NL8902464A - FIRE-RESISTANT PLATE FOR A SLIDE VALVE. - Google Patents
FIRE-RESISTANT PLATE FOR A SLIDE VALVE. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8902464A NL8902464A NL8902464A NL8902464A NL8902464A NL 8902464 A NL8902464 A NL 8902464A NL 8902464 A NL8902464 A NL 8902464A NL 8902464 A NL8902464 A NL 8902464A NL 8902464 A NL8902464 A NL 8902464A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- plate
- valve
- opening
- slide
- frame
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B22—CASTING; POWDER METALLURGY
- B22D—CASTING OF METALS; CASTING OF OTHER SUBSTANCES BY THE SAME PROCESSES OR DEVICES
- B22D41/00—Casting melt-holding vessels, e.g. ladles, tundishes, cups or the like
- B22D41/14—Closures
- B22D41/22—Closures sliding-gate type, i.e. having a fixed plate and a movable plate in sliding contact with each other for selective registry of their openings
- B22D41/24—Closures sliding-gate type, i.e. having a fixed plate and a movable plate in sliding contact with each other for selective registry of their openings characterised by a rectilinearly movable plate
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B22—CASTING; POWDER METALLURGY
- B22D—CASTING OF METALS; CASTING OF OTHER SUBSTANCES BY THE SAME PROCESSES OR DEVICES
- B22D41/00—Casting melt-holding vessels, e.g. ladles, tundishes, cups or the like
- B22D41/14—Closures
- B22D41/22—Closures sliding-gate type, i.e. having a fixed plate and a movable plate in sliding contact with each other for selective registry of their openings
- B22D41/28—Plates therefor
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B22—CASTING; POWDER METALLURGY
- B22D—CASTING OF METALS; CASTING OF OTHER SUBSTANCES BY THE SAME PROCESSES OR DEVICES
- B22D41/00—Casting melt-holding vessels, e.g. ladles, tundishes, cups or the like
- B22D41/14—Closures
- B22D41/22—Closures sliding-gate type, i.e. having a fixed plate and a movable plate in sliding contact with each other for selective registry of their openings
- B22D41/38—Means for operating the sliding gate
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Casting Support Devices, Ladles, And Melt Control Thereby (AREA)
Abstract
Description
Vuurvaste plaat voor een schuifafsluiter.Refractory plate for a gate valve.
De uitvinding heeft betrekking op een vuurvaste plaat ten gebruike bij een klep voor het regelen van de stroom vloeibaar metaal vanuit een gietpan, omvattende een vuurvast lichaam met een doorgaande opening.The invention relates to a refractory plate for use in a valve for controlling the flow of liquid metal from a ladle, comprising a refractory body with a through hole.
Een dergelijke vuurvaste plaat is bekend uit het Franse octrooischrift 2.367.509 van Aanvraagster, waarbij de opening in de vuurvaste plaat onveranderlijk van vorm is.Such a refractory plate is known from Applicant's French patent 2,367,509, wherein the opening in the refractory plate has an invariable shape.
De uitvinding betreft een verdere ontwikkeling van deze vuurvaste plaat, welke wordt gekenmerkt doordat de opening axiaal op afstand van elkaar liggende stappen met progressief grotere diameter bezit vanaf het ene einde van de opening naar het andere en een poreuze plug opneemt, die een uitwendig oppervlak heeft gevormd uit axiaal op afstand van elkaar liggende stappen met progressief afnemende diameter vanaf het ene einde van de plug naar het andere en de eindstappen op de plug zijn gehecht op de overeenkomstige stappen in de axiale opening van het lichaam, en de stap op de plug tussen genoemde eindstappen een diameter bezit die kleiner is dan die van de overeenkomstige stap in de axiale opening waardoor een ringvormig kanaal wordt gevormd.The invention relates to a further development of this refractory plate, characterized in that the opening has axially spaced steps of progressively larger diameter from one end of the opening to the other and incorporates a porous plug which has an external surface formed from axially spaced steps of progressively decreasing diameter from one end of the plug to the other and the end steps on the plug are bonded to the corresponding steps in the axial opening of the body, and the step on the plug between said end steps have a diameter smaller than that of the corresponding step in the axial opening to form an annular channel.
Het aldus gevormde ringvormige kanaal kan gebruikt worden voor het toevoeren van inert gas in de opening voor het doorlaten van vloeibaar metaal gedurende de periode dat de schuif gesloten is waardoor het metaal in de opening in beweging wordt gehouden en stollen ervan wordt vermeden.The annular channel thus formed can be used to supply inert gas into the liquid metal passage opening during the period that the slide is closed thereby moving the metal in the opening and preventing it from solidifying.
Aan de hand van een tekening, waarin uitvoerings-voorbeelden zijn weergegeven, wordt de uitvinding hierna nader beschreven.The invention is described in more detail below with reference to a drawing, in which exemplary embodiments are shown.
Fig. 1 toont een vertikale doorsnede van de glij-klep volgens de uitvinding;Fig. 1 shows a vertical section of the sliding valve according to the invention;
Fig. 2 toont een vertikale doorsnede over de lijn II-II in Fig. 1;Fig. 2 shows a vertical section along the line II-II in FIG. 1;
Fig. 3 toont een doorsnede over de lijn III—III in Fig. 1;Fig. 3 shows a section on the line III-III in FIG. 1;
Fig. 4 toont een gedeeltelijk weggebroken aanzicht in perspektief van de bevestigingsplaat volgens de uitvinding waarbij de stroombanen voor koellucht en inert gas daardoor zijn aangegeven;Fig. 4 shows a partly broken away perspective view of the mounting plate according to the invention, showing the flow paths for cooling air and inert gas;
Fig. 5 toont een gedeeltelijk weggebroken aanzicht in perspektief van een bovenplaat volgens de uitvinding;Fig. 5 shows a partly broken away perspective view of a top plate according to the invention;
Fig. 6 toont een bovenaanzichtr van een glijklep volgens de uitvinding;Fig. 6 shows a top view of a slide valve according to the invention;
Fig. 7 toont in perspektief de glijklep volgens Fig.6;Fig. 7 is a perspective view of the slide valve of FIG. 6;
Fig. 8 toont in perspektief een bovenaanzicht van het klepgestel volgens de uitvinding voor het samenstellen ervan;Fig. 8 is a perspective view of the valve frame according to the invention for assembling it;
Fig. 9 toont in perspektief een aanzicht vanaf de onderzijde van het klepgestel in Fig. 8.Fig. 9 is a perspective view from below of the valve frame in FIG. 8.
In de fig. 1 en 2 is een schuifklepinrichting 10 weergegeven die in samenwerking met de gietopening 2 in de bekleding 14 van een gietpan 16, zoals een vuurvaste trog of dergelijke, voor het uitgieten van gesmolten metaal in de vorm van een continue gietinrichting (niet weergegeven), kan worden aangebracht. Het uitgieten wordt geregeld door besturing van de vuurvaste glijkleppen of platen, die van openingen kunnen zijn voorzien als weergegeven bij 17 in de fig. 1, 2 en 7, of dicht kunnen zijn als weergegeven bij 17' in fig. 1, ten opzichte van een vuurvaste bovenplaat 18. De inrichting 10 omvat ook verplaatsbare gietbuissamen-stellen 19, die voortzettingen van de klep vormen voor het geleiden van het uitgegoten gesmolten metaal naar een gietvorm. De klepinrichting 10 kan op een houder 16 worden geplaatst door middel van van schroefdraad voorziene verbindingsmiddelen 20, die zich uitstrekken door gaten 21 in het gestel 22 waardoor dit op de bevestigingsplaat 23 wordt aangebracht, die, op zijn beurt, is verbonden met de giet-pan door middel van bouten (niet weergegeven), die kunnen samenwerken met de moerplaat 24 liggende onder de bekleding 14 van de pan. Een warmte isolerend deel 26, gevormd door asbest of dergelijke, kan worden geplaatst tussen de bevestigingsplaat 23 en de pan 16.Figures 1 and 2 show a slide valve device 10 which, in cooperation with the pouring opening 2, in the casing 14 of a ladle 16, such as a refractory trough or the like, for pouring molten metal in the form of a continuous casting device (not displayed). Pouring is controlled by controlling the refractory slide valves or plates, which may be apertured as shown at 17 in FIGS. 1, 2 and 7, or closed as shown at 17 'in FIG. 1, relative to a refractory top plate 18. The device 10 also includes movable casting tube assemblies 19, which form extensions of the valve for guiding the cast molten metal into a mold. The valve device 10 can be placed on a container 16 by threaded connection means 20, which extend through holes 21 in the frame 22, thereby mounting it on the mounting plate 23, which in turn is connected to the casting. pan by means of bolts (not shown), which can cooperate with the nut plate 24 lying under the pan cover 14. A heat insulating part 26, formed by asbestos or the like, can be placed between the mounting plate 23 and the pan 16.
Zoals het duidelijkst is weergegeven in fig. 4 is de beves-5 tigingsplaat 23 een in het algemeen vlakke metalen plaat met een centrale opening 28 voor het opnemen van het ondereinde 30 van het vuurvaste materiaal dat de uitgietopening 12 van de pan vormt.As shown most clearly in Figure 4, the mounting plate 23 is a generally flat metal plate with a central opening 28 for receiving the bottom end 30 of the refractory material forming the pouring opening 12 of the pan.
Het bovenoppervlak van de bevestigingsplaat 23 bezit langs zijn zijranden uitsparingen 31 > die in verbinding staan met boutgaten 32 3 voor het opnemen van de verbindingsorganen 18 en de daarmee samen-werkende moeren 34·The top surface of the mounting plate 23 has recesses 31 along its side edges which communicate with bolt holes 32 3 for receiving the connectors 18 and the nuts 34 cooperating therewith.
De bevestigingsplaat 24 is voorzien van een aantal inwendige mediumkanalen voor het leiden van koellucht en inert gas gedurende de perioden dat de klep werkt. Een eerste kanaal 3&, concentrisch j met de centrale opening 28, wordt gevormd door een uitsparing gevormd in de wand van de opening en bekleed door een ring 38, die lasbaar is bevestigd op de plaat om het kanaal af te dichten. Bovendien is de plaat uitgevoerd met een paar zich in tegengestelde richting uitstrekkende langwerpige kanalen 40 en 42, die zich uitstrekken over i drie zijden van de plaat en eindigen in naar beneden gerichte afvoer-poorten 44 voor het toevoeren van koellucht aan de klepveren, als hierna meer in detail beschreven. Een luchtinlaatpoort 46 is aangebracht aan een zijde van de plaat voor het afgeven van koellucht aan de mediumkanalen 34 en 40, 42, die, als weergegeven met de pijlen 48 in serie zijn verbonden, waardoor koellucht eerst wordt geleid door het ringvormige kanaal 36 en dan in tegengestelde richtingen door de kanalen 40,42 voordat hij door de poorten 44 wordt afgevoerd.The mounting plate 24 is provided with a number of internal medium channels for directing cooling air and inert gas during the periods of operation of the valve. A first channel 3 &, concentric with the central opening 28, is formed by a recess formed in the wall of the opening and lined by a ring 38, which is welded to the plate to seal the channel. In addition, the plate is formed with a pair of oppositely extending elongated channels 40 and 42 which extend on three sides of the plate and terminate in downwardly directed discharge ports 44 for supplying cooling air to the valve springs, as follows described in more detail. An air inlet port 46 is disposed on one side of the plate for delivering cooling air to the medium channels 34 and 40, 42 which are connected in series as shown by arrows 48, whereby cooling air is first passed through the annular channel 36 and then in opposite directions through channels 40, 42 before discharging through ports 44.
In de bevestigingsplaat 23 is eveneens een langwerpig kanaal 50 aangebracht, dat aan één einde in verbinding staat met een inlaat-opening 52 aan de zijde van de plaat voor verbinding met een bron inert gas en aan het andere einde met een naar beneden gerichte af-geefopening 54 in verbinding kan staan met gastoevoermiddelen in een klepbovenplaat 18, als hierna beschreven.An elongate channel 50 is also provided in the mounting plate 23, which communicates at one end with an inlet opening 52 on the side of the plate for connection to a source of inert gas and at the other end with a downwardly directed outlet. feed port 54 may communicate with gas supply means in a valve top plate 18, as described below.
Het klepgestel 22, in hoofdzaak gevormd uit een bewerkt metalen gietstuk, verstijfd door organen 56» is het duidelijkst weergegeven in de fig. 8 en 9. Dit gestel 22 bevat de werkende delen van de klepinrichting en kan worden bevestigd op de bevestigingsplaat 23, of los daarvan, als een eenheid via de verbindingsorganen 18. Het gestel 22 omvat drie hoofddelen, die in het algemeen in fig. 3 zijn weergegeven als plaat-inbrengdeel 58, werkdeel 60 en plaat-afgeefdeel 62. Nabij het plaat-inbrengdeel 58 kan het gestel 22 via verbindings-organen (niet weergegeven) die kunnen samenwerken met van schroefdraad voorziene gaten 64 (fig. β), worden verbonden met organen 66 voor het aanbrengen van de toevoermotor 68. De toevoermotor 68 omvat een met medium werkende cilinder JO met een heen en weer gaande zuiger, waarmede een zuigerstang 72 en een drukorgaan 74 zijn verbonden. Een tweede stel motoren, "smoormotoren" genoemd, zijn bevestigd op het gestel 22 nabij het werkende deel 60 ervan. Deze motoren 76 werken tegen elkaar in en kunnen onafhankelijk van de toevoermotor 68 worden bediend. Zij bezitten elk een werkcilinder 78, die met een orgaan 80 is verbonden met het gestel, welk orgaan is verbonden met de zijwand van het gesteld door verbindingsorganen die kunnen samenwerken met de gaten 82. De cilinders ^8 bevatten elk een heen en weer gaande zuiger waarvan de stang 83 zijdelings is verbonden met een langwerpige verbindingsplaat 86, die glijpennen 88 verbindt die glijdend zijn opgenomen in de openingen 90 in de zijwand van het gestel en die de smoorrails 84 en 84' bevestigen die zo werken dat zij een glijplaat besturen die in het werkdeel 60 van het gestel .is geplaatst. De rail 84' heeft een lengte die korter is dan die van de rail 84 om het doorlaten van een plaat mogelijk te maken door de inbrengsectie 58 van het gestel.The valve frame 22, mainly formed of a machined metal casting, stiffened by members 56, is most clearly shown in FIGS. 8 and 9. This frame 22 includes the operating parts of the valve device and may be attached to the mounting plate 23, or separately, as a unit through the connectors 18. The frame 22 comprises three main parts, generally shown in FIG. 3 as plate insertion part 58, working part 60 and plate dispensing part 62. Near the plate insertion part 58, frame 22 via connectors (not shown) which can cooperate with threaded holes 64 (Fig. β) are connected to members 66 for mounting the feed motor 68. The feed motor 68 comprises a medium-acting cylinder JO with a reciprocating piston, to which a piston rod 72 and a pressure member 74 are connected. A second set of motors, called "throttling motors", are mounted on the frame 22 adjacent to the operating portion 60 thereof. These motors 76 work against each other and can be operated independently of the supply motor 68. They each have a working cylinder 78, which is connected to the frame with a member 80, which member is connected to the side wall of the frame by connecting members which can interact with the holes 82. The cylinders 8 each include a reciprocating piston the rod 83 of which is laterally connected to an elongated connecting plate 86, which connects sliding pins 88 which are slidably received in the openings 90 in the side wall of the frame and which fix the throttling rails 84 and 84 'to operate a sliding plate which the working part 60 of the frame is placed. The rail 84 'has a length shorter than that of the rail 84 to allow a plate to pass through the insertion section 58 of the frame.
"Het inwendige van het gestel 22 is zo gevormd dat verbindings-banen worden bepaald voor het bewegen van de glijplaten 17 of 17', en gietbuisinrichtingen 19 tussen de betreffende gesteldelen' 58, 60 en 62. Het inbrengdeel 58 van het gestel 22 als hierin beschreven wordt begrensd door zich zijdelings uitstrekkènde glijbanen 92 en 94> die respectievelijk glijplaten 17» 17’ en gietbuisinrichtingen 19 kunnen doorlaten. De geleidingsbaan 92 ligt verticaal op afstand van de geleidingsbaan 94 via zich in tegengestelde richting uitstrekkende glijrails die dienen voor het ondersteunen van de glijplaten die in de klep worden gebracht. De bodem van de geleidingsbaan 94 wordt begrensd door een overeenkomstig stel glijrails 98, die gietbuizen 91 voor het inbrengen ondersteunen. Vrijvingsrails 99 langs de bovenzijde van het gestel in dit deel dienen om een glijplaat 17 verticaal te plaatsen als hij wordt bewogen vanaf het inbrengdeel 58 van de klep naar het werkdeel 60 daarvan.The interior of the frame 22 is formed to define connecting paths for moving the sliding plates 17 or 17 ', and sprue devices 19 between the respective frame members 58, 60 and 62. The insertion member 58 of the frame 22 as herein described is delimited by laterally extending slides 92 and 94, which can pass slide plates 17, 17 'and casting tube devices 19, respectively. Slide Plates Inserted into the Valve The bottom of the guideway 94 is bounded by a corresponding set of slide rails 98 which support insertion tubes 91. Insertion rails 99 along the top of the frame in this portion serve to position a slide 17 vertically as it is moved from the valve insertion part 58 to the working part 60 thereof.
Het zal duidelijk zijn dat het gestel 22, als weergegeven in de fig. 8 en 9» geschikt is voor het inbrengen van glijplaten of gietbuizen vanaf hetzij de rechter hetzij linkerzijde door het verschaffen van identieke geleidingsbanen 92' en 94' °P de tegenover elkaar liggende zijde van het gestel. Als de geleidingsbanen 92 en 94 worden gekozen, dan worden deze geleidingsbanen aangegeven als 92' en 94* aan de tegenover liggende zijde van het gestel gesloten door een vulorgaan 100 omvattende een steunplaat 102, die met schroefdraad kan worden verbonden met het gestel 22 via de gaten 104 (fig. 8) en verticaal op afstand van elter liggende stopplaten 106 en 108, die de geleidingen 92* en 94' opvallen waardoor op effectieve wijze beweging van een gietbuis buiten zijn gewenste stand nabij het drukorgaan 94 wordt verhinderd. Het zal duidelijk zijn dat het inbrengen vanaf de tegenover liggende zijde van het gestel op eenvoudige wijze kan worden verkregen door het eenvoudigweg bewegen van het vulorgaan 100 uit de kanalen 92' en 94* naar de tegenover liggende zijde van het gestel, waar het de kanalen 92 en 94 vult.It will be appreciated that the frame 22, as shown in FIGS. 8 and 9, is suitable for inserting slides or casting tubes from either the right or left side by providing identical guide tracks 92 'and 94' P opposite each other. lying side of the frame. When the guideways 92 and 94 are selected, these guideways are indicated as 92 'and 94 * on the opposite side of the frame closed by a filler 100 including a support plate 102, which can be threadedly connected to the frame 22 via the holes 104 (FIG. 8) and vertically spaced from elter stop plates 106 and 108, which catch the guides 92 * and 94 ', effectively preventing movement of a casting tube outside its desired position near the pressure member 94. It will be appreciated that insertion from the opposite side of the frame can be easily accomplished by simply moving the filler 100 out of the channels 92 'and 94 * to the opposite side of the frame where it passes the channels. 92 and 94.
Het werkdeel 60 van het gestel 22 omvat een rechthoekige opening 110 in het bovenoppervlak ervan voor het opnemen van een stationaire vuurvaste bovenplaat 18 waarvan de centrale opening 112 op een lijn ligt met de gietopening 12 van de pan en de inlaat vormt naar de klep 10.The working portion 60 of the frame 22 includes a rectangular opening 110 in its top surface for receiving a stationary refractory top plate 18, the central opening 112 of which aligns with the pouring opening 12 of the pan and forms the inlet to the valve 10.
Verticaal op afstand onder de opening 110 is het gestel 22 voorzien van tegenover elkaar liggende op afstand van elkaar liggende delen 114» die samenwerken met de bovenwand van het gestel voor het vormen van een holte 115. De delen 114 zijn voorzien van zijdelings op afstand van elkaar liggende van schroefdraad voorziene gaten 116 die verbindingsorganen 118 opnemen voor het aanbrengen van een reeks onder invloed van een veer staande hefbomen 120, die het gietbuis-samenstel 19, de glijplaat 17 of 17', en de bovenplaat 18 afdichtend met de vlakken tegen elkaar vasthoudt. De hefbomen 120 scharnieren om schommelorganen 122 die worden vastgehouden door de verbindingsorganen 118 en onder invloed van een veer staand via van een kop voorziene drukpennen 124 die beweegbaar zijn aangebracht in gaten 126 van het gestel. De gaten 126 zijn tegengeboord aan hun boveneinden bij 127 om zittingen te verschaffen voor de drukpenkoppen 128 en voor de veren 130 die aanwezig zijn tussen de drukpenkoppen en het tegenover liggende oppervlak van de bevestigingsplaat 23.Vertically spaced below the opening 110, the frame 22 is provided with opposed spaced apart portions 114 which cooperate with the top wall of the frame to form a cavity 115. The parts 114 are spaced laterally from opposed threaded holes 116 receiving connectors 118 for mounting a series of spring-loaded levers 120 that seal the sprue assembly 19, the slide plate 17 or 17 ', and the top plate 18 with the surfaces against each other hold. The levers 120 pivot about rockers 122 which are held by the connectors 118 and spring-loaded via headed thrust pins 124 movably mounted in holes 126 of the frame. The holes 126 are drilled at their top ends at 127 to provide seats for the push pin heads 128 and for the springs 130 that are present between the push pin heads and the opposite surface of the mounting plate 23.
Als weergegeven in fig. 2 worden de gaten 126 in het gestel 22 in verbinding gebracht met de poorten 44 in de bevestigingsplaat 24 waardoor koellucht wordt toegevoerd om oververhitting van de veren 130 te verhinderen. Bij voorkeur omvatten de poorten 44 afgeef-openingen 132 om op effectieve wijze koellucht te \a:delen over de betreffende veersamenstellen.As shown in Figure 2, the holes 126 in the frame 22 are communicated with the ports 44 in the mounting plate 24 through which cooling air is supplied to prevent overheating of the springs 130. Preferably, ports 44 include dispensing openings 132 to effectively distribute cooling air across the respective spring assemblies.
Tegenover elkaar liggende wanden van het klepgestel 22 nabij het werkdeel 60 zijn voorzien van verticaal op afstand van elkaar liggende paren op één lijn met elkaar liggende openingen, die respectievelijk zijn aangegeven met I96 en 19Ö- Elk paar op één lijn met elkaar liggende openingen kan een naar keuze instelbare stoppen 200 opnemen, die zich uitstrekt door de betreffende bewegings-banen van de glijplaat of het gietbuissamenstel kan werken gedurende het wisselen van de plaat om beweging van hetzij de glijplaat 17 hetzij het gietbuissamenstel 19 te verhinderen, als het gewenst is de andere weer te plaatsen. Overeenkomstige gaten 196' zijn aangebracht in de rails 84 en 84' om de doorgang van de stop-pen 200 door deze organen mogelijk te maken. Als de gelijktijdige verplaatsing van zowel de glijplaat 17 als het gietbuissamenstel gewenst is wordt de stop-pen 200 uit het gestel verwijderd waardoor beide bewe-gingsbanen vrij van een hindernis zijn. Onder normale werkomstandigheden wordt de stop-pen 200 vastgehouden in het onderste paar gaten 198 om de bewegingsbaan van de glijplaat vrij te houden van een hindernis opdat een snel beëindigen van de stroom? gesmolten metaal, als hierna beschreven, mogelijk is.Opposite walls of the valve frame 22 adjacent to the working member 60 are provided with vertically spaced pairs of aligned openings, indicated by I96 and 19O, respectively. Each pair of aligned openings may optionally incorporate adjustable plugs 200 extending through the respective movement paths of the slide plate or the casting tube assembly can operate during plate change to prevent movement of either the slide plate 17 or the casting tube assembly 19, if desired, the other again. Corresponding holes 196 'are provided in rails 84 and 84' to allow passage of the stopper 200 through these members. If the simultaneous displacement of both the slide plate 17 and the casting tube assembly is desired, the stoppers 200 are removed from the frame leaving both movement paths free of obstacles. Under normal operating conditions, the stop pin 200 is held in the bottom pair of holes 198 to keep the slide path path of travel clear of an obstacle to allow rapid flow termination. molten metal, as described below, is possible.
Het afgeefdeel 62 van het gestel 22 wordt gevormd door verti- s caal op afstand van elkaar liggende geleidingen 134 en 136 die uitmonden aan het einde van het gestel. De geleidingen 134 en 136 worden gevormd door van een trap voorziene schouders 138 en 140» gevormd in de langsuitsteeksels van de bases 114 en glijdend respectievelijk de glijplaten 17 of 17'en de gietbuissamenstellen 19 kunnen geleiden vanuit hun plaats in het werkdeel 60 van de klep naar een afvoerpunt als hierna nader beschreven.The delivery portion 62 of the frame 22 is formed by vertically spaced guides 134 and 136 that open at the end of the frame. The guides 134 and 136 are formed by stepped shoulders 138 and 140 formed in the longitudinal projections of the bases 114 and sliding respectively the slides 17 or 17 and guide the casting tube assemblies 19 from their position in the working portion 60 of the valve to a discharge point as further described below.
Zoals het duidelijkst is weergegeven in fig. 3 zijn de smoor-rails 84 en 84* in het gestel 22 op in hoofdzaak dezelfde hoogte geplaatst als de glijplaat-inbrenggeleiding 92. De rail 84 is langer dan de rail 84' en strekt zich in hoofdzaak over de gehele lengte van het inwendige van het gestel uit. De rail 84* is anderzijds korter dan de rail 84 zodanig dat doorlaten van een glijplaat 17 vanaf de geleiding 92 naar een stand ten opzichte van het drukorgaan 94 bij het inbrengen van deze organen mogelijk is.As shown most clearly in FIG. 3, the throttling rails 84 and 84 * in the frame 22 are positioned at substantially the same height as the slide plate insertion guide 92. The rail 84 is longer than the rail 84 'and extends substantially along the entire length of the interior of the frame. The rail 84 *, on the other hand, is shorter than the rail 84 such that passage of a sliding plate 17 from the guide 92 to a position relative to the pressure member 94 is possible when these members are inserted.
De rail 84 is verder langs dat deel van zijn lengte dat gericht is naar de geleiding 92 voorzien van een aantal in langsrichting op afstand van elkaar liggende magneten 142, die hier zijn aangegeven als zes vierpolige permanente magneten, waarvan de werking is het voorkomen van het losgaan van een glijplaat 17 of 171 in de inge- brachte gerede stand, als hierna beschreven, vanaf de rail 84 als hij gedurende het uitvoeren van het smoren van de klep wordt bewogen.The rail 84 further along that portion of its length that faces the guide 92 includes a plurality of longitudinally spaced magnets 142, which are herein indicated as six four-pole permanent magnets, the operation of which is to prevent the detaching from a slide plate 17 or 171 into the inserted ready position, as described below, from the rail 84 as it is moved during the throttling of the valve.
De glijplaten 17» 17'» de bovenplaat 18, en de gietbuissamen-i stellen 19 van de klepinrichting 10 omvatten elk in hoofdzaak een vuurvast materiaal geplaatst in een metalen gestel. Het gietbuis-samenstel 19 bedoeld voor toepassing bij de beschreven inrichting is van in hoofdzaak gebruikelijke constructie en bestaat uit een langwerpige cilindrische buis 144 met een axiale opening 145· De buis 144 heeft een lengte zodat het mogelijk is dat het ondereinde zich uitstrekt in een gietvorm of dergelijke (niet weergegeven). Het boveneinde van de buis 144 kan worden opgenomen in een uitsparing 146 in het onderoppervlak van een in het algfemeen vlakke rechthoekige vuurvaste plaat, die de buishouderplaat 148 wordt genoemd. De plaat 148 bevat een doorgaande opening 149» die coaxiaal is met de buisopening 145 en is gesloten om het vrijliggende desL van zijn bodem en om de omtrekzijden ervan door een metalen huis 150. Als weergegeven in de tekening is een mortelcement toegepast om de verbinding af te sluiten tussen het het boveneinde van de bui3 144 en de vasthoudplaat 148 en om de vasthoudplaat in de metalen omslauiting vast te houden. De metalen omsluiting kan zijnvoorzien van een neerhangende rok 152, die dient om de mortelverbinding te beschermen en om het ondervlak van de sluiting te verstijven. Een warmtebestendig materiaal zoals as-bestkoord (niet weergegeven) kan worden toegepast voor het vullen van de ruimte 153 tussen de rok en de buis. Een tweede bevestiging tussen de buis 144 en de vasthoudplaat kan worden verschaft door het aanbrengen van een kraag 154 die een schouder 156 begrenst nabij het boveneinde van de buis voor samenwerking met een vatshoudring 158, die losneembaar is bevestigd op het metalen huis 150 door van schroefdraad voorziene bevestigingsorganen of dergelijke (niet weergegeven).The slide plates 17, 17, the top plate 18, and the casting tube assemblies 19 of the valve device 10 each comprise substantially a refractory material placed in a metal frame. The pouring tube assembly 19 intended for use in the described apparatus is of substantially conventional construction and consists of an elongated cylindrical tube 144 with an axial opening 145 · The tube 144 has a length to allow the lower end to extend in a mold or the like (not shown). The top end of the tube 144 can be received in a recess 146 in the bottom surface of a generally planar rectangular refractory plate, called the tube holder plate 148. The plate 148 includes a through-hole 149 »coaxial with the tube opening 145 and closed around the exposed desL of its bottom and on the circumferential sides thereof through a metal housing 150. As shown in the drawing, a mortar cement has been used to seal the joint. between the upper end of the tube 144 and the retaining plate 148 and to retain the retaining plate in the metal enclosure. The metal enclosure may include a hanging skirt 152 which serves to protect the mortar joint and to stiffen the bottom surface of the closure. A heat resistant material such as asbestos cord (not shown) can be used to fill the space 153 between the skirt and the tube. A second attachment between the tube 144 and the retaining plate can be provided by mounting a collar 154 defining a shoulder 156 near the top of the tube for engagement with a barrel retaining ring 158, which is releasably attached to the metal housing 150 by screw thread provided fasteners or the like (not shown).
De openingen 145 in de gietbuis 144 en 149 in de plaat 148 zijn bij voorkeur uitgevoerd met een diameter die iets groter is dan die van de opening van de glijplaat om hetmcgelijk te maken dat metaal wegstroomt uit het kanaal bij het smoren van de klep naar een volledig gesloten toestand.The openings 145 in the pouring tube 144 and 149 in the plate 148 are preferably constructed with a diameter slightly larger than that of the opening of the slide plate to allow metal to flow out of the channel when throttling the valve to a completely closed state.
Het bovenplaatsamenstel 18 volgens de uitvinding is weergegeven in de fig. 1, 2 en 5.Het samenstel 18 omvat een rechthoekige hittebestendige plaat 160, die door middel van mortel is aangebracht in een metalen huis 162 met een in hoofdzaak L-vormige dwarsdoorsnede, dat zich over de omtrekzijden van de plaat uitstrekt. Het boven- oppervlak 164 van de plaat 160 strekt zich uit boven de bovenrand van het huis en is voorzien van een gepolijste afwerking voor het verschaffen van een goed oppervlak tot oppervlak contact met het onderoppervlak van de bevestigingsplaat 23 en de vuurvaste bekleding 14 van de pan, als het samenstel inpijn werkzame stand is in de klepinrichting. De plaat 160 is voorzien van een getrapte centrale doorgaande opening 166 voor het opnemen van een doorlaatbaar vuurvast inzetstuk 168 met een axiale opening die een stroomkanaal 112 voor gesmolten metaal door de plaat verschaft. Het inzetstuk 168 heeft een buitenoppervlak 172 dat getrapt is uitgevoerd op een wijze complementair met de uitvoering van de plaatopening 166 waarbij de buitenste trappen gecementeerd kunnen samenwerken met overeenkomstige trappen van de opening ma^r de tussentrap heeft een belangrijk kleinere diameter dan die van de tussentrap van de opening. Op deze wijze wordt een ringvormig kanaal 174 begrensd om de omtrek van het inzetstuk 168 voor het toevoeren van inert gas door het inzetstuk in het stroomkanaal 112 voor metaal. De vuurvaste plaat is voorzien van een schuin kanaal 176 dat uitmondt aan de bovenzijde van de plaat bij 178 en deze is zo geplaatst dat zij in verbinding staat met de opening 54 in het onderoppervlak van de bevestigingsplaat 23 als de klep is samengesteld. Er wordt dus een geschikt middel verschaft voor het toevoeren van inert gas in het stroomkanaal 112 voor metaal gedurende de perioden dat de klep gesloten is waardoor het metaal in het stroomkanaal in beweging wordt gehouden en stollen ervan aldus wordt vermeden. Door het op deze wijze vormen van de ring kunnen aldus gevormde vuurvaste bovenplaten worden vervaardigd door middel van het gebruikelijke vormen van vuurvast materiaal zonder dat het noodzakelijk is een kostbare bewerking uit te voeren met samendrukbaar of meerdelig bewerkingsgereedschap.The top assembly 18 according to the invention is shown in Figures 1, 2 and 5. The assembly 18 comprises a rectangular heat-resistant plate 160, which is mortar-mounted in a metal housing 162 having a substantially L-shaped cross section, which extends on the circumferential sides of the plate. The top surface 164 of the plate 160 extends above the top edge of the housing and is provided with a polished finish to provide good surface-to-surface contact with the bottom surface of the mounting plate 23 and the pan refractory lining 14 when the pain relief assembly is operative in the valve device. The plate 160 includes a stepped central through-hole 166 for receiving a permeable refractory insert 168 with an axial opening that provides a molten metal flow channel 112 through the plate. The insert 168 has an outer surface 172 which is stepped in a manner complementary to the embodiment of the plate opening 166 in which the outer steps can be cemented together with corresponding steps of the opening, but the intermediate step has a significantly smaller diameter than that of the intermediate step from the opening. In this manner, an annular channel 174 is circumscribed around the periphery of the inert gas supply insert 168 through the insert in the metal flow channel 112. The refractory plate includes an oblique channel 176 which opens at the top of the plate at 178 and is positioned to communicate with the opening 54 in the bottom surface of the mounting plate 23 when the valve is assembled. Thus, a suitable means is provided for supplying inert gas into the metal flow channel 112 during the periods that the valve is closed thereby keeping the metal in the flow channel moving and thus preventing its solidification. By forming the ring in this manner, refractory top plates thus formed can be produced by conventional refractory molding without the need for expensive machining with compressible or multi-part machining tools.
Het glijpiaatsamenstel toegepast bij de klepinrichting kan dicht of van openingen voorzien zijn als weergegeven bij 17' in fig. 1 of kan een doorgaande opening 180 bevatten van het type weergegeven bij 17 in de fig. 2, 6 en 7· Dichte platen 17' worden gebruikt, als weergegeven in fig.1, om een metaalstroom door de klep te verhinderen als de van openingen voorziene platen 17 worden gebruikt als het gewenst is om het gesmolten metaal regelbaar te leiden door de klep als hierna beschreven. Beide glijplaatsamenstellen 17 en 17' zijn vervaardigd op identieke wijze en omvatten een in het algemeen rechthoekige vuurvaste plaat 182 die iets groter is in de toevoerrichting aangegeven met F in de fig. 6 en 7» dan in de smoorrichting, aangegeven met T. De plaat 182 is met mortel aangebracht in een metalen huis 184 dat de omtrekzijden van de plaat omgeeft. Het huis 184 is voorzien van een schouder 186 tussen zijn boven- en onderranden voor samenwerking op de smoorrails 84 en 84' en voor het glijdend samenwerken met de glijrails 96 in het inbreng-deel 56 van de klep en de schouders 138 in het afgeefdeel 62 ervan. De vuurvaste plaat 182 is bij 188 voorzien van een samenwerkende schouder overeenkomstig die in het huis.The sliding slide assembly used in the valve device may be closed or apertured as shown at 17 'in Figure 1 or may include a through-hole 180 of the type shown at 17 in Figures 2, 6 and 7. used, as shown in Fig. 1, to prevent metal flow through the valve when the apertured plates 17 are used if it is desired to control the molten metal through the valve as described below. Both slide assemblies 17 and 17 'are made in an identical manner and comprise a generally rectangular refractory plate 182 which is slightly larger in the feed direction indicated by F in Figs. 6 and 7 than in the throttle direction indicated by T. The plate 182 is mortar-mounted in a metal housing 184 surrounding the circumferential sides of the plate. Casing 184 includes a shoulder 186 between its top and bottom edges for co-operation on throttle rails 84 and 84 'and for sliding engagement with slide rails 96 in valve insert 56 and shoulders 138 in dispenser 62 of it. The refractory plate 182 has a cooperating shoulder at 188 similar to that in the housing.
Het onderste deel van het huis, aangegeven met 190, is uitgevoerd met een grotere kromtestraal waardoor een geleidingsnok-oppérvlak wordt verschaft dat het mogelijk maakt dat de betreffende glijplaatsamenstellen, als zij door het drukorgaan 64 naar het werk-deel 60 van de klep worden bewogen geleidend worden gedrukt op en over de bovenrand van het gietbuissamenstel zonder dat een van de organen wordt beschadigd.The lower part of the housing, indicated by 190, is designed with a larger radius of curvature, providing a guide cam surface that allows the respective slide assemblies, when moved by the pressure member 64 to the working part 60 of the valve be pressed conductively on and over the top edge of the casting tube assembly without damaging any of the members.
Het onderste deel van de plaat 182 nabij het deel met de grotere straal 190 van het huis loopt taps toe als weergegeven waardoor een grotere opneeminrichting 192 wordt verschaft voor mortel tussen de plaat en het metalen huis. Het grotere mortelbed in dit gebied ) van het samenstel steunt de plaat gedurende de beweging van de plaat over het buishoudersamenstel 19 en als de plaat wordt beïnvloed door de beweegbare rails 84, 84* gedurende de smoorperioden.The lower portion of the plate 182 near the larger radius portion 190 of the housing is tapered as shown, providing a larger receiving device 192 for mortar between the plate and the metal housing. The larger mortar bed in this region of the assembly supports the plate during the movement of the plate over the tube holder assembly 19 and when the plate is affected by the movable rails 84, 84 * during the throttling periods.
Het glijplaatsamenstel 17 verschilt van het samenstel 17' daarin dat laatstgenoemde niet is doorboord terwijl eerstgenoemde een opening 180 bevat voor een stroom gesmolten metaal. De plaats van de opening 180 in de vuurvaste plaat is kritisch geplaatst langs de langshartlijn van de plaat maar verplaatst ten opzichte van het middelpunt van de plaat naar links in fig. 2 over een afstand gelijk aan de helft van de lengte van de slag van de smoorpennen 88 wardoor het mogelijk is dat de opening 180 verticaal op een lijn komt met de opening 112 van de bovenplaat voor een volledige metaalstroom door het gietkanaal als de plaat volledig naar rechts is bewogen gezien in fig. 2, met de rails 84* in aanslag met de wand 194 van de ruimte 115· Als de plaat 17 volledig is verplaatst naar links en de rail 84 in aanraking is met de wand 196 is de opening 180 volle-"cfig buiten de opening 11.2 bewogen waardoor het eindigen van de stroom gesmolten metaal door de klep wordt veroorzaakt. Door het bedienen van de smoormotoren 76 kan de stand van de opening 180 in de plaat 17 op elke gewenste plaats worden ïngesteld ten opzichte van de opening 112 van de bovenplaat tussen deze standen van volledige verplaatsing om de effectieve afmeting van het stroomkanaal voor gesmolten metaal door de klep te wijzigen voor het regelen van de stroom gesmolten metaal daardoor.The slide assembly 17 differs from the assembly 17 'in that the latter is not pierced while the former includes an opening 180 for a flow of molten metal. The location of the opening 180 in the refractory plate is placed critically along the longitudinal axis of the plate but displaced relative to the center of the plate to the left in Fig. 2 by a distance equal to half the length of the stroke of the throttle pins 88 allowing the aperture 180 to align vertically with the aperture 112 of the top plate for full metal flow through the runner when the plate has been moved fully to the right as seen in Fig. 2, with rails 84 * in stop with the wall 194 of the space 115 · When the plate 17 is fully displaced to the left and the rail 84 is in contact with the wall 196, the opening is moved 180 ° completely outside the opening 11.2, thereby ending the flow of molten metal caused by the valve By actuating the throttling motors 76, the position of the opening 180 in the plate 17 can be adjusted at any desired position relative to the opening 112 of the top plate between these stems. full displacement to change the effective size of the molten metal flow channel through the valve to control the molten metal flow therethrough.
Een typische commerciële uitvoering van het glijplaatsamenstel 17 is ongeveer 9,9 cm lang in toevoerrichting F en 11,8 cm lang in smoorrichting T, waarbij het midden van de opening 180, die een diameter heeft van 6,4 cm ten opzichte van het middelpunt van de plaat over ongeveer 1,6 cm is verplaatst waardoor een 0,5 cm dikke laag uit vuurvast materiaal wordt verschaft tussen de gaten 112 en 180 als de plaat 17 in de sluitstand is.A typical commercial embodiment of the slide assembly 17 is about 9.9 cm long in feed direction F and 11.8 cm long in throttle direction T, with the center of the opening 180 having a diameter of 6.4 cm from the center of the plate is displaced about 1.6 cm to provide a 0.5 cm thick layer of refractory material between holes 112 and 180 when plate 17 is in the closed position.
De werking van de hierin beschreven klepinrichting 10 is als volgt.The operation of the valve device 10 described herein is as follows.
Het klepgestel 22 is •vakbonden met de bevestigingsplaat 23 aan de onderzijde van de gietpan 16 als weergegeven in fig. 1 met de bovenplaat 18, een dichte glijplaat 17' en een gietbuissamenstel 19 tevoren samengesteld in het werkdeel 60 van het klepgestel. Het stroomkanaal 112 door de bovenplaat 118 ligt dus verticaal op één lijn met het gietkanaal 12 door de bekleding 14 van de pan. Als gesmolten metaal in de pan wordt gebracht wordt de stroming ervan door de klep verhinderd door de hindernis in het stroomkanaal die wordt verschaft door de de stroom niet doorlatende glijplaat 17' zonder opening. Gedurende dit vasthouden van metaal wordt een inert gas zoals argon of stikstof toegelaten aan het gietkanaal 112 van de doorgaande openingen 52 van de bovenplaat in de bevestigingsplaat 23 en 176 in& bovenplaat in de ring 174 om het inzetstuk 168 vanwaar het de poreuze wand van het inzetstuk doordringt om te treden in het kanaal 112. De toevoer . van inert gas op deze wijze dient om het gesmolten metaal in beweging te houden in het afgesloten stroomkanaal en daardoor het stollen ervan daarin te verhinderen. Ook wordt koellucht toegelaten aan de klep door de inlaat 46 in de bevestigingsplaat 23 vanwaaraf het achtereenvolgens stroomt door het ringvormige kanaal 36, om het onderste deel van de bekleding 14 van de pan om het vuurvasbe materiaal in dit gebied te koelen en daarna door de kanalen 40, 42 om weg te stromen door de poorten 44 om de veren 130 te koelen.The valve frame 22 is unions with the mounting plate 23 at the bottom of the ladle 16 as shown in Fig. 1 with the top plate 18, a solid slide plate 17 'and a casting tube assembly 19 pre-assembled in the working portion 60 of the valve frame. Thus, the flow channel 112 through the top plate 118 is vertically aligned with the sprue 12 through the pan liner 14. When molten metal is introduced into the pan, its flow through the valve is prevented by the obstruction in the flow channel provided by the flow-impermeable sliding plate 17 'without opening. During this metal retention, an inert gas such as argon or nitrogen is admitted to the sprue 112 of the through-holes 52 of the top plate in the mounting plate 23 and 176 in the top plate in the ring 174 around the insert 168 from which it forms the porous wall of the insert penetrates to enter channel 112. The feed. of inert gas in this manner serves to keep the molten metal moving in the closed flow channel and thereby prevent its solidification therein. Cooling air is also admitted to the valve through the inlet 46 in the mounting plate 23 from which it flows sequentially through the annular channel 36, around the bottom part of the pan pan 14 to cool the refractory material in this area and then through the channels 40, 42 to flow out through ports 44 to cool the springs 130.
Als het smoormechanisme is ingesteld om de rails 84 en 84* in de stand weergegeven in fig. 2 te brengen waarbij de rail 84 in aanraking is met de wand van de ruimte 196, wordt een van een opening voorziene glijplaat 17 met de hand gebracht in het inbrengstation 58. De glijplaat 17 wordt ingebracht door de geleiding 92 waarbij de plaatschouders 186 glijdend komen samen te werken met de glijrails 96. De glijplaat 17 wordt bewogen totdat zijn voorrandoppervlak in aanraking komt met de rail 84, en daartegen vast-gehouden door de magneten 142, waardoor de glijplaat 17 in zijn gerede stand komt nabij het drukorgaan 74 van de toevoermotor 68. Daarna wordt de toevoermotor 68 bekrachtigd zodat het drukorgaan 74 de glijplaat 17 vanuit zijn gerede stand brengt in het werkdeel 60 van het klep-gestel 22 tussen de bovenplaat 18 en het gietbuissamenstel 19 door verplaatsing van de niet doorboorde^plaat 17» die glijdt langs de schouders 138 naar het afvoerdeel 162, vanwaar de plaat het gestel verlaat. Een effectief oppervlak-op-oppervlak afdichting tussen de respectieve platen wordt verschaft door de onder veerbelasting staande hefbomen 120 die de buishoudepplaat 148 naar boven tegen de glijplaat 17 drukken en deze op zijn beurt naar boven tegen de bovenplaat 18. Als gevolg van de aanwezigheid van de grotere straal 190 op het huis 184 van de glijplaat 17 wordt de bewegende plaat geleid over de tegenover liggende rand van de onder veerbelasting staande gietbuishouderrplaat T48 zonder dat deze plaat wordt beschadigd.When the throttling mechanism is set to bring the rails 84 and 84 * into the position shown in Fig. 2 where the rail 84 is in contact with the wall of the space 196, an apertured sliding plate 17 is manually brought into the insertion station 58. The slide plate 17 is inserted through the guide 92 with the plate shoulders 186 slidingly engaging the slide rails 96. The slide plate 17 is moved until its leading edge surface contacts the rail 84, and held thereon by the magnets 142, whereby the slide plate 17 comes into its finished position near the pressure member 74 of the feed motor 68. Thereafter, the feed motor 68 is energized so that the pressure member 74 brings the slide plate 17 from its finished position into the working part 60 of the valve frame 22 between the top plate 18 and the pouring tube assembly 19 by displacing the undrilled plate 17, which slides along the shoulders 138 to the discharge part 162, from where the plate exits the frame . Effective surface-to-surface sealing between the respective plates is provided by the spring loaded levers 120 which press the tube holding plate 148 up against the slide plate 17 and in turn up against the top plate 18. Due to the presence of the larger radius 190 on the housing 184 of the slide plate 17, the moving plate is guided over the opposite edge of the spring loaded cast pipe holder plate T48 without damaging this plate.
De toevoermotor 68 wordt dan bekrachtigd in tegengestelde richting om het drukorgaan 74 terug te trekken naar de stand weergegeven in fig. 1, waarna, om veiligheidsredenen, een niet doorboorde glijplaat 17'» als weergegeven in. fig. 3, wordt gebracht in zijn gerede stand in het klepgestel 22 op dezelfde wijze als bovenbeschreven in verband met het inbrengen van de glijplaat 17·The feed motor 68 is then energized in the opposite direction to retract the pressure member 74 to the position shown in Fig. 1, after which, for safety reasons, an undrilled slide plate 17 '' as shown in FIG. Fig. 3, is brought into its finished position in the valve frame 22 in the same manner as described above in connection with the insertion of the slide plate 17
Als het gewenst is de stroom gesmolten metaal in te leiden door de klep wordt de stroom inert gas in het kanaal 112 gestopt en de smoormotoren 76, die samenwerken, worden bekrachtigd om de rails 84 en 84‘ en de vastgehouden glijplaat 17 zijdelings van de ruimte 115 te bewegen. Gewoonlijk worden de motoren 76 bekrachtigd om de rails 84, 84' te bewegen om de rail 84* tegen de wand 194 van de uitsparing 115 te,.brengen waarbij de uitmonding 180 van de glijplaat 17 axiaal op één lijn komt te liggen met de opening 112 in de bovenplaat 18. Hierdoor wordt de "volledig open" stand van de klep bereikt. Het zal echter duidelijk zijn dat als een stroom gesmolten metaal gewenst is in een hoeveelheid die kleiner is dan de volledige stroom, de smoormotoren kunnen worden geregeld om de glijplaat 17 te plaatsen op elke tussenliggende stand tussen "volledig open" en "volledig gesloten" voor het verschaffen van de gewenste stroomhoeveelheid. Bovendien kan gedurende het gieten de stand van de glijplaat worden gewijzigd, hetzij om de stroom gesmolten metaal door de klep groter hetzij kleiner te maken, als dit gewenst is, door het regelen van de werking van de smoormotoren J6, die een smoorbeweging mededelen aan de glijplaat 17 en de opening 180 ervan ten opzichte van de gietope— ning 112 in de bovenplaat.If it is desired to introduce the flow of molten metal through the valve, the flow of inert gas into channel 112 is stopped and the throttling motors 76, which cooperate, are energized about rails 84 and 84 'and the retained slide 17 laterally of the space 115 to move. Typically, the motors 76 are actuated to move the rails 84, 84 'to bring the rail 84 * against the wall 194 of the recess 115 with the outlet 180 of the slide 17 aligning axially with the opening 112 in the top plate 18. This achieves the "fully open" position of the valve. It will be understood, however, that if a molten metal flow is desired in an amount less than the full flow, the throttle motors can be controlled to position the slide plate 17 at any intermediate position between "fully open" and "fully closed" for providing the desired amount of current. In addition, the position of the slide can be changed during casting, either to increase or decrease the flow of molten metal through the valve, if desired, by controlling the operation of the throttle motors J6, which communicate a throttling motion to the slide 17 and its opening 180 with respect to the pouring opening 112 in the top plate.
De uitvinding maakt een gemakkelijke vervanging zowel van de I glijplaat 17 als van het gietbuissamenstel 19 mogelijk hetzij afzonderlijk hetzij samen. Als het gewenst is een verbruikte glijplaat 17 te vervangen wordt de stop-pen 200 ingebracht door de gaten 198 van het klepgestel 23 om beweging van het gietbuissamenstel te verhinderen. De gesloten plaat 17' wordt getrokken uit de "gerede stand nabij het drukorgaan 74 en een vervangende glijplaat 17 wordt in plaats hiervan ingébracht. De toevoermotor 70 wordt dan bekrachtigd om de vervangingsplaat in de werksectie 60 van de klep te brengen terwijl de verbruikte plaat door de a(f geef opening 62 wordt verwijderd.The invention allows for easy replacement of both the slide plate 17 and the casting tube assembly 19, either individually or together. If it is desired to replace a spent slide plate 17, the stop pin 200 is inserted through the holes 198 of the valve frame 23 to prevent movement of the casting tube assembly. The closed plate 17 'is pulled from the "finished position near the pressure member 74 and a replacement slide plate 17 is inserted instead. The feed motor 70 is then energized to insert the replacement plate into the working section 60 of the valve while the spent plate is passing through. the a (f give opening 62 is removed.
Deze procedure kan worden uitgevoerd met de smoorrails 84, 84' geplaatst in elke zijdelingse stand over het werkdeel 60 omdat de vervangingsplaat 17 op de rail 84 wordt vastgehouden door middel van de magneten 142. Als hij dus in de werkstand 60 is gebracht neemt de vervangingsplaat 17 dezelfde smoorstand in als de verbuikte plaat, die daardoor wordt vervangen.This procedure can be performed with the throttle rails 84, 84 'positioned in any lateral position over the workpiece 60 because the replacement plate 17 is held on the rail 84 by the magnets 142. Thus, when it is brought into the working position 60, the replacement plate 17 the same throttle position as the consumed plate, which is replaced by it.
Als het gewenst is een gietbuissamenstel 19 te vervangen worden de smoorrails 84, 84' bekrachtigd door de smoormotoren 76 waardoor de glijplaat 17 wordt bewogen naar de volledig gesloten stand als weergegeven in fig. 2 en de veiligheidsplaat 17' wordt uit het klepgestel getrokken. De stop-pen 200 wordt vervolgens uit de gaten 198 verwijderd en geplaatst in gaten 196, 196*, om beweging van de werkzame glijplaat 17 te vermijden. Het vervangende giethuissamenstel 19 wordt!dan met de hand door de geleidingsbaan 94 van het in-brengdeel 58 van het klepgestel 23 in een stand gebracht nabij het drukorgaan 74 waarna de toevoermotor 70 wordt bekrachtigd om het vervangende gietbuissamenstel 19 naar zijn werkzame stand te brengen onder de glijplaat 17 in het deel 60 terwijl het verbruikte gietbuissamenstel door de geleiding 136 van het afgeefdeel 62 wordt verwijderd.If it is desired to replace a casting tube assembly 19, the throttling rails 84, 84 'are actuated by the throttling motors 76 which move the slide plate 17 to the fully closed position shown in Fig. 2 and the safety plate 17' is pulled out of the valve frame. The stop pin 200 is then removed from holes 198 and placed in holes 196, 196 * to avoid movement of the active slide plate 17. The replacement casting tube assembly 19 is then manually moved through the guideway 94 of the insertion member 58 of the valve frame 23 near the pressure member 74, after which the feed motor 70 is energized to bring the replacement casting tube assembly 19 into its operating position. the slide plate 17 in the portion 60 while the spent casting tube assembly is removed through the guide 136 from the dispensing portion 62.
Als het echter gewenst is zowel een glijplaat 17 als een gietbuissamenstel 19 te vervangen worden de smoormotoren 76 bekrachtigd om de rails 84, 84' te bewegen en de werkzame glijplaat 17 naar de volledig gesloten stand en de stop-pen 200 wordt verwijderd uit het klepgestel. De vervangende glijplaat 17 en het gietbuissamenstel 19 worden de geleidingen 92 en 94 respectievelijk gebracht in het in- brengdeel 58 tot hun "gereed" standen nabij het drukorgaan 74·However, if it is desired to replace both a slide plate 17 and a casting tube assembly 19, the throttle motors 76 are actuated to move the rails 84, 84 'and the active slide plate 17 to the fully closed position and the stoppers 200 are removed from the valve frame . The replacement slide plate 17 and the casting tube assembly 19, the guides 92 and 94 are respectively inserted into the insertion part 58 to their "ready" positions near the pressure member 74 ·
Bij het bekrachtigen van de toevoermotor 68 worden de vervangende glijplaat en het vervangende gietbuissamenstel tegelijkertijd naar de stand gebracht in het werkdeel 60 terwijl hun verbruikte voorgangers worden afgevoerd door geleidingen 154 en 136 van het afgeef-deel 62.When energizing the feed motor 68, the replacement slide plate and the replacement casting tube assembly are simultaneously brought into the working portion 60 while their spent predecessors are discharged through guides 154 and 136 of the dispensing portion 62.
Een belangrijk kenmerk van de hierin beschreven klepinrichting is de mogelijkheid snel de stroom gesmolten metaal door de klep en onafhankelijk van zijn smoorfunctie te beëindigen. Dit kenmerk wordt bereikt als gevolg van het feit dat de werking van de toevoermotor 68, die het vervangen van de plaat in de klep uitvoert'volledig onafhankelijk is van die van de smoormotoren 76 en dat de glijplaat 17 kan worden verwisseld afgezien van de,smoorstand van de werkzame glijplaat geplaatst in het klepdeel 60. Gedurende de normale werking van de klep wordt dus een dichte glijplaat 17* bij voorkeur in de "gerede"stand vaatgehouden nabij het drukorgaan 74· Deze plaat is zoals alle andere platen in de "gerede" stand bevestigd op de rail 84 door de magneten 142 en kan dus zijdelings heen en weer bewegen met de werkzame glijplaat 17 waardoor wordt verzekerd dat eerstgenoemde steeds in langsrichting op één lijn met laatstgenoemde ligt. Als om een of andere reden het noodzakelijk is snel de stroom gesmolten metaal te beëindigen, zoals bijvoorbeeld als gevolg van een verkeerde werking van het gietproces, dan behoeft de toevoermotor 68 slechts te worden bekrachtigd om de werkzame van een opening voorziene glijplaat 17 te vervangen door de dichte plaat 17'. Het voordeel van dit kenmerk zal duidelijk zijn als er rekening mee wordt gehouden dan een plaatwisseling kan worden uitgevoerd door de toevoermotor in mindèr dan 0,2 seconden in tegenstelling tot een periode van ongeveer 2 seconden die vereist is om de werkzame glijplaat uit zijn volledig open stand naar zijn volledig gesloten stand te brengen door de smoormotoren J6.An important feature of the valve device described herein is the ability to quickly terminate the flow of molten metal through the valve and independently of its throttling function. This feature is achieved due to the fact that the operation of the feed motor 68, which performs plate replacement in the valve, is completely independent of that of the throttle motors 76, and the slide plate 17 can be changed apart from the throttle position of the active sliding plate placed in the valve part 60. Thus, during normal operation of the valve, a dense sliding plate 17 * is preferably kept in the "finished" position near the pressure member 74 · This plate is like all other plates in the "finished" mounted on the rail 84 by the magnets 142 and thus can move laterally back and forth with the active slide plate 17, ensuring that the former is always aligned longitudinally with the latter. If for some reason it is necessary to quickly terminate the flow of molten metal, such as, for example, due to a malfunction of the casting process, then the feed motor 68 need only be energized to replace the effective apertured slide 17 with the solid plate 17 '. The advantage of this feature will be apparent when taking into account that a plate change can be performed by the feed motor in less than 0.2 seconds as opposed to a period of about 2 seconds required to fully open the operating slide position to its fully closed position by the throttle motors J6.
Claims (1)
Applications Claiming Priority (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
US94544178A | 1978-09-25 | 1978-09-25 | |
US94544178 | 1978-09-25 | ||
US7358879A | 1979-09-07 | 1979-09-07 | |
US7358879 | 1979-09-07 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8902464A true NL8902464A (en) | 1990-02-01 |
Family
ID=26754648
Family Applications (2)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NLAANVRAGE7907009,A NL187197C (en) | 1978-09-25 | 1979-09-20 | DEVICE FOR CONTROLLING THE FLOW OF LIQUID METAL. |
NL8902464A NL8902464A (en) | 1978-09-25 | 1989-10-04 | FIRE-RESISTANT PLATE FOR A SLIDE VALVE. |
Family Applications Before (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NLAANVRAGE7907009,A NL187197C (en) | 1978-09-25 | 1979-09-20 | DEVICE FOR CONTROLLING THE FLOW OF LIQUID METAL. |
Country Status (15)
Country | Link |
---|---|
JP (4) | JPH03114640A (en) |
AR (3) | AR223350A1 (en) |
AT (1) | AT384972B (en) |
AU (1) | AU532793B2 (en) |
BR (1) | BR7906050A (en) |
DE (3) | DE2954583C2 (en) |
EG (1) | EG15033A (en) |
ES (2) | ES8102867A1 (en) |
FR (1) | FR2436923A1 (en) |
GB (2) | GB2099966B (en) |
IT (1) | IT1119172B (en) |
LU (1) | LU81716A1 (en) |
MX (1) | MX151178A (en) |
NL (2) | NL187197C (en) |
SE (3) | SE441421B (en) |
Families Citing this family (15)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
IT1131943B (en) * | 1980-07-10 | 1986-06-25 | Flocon Italiana | PROCEDURE FOR REGENERATING OR MODIFY REFRACTORY PLATES OF THE CASTING DRAWERS OF THE LADIES |
CH653933A5 (en) * | 1981-05-19 | 1986-01-31 | Stopinc Ag | SLIDING CLOSURE FOR MELTING CASES. |
US4561573A (en) * | 1982-08-20 | 1985-12-31 | Flo-Con Systems, Inc. | Valve and replaceable collector nozzle |
SE457121B (en) * | 1986-05-07 | 1988-11-28 | Mosbaeck Handelsbolag I Helsin | FLOEDESREGULATOR |
JPH0524142U (en) * | 1991-09-05 | 1993-03-30 | 川崎炉材株式会社 | Sliding nozzle plate |
CH684937A5 (en) * | 1991-11-19 | 1995-02-15 | Stopinc Ag | Plate for a sliding closure of a molten metal container containing. |
EP0621098B2 (en) * | 1993-04-19 | 2005-11-23 | Vesuvius France S.A. | Method and apparatus for casting with a cement-free joint of a metallurgical vessel and a casting gate |
JPH07284915A (en) * | 1994-04-12 | 1995-10-31 | Toshiba Ceramics Co Ltd | Slide gate plate |
FR2745210B1 (en) * | 1996-02-28 | 1998-04-30 | Vesuvius France Sa | SLIDING UNIT FOR A METALLURGICAL CONTAINER AND ASSOCIATED PLATE |
CH699511A2 (en) * | 2008-09-05 | 2010-03-15 | Stopinc Ag | Copper anode furnace with sliding closure. |
ES2527606T3 (en) * | 2010-03-19 | 2015-01-27 | Vesuvius Group S.A. | Device for holding and replacing a foundry plate in a foundry installation, metal housing of the casting plate and casting plate, provided with means that interact with a device detector |
CN102310194A (en) * | 2011-03-09 | 2012-01-11 | 维苏威高级陶瓷(苏州)有限公司 | Tundish flow control quick change mechanism for large-sized crystallizer |
US9350069B2 (en) * | 2012-01-04 | 2016-05-24 | Apple Inc. | Antenna with switchable inductor low-band tuning |
CN103386480B (en) * | 2013-07-25 | 2015-06-17 | 马鞍山利尔开元新材料有限公司 | Slide gate mechanism of steel ladle |
EP3943212A1 (en) | 2020-07-21 | 2022-01-26 | Refractory Intellectual Property GmbH & Co. KG | Sliding closure at the spout of a metallurgical vessel |
Family Cites Families (9)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US27237A (en) | 1860-02-21 | Floor of malt-kilns | ||
US3352465A (en) * | 1965-05-06 | 1967-11-14 | United States Steel Corp | Refractory closure member for bottom pour vessels |
USRE27237E (en) * | 1965-05-06 | 1971-11-23 | Refractory closure member for bottom four vessels | |
FR1478778A (en) * | 1965-05-06 | 1967-04-28 | United States Steel Corp | Shutter in refractory material for bottom pouring pockets |
FR1599949A (en) * | 1968-12-20 | 1970-07-20 | ||
US3685707A (en) * | 1970-05-01 | 1972-08-22 | United States Steel Corp | Sliding-gate closure for bottom-pour vessel |
US3866806A (en) * | 1973-03-01 | 1975-02-18 | United States Steel Corp | Operating mechanism for slidable gates and method of operating slide gate |
US3825241A (en) | 1973-10-26 | 1974-07-23 | Steel Corp | Apparatus for introducing gas to hot metal in a bottom pour vessel |
CA1103921A (en) * | 1976-10-15 | 1981-06-30 | Earl P. Shapland | Throttling molten metal teeming valve |
-
1979
- 1979-09-20 SE SE7907809A patent/SE441421B/en not_active IP Right Cessation
- 1979-09-20 NL NLAANVRAGE7907009,A patent/NL187197C/en not_active IP Right Cessation
- 1979-09-21 AU AU51083/79A patent/AU532793B2/en not_active Expired
- 1979-09-21 BR BR7906050A patent/BR7906050A/en not_active IP Right Cessation
- 1979-09-24 DE DE2954583A patent/DE2954583C2/de not_active Expired - Lifetime
- 1979-09-24 DE DE2954582A patent/DE2954582C2/de not_active Expired - Lifetime
- 1979-09-24 LU LU81716A patent/LU81716A1/en unknown
- 1979-09-24 GB GB8201453A patent/GB2099966B/en not_active Expired
- 1979-09-24 EG EG56579A patent/EG15033A/en active
- 1979-09-24 IT IT68858/79A patent/IT1119172B/en active
- 1979-09-24 DE DE19792938538 patent/DE2938538A1/en active Granted
- 1979-09-24 AT AT0624779A patent/AT384972B/en not_active IP Right Cessation
- 1979-09-24 GB GB7932972A patent/GB2031567B/en not_active Expired
- 1979-09-25 FR FR7923824A patent/FR2436923A1/en active Granted
- 1979-09-25 AR AR278195A patent/AR223350A1/en active
- 1979-09-25 MX MX179402A patent/MX151178A/en unknown
-
1980
- 1980-05-29 ES ES491958A patent/ES8102867A1/en not_active Expired
- 1980-05-29 ES ES491959A patent/ES8102868A1/en not_active Expired
- 1980-08-07 AR AR282086A patent/AR223061A1/en active
- 1980-08-07 AR AR282087A patent/AR222717A1/en active
-
1984
- 1984-08-10 SE SE8404062A patent/SE455052B/en not_active IP Right Cessation
- 1984-08-10 SE SE8404063A patent/SE455053B/en not_active IP Right Cessation
-
1989
- 1989-10-04 NL NL8902464A patent/NL8902464A/en active Search and Examination
-
1990
- 1990-07-23 JP JP2194674A patent/JPH03114640A/en active Granted
- 1990-07-23 JP JP2194675A patent/JPH03114641A/en active Granted
- 1990-07-23 JP JP2194676A patent/JPH03114642A/en active Granted
-
1994
- 1994-02-07 JP JP6013545A patent/JPH0775771B2/en not_active Expired - Lifetime
Also Published As
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8902464A (en) | FIRE-RESISTANT PLATE FOR A SLIDE VALVE. | |
US4415103A (en) | Full throttle valve and method of tube and gate change | |
US4545512A (en) | Full throttle valve and method of tube and gate change | |
KR860001332B1 (en) | Hot sprue valve and mold assembly for an injection molding machine and a method for controlling flow of molten material | |
EP0506025B1 (en) | Metal diecasting apparatus with heated duct and parted mold | |
US3866806A (en) | Operating mechanism for slidable gates and method of operating slide gate | |
EP0614744A1 (en) | Molding devices | |
US20200391280A1 (en) | Method and apparatus for forming sand molds via top and bottom pneumatic sand filling perpendicular to the pattern plate | |
US5688425A (en) | Submerged nozzle changing apparatus | |
NL193447C (en) | Shut-off valve for controlling the flow of liquid metal. | |
SU1428183A3 (en) | Side gate for metallurgical resevroirs | |
KR101054866B1 (en) | Die casting device | |
KR20000005942A (en) | Strip casting apparatus | |
CA2821987C (en) | Die casting machine | |
US4828480A (en) | Sprue bushing with automatically activated gate | |
KR20190072810A (en) | Nozzle device for laddle | |
KR20040100902A (en) | Vertical injection machine using gravity feed | |
AU2001289630B2 (en) | Method and device for rising casting with a sliding closure that is mounted on the mould frame | |
SI20682A (en) | Arrangement for equipment related to horizontal, continuous casting of metal | |
JP3457715B2 (en) | Nozzle holder unit for molding dies | |
GB2096748A (en) | Sliding gate valve | |
NL8102914A (en) | Liquid flow control mechanism - by opening and closing a tube | |
RU2751196C2 (en) | Bucket slide shutter | |
JP2003285144A (en) | Immersion nozzle device for continuous casting | |
JPS595386B2 (en) | Spool cutting device in die casting machine |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1A | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
DNT | Communications of changes of names of applicants whose applications have been laid open to public inspection |
Free format text: USX ENGINEERS AND CONSULTANTS, INC. |
|
BN | A decision not to publish the application has become irrevocable |