NL8902709A - Inrichting voor het versnipperen van snoeihout. - Google Patents

Inrichting voor het versnipperen van snoeihout. Download PDF

Info

Publication number
NL8902709A
NL8902709A NL8902709A NL8902709A NL8902709A NL 8902709 A NL8902709 A NL 8902709A NL 8902709 A NL8902709 A NL 8902709A NL 8902709 A NL8902709 A NL 8902709A NL 8902709 A NL8902709 A NL 8902709A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
funnel
driver
feed
outlet end
chain
Prior art date
Application number
NL8902709A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Mark Van Der Galien
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Mark Van Der Galien filed Critical Mark Van Der Galien
Priority to NL8902709A priority Critical patent/NL8902709A/nl
Publication of NL8902709A publication Critical patent/NL8902709A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B02CRUSHING, PULVERISING, OR DISINTEGRATING; PREPARATORY TREATMENT OF GRAIN FOR MILLING
    • B02CCRUSHING, PULVERISING, OR DISINTEGRATING IN GENERAL; MILLING GRAIN
    • B02C18/00Disintegrating by knives or other cutting or tearing members which chop material into fragments
    • B02C18/06Disintegrating by knives or other cutting or tearing members which chop material into fragments with rotating knives
    • B02C18/16Details
    • B02C18/22Feed or discharge means
    • B02C18/2225Feed means
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B02CRUSHING, PULVERISING, OR DISINTEGRATING; PREPARATORY TREATMENT OF GRAIN FOR MILLING
    • B02CCRUSHING, PULVERISING, OR DISINTEGRATING IN GENERAL; MILLING GRAIN
    • B02C18/00Disintegrating by knives or other cutting or tearing members which chop material into fragments
    • B02C18/06Disintegrating by knives or other cutting or tearing members which chop material into fragments with rotating knives
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B27WORKING OR PRESERVING WOOD OR SIMILAR MATERIAL; NAILING OR STAPLING MACHINES IN GENERAL
    • B27BSAWS FOR WOOD OR SIMILAR MATERIAL; COMPONENTS OR ACCESSORIES THEREFOR
    • B27B25/00Feeding devices for timber in saw mills or sawing machines; Feeding devices for trees
    • B27B25/02Feeding devices for timber in saw mills or sawing machines; Feeding devices for trees with feed and pressure rollers
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B27WORKING OR PRESERVING WOOD OR SIMILAR MATERIAL; NAILING OR STAPLING MACHINES IN GENERAL
    • B27LREMOVING BARK OR VESTIGES OF BRANCHES; SPLITTING WOOD; MANUFACTURE OF VENEER, WOODEN STICKS, WOOD SHAVINGS, WOOD FIBRES OR WOOD POWDER
    • B27L11/00Manufacture of wood shavings, chips, powder, or the like; Tools therefor
    • B27L11/002Transporting devices for wood or chips
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B02CRUSHING, PULVERISING, OR DISINTEGRATING; PREPARATORY TREATMENT OF GRAIN FOR MILLING
    • B02CCRUSHING, PULVERISING, OR DISINTEGRATING IN GENERAL; MILLING GRAIN
    • B02C2201/00Codes relating to disintegrating devices adapted for specific materials
    • B02C2201/06Codes relating to disintegrating devices adapted for specific materials for garbage, waste or sewage
    • B02C2201/066Codes relating to disintegrating devices adapted for specific materials for garbage, waste or sewage for garden waste

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Forests & Forestry (AREA)
  • Manufacturing & Machinery (AREA)
  • Disintegrating Or Milling (AREA)

Description

INRICHTING VOOR HET VERSNIPPEREN VAN SNOEIHOÜT
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het versnipperen van snoeihout omvattende een gestel, een beweegbaar aan het gestel gemonteerd hakorgaan, aandrijfmiddelen voor het hakorgaan en toevoermiddelen voor het aan het hakorgaan toevoeren van snoeihout, waarbij de toevoermiddelen omvatten een toevoertrechter met een wijd invoereinde en een nauwer uitlaateinde, en waarbij nabij het nauwe uitlaateinde naar het hakorgaan voerende transportmiddelen zijn aangebracht.
Bij het gebruik van een dergelijke algemeen bekende, gewoonlijk hakselaar genoemde, inrichting wordt snoeihout in de trechter gestoken, totdat dit door de toevoermiddelen wordt aangegrepen. Deze toevoermiddelen trekken het snoeihout verder in de inrichting naar binnen en voeren dit toe aan het hakorgaan, dat het snoeihout versnippert. De bekende hakselaars voldoen zeer goed voor het op deze wijze verwerken van afzonderlijk of in kleine aantallen te zamen in de trechter gestoken takken.
In de praktijk wordt, bijvoorbeeld bij het onderhoud aan plantsoenen, waarbij struiken worden gesnoeid het snoeihout eerst op een stapel gegooid, om later met de hakselaar te worden versnipperd. Hierbij treedt het probleem op dat het relatief fijne snoeihout van struiken als het ware een "kluwen" vormt, die moeilijk door de trechter tot in aangrijping met de toevoermiddelen gebracht kan worden. Bovendien wanneer de toevoermiddelen een aantal van de eerste takken van de kluwen aangrijpen, worden deze takken uit de kluwen getrokken en blijft het resterende gedeelte van de kluwen nog in de trechter achter. De trechter vormt aldus een hinderlijk obstakel voor het verwerken van dergelijk snoeihout.
De uitvinding beoogt nu een inrichting van de in de aanhef omschreven soort te verschaffen die zowel geschikt is voor het op veilige wijze verwerken van lang snoeihout als van fijn snoeihout dat de neiging heeft "kluwen" te vormen.
Bij de inrichting volgens de uitvinding wordt dit bereikt doordat de toevoermiddelen omvatten van nabij het wijde invoer-einde tot nabij het uitlaateinde van de toevoertrechter voerende hulptransportmiddelen. De hulptransportmiddelen zorgen daarbij voor het transport van de kluwen fijn snoeihout door de trechter. Ondanks dat de trechter dus een hinderlijk obstakel vormt voor het verwerken van het genoemde fijne snoeihout, kan deze door toepassing van de transportmiddelen volgens de uitvinding gehandhaafd blijven, hetgeen om veiligheidsredenen zeer gewenst is.
Een gunstige uitvoering van de inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt in conclusie 2. Door het aandrijfmechanisme onder de bodemwand van de trechter te monteren, wordt de doorlaat van de trechter niet beperkt.
Een zeer zinvolle uitvoering van de inrichting wordt gekenmerkt in conclusie 3. Een kettingdrijfwerk vormt een eenvoudig en betrouwbaar aandrijfmechanisme, dat voor het beoogde doel nauwkeurig de juiste beweging van de meenemers mogelijk maakt.
Conclusie 4 kenmerkt een verdere ontwikkeling van de uitvinding. Doordat de meenemers nabij het uitlaateinde van de trechter achterwaarts wegzwenken kunnen deze tot zeer dicht bij de toevoermiddelen bewegen, zodat op betrouwbare wijze al het in de trechter gebrachte snoeihout door de meenemers direct in contact met de toevoermiddelen voor het hakorgaan wordt gebracht. Een eenvoudig uitvoering wordt daarbij bereikt met de maatregel van conclusie 5. Hierdoor zijn afzonderlijke leibaan-middelen nabij het bovenste gedeelte van de bewegingsbaan van de meenemers, die ter plaatse zorgen voor het rechtop houden van de meenemer, niet nodig.
Volgens een verdere gunstige ontwikkeling van de uitvinding wordt de maatregel van conclusie 6 toegepast. De meenemer kunnen eenvoudig en snel worden losgenomen door de borgmiddelen te verwijderen. Bij uitgenomen meenemers is de inrichting weer in optimale configuratie voor het verwerken van lange en dikkere takken. De inrichting kan aldus met enkele eenvoudige handgrepen worden aangepast aan het te verwerken snoeihout.
Bij voorkeur worden de borgmiddelen uitgevoerd zoals aan gegeven in conclusie 7.
Volgens een verder aspect van de uitvinding zijn de meene-mers bij voorkeur penvormig. Een uitstekende pen als meenemer heeft reeds voldoende aangrijping op een kluwen fijn snoeihout, en belemmert de doorlaat van de trechter vrijwel niet, zodat ondanks de aanwezigheid van dergelijke meenemers toch ook lang snoeihout kan worden verwerkt.
Voor een goede levensduur wordt de maatregel van conclusie 9 toegepast.
De uitvinding zal in de volgende beschrijving verder worden toegelicht aan de hand van de in de figuren getoonde uitvoer ingsvoorbeelden.
Fig. 1 toont een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch deelaanzicht van een inrichting volgens de uitvinding.
Fig. 2 toont een langsdoorsnede van de inrichting van fig.
1.
Fig. 3 toont een dwarsdoorsnede volgens lijn III-III in fig. 2.
De in fig. 1 getoonde inrichting 1 is bestemd voor het versnipperen van snoeihout. De inrichting 1 omvat een gestel 2 waaraan een hier als een roterend hakmes uitgevoerd hakorgaan 3 is gelagerd. Dit hakmes 3 wordt via een overbrenging 5 aangedreven door een motor 4, die op geschikte wijze een hydromotor kan zijn.
Aan het roterende hakmes 3 kan het snoeihout worden toegevoerd met behulp van toevoermiddelen 6, die omvatten een toe-voertrechter 9 met een wijd invoereinde 10 en een nauwer uit-laateinde 11. Nabij het uitlaateinde 11 is een paar gekartelde rollen 8 gelagerd, die door motoren 7, welke eveneens op geschikte wijze hydromotoren zijn, in tegengestelde zin aangedreven kunnen worden in de richting van de in fig. 2 ingetekende pijlen 13.
Snoeihout dat door een bedieningspersoon in de toevoer-trechter 9 wordt gestoken, wordt aangegrepen door de rollen 8 en aldus goed ondersteund aan het roterende hakmes 3 toegevoerd. Door de werking van het hakmes, wordt het toegevoerde snoeihout versnipperd.
Opgemerkt wordt dat in de tekeningen de hakinrichting op zichzelf slechts schematisch is weergegeven, aangezien deze op zichzelf algemeen bekend is.
Fijn snoeihout, dat bijvoorbeeld vrijkomt bij het snoeien van struiken, heeft uit zichzelf de neiging in de toevoertrech-ter 9 te blijven steken en daardoor niet aangegrepen te kunnen worden door de rollen 8. Om dit bezwaar te verhelpen is de inrichting 1 voorzien van hulptransportmiddelen 12 die dergelijk fijn snoeihout op betrouwbare wijze in de toevoertrechter 9 naar de toevoerrollen 8 bewegen.
Zoals uit de tekeningen blijkt, zijn de hulptransportmiddelen bij de getoonde uitvoeringsvorm gevormd door drie meene-mers 17 die door een aandrijfinrichting 18 welke bestaat uit een om twee kettingwielen 20 aangebrachte ketting 19 uitstekend door een sleuf 15 in de bodem 16 van de trechter in de richting naar de toevoerrollen 8 toe worden bewogen en onder de bodem 16 terug naar het begin van de trechter. Het in het invoereinde 10 van de trechter 9 gestoken fijne snoeihout wordt telkens door een meenemer 17 aangegrepen en meegevoerd in de richting naar de toevoerrollen 8, zodat geleidelijk al het snoeihout door de inrichting wordt bewogen.
De meenemers 17 zijn losneembaar aan de ketting 19 gemonteerd. Aan de ketting zijn voor dit doel enige in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld 3 bussen 21 vastgelast, waarin een met de meenemer 17 verbonden pen 22 verdraaibaar kan aangrijpen. Het door de bus 21 stekende einde van de pen 22 is voorzien van een dwarsboring waarin een borgveer 23 is gestoken. De meenemers 17 kunnen dus eenvoudig worden losgenomen, door de borgveren 23 los te trekken en de pennen 22 uit de bus 21 te schuiven.
Aldus kunnen de meenemers 17 worden verwijderd wanneer niet fijn snoeihout moet worden verwerkt, maar uitsluitend zwaarder snoeihout dat door de bedieningspersoon direct door de trechter tot in contact met de toevoerrollen 8 kan worden geduwd.
Wanneer de meenemers 17 zijn aangebracht, kan toch ook dit zwaardere snoeihout nog probleemloos worden verwerkt, doordat ten gevolge van de penvorm van de meenemers 17 deze in breedte-richting zo weinig ruimte innemen dat dergelijk zwaarder snoeihout gemakkelijk daarlangs gestoken kan worden.
Door de montagewijze van de meenemers 17 door middel van een in de bus 21 aangrijpende pen 22 wordt tegelijkertijd be- reikt dat de meenemers 17 zwenkbaar zijn. Zoals in het bijzonder uit fig. 2 blijkt, kunnen de meenemers 17 hierdoor, door de aandrijfinrichting 18 tot dicht nabij de rollen 8 worden bewogen, zodat ook nog kleine hoeveelheden fijn snoeihout op betrouwbare wijze kunnen worden verwerkt.
De meenemers 17 dragen een achterwaarts uitstekende arm 24 die aan het uitstekende einde voorzien is van een rol 25. Deze rol 25 is in het bovenste traject van de bewegingsbaan van deze meenemers 17 in contact met de bodem 16 van de trechter 9, naast de sleuf 15. Aan het einde van de sleuf 15 is deze verbreed tot een gat 27 zodanig dat de rol 25 van een meenemer 17 daar "door de bodem valt". Zoals met stippellijnen is aangegeven neigt de meenemer 17 aan het einde van het bovenste traject eerst nog naar de rollen 8 toe, en zodra de rol 25 boven het gat 27 in de bodem 16 komt, zwenkt de meenemer terug, teneinde vrij te blijven van de onderste rol 8. Zodra de rol 25 door het gat 27 valt, zwenkt de meenemer 17 zover achterwaarts tot de rol 25 met deze leibaan 28 in contact komt. Bij de voortgaande beweging van de ketting 19 beweegt de rol 25 geleidelijk over deze leibaan 28 naar beneden en, zodra het einde is bereikt, kan de meenemer 17 vrij omvallen, zonder dat het gevaar bestaat dat de meenemer door te ver doorzwenken weer in contact met de onderste rol 8 zou komen, waardoor de meenemer zou kunnen worden beschadigd.
Nabij het achterste kettingwiel 20 is eveneens een leibaan 30 aangebracht die bij het bewegen van de meenemers 17 rondom dit kettingwiel 20 ervoor zorgt dat de meenemers weer in de rechtopstaande stand worden bewogen. De bodem 16 is nabij dit achtereinde van de sleuf 15 van een geschikt gat 29 voorzien, voor het doorlaten van de arm 24 met rol 25. De leibaan 30 sluit aan op het gedeelte van de bodem 16 naast de sleuf 15, zodat de rol 25 van de baan 30 op de bodem terecht komt.
Aan het vooreinde omvat elke meenemer 17 nog een nok 32 die uitsteekt tot boven het aan de sleuf 15 grenzende gedeelte van de bodem 16 en die voorkomt dat de meenemer naar voren omvalt. Het terugzwenken van de meenemer 17 aan het einde van het traject nabij de toevoerrol 8, geschiedt onder invloed van het eigen gewicht van de arm 24 met de rol 25, eventueel ondersteund door de weerstand die de meenemer 17 van het getranspor teerde snoeihout ondervindt.
Aangezien een inrichting van de onderhavige soort op gebruikelijke wijze aangedreven wordt met behulp van hydromoto-ren, kan de kettingaandrijving 18 eveneens op geschikte wijze een hydromotor omvatten. Door deze te voorzien van op zichzelf bekende regelkleppen, kan de transportsnelheid van de hulp-transportmiddelen op een geschikte waarde worden ingesteld, aangepast aan de werking van de toevoerrollen 8.
Alhoewel de uitvinding hierboven toegelicht is aan de hand van een in de figuren getoond specifiek uitvoeringsvoorbeeld, zal het duidelijk zijn dat de uitvinding niet tot de specifieke uitvoeringsvoorbeeld is beperkt. De hulptransportmiddelen kunnen op veel verschillende wijzen worden uitgevoerd en toch een geschikte beoogde werking hebben. De getoonde uitvoering heeft een aantal bijkomende voordelen, zoals een eenvoudige en robuuste constructie en de mogelijkheid van het eenvoudig wegnemen van de meenemers 17, wanneer de beoogde toepassing het gebruik van de hulptransportmiddelen niet vereist.

Claims (9)

1. Inrichting voor het versnipperen van snoeihout omvattende een gestel, een beweegbaar aan het gestel gemonteerd hakorgaan, aandrijfmiddelen voor het hakorgaan en toevoermidde-len voor het aan het hakorgaan toevoeren van snoeihout, waarbij de toevoermiddelen omvatten een toevoertrechter met een wijd invoereinde en een nauwer uitlaateinde, en waarbij nabij het nauwe uitlaateinde naar het hakorgaan voerende transportmiddelen zijn aangebracht, met het kenmerk, dat de toevoermiddelen omvatten van nabij het wijde invoereinde tot nabij het uitlaateinde van de toevoertrechter voerende hulptransportmiddelen.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, in een bodemwand van de toevoertrechter een naar het uitlaateinde gerichte sleuf is gevormd en dat de hulptransportmiddelen tenminste één meenemer omvatten die door een aandrijfmechanisme uitstekend door de sleuf in de richting naar het uitlaateinde wordt bewogen en onder de bodemwand terugbewogen wordt.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het aandrijfmechanisme een kettingdrijfwerk omvat met twee onder de bodemwand van de trechter nabij respectievelijk het invoereinde en het uitlaateinde gemonteerde kettingwielen, waaromheen een ketting is gelegd en waarbij de meenemer aan de ketting is gemonteerd.
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat elke meenemer zwenkbaar om een aslijn dwars op de ketting aan deze is gemonteerd en een achterwaarts uitstekende geleidings-arm draagt, waarvan een einde samenwerkt met leibaanmiddelen zodanig dat de meenemer nabij het uitlaateinde van de trechter achterwaarts om zijn zwenkbare verbinding met de ketting wordt weggezwenkt.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de bodemwand naast de sleuf, een deel van de leibaan-middelen vormt.
6. Inrichting volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de ketting voor elke meenemer een bus draagt, waarbij de meenemer losneembaar is gemonteerd met een door de bus heen stekend uitsteeksel dat aan zijn uitstekende einde borgmiddelen draagt.
7. Inrichting volgens een van de conclusies 4-6, met het kenmerk, dat de borgmiddelen een door een dwarsboring in het uitstekende einde aangebrachte haarspeldveer omvatten.
8. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de meenemer penvormig is.
9. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat aan het uitstekende einde van de geleidingsarm een geleidings-rol is aangebracht. ·** -ï
NL8902709A 1989-11-02 1989-11-02 Inrichting voor het versnipperen van snoeihout. NL8902709A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8902709A NL8902709A (nl) 1989-11-02 1989-11-02 Inrichting voor het versnipperen van snoeihout.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8902709A NL8902709A (nl) 1989-11-02 1989-11-02 Inrichting voor het versnipperen van snoeihout.
NL8902709 1989-11-02

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8902709A true NL8902709A (nl) 1991-06-03

Family

ID=19855555

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8902709A NL8902709A (nl) 1989-11-02 1989-11-02 Inrichting voor het versnipperen van snoeihout.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8902709A (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0983796A1 (en) * 1998-09-02 2000-03-08 Jozef Beauprez Wood shredder

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0983796A1 (en) * 1998-09-02 2000-03-08 Jozef Beauprez Wood shredder

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4562613A (en) Poultry dissecting apparatus
FR2484766A1 (fr) Moissonneuse de recolte, notamment ensileuse
US4064682A (en) Machine for harvesting asparagus stalks and the like
US5573459A (en) Two stage shaker
KR20190018694A (ko) 임업용 하베스터
US6945292B1 (en) Tree harvesting apparatus
NL8204464A (nl) Werkwijze en inrichting voor het in stukken verdelen van geslacht gevogelte.
NL8902709A (nl) Inrichting voor het versnipperen van snoeihout.
NL1015333C2 (nl) Oogstinrichting voor het oogsten van gewassen met een ondergronds gewasdeel.
BR102017012162B1 (pt) Implemento arrancador de mandioca
JP3874541B2 (ja) 収穫機
NL1021945C2 (nl) Inrichting voor het aanbrengen van een laag dekmateriaal op de aarde, alsmede verwijderinrichting voor het verwijderen van verpakkingsmateriaal van een baal dekmateriaal, zoals stro.
JP5027639B2 (ja) 自脱型コンバイン
US3426516A (en) Asparagus harvester
US5984217A (en) Bale dispenser
EP0704156B1 (fr) Appareil de distribution de paille ou d'aliments pour des animaux, notamment pour désileuse
AU774961B2 (en) Tree harvesting apparatus
FR2633148A1 (fr) Desileuse-melangeuse-pailleuse-distributrice
JP3822749B2 (ja) 収穫機
JP3435302B2 (ja) 掘起作業機等の掘起部構造
US476849A (en) Corn stalk-harvester
JP3863899B2 (ja) 根菜収穫機
US1190457A (en) Machine for harvesting clover-seeds.
AU724286B2 (en) A bale dispenser
DE259386C (nl)

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed