NL8902376A - Uit schuimmateriaal bestaande geluiddempende bekleding. - Google Patents

Description

Uit schuimmateriaal bestaande geluiddempende bekleding.

De uitvinding heeft betrekking op een uit schuimmateriaal bestaande geluiddempende bekleding met aan een brede zijde een gelijkmatige reliëfstructuur, die uit in rijen achter elkaar aangebrachte vierhoekige velden bestaat, waarbij de vierhoekige velden een aantal evenwijdig aan elkaar verlopende wiggen met daartussen gelegen dalen omvatten en waarbij de wiggen en dalen van elk veld dwars op de wiggen en dalen van alle zijdelings aangrenzende velden verlopen.

Een dergelijke geluiddempende bekleding, waarbij de reliëfstructuur uit een groot aantal gelijkmatig verdeeld aangebrachte tapse ribben bestaat, is bekend uit het Franse octrooi-schrift 2 264 346. De vorm van deze isolatieplaten is zodanig dat ze niet verliesvrij door toepassing van een middensnede geproduceerd kunnen worden, zoals bijvoorbeeld bij zogenaamde noppenplaten het geval is. Hierbij wordt de reliëfstructuur aangebracht door aan beide zijden van een plaat schuimmateriaal de plaat met een matrijs samen te drukken en de samengedrukte plaat in het vlak midden tussen de matrijzen door te snijden. De matrijzen zijn daarbij voorzien van ten opzichte van de andere matrijs verschoven uitsteeksels. Hierdoor wordt door deze uitsteeksels in de plaat op verschillende plaatsen de plaat naar de ene of de andere kant samengedrukt en ten opzichte van de middensnede verschoven. Na het verlaten van het snijgebied richten de samendrukkingszones zich weer op, waarbij afwisselend indrukkingen en uitsteeksels optreden. Deze noppenplaten hebben echter een slechts geringe geluiddempende werking.

Het oogmerk van de uitvinding is de geluiddempende plaat met opstaande wiggen een zodanige vorm te geven dat de plaat met de middensnede verliesvrij gesneden kan worden, zodat twee geluiddempende platen uit één plaat schuimmateriaal verkregen worden.

Volgens de uitvinding wordt een geluiddempende plaat van het in het voorgaande genoemde type verschaft, die opti male geluiddempende eigenschappen bezit maar toch verliesvrij vervaardigd kan worden, en die het kenmerk heeft, dat de geluiddempende bekleding vervaardigd is uit geluiddempende platen met behulp van de middensnedewerkwijze en dat diametraal tegenover elkaar gelegen velden afwisselend ten opzichte van elkaar een in spiegelbeeld congruent profiel vormen. Door deze wijze van ordening en structuur worden optimaal geluiddempende plaathelften volledig verliesvrij tot stand gebracht. Dit leidt tot een gunstige vervaardiging, waarna de afzonderlijke platen op niet storende wijze aaneengevoegd worden.

De voorkeursuitvoering van de hier voorgestelde geluiddempende bekleding is aldus, dat de wiggen van het ene veld een convex gewelfde kruinkant en de dwars daarop verlopende ribben van het andere veld een concaaf gebogen kruinkant bezitten en dat de beide zijzones van elke veldrij gevormd worden door doorlopende wiglijnen. Dergelijke isolatieplaten met een afwisselend ten opzichte van elkaar negatief-positief profiel hebben een gunstig geluiddempend effect en door de doorlopende wig wordt een redelijk handzaam element verkregen.

De uitvinding zal aan de hand van een uitvoerings-voorbeeld in het volgende nader worden toegelicht.

Fig. 1 toont in perspectief een concave geluiddempende plaat, waaruit de geluiddempende bekleding samengesteld wordt.

Fig» 2 is een doorsnede volgens de lijn II-II in fig. 1.

Fig. 3 is een doorsnede volgens de lijn III-III in fig. 1.

Fig. 4 toont in perspectief de convexe tegenhanger van de geluiddempende plaat van fig. 1.

De geluiddempende plaat volgens fig. 1 en 4 beslaat ongeveer een vierde deel van een handelsmaat van 43 x 43 cm. Dit schaakbordvormig verdeelde oppervlak bezit 36 vierkante afzonderlijke velden F. Ter verduidelijking is een oppervlak ter grootte van een veld in een hogergelegen vlak geprojecteerd en met arcering aangegeven.

De zijden van de vierhoekige velden F zijn met s aangegeven. Deze velden F sluiten in rijen op elkaar aan en vormen een aantal evenwijdig aan elkaar verlopende wiggen 8. De wiggen zijn door diep insnijdende, kerfvormige dalen 9 duidelijk van elkaar gescheiden.

Het richtingsverloop van de afzonderlijke wiggroe-pen en dalgroepen is zodanig, dat de wiggen 8 en de dalen 9 van een veld F dwars op de wiggen en dalen van alle aan de zijden s aangrenzende velden verlopen.

De wiguiteinden van een rij wiggen monden met hun gehele dwarsdoorsnedebreedte uit in de wigflahk 8' van de zich daarvoor dwars uitstrekkende wig 8. Deze de dalen 9 derhalve afsluitende wig strekt zich hier in een doorlopende, met de basisindeling van de velden corresponderende wiglijn x-x uit, die ais scheidingslijn van de aangrenzende wiggen gebruikt wordt. De kruinkant daarvan verloopt overeenkomstig de zijdelingse toeloop van de wiggen 8 van de aangrenzende velden doorlopend golfvormig en in hoofdzaak op één hoogte blijvend. Tussen elk toelooppunt P zakt deze wiglijn duidelijk zadelvormig respectievelijk concaaf.

De voetbreedte B van de wiggen 8 komt ongeveer overeen met de halve wighoogte, waarvan de minimale hoogte met H is aangeduid en naar de toelooppunten toe nog iets toeneemt. De wig-flankhoek α bedraagt ongeveer 13*. De blokdikte kan in aanzienlijke mate variëren. Deze blokdikte is in hoofdzaak afhankelijk van de tot stand te brengen wighoogte, dat wil zeggen van het daartoe noodzakelijke aanvankelijke samendrukkingsvolume voor de vanaf de blokbreedtevlakken binnendringende, de structuur vormende gereedschappen.

De in fig. 1 weergegeven reliëfstructuur leidt tot een concave plaat en de in fig. 4 voorgestelde in spiegelbeeld congruente plaat is convex. Deze platen hebben derhalve afwisselend ten opzichte van elkaar een negatief-positief profiel.

De wiggen 8 van het ene veld F bezitten en convex gewelfd kruinkant 8*' en de dwars daarop verlopende wiggen 8 van het andere veld F een concaaf gebogen kruinkant 8''' zoals in fig. 1 en 4 gezien wordt.

De wiggen 8 verbreden zich naar het basisvlak toe.

De in de doorsnederichting volgens de lijnen II-II en III-III verlopende, door de doorlopende wiglijnen x-x zijdelings begrensde veldrij vertonen de in fig. 2 en 3 weergegeven vorm, waarbij de aangrenzende velden respectievelijk veldrijen overeenkomstig gestructureerd zijn.

Claims (3)

1-. Uit schuimmateriaal bestaande geluiddempende bekleding met aan een brede zijde een gelijkmatige reliëfstructuur, die uit in rijen achter elkaar aangebrachte vierhoekige velden bestaat, waarbij de vierhoekige velden een aantal evenwijdig aan elkaar verlopende wiggen met daartussen gelegen dalen omvatten en waarbij de wiggen en dalen van elk veld dwars op de wiggen en dalen van alle zijdelings aangrenzende velden verlopen, met het kenmerk, dat de geluiddempende bekleding vervaardigd is uit geluiddempende platen met behulp van de middensnedewerkwijze en dat diametraal tegenover elkaar gelegen velden (F) afwisselend ten opzichte van elkaar een in spiegelbeeld congruent profiel vormen.

2, Geluiddempende bekleding volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de wiggen (8) van het ene veld (F) een convex gewelfde kruinkant (811) en de dwars daarop verlopende wiggen (8) van het andere veld (F) een concaaf gebogen kruinkant (8111) vertonen.

3. Geluiddempende bekleding volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de beide zijzones van elke veldrij door doorlopende wiglijnen (x-x) gevormd zijn.