19. De as is ten opzichte van de steunconstructie 9 gelagerd in een lagerbus 20, die is opgehangen in een steun-koker 21, die op zijn beurt in de steunconstructie 9 is geklemd. Het ophangingselement 8 is gelagerd om het buitenmantel-oppervlak van die steunkoker 21.
Op het transportelement 1 uitgeoefende krachten worden opgevangen door de U-vormige vork 18 van het ophangingselement 8. Het kegelwiel 15 wordt middels een schotelveer 23 tegen het transportelement 1 gedrukt gehouden voor het genereren van een normaalkracht ten behoeve van het uitoefenen van de genoemde wrijvingskracht.
Bij het in de figuren 2 en 3 getoonde uitvoerings-voorbeeld is het ophangingselement 8 C-vormig uitgevoerd, waarbij dit één kopse zijde van het transportelement vrij laat. Het overbrengingselement 5 is voorzien van een ringvormige flens 25, die zich om het ophangingselement 8 heen uitstrekt en waarvan een vrije rand 27 aangrijpt op de rubberen ring 19, die om het transportelement 1 is aangebracht. Het C-vormige ophangingselement 8 vormt een boog, die om een omlopende flens 28 van het transportelement 1 verloopt. Deze flens 28 bevat het bolvormige gedeelte 12 en het omtreksdeel 3, dat het transport-oppervlak 4 mede bepaalt. Binnen de flens 28 strekken zich radiale ribben 29 uit naar een coaxiaal met de hartlijn 2 van het transportelement 1 aangebracht cilindrisch deel 30, dat is gelagerd om een as 31. De as 31 is tevens bevestigd in een boring 32 in het ophangingselement en draagt krachten, die worden uitgeoefend op het transportelement 1 over op het ophangingselement 8.
Het ophangingselement 8 is gelagerd om het vrije uiteinde van een vanaf de steunconstructie 9 uitstekende pen 26. Drukkrachten op het transportelement 1 worden via het ophangingselement 8 op het uiteinde van de pen 26 overgedragen.
Tussen het ophangingselement 8 en de steunconstructie 9 is voorts het overbrengingselement 5 om de pen 26 gelagerd. Dit overbrengingselement 5 wordt door middel van een schotel-veer 33 tegen de om het transportelement 1 aangebrachte rubberen ring 19 gedrukt, waarbij tussen het overbrengingselement 5 en het ophangingselement 8 steeds een speling gehandhaafd wordt.
Het overbrengingselement 5 is behalve van een eerste groef 7 bovendien voorzien van een tweede groef 7'. Een van de groeven kan een snaar opnemen, die het overbrengingselement aandrijft, terwijl de andere van de beide groeven 7 en 7' een verdere snaar op kan nemen, die bestemd is voor het aandrijven van een overbrengingselement, dat behoort bij een ander transportelement.
Een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding, waarbij het transportelement 1 uitsluitend om zijn hartlijn 2 roteerbaar is, is getoond in de figuren 4 en 5. Het ophangingselement 8 is door middel van blindklinknagels 33 bevestigd aan de steunconstructie 9, die tegelijkertijd een afschermplaat 13 vormt. Het ophangingselement is voorzien van een uitsparing 34, waardoor het omtreksdeel van het transportelement 1 uitsteekt, dat het transportvlak 4 bepaalt.
Doordat de afschermplaat 13 en de steunconstructie 9 zijn gecombineerd, kan een aanzienlijke besparing op het aantal onderdelen worden bereikt.
Het ophangingselement 8 omvat een afschermgedeelte 35, dat een in de afschermplaat 13 uitgespaarde opening 36 afsluit en langs zijn omtrek rust in een om de opening aangebrachte sponning 37. Hiermee wordt bereikt, dat de omtreksrand van het afschermgedeelte 35 niet boven de afschermplaat 13 uitsteekt en dat het ophangingselement bij het monteren gemakke-lijk op zijn plaats kan worden gebracht.
In fig. 6 is een eenheid 43 volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding weergegeven, waarvan eveneens het ophangingselement 8 is voorzien van een uitsparing 34, waardoor een omtreksdeel van het transportelement 1 uitsteekt. Het afschermgedeelte 35 heeft een in bovenaanzicht cirkelvormige omtrek (zie fig. 8) evenals de opening 36, die in de gecombineerde steunconstructie-afschermplaat 9, 13 is aangebracht. Tegen de onderzijde van het ophangingselement is middels een schroef 39 een opsluitelement 38 bevestigd. Het opsluitelement 8 is voorzien van een omlopende opstaande rand 40, die zich tot nabij de gecombineerde steunconstructie-afschermplaat 9, 13 uitstrekt.
De transportrichting van het transportelement 1 kan worden gewijzigd door het ophangingselement 8 te roteren in de opening 36, waarin dit in de sponning 37 is gelagerd. In verband met deze rotatie-mogelijkheid is het belangrijk, dat tussen het opsluitelement 38 en de onderzijde van de gecombineerde steunconstructie-afschermplaat 9, 13 speling aanwezig is.
Het ophangingselement 8 is voorzien van een omlopende, met de opening 36 coaxiale groef 41, waarop een snaar kan aangrijpen voor het aandrijven van de rotatie van het trans -portelement 1 om de tweede lijn 10.
Het overbrengingselement 5 is zodanig aan het ophan-gingselement 8 opgehangen, dat de rotatie-as 6 van het overbrenging selement 5 coaxiaal is met de tweede lijn 10, om welke lijn het transportelement 1, via het ophangingselement 8 gelagerd in de sponning 37, kan roteren. Hierdoor blijft de plaats van het overbrengingselement 5 ten opzichte van de steuncon-structie 9 bij het wijzigen van de transportrichting van het transportelement 1 ongewijzigd.
Doordat het afschermgedeelte 35 van het ophangings-element 8 bij het roteren van het transportelement 1 om de tweede lijn 10 om diezelfde lijn 10 meeroteert, kan ongeacht de vorm en de stand van het transportelement 1 een nauw daarop aansluitende afscherming worden verschaft. Het transportelement 1 kan daardoor licht en tegen lage kosten vervaardigbaar zijn uitgevoerd.
In fig. 7 is een uitvoeringsvoorbeeld weergegeven, dat is voorzien van een tweede steunconstructie 42, die een translerende verplaatsing langs een cirkelvormige baan met een straal a uit kan voeren om de tweede lijn 10, waar het transportelement 1 om kan roteren. De straal a is daarbij gelijk aan de afstand tussen de tweede lijn 10 en de rotatie-as 6 van het overbrengingselement 5. Het overbrengingselement 5 is op een vaste plaats verbonden met de tweede steunconstructie 42. Bij draaiing van het transportelement 1 om de tweede lijn 10 volgt het overbrengingselement 5 in een cirkelvormige baan met een straal a gelijk aan de afstand tussen de rotatie-as 6 van het overbrengingselement 5 en de tweede lijn 10. De tweede steunconstructie 42 volgt deze cirkelvormige baan eveneens. Een tweede overbrengingselement (niet getoond), dat met een krachtbron of met een aan de eerste steunconstructie opgehangen overbrengingselement kan zijn verbonden, kan op een willekeurige plaats op de tweede steunconstructie 42 zijn aangebracht, voor zover de positie in axiale richting correspondeert met die van het eerste overbrengingselement 5. Een voordeel hiervan is, dat bij het draaien van het transportelement 1 om de tweede lijn 10, de positie van het eerste overbrengingselement 5 ten opzichte van het tweede overbrengingselement ongewijzigd blijft en derhalve geen speciale maatregelen noodzakelijk zijn om de onderlinge aangrijping van deze overbrengingselementen in stand te houden. Een verder voordeel is, dat het draaien van een aantal transportelementen 1 om resp. tweede lijnen 10 centraal en synchroon kan worden aangedreven door de beweging van de tweede steunconstructie langs de cirkelvormige baan aan te drijven.
Een voorbeeld van een transporttafel waarin een twaalf elk een transportelement 1 bevattende eenheden 43 volgens fig. 6 zijn gecombineerd is weergegeven in fig. 8.
Op de transporttafel sluit een aanvoerbaan 47 aan alsmede drie afvoerbanen 48, 49, 50. Indien de transportelementen 1 in de getoonde stand worden gelaten wanneer een voorwerp de transporttafel bereikt, wordt dat voorwerp naar de afvoer-baan 49 recht tegenover de aanvoerbaan 47 getransporteerd. Voor het naar de linker of rechter afvoerbaan 48 of 50 transporteren van een voorwerp, kunnen de transportelementen 1 om de resp. tweede lijnen 10 (zie fig. 6) daarvan naar links resp. naar rechts worden verdraaid, terwijl het voorwerp zich op de transporttafel bevindt.
Een eerste snaar 44 voor het aandrijven van de rotatie van de transportelementen 1 om de resp. hartlijnen 2 daarvan, verkeert in aangrijping met overbrengingselementen 5a-5n, met een eerste aandrijfwiel 45, dat direct is verbonden met een krachtbron 46, en met een eerste omleidingswiel 51. Een tweede snaar 55 voor het aandrijven van de rotatie van de transportelementen 1 om de resp. tweede lijnen 10 verkeert in aangrijping met groeven 41 in de ophangingselementen 8, welke groeven 41 telkens coaxiaal zijn met de opening 36, een tweede omleidingswiel 52 en een tweede aandrijfwiel 53. De tweede snaar is op eenzelfde wijze om de ophangingselementen 8, het tweede omleidingswiel 52 en het tweede aandrijfwiel 53 geslagen als de eerste snaar 44 om de overbrengingselementen 5a-5n, het eerste omleidingswiel 51, en het eerste aandrijfwiel 45 is geslagen.
De snaren 44 en 55 kunnen bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als een aan twee zijden getande riem of als een ketting. Volgens het getoonde uitvoeringsvoorbeeld zijn de snaren uitgerust met stoppen 56, die op met een constante onderlinge afstand achter elkaar op een dragende snaar zijn aangebracht. In de overbrengingselementen 5a-5n, de ophangingselementen 8 en de wielen 45, 51 52 en 53 zijn uitsparingen (niet afgebeeld) aangebracht, die wat betreft afmetingen en onderlinge afstand zijn aangepast voor het opnemen van de stoppen 56. Het overbrengen van de kracht van de snaren door middel van de stoppen 56 biedt het voordeel, dat geen door rek van de snaar veroorzaakte onderlinge verschillen in omloopsnelheid optreden tussen de overbrengingselementen 5a-5n en tussen de ophangingselementen 8.
Het verloop van de snaren wordt navolgend aan de hand van de snaar 44 beschreven. Het zal duidelijk zijn, dat de beschrijving voor de op eenzelfde wijze verlopende snaar 55 op analoge wijze van toepassing is. De snaar is zodanig om de overbrengingselementen 5a-5n geslagen, dat deze allen in eenzelfde richting worden aangedreven. Hierdoor is bij elk van de eenheden 43 de invloed van rotatie van het transportelement 1 om de tweede lijn 10 op de rotatie-snelheid van het transportelement om de hartlijn 2 daarvan in hoofdzaak gelijk.
Het verloop van de snaar 44 vertoont kruisingen van een gedeelte dat zich bevindt tussen de overbrengingselementen 5a en 5b met een gedeelte dat zich bevindt tussen de overbrengingselementen 5e en 5h alsmede van een gedeelte dat zich bevindt tussen de overbrengingselementen 5i en 5j met een gedeelte dat zich bevindt tussen de overbrengingselementen 5m en 5n. Ter plaatse van de kruising bevinden de elkaar kruisende gedeeltes van de snaar 44 zich bij voorkeur op verschillende niveaus, zodat deze elkaar niet raken. Dit kan bij het getoonde verloop van de snaar 44 eenvoudig worden bereikt, doordat gedeeltes van de snaar 44, die zijn gelegen tussen elkaar kruisende gedeeltes van die snaar 44, telkens telkens over vier overbrengingselementen 5 verlopen. Het niveauverschil tussen de elkaar kruisende gedeeltes van de snaar 44 kan worden bereikt door de omlopende groeven van de overbrengingselementen 5a-5h resp. 5i-5n op ten opzichte van elkaar stapsgewijs versprongen niveaus aan te brengen. Ten opzichte van een vlak evenwijdig aan het transportvlak 4 kan bijvoorbeeld de groef van het over-brengingselement 5a zich bevinden op een niveau 0, terwijl de groeven van de overbrengingselementen 5b-5h zich bevinden op niveaus resp. 1, 2, 3, 4 en 5mm boven het genoemde vlak. Aldus verschaft een niveauverschil tussen opeenvolgende overbrengingselementen 5a-5h van telkens 1 mm, een hoogteverschil tussen de elkaar kruisende gedeeltes van de snaar 44, ter plaatse van de kruising, van meer dan 4,5mm. De groeven van de overbrengingselementen 5i-5n kunnen bijvoorbeeld op resp. 5, 4, 3, 2, 1 en Omm boven het genoemde vlak zijn aangebracht, zodat ook tussen de elkaar kruisende gedeeltes van de snaar 44 tussen de overbrengingselementen 5i en 5j en tussen de overbrengingselementen 5m en 5n een hoogteverschil van meer dan 4,5mm aanwezig is en de omlopende groef van het overbrengingselement 5n zich op hetzelfde niveau bevindt als de omlopende groef van het overhrenni nnspl ρητίνη t Ra .

Claims (16)

1. Transporttafel voor het langs een transportvlak verplaatsen van voorwerpen met ten minste een nagenoeg vlakke zijde, welke tafel is voorzien van een steunconstructie en van in hoofdzaak rotatiesymmetrische transportelementen, die om hartlijnen daarvan roteerbaar zijn opgehangen aan de steunconstructie en waarvan omtreksdelen het transportvlak bepalen, met het kenmerk, dat ten minste een van de transportelementen (1) is gekoppeld met een roteerbaar overbrengingselement (5), waarvan de rotatie-as (6) loodrecht op het transportvlak (4) staat en dat aandrijfbaar is door een krachtbron (46) .
2. Transporttafel volgens conclusie 1, waarbij de transportrichting van het genoemde transportelement instelbaar is door verdraaien van dat transportelement ten opzichte van de steunconstructie om een tweede lijn, die loodrecht op het transportvlak staat, met het kenmerk, dat de rotatie-as (6) van het overbrengingselement (5) coaxiaal is met de tweede lijn (10) waarom het genoemde transportelement (1) verdraaibaar is.
3. Transporttafel volgens conclusie 1, waarbij de transportrichting van het genoemde transportelement instelbaar is door verdraaien van dat transportelement ten opzichte van de steunconstructie om een tweede lijn, die loodrecht op het transportvlak staat, met het kenmerk, dat de tweede lijn (10), waarom het genoemde transportelement (1) draaibaar is, loopt door het omtreksdeel (22) van dat transportelement (1), dat het transportvlak (4) mede bepaalt.
4. Transporttafel volgens conclusie 1, waarbij de transportrichting van het genoemde transportelement instelbaar is door verdraaien van dat transportelement ten opzichte van de steunconstructie om een tweede lijn, die loodrecht op het transportvlak staat, gekenmerkt door een tweede steunconstructie (42), die ten opzichte van de eerste steunconstructie (9) translerend verplaatsbaar is langs een cirkelvormige baan om de tweede lijn (10) en met een straal (a) gelijk aan de afstand tussen die tweede lijn (10) en de rotatie-as (6) van het over- brengingselement (5), waarbij het overbrengingselement (5) is gekoppeld met een tweede overbrengingselement (5) en beide overbrengingselementen (5) op een vaste plaats draaibaar aan de tweede steunconstructie (42) zijn opgehangen.
5. Transporttafel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de genoemde krachtbron (46) is verbonden met meerdere overbrengingselementen (5).
6. Transporttafel volgens een der conclusies 2-4, met het kenmerk, dat het verdraaien van het genoemde transportele-ment (1) om de tweede lijn (10) aandrijfbaar is door een met de steunconstructie (9) verbonden krachtbron (54).
7. Transporttafel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de rotatie van meerdere transportelementen (1) om respectievelijke tweede lijnen (10) daarvan aandrijfbaar is door een centrale krachtbron (54).
8. Transporttafel volgens conclusies 5 en 7, gekenmerkt door een koppeling, die de centrale krachtbron voor het aandrijven van de genoemde overbrengingselementen (5) kan koppelen voor het aandrijven van de rotatie van de genoemde transportelementen (1) om de respectievelijke tweede lijnen (10) daarvan.
9. Transporttafel volgens een der conclusies 2-4 en conclusie 5, met het kenmerk, dat de overbrengingselementen (5) zodanig zijn aangesloten, dat deze door de ten minste ene krachtbron (46) in eenzelfde rotatierichting aandrijfbaar zijn.
10. Transporttafel volgens een der conclusies 2-4, gekenmerkt door een aparte krachtbron (54) voor het aandrijven van de rotatie van het transportelement (1) om de tweede lijn, waarbij de snelheden van de met een overbrengingselement (5) gekoppelde krachtbron (46) en van de krachtbron (54) voor het aandrijven van de rotatie van het corresponderende transportelement (1) om de tweede lijn (10) , onafhankelijk van elkaar regelbaar zijn.
11. Transporttafel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het overbrengingselement (5) middels wrijving is gekoppeld met het genoemde transportelement (1).
12. Transporttafel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het overbrengingselement (5) en het genoemde trans -portelement (1) zijn voorzien van kegelkransen, die met elkaar in aangrijping verkeren.
13. Transporttafel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het genoemde transportelement is opgehangen in een ophangingselement (8), dat is voorzien van een uitsparing (34), waardoor een gedeelte van het genoemde transportelement (1) uitsteekt, dat het omtreksdeel (22) bevat, dat het transport-vlak (4) bepaalt.
14. Transporttafel volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het ophangingselement (8) is opgehangen in een uitsparing (36) in een in hoofdzaak evenwijdig aan het transport-vlak (4) opgesteld plateau (13).
15. Transporttafel volgens conclusie 1, gekenmerkt door ten minste één groep van zes, elk met een overbrengingselement (5a-5h, 5i-5n) gekoppelde transportelementen (1), waarbij op die overbrengingselementen (5a-5h, 5i-5n) een snaar (44) aangrijpt, de overbrengingselementen (5a-5h, 5i-5n) zijn opgesteld in twee evenwijdige, tegenover elkaar gelegen rijen, die elk bestaan uit drie van die overbrengingselementen (5a, 5e, 5d; 5h, 5b, 5c; 5i, 5m, 51; 5n, 5j, 5k), de snaar (44) buitenom een eerste buitengelegen en een middelste paar tegenover elkaar gelegen overbrengingselementen (5b, 5e en 5c, 5d; 5m, 5j en 51, 5k) is geslagen en vanaf elk van de middelste overbrengingselementen (5e, 5b, 5m, 5j) schuin verloopt naar een van de andere rij en een tweede paar buitengelegen overbrengingselementen deel uitmakend overbrengingselement (resp. 5h, 5a, 5n, 5i) , waarbij de snaar (44) telkens passeert tussen de overbrengingselementen (resp. 5a en 5h; 5i en 5n) van het tweede buitengelegen paar, de tussen het middelste en het tweede buitengelegen paar overbrengingselementen (5e, 5b en 5h en 5a resp. 5m, 5j en 5i, 5n) verlopende gedeeltes van de snaar (44) elkaar kruisen en de langs het verloop van de snaar (44) op elkaar volgende overbrengingselementen (5a-5h; 5i-5n) ten opzichte van het transportvlak (4) stapsgewijs in hoogte versprongen zijn opgesteld.
16. Eenheid voor toepassing in een transporttafel voor het langs een transportvlak verplaatsen van voorwerpen met ten minste een nagenoeg vlakke zijde, voorzien van een ophan-gingselement en een in hoofdzaak rotatiesymmetrisch transporte-lement, dat om zijn hartlijn roteerbaar is opgehangen aan het ophangingselement, met het kenmerk, dat het transportelement (1) is gekoppeld met een ten opzichte van het ophangingselement (8) roteerbaar overbrengingselement (5), waarvan de rotatie-as (6) ongeveer dwars op de hartlijn (2) van het transportelement (1) staat.
NL8903070A 1989-12-14 1989-12-14 Transporttafel. NL8903070A (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8903070A NL8903070A (nl) 1989-12-14 1989-12-14 Transporttafel.
DE69022840T DE69022840T2 (de) 1989-12-14 1990-12-13 Fördertisch.
EP90203284A EP0438820B1 (en) 1989-12-14 1990-12-13 Conveyor table
EP94200778A EP0611012B1 (en) 1989-12-14 1990-12-13 Conveyor table
DE69033367T DE69033367T2 (de) 1989-12-14 1990-12-13 Fördertisch
US07/627,508 US5222585A (en) 1989-12-14 1990-12-14 Conveyor table

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8903070 1989-12-14
NL8903070A NL8903070A (nl) 1989-12-14 1989-12-14 Transporttafel.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8903070A true NL8903070A (nl) 1991-07-01

Family

ID=19855783

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8903070A NL8903070A (nl) 1989-12-14 1989-12-14 Transporttafel.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US5222585A (nl)
EP (2) EP0611012B1 (nl)
DE (2) DE69033367T2 (nl)
NL (1) NL8903070A (nl)

Families Citing this family (22)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5246096A (en) * 1992-04-09 1993-09-21 Giddings & Lewis, Inc. Rotate/translate conveyor module
IL139536A (en) 1996-02-23 2004-02-08 Orbotech Ltd Conveyor system having selectively enabled conveyor elements
IL120071A (en) * 1997-01-24 2002-03-10 Orbotech Ltd Method and system for continuously processing workpieces along a production line
AT406041B (de) * 1997-01-29 2000-01-25 Knapp Holding Gmbh Weiche für eine förderanlage
DE29920618U1 (de) * 1999-11-24 2000-02-24 Holzma-Maschinenbau GmbH, 75365 Calw Friktionsrolle
JP3562635B2 (ja) * 2000-06-20 2004-09-08 伊東電機株式会社 搬送方向変換装置
JP3516343B1 (ja) * 2002-06-20 2004-04-05 旭精機工業株式会社 搬送装置及び搬送システム
DE20216093U1 (de) 2002-10-19 2003-04-17 Transnorm System GmbH, 31177 Harsum Ausschleusvorrichtung für eine Förderanlage
DE20216094U1 (de) * 2002-10-19 2003-05-08 Transnorm System GmbH, 31177 Harsum Vorrichtung zum Antrieb einer Rolle
US7040478B2 (en) * 2003-08-05 2006-05-09 Rapistan Systems Advertising Corp. Steerable diverter system
WO2008103990A2 (en) * 2007-02-25 2008-08-28 Fori Automation, Inc. Power conveyor with corner assembly and pallet therefor
US8292063B2 (en) * 2007-02-25 2012-10-23 Fori Automation, Inc. Pallet conveyor with corner assembly
US20100065400A1 (en) * 2008-09-09 2010-03-18 David Pruett Ball transfer device
JP5551888B2 (ja) * 2009-04-14 2014-07-16 株式会社井口機工製作所 フリーボールベアリング、ベアリング装置、支持テーブル、搬送設備、ターンテーブル
AT510224A1 (de) 2010-07-16 2012-02-15 Tgw Mechanics Gmbh Transfer-fördervorrichtung
JP6771864B2 (ja) * 2015-04-30 2020-10-21 トーヨーカネツ株式会社 仕分装置
US10464753B2 (en) 2017-09-19 2019-11-05 Omtec, Corp. Pop-up wheel device for use in material handling equipment
DE102017125981A1 (de) * 2017-11-07 2019-05-09 Josef Moser Kugelfördertischsystem
US11097899B2 (en) 2018-02-27 2021-08-24 Itoh Denki Co., Ltd. Conveyor device and conveying-direction changing device
US11142407B2 (en) * 2019-03-22 2021-10-12 Fives Intralogistics Corp Conveyor with jam prevention diverter wheels
KR102099107B1 (ko) * 2019-07-09 2020-04-09 화동하이테크 주식회사 물류이송 콘베이어용 디버터
CN112777192B (zh) * 2019-11-07 2024-08-13 伊东电机株式会社 搬送装置和搬送方向变更装置

Family Cites Families (25)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1460539A (en) * 1919-05-08 1923-07-03 William L Leary Conveying apparatus
US1660327A (en) * 1926-06-09 1928-02-28 Pittsburgh Plate Glass Co Cutting table
DE1237003B (de) * 1963-09-14 1967-03-16 Martin Roeckner Dipl Ing Kugeltisch fuer Rollenbahnen od. dgl.
GB1240077A (en) * 1968-11-22 1971-07-21 Bernard Kuzniak Improvements relating to pneumatic conveyors
DE1931701A1 (de) * 1969-06-23 1971-01-07 Dahmen Kg Werkstaetten Karl Einrichtung zum Transportieren von verpacktem oder selbsttragendem Gut
US3739894A (en) * 1971-03-15 1973-06-19 Western Gear Corp Ball transfer unit
DE2117546A1 (de) * 1971-04-10 1972-10-19 Mertens H Allseiten-Rolltisch
BE793824A (fr) * 1972-01-11 1973-07-10 Wagner Ab Fredr Mecanisme d'aiguillage pour transporteurs
GB1366206A (en) * 1972-07-07 1974-09-11 Sovex Ltd Diverting arrangements for example in conveying devices
US3920290A (en) * 1974-02-11 1975-11-18 J & M Hydraulic Servic Inc Ball transfer unit
US3978975A (en) * 1975-06-30 1976-09-07 The Boeing Company Cargo power drive unit
US4180150A (en) * 1977-10-27 1979-12-25 Moore Archie S Multi-directional transfer device
US4399675A (en) * 1981-10-29 1983-08-23 The Boeing Company Apparatus and method for sheet metal part alignment
US4696583A (en) * 1984-05-25 1987-09-29 The Boeing Company Ball support assembly
US4706793A (en) * 1985-07-15 1987-11-17 Camillo Masciarelli Conveyor system with rollers and plungers
JPS6256202A (ja) * 1985-09-02 1987-03-11 Isao Kurata 搬送機構
US4732490A (en) * 1986-04-23 1988-03-22 Camillo Masciarelli Anti-friction element
US4660994A (en) * 1986-04-23 1987-04-28 Camillo Masciarelli Anti-friction element
DE3637003C1 (de) * 1986-10-30 1988-02-04 Loedige Foerdertechnik Transportdeck fuer Stueckgueter oder dergleichen
DE8629392U1 (de) * 1986-11-04 1987-04-09 Trumpf GmbH & Co., 71254 Ditzingen Einsatzelement für Werkplatten zur Aufnahme von Lager-Haltegliedern o. dgl.
NL8700099A (nl) * 1987-01-16 1988-08-16 Nico Rombouts Transportinrichting met aangedreven kogels, beschermbaar tegen overbelasting.
DE3777827D1 (de) * 1987-10-12 1992-04-30 Schenck Ag Carl Transporteinrichtung zur umlenkung von stueckguetern in einer ebene.
GB8801911D0 (en) * 1988-01-28 1988-02-24 Weldwork Cargo Systems Ltd Rolling ball assembly for rolling ball deck
DE3805494A1 (de) * 1988-02-22 1989-08-31 Bavaria Cargo Tech Foerderkugeleinheit
US5012914A (en) * 1989-10-23 1991-05-07 Automotion, Inc. Diverter assembly for article conveyor

Also Published As

Publication number Publication date
DE69033367D1 (de) 1999-12-30
EP0438820B1 (en) 1995-10-04
DE69033367T2 (de) 2000-06-08
EP0611012B1 (en) 1999-11-24
EP0611012A1 (en) 1994-08-17
EP0438820A1 (en) 1991-07-31
US5222585A (en) 1993-06-29
DE69022840T2 (de) 1996-06-20
DE69022840D1 (de) 1995-11-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8903070A (nl) Transporttafel.
US4712670A (en) Mechanism for the transportation of objects
JPS6397512A (ja) ロ−ラコンベヤ
US10343853B2 (en) Conveyor transfer assembly
US4887708A (en) Drive apparatus for belt power turns
EP1962717A2 (en) Conveyor switch
JP2015027918A (ja) コンベア
KR20170036303A (ko) 컨베이어의 방향전환장치
US3912072A (en) Radius chain conveyor
US5407061A (en) Slat conveyor
US5038921A (en) Transport carrier conveyor
US5558206A (en) Conveyor technology
US5038922A (en) High speed line shaft conveyor
US3367474A (en) Conveyor apparatus
US5064054A (en) Overlapping flat surface transport carrier conveyor
US3631967A (en) Accumulator conveyor system
KR910004255B1 (ko) 낱개로 포장된 물품등의 운송장치
US3888342A (en) Diverting arrangements for example in conveying devices
US5007526A (en) Conveyor curve and live roller, line shaft conveyor system incorporating same
CA2240917A1 (en) Conveyor for cantilevered loads
CN112777192B (zh) 搬送装置和搬送方向变更装置
US7637366B2 (en) High speed diverter
US5040668A (en) Transport carrier conveyor
US4355581A (en) Truck driving apparatus
CN221458848U (zh) 输送装置及分选机

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed