NL8902294A - Werkwijze voor het vervaardigen van een uit optische vezels samengestelde vezelbundel. - Google Patents
Werkwijze voor het vervaardigen van een uit optische vezels samengestelde vezelbundel. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8902294A NL8902294A NL8902294A NL8902294A NL8902294A NL 8902294 A NL8902294 A NL 8902294A NL 8902294 A NL8902294 A NL 8902294A NL 8902294 A NL8902294 A NL 8902294A NL 8902294 A NL8902294 A NL 8902294A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- fibers
- face
- fiber
- fiber bundle
- refractive index
- Prior art date
Links
Classifications
-
- G—PHYSICS
- G02—OPTICS
- G02B—OPTICAL ELEMENTS, SYSTEMS OR APPARATUS
- G02B6/00—Light guides; Structural details of arrangements comprising light guides and other optical elements, e.g. couplings
- G02B6/04—Light guides; Structural details of arrangements comprising light guides and other optical elements, e.g. couplings formed by bundles of fibres
- G02B6/06—Light guides; Structural details of arrangements comprising light guides and other optical elements, e.g. couplings formed by bundles of fibres the relative position of the fibres being the same at both ends, e.g. for transporting images
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T156/00—Adhesive bonding and miscellaneous chemical manufacture
- Y10T156/10—Methods of surface bonding and/or assembly therefor
- Y10T156/1052—Methods of surface bonding and/or assembly therefor with cutting, punching, tearing or severing
Landscapes
- Physics & Mathematics (AREA)
- General Physics & Mathematics (AREA)
- Optics & Photonics (AREA)
- Optical Fibers, Optical Fiber Cores, And Optical Fiber Bundles (AREA)
Description
T.n.v. N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven Werkwijze voor het vervaardigen van een uit optische vezels samengestelde vezelbundel.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een uit optische vezels met een kern en een mantel samengestelde vezelbundel met een eerste en een tweede eindvlak waarbij de vezels eerst in hoofdzaak naast elkaar worden aangebracht en vervolgens, ter plaatse van het te vormen tweede eindvlak worden gerangschikt tot een bundel waarvan de doorsnede overeenkomt met een gewenste vorm van het tweede eindvlak, en welke vezels tenslotte op de gewenste lengte worden gebracht.
Een dergelijke vezelbundel wordt bijvoorbeeld gebruikt, in een apparaat voor het aftasten van een dokument. Daarbij wordt het dokument. onder het eerste eindvlak van de vezelbundel gebracht en een afbeelding van het deel van het dokument dat onder dat eindvlak ligt via de vezelbundel naar een bij het tweede eindvlak aangebracht detektie-stelsel overgebracht. Door een lijnvormig eerste eindvlak van de vezelbundel is dit einde geoptimaliseerd voor het aftasten van het dokument over de volle breedte, terwijl door de andere rangschikking van de vezels de vorm van het tweede eindvlak geoptimaliseerd is voor het detektie-stelsel. Daardoor kan een, door massa-fabrikage goedkoop zijnde, detektie-stelsel gebruikt worden zoals een CCD-opneemelement voor een videokamera. Een inrichting voor het aftasten van dokumenten waarin zich een dergelijke vezelbundel bevindt is beschreven in OS-A 4 570 063.
De gebruikte vezels kunnen zowel zogenaamde “step-index" als "graded-index" vezels zijn, en vervaardigd zijn uit ieder geschikt materiaal, bijvoorbeeld glas, kwarts of een kunststof als poly-met.hyl-metacrylaat.
Een werkwijze volgens de aanhef is bekend uit. "Patent.
Abstracts of Japan", Vol. 7 No. 249 (p-234) [1394], Kokai No. JP-A 58-132705. Hierin is een werkwijze beschreven waarbij een optische vezel rond een trommel wordt gewonden, de windingen met behulp van een kleefstof met. elkaar worden verbonden en vervolgens worden losgesneden zodat een uit optische vezels samengesteld vel ontstaat. Van iedere vezel wordt, vervolgens een uiteinde uit het vel losgemaakt. en in een opening van een rechthoekig rooster geplaatst, de vezels worden weer met een kleefstof ten opzichte van elkaar gefixeerd en het aldus gevormde rechthoekige eindvlak wordt vlak gemaakt en gepolijst.
Deze bekende werkwijze is omslachtig en dus duur. Nadat het uit optische vezels gevormde vel losgemaakt is van de trommel moet iedere vezel afzonderlijk in het rooster worden aangebracht. Omdat een dergelijke vezelbundel een zeer groot aantal vezels bevat is deze bewerking tijdrovend, het standaard aantal voor bijvoorbeeld een facsimile apparaat (groep 3 volgens de CCITT normen) is 1728. Tevens is dit proces niet kontinu. Nadat de vezel rond de trommel is gewonden moet de trommel gestopt worden om het vervaardigde vel te verwijderen. Verder wordt iedere vezel in de vezelbundel twee maal afgesneden, namelijk nadat de vezel om de trommel is gewonden en vervolgens nadat de vezels in het rooster zijn geplaatst. De vezels in het gevormde vel hebben een gelijke lengte terwijl in een op deze wijze gevormde vezelbundel de vezels van ongelijke lengte zijn. Dit. kan problemen opleveren bij het spanningsvrij aanbrengen van de vezels in de bundel en levert gezien het grote aantal vezels, een niet onaanzienlijk materiaalverlies op.
Een doel van de uitvinding is onder meer een werkwijze voor het vervaardigen van een vezelbundel te verschaffen waarbij de bezwaren van de uit. JP-A 58-132705 bekende werkwijze niet optreden. Daartoe heeft de werkwijze volgens de uitvinding het kenmerk dat. de gewenste doorsnede ter plaatse van het te vormen tweede eindvlak wordt verkregen door de vezels met behulp van ten minste één schuiforgaan samen te schuiven.
Hierdoor wordt eerst de vezelbundel in de gewenste vorm gebracht, en worden de vezels gezamenlijk en niet .ieder afzonderlijk, op de juiste positie in het te vormen tweede eindvlak gebracht. De werkwijze kan gebruik maken van een enkel schuiforgaan zodat een vezelbundel ontstaat, waarbij het. tweede eindvlak asymmetrisch ten opzichte van het eerste eindvlak is geplaatst. Om een symmetrische vezelbundel te verkrijgen kunnen twee schuiforganen worden gebruikt die tegenover elkaar aan weerszijden van de bundel naar elkaar toe worden geschoven.
De werkwijze volgens de uitvinding heeft als verder kenmerk dat de vezels in het vlak worden gebracht vanaf opslagmiddelen, dat vervolgens de vezels in de gewenste doorsnede ter plaatse van het te vormen tweede eindvlak worden samengeschoven en in deze rangschikking gefixeerd en dat tenslotte de gefixeerde vezels van de resterende vezels in de opslagmiddelen worden losgesneden. Door de vezels in de vezelbundel pas nadat deze gevormd is los te snijden van de vezels in het opslagmedium wordt materiaalverlies voorkomen en hoeft tevens .iedere vezel slechts één maal doorgesneden te worden.
Bij voorkeur heeft de werkwijze volgens de uitvinding als verder kenmerk dat gebruik gemaakt wordt van ten minste twee schuiforganen die in de lengterichting van de vezels naast elkaar geplaatst zijn, aan weerszijden van het te vormen tweede eindvlak.
Op deze wijze worden twee vezelsbundels gelijktijdig vervaardigd en losgesneden. Hierdoor kan het proces vrijwel kontinu en ongestoord door de uit te voeren stappen doorgang verrichten.
Een bijzonder attraktieve uitvoering van de werkwijze volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat de vezels pakketsgewijs tot de gewenste doorsnede samengeschoven worden. Hierbij worden, in het vel naast elkaar liggende vezels ook naast elkaar in het tweede eindvlak gerangschikt. Hierdoor is van te voren bepaald welke positie een vezel in het tweede eindvlak krijgt. Het is dan niet nodig om, nadat de vezelbundel vervaardigd is, een meting uit te voeren om de associatie van de vezeluiteinden in beide eindvlakken te bepalen. Volgens de uitvinding kan het pakketgewijs samenschuiven verkregen worden door de vezels op een speciale kam te leggen alvorens de vezels samen te schuiven.
Een andere wijze om de vezels geordend in het te vormen tweede eindvlak te rangschikken heeft het kenmerk dat alvorens de schuiforganen naar elkaar toe worden geschoven de vezels door een aantal paren vingers worden omvat waarbij ieder van de vingerparen een aantal vezels omvat, waarna de vingerparen worden gedraaid rond een as die ongeveer evenwijdig aan de vezels gericht is.
De vingerparen bestaan bijvoorbeeld uit een basis waarop twee evenwijdige vingers zijn geplaatst. De vezels kunnen tussen de vingers worden doorgetrokken of de vingers kunnen, nadat de vezels zijn opgespannen aan weerszijde van de nog losliggende vezellaag worden aangebracht, bijvoorbeeld door een van de vingers tussen twee vezels door de vezellaag heen te steken.
Een derde alternatief voor het vormen van pakketten van vezels die worden samengeschoven heeft het kenmerk dat in een te vormen laag vezels een aantal ongeveer loodrecht op het vlak van de vezels staande stiften worden aangebracht, en dat de vezels tussen de stiften worden doorgetrokken zodat de vezels in een aantal geordende pakketten worden gerangschikt.
De werkwijze volgens de uitvinding kan verder als kenmerk hebben dat nadat de vezels op de gewenste lengte zijn gebracht, het tweede eindvlak wordt voorzien van een optisch stelsel voor het in dat eindvlak inkoppelen van licht. Door een dergelijk optisch stelsel wordt een efficiënte overdracht van licht naar de vezelbundel verkregen om daarmee het relevante deel van het af te tasten dokument te belichten. Ook kan de werkwijze als kenmerk hebben dat het tweede eindvlak van een optisch stelsel wordt voorzien voor het afbeelden van het tweede eindvlak in een afbeeldingsvlak op enige afstand van het tweede eindvlak. Een dergelijke met de vezelbundel vast verbonden afbeeldingsoptiek draagt bij tot een met weinig lichtverlies gepaard gaande afbeelding van het tweede eindvlak op het detektiestelsel, en een optimale aanpassing tussen het oppervlak van het detektiestelsel en het tweede eindvlak.
Bij voorkeur wordt hiervoor een materiaal gebruikt waarvan de brekingsindex nagenoeg overeenkomt met de brekingsindex van het kernmateriaal van de vezels. Reflekties aan de vezeluiteinden worden dan voorkomen en oneffenheden opgevuld zodat het niet nodig is om de vezels nauwkeurig tot een gelijke lengte te polijsten.
De werkwijze volgens de uitvinding kan als verder kenmerk hebben dat de vezeluiteinden aan het eerste eindvlak worden afgeschuind en dat vervolgens op dat eindvlak een transparant folie wordt aangebracht. Door de vezels van een schuin uiteinde en een transparante plaat of folie te voorzien wordt het licht dat aan het vezeluiteinde gereflekteerd wordt slechts gedeeltelijk teruggekaatst en het teruggekaatste licht valt slechts voor een deel binnen de numerieke apertuur van de vezel zodat slechts een deel zich in de vezel kan voortplanten en het detektiestelsel kan bereiken. Bovendien biedt de transparante plaat bescherming aan de vezeluiteinden.
De werkwijze heeft bij voorkeur verder het kenmerk dat een transparante plaat op het eerste eindvlak wordt bevestigd met behulp van een transparante kleefstof die, na uitharding, een brekingsindex heeft die nagenoeg gelijk is aan de brekingsindex van het kernmateriaal van de optische vezels. Door een dergelijke kleefstof te gebruiken kan het tot een gelijke lengte polijsten van de vezeluiteinden achterwege blijven. Ook wordt Fresnel-reflektie aan de vezeluiteinden voorkomen.
Deze hiervoor beschreven en andere (meer gedetaileerde) aspekten van de werkwijze volgens de uitvinding worden aan de hand van de tekeningen nader toegelicht.
De tekeningen illustreren enkele voorbeelden van de werkwijze volgens de uitvinding waarbij in figuren 1a en 1b de werking van de schuiforganen wordt geïllustreerd; figuur 2 toont op welke wijze twee vezelbundels gelijktijdig kunnen worden vervaardigd; figuur 3 een speciale kam toont om de vezels pakketsgewijs samen te schuiven; figuren 4a en 4b en het gebruik van vingerparen, en van stiften toont voor het tot pakketten samenvoegen van de vezels; figuren 5a en 5b weergeven op welke wijze een transparante plaat aan het eerste eindvlak van de vezelbundel is aangebracht; en figuur 6 een vezelbundel toont met een optisch stelsel voor het inkoppelen van licht en het afbeelden van het tweede eindvlak op het detektiestelsel.
In figuur 1a is een uit optische vezels samengestelde laag 10 weergegeven. De laag 10 wordt gevormd door een groot aantal in één laag of in enkele lagen, naast elkaar aangebrachte vezels. Deze vezels zijn een deel van lange vezels die zich bevinden in een opslagmedium, bijvoorbeeld een aantal spoelen. De vezels kunnen individueel op spoelen zijn aangebracht of samengevoegd zijn in vlakke banden die ieder bijvoorbeeld 10 of 12 vezels bevatten of een veelvoud daarvan.
Nabij hun uiteinden zijn de vezels ingeklemd tussen twee houders 11 en 12, en worden over een afstand, die ongeveer overeenkomt met de lengte van de te vormen vezelbundel tussen twee schuiforganen 21 en 22 doorgetrokken, De afstand tussen de schuiforganen is ten minste gelijk aan de breedte van de vezelbundel. De schuiforganen rusten op een ondersteuning 23 waarover ze, met behulp van een niet getekende aandrijving in de richting van de pijlen 24 en 25 naar elkaar toe kunnen worden bewogen.
Door de schuiforganen naar elkaar toe te bewegen worden de vezels, ter plaatse van de schuiforganen, samengeschoven tot een bundel met een rechthoekige doorsnede, zoals weergegeven in figuur 1b.
De extra vezellengte die hiervoor nodig is, vooral van de vezels aan de rand, wordt verkregen door het verder afspoelen van de vezels uit het opslagmedium.
Nadat met behulp van de schuiforganen 21 en 22 de vezelbundel de gewenste doorsnede heeft gekregen wordt de vezel in de bundel gefixeerd, bijvoorbeeld door een kleefstof te injekteren en die uit te laten harden. Tenslotte wordt de vezelbundel op de gewenste lengte doorgesneden op een positie die schematisch met een mes 31 is aangegeven. Een andere methode om de vezels los te maken, bijvoorbeeld zagen of slijpen kan uiteraard ook worden toegepast. Opgemerkt wordt dat de vezels alleen aan de uiteinden gefixeerd hoeven te zijn, het gedeelte tussen de uiteinden van iedere vezel kan, indien gewenst, zonder enige fixatie vrij hangen.
De gefixeerde en losgesneden vezelbundel wordt vervolgens verder bewerkt. De uiteinden van de vezels in het opslagmedium waarvan de bundel is losgesneden worden vervolgens weer tussen houders 11 en 12 vastgeklemd zodat op de hiervoorbeschreven wijze een volgende uitwaaierende vezelbundel gemaakt kan worden uit de in het opslagmedium 20 ondergebrachte vezels. Bij een geschikt ontwerp van de inrichting waarmee de werkwijze wordt uitgevoerd, leent de uitgevonden werkwijze zich goed voor het in een cyclus kontinu uitvoeren van de werkwijze voor het vervaardigen van vezelbundels.
Behalve een rechthoekige doorsnede kan de vezelbundel ter plaatse van het tweede eindvlak ook een andere, bijvoorbeeld cirkelvormige doorsnede krijgen door een aangepaste vorm van de schuiforganen. Door één van de schuiforganen vast te houden en alleen de andere te bewegen kan een vezelbundel worden verkregen waarvan het tweede eindvlak asymmetrisch geplaatst is ten opzichte van het eerste eindvlak.
Tenslotte kan een vezelbundel worden gemaakt waarvan het tweede eindvlak gedraaid is ten opzichte van het eerste eindvlak. Deze wordt verkregen door de ondersteuning 23 van de schuiforganen en de houders 11 en 12 ten opzichte van elkaar te roteren voordat de vezels in de bundel gefixeerd worden en afgesneden.
In figuur 2 is een werkwijze getoond waarmee twee vezelbundels gelijktijdig kunnen worden verkregen. Met behulp van twee houders 11 en 12 wordt een laag vezels tussen twee paar schuiforganen 21, 22 en 27, 2P doorgetrokken. De paren schuiforganen zijn in de lengterichting van de vezels naast elkaar geplaatst, zodat, na het samenschuiven van de vezels een deel 18 van de vezelbundel een uniforme doorsnede heeft. Aan de zijde van het opslagmedium worden de vezels naast elkaar in hun positie vastgehouden tussen twee paar houders 13, 14 en 1Γ, 12'. De schuiforganen 21, 22 en 27, 28 worden vervolgens naar elkaar toe geschoven over de respektievelijke ondersteuningen 23 en 26 en de vezels ten opzichte van elkaar gefixeerd, bijvoorbeeld met een kleefstof, en op de posities die schematisch met messen 31 en 32 zijn aangegeven doorgesneden of geslepen. Op deze wijze worden twee vezelbundels gelijktijdig vervaardigd. Nadat de vervaardigde vezelbundels zijn verwijderd worden, met behulp van de houders 11' en 12', opnieuw delen van de vezel van het opslagmedium getrokken, en tussen de, weer uit elkaar geschoven schuiforganen doorgetrokken.
Daarbij nemen de houders 11' en 12' dezelfde rol aan als de houders 11 en 12 in de voorgaande cyclus. De schuiforganen 21 en 27, en de schuiforganen 22 en 28 kunnen op dezelfde ondersteuning zijn aangebracht en door hetzelfde mechanisme aangedreven worden.
Zonder verdere maatregelen zullen, tijdens het samenschuiven, de vezels ongeveer willekeurig in de samengeschoven vezelbundel verdeeld worden. Dit betekent dat het onbekend is waar het tweede uiteinde van een vezel, waarvan het eerste uiteinde op een zekere plaats in het eerste eindvlak ligt, zich bevindt. Na vervaardiging van de vezelbundel is dus een meetstap nodig om de associatie tussen de vezeleinden te bepalen. Deze meetstap kan achterwege blijven als het samenschuiven op een wijze geschiedt waarbij de vezels pakketsgewijs en kontroleerbaar samengeschoven worden.
In figuur 3 is een kam 40 weergegeven waarop de vezels voor het samenschuiven rusten. In de inrichting bevindt een dergelijke kam zich naast de schuiforganen, bij voorkeur aan weerszijden daarvan.
De kam 40 bevat een centraal gedeelte 41 waarvan de breedte gelijk is aan de breedte van het te vormen tweede eindvlak van de bundel. Aan weerszijde van het centrale gedeelte bevinden zich plateaus 42, 42'; 43, 43'; 44, 44' etc, waarvan de breedte de helft bedraagt van de breedte van het centrale gedeelte. Tussen de plateaus 42 en 42' en het centrale gedeelte 41, en tussen de plateaus onderling bestaat een hoogteverschil dat ongeveer gelijk is aan de diameter van de vezels. Als de schuiforganen langs de kam naar elkaar toe bewegen glijden de vezels die op verschillende plateaus liggen over elkaar zodat de onderlinge positie van naast elkaar gelegen vezels gehandhaafd blijft. Vezels op naast elkaar liggende plateaus worden over elkaar geschoven. Door deze werkwijze is van tevoren bepaald waar een vezel in het tweede eindvlak terecht komt.
Hetzelfde effekt kan worden verkregen door de schuiforganen een daartoe geschikte vorm te geven of uit een aantal suborganen samen te stellen, waardoor de vezels ook pakketsgewijs over elkaar geschoven worden. Het pakketsgewijs verschuiven is uitermate goed toepasbaar wanneer de vezels reeds in vlakke banden zijn samengevoegd.
Zo kunnen bijvoorbeeld 1728 vezels worden samengebracht in een bundel met een rechthoekige doorsnede die bestaat uit 36 lagen in ieder waarvan 4 banden naast elkaar liggen met daarin 12 naast elkaar liggende vezels. Ook kunnen 36 lagen van één band met ieder 48 vezels worden toegepast. Het samenvoegen van vezels tot banden is op zichzelf bekend. Een werkwijze daarvoor is bijvoorbeeld beschreven in US-A 4 720 165.
In figuur 4 zijn een viertal vingerparen weergegeven. Van ieder paar zijn de twee evenwijdige vingers 45 en 46 bevestigd op een basis 47. De basis 47 is samen met de vingers 45 en 46 draaibaar rond een as 48, waarvan de richting ongeveer evenwijdig is met die van de vezels in de nog niet gefixeerde laag 10. Als de vezels binnen de twee vingers 45 en 46 gebracht, zijn roteert het vingerpaar rond de as zodat een pakket geordende vezels ontstaat. De diverse pakketten vezels worden vervolgens zoals in figuur 4b aangegeven door twee schuiforganen 21 en 23 samengeschoven.
De in figuur 4b getoonde konfiguratie van een aantal pakketten vezels waarbinnen de vezels boven elkaar zijn gerangschikt kan ook worden verkregen door de vezels tussen een aantal stiften door te trekken. Deze stiften zijn niet draaibaar maar stabiel, en zijn van ongeveer dezelfde afmetingen en vervullen dezelfde rol als de vingers 45 en 46.
Nadat de vezelbundels vervaardigd zijn dienen ze te worden voorzien van optische elementen voor het in- en uitkoppelen van licht. Aan het eerste eindvlak kan daartoe een vlakke plaat worden aangebracht. Bij voorkeur is deze plaat van een slijtvast materiaal, bijvoorbeeld glas. De plaat wordt, aangebracht met een kleefstof die, na uitharding, ongeveer dezelfde brekingsindex heeft als het kernmateriaal van de vezels. In dat geval treedt geen reflektie op aan het grensvlak tussen kleefstof en vezelkern, zodat het op exact gelijke lengte brengen en vlak polijsten van de vezeluiteinden achterwege kan blijven omdat de oneffenheden worden opgevuld door de kleefstof. Als kleefstof wordt bij voorkeur een, onder invloed van UV-licht of warmte uithardende materiaal gebruikt. Bij vezels met een "graded-index" kern dient de brekingsindex van de kleefstof ongeveer binnen het bereik van de brekingsindices van het kernmateriaal liggen.
In figuren 5a en 5b is het eerste eindvlak 51 van de vezelbundel 50 getoond voorzien van een vlakke transparante plaat 52. De tussenliggende ruimte is opgevuld met een hars 53. De plaat 52 kan vervaardigd zijn van een materiaal dat een brekingsindex heeft die vrijwel gelijk is aan die van de hars 53, en het kernmateriaal van de vezels zodat nagenoeg geen Fresnel reflekties optreden aan het grensvlak. Ook kan de plaat 52 vervaardigd zijn van een materiaal met een lagere brekingsindex zodat de som van de reflekties aan beide vlakken van de plaat gereduceerd wordt. Bij voorkeur wordt de plaat 52 voorzien van een slijtvaste antireflektielaag 54 zodat reflekties aan de voorzijde minimaal zijn.
Bij voorkeur worden de uiteinden van de vezels, afgeschuind en wordt de plaat 52 aangebracht met een hoek ten opzichte van de as van de optische vezels. Hierdoor wordt het licht dat aan de voor- of achterzijde van de plaat 52 wordt gereflekteerd slechts van een deel in de kern van de vezels weerkaatst. Van dit deel valt slechts een gedeelte in met een hoek waarmee het zich in de vezels kan voortplanten. De rest valt buiten de numerieke apertuur en verlaat de vezels, via de mantel reeds na korte afstand. Voor vezels met als kernmateriaal poly-methyl-metarcylaat. met een brekingsindex van ongeveer 1,495 en mantelmateriaal met een brekingsindex van ongeveer 1,41 bedraagt de hoek ongeveer 20°.
Voor het inkoppelen van licht om het dokument te belichten, en voor het uitkoppelen van het door een dokument gereflekteerde licht wordt aan het tweede eindvlak van de vezel een optisch stelsel verbonden, bij voorkeur eveneens met een onder invloed van UV-licht. of warmte uithardende hars waarvan de brekingsindex ongeveer gelijk is aan de brekingsindex van het kernmateriaal van de vezels. Daardoor kan ook hier het polijsten van de vezeluiteinden achterwege blijven.
Zoals weergegeven in figuur 6 bestaat een dergelijk optisch stelsel bijvoorbeeld uit een kegelvormig gedeelte 71 voor het geleiden van licht uit lichtbronnen 75 naar het intreevlak 61 van de vezelbundel 60. Verder bevat het optisch stelsel een brekend vlak 72 waarmee het tweede eindvlak van de vezelbundel op een detektiestelsel 76 kan worden afgeheeld. Door een juiste keuze van de afmetigen van het kegelvormige gedeelte 71 en het materiaal waarvan het optisch stelsel wordt vervaardigd, in het bijzonder de brekingsindex, kan worden voorkomen dat. straling, afkomstig van de lichtbronnen 75 via reflektie aan het tweede eindvlak, of de daarop aangebrachte laag het detektiestelsel 76 bereikt.
Een volgens de uitvinding vervaardigde vezelbundel kan, behalve voor gelijktijdige belichting en detektie ook voor slechts één van deze doelen gebruikt worden. Ook andere toepassingsgebieden zijn denkbaar.
Claims (12)
1. Werkwijze voor het vervaardigen van een uit. optische vezels met een kern en een mantel samengestelde vezelbundel met een eerste en een tweede eindvlak waarbij de vezels eerst in hoofdzaak naast elkaar worden aangebracht en vervolgens, ter plaatse van het te vormen tweede eindvlak worden gerangschikt tot een bundel waarvan de doorsnede overeenkomt met een gewenste vorm van het tweede eindvlak, en welke vezels tenslotte op de gewenste lengte worden gebracht, met het kenmerk, dat de gewenste doorsnede ter plaatse van het te vormen tweede eindvlak wordt verkregen door de vezels met behulp van ten minste één schuiforgaan samen te schuiven.
2. Werkwijze volgens konklusie 1, met het kenmerk, dat de vezels in het vlak worden gerangschikt vanaf opslagmiddelen, dat vervolgens de gewenste doorsnede ter plaatse van het te vormen tweede eindvlak wordt gevormd en dat tenslotte de in deze rangschikking gefixeerde vezels van de resterende vezels in de opslagmiddelen worden losgesneden.
3. Werkwijze volgens konklusie 1 of 2, met het kenmerk dat gebruik gemaakt wordt van ten minste twee schuiforganen die in de lengterichting van de vezels naast elkaar geplaatst zijn, aan weerszijden van het te vormen tweede eindvlak.
4. Werkwijze volgens konklusie 1, 2 of 3, met het kenmerk dat de vezels pakketsgewijs tot de gewenste doorsnede samengeschoven worden.
5. Werkwijze volgens konklusie 4, met het kenmerk dat, alvorens de schuiforganen naar elkaar toe worden geschoven de vezels door een aantal paren vingers worden omvat waarbij ieder van de vingerparen een aantal vezels omvat, waarna de vingerparen worden gedraaid rond een as die ongeveer evenwijdig aan de vezels gericht is.
6. Werkwijze volgens konklusie 4, met het kenmerk da.t in een te vormen laag vezels, een aantal ongeveer loodrecht op het vlak van de vezels staande stiften worden aangebracht en dat de vezels tussen de stiften worden doorgetrokken zodat de vezels in een aantal geordende pakketten worden gerangschikt.
7. Werkwijze volgens konklusie 1, 2, 3, 4, 5 of 6 met het. kenmerk dat nadat de vezels op de gewenste lengte zijn gebracht het tweede eindvlak wordt voorzien van een optisch stelsel voor het in dat eindvlak inkoppelen van licht.
8. Werkwijze volgens konklusie 1, 2, 3, 4,5 of 6 met. het kenmerk dat het tweede eindvlak van een optisch stelsel wordt voorzien voor het afbeelden van het tweede eindvlak in een afbeeldingsvlak op enige afstand van het tweede eindvlak.
9. Werkwijze volgens konklusie 7 of 8, met het kenmerk dat het respektievelijke optisch stelsel aangebracht is op het tweede eindvlak met een materiaal waarvan de brekingsindex nagenoeg overeenkomt met de brekingsindex van het kernmateriaal van de optische vezels.
10. Werkwijze volgens konklusie 1, 2, 3, 5, 6, 7, 8 of 9 met het kenmerk dat de vezeluiteinden aan het eerste eindvlak worden afgeschuind en dat vervolgens het eerste eindvlak van een transparante plaat wordt voorzien.
11. Werkwijze volgens konklusie 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 of 10 met het kenmerk dat een transparante plaat op het eerste eindvlak wordt bevestigd met behulp van een transparante kleefstof die, na uitharding,een brekingsindex heeft die nagenoeg gelijk is aan de brekingsindex van het kernmateriaal van de optische vezels.
12. Vezelbundel voor toepassing in een inrichting voor het optisch aftasten van dokumenten vervaardigd volgens een van de voorgaande konklusies,
Priority Applications (5)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8902294A NL8902294A (nl) | 1989-09-14 | 1989-09-14 | Werkwijze voor het vervaardigen van een uit optische vezels samengestelde vezelbundel. |
US07/467,708 US5120387A (en) | 1989-09-14 | 1990-01-18 | Method of manufacturing a fiber bundle composed of optical fibers |
DE69020667T DE69020667T2 (de) | 1989-09-14 | 1990-09-10 | Verfahren zur Herstellung eines aus optischen Fasern hergestellten Faserbündels. |
EP90202401A EP0417857B1 (en) | 1989-09-14 | 1990-09-10 | Method of manufacturing a fiber bundle composed of optical fibers |
JP2242282A JP2996309B2 (ja) | 1989-09-14 | 1990-09-12 | 光ファイバーから成るファイバー バンドルおよびその製造方法 |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8902294 | 1989-09-14 | ||
NL8902294A NL8902294A (nl) | 1989-09-14 | 1989-09-14 | Werkwijze voor het vervaardigen van een uit optische vezels samengestelde vezelbundel. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8902294A true NL8902294A (nl) | 1991-04-02 |
Family
ID=19855306
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8902294A NL8902294A (nl) | 1989-09-14 | 1989-09-14 | Werkwijze voor het vervaardigen van een uit optische vezels samengestelde vezelbundel. |
Country Status (5)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US5120387A (nl) |
EP (1) | EP0417857B1 (nl) |
JP (1) | JP2996309B2 (nl) |
DE (1) | DE69020667T2 (nl) |
NL (1) | NL8902294A (nl) |
Families Citing this family (10)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL9100424A (nl) * | 1991-03-08 | 1992-10-01 | Nederland Ptt | Werkwijze voor het positioneren en fixeren van optische vezels in een optische vezelrij en een koppelinrichting voorzien van een dergelijke vezelrij. |
JP3186292B2 (ja) * | 1993-02-02 | 2001-07-11 | ソニー株式会社 | 高能率符号化方法及び装置 |
DE69323060T2 (de) * | 1993-03-18 | 1999-06-10 | Novartis Ag, Basel | Optische Detektorvorrichtung für die chemische Analyse von kleinen fluiden Probenvolumina |
JP3277699B2 (ja) * | 1994-06-13 | 2002-04-22 | ソニー株式会社 | 信号符号化方法及び装置並びに信号復号化方法及び装置 |
JP3341474B2 (ja) * | 1994-07-28 | 2002-11-05 | ソニー株式会社 | 情報符号化方法及び復号化方法、情報符号化装置及び復号化装置、並びに情報記録媒体 |
DE19539588A1 (de) * | 1995-10-25 | 1997-04-30 | Hoechst Ag | Verfahren zur Herstellung eines Bündels von Lichtwellenleiterfasern |
US7594845B2 (en) * | 2005-10-20 | 2009-09-29 | 3M Innovative Properties Company | Abrasive article and method of modifying the surface of a workpiece |
US7206483B1 (en) * | 2005-11-01 | 2007-04-17 | Hewlett-Packard Development Company, L.P. | Method of forming a plurality of optical waveguide bundles |
US20070116423A1 (en) * | 2005-11-22 | 2007-05-24 | 3M Innovative Properties Company | Arrays of optical elements and method of manufacturing same |
US10114163B1 (en) * | 2018-02-27 | 2018-10-30 | Taiwan Fiber Optics, Inc. | Optical component with image compensation |
Family Cites Families (16)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3523844A (en) * | 1967-01-20 | 1970-08-11 | Thomas & Betts Corp | Method and apparatus for making flexible multiconductor flat cable |
US3674914A (en) * | 1968-02-09 | 1972-07-04 | Photocircuits Corp | Wire scribed circuit boards and method of manufacture |
GB1275094A (en) * | 1968-08-22 | 1972-05-24 | Nippon Selfoc Co Ltd | Optical device for transmitting an image |
US3741839A (en) * | 1968-11-07 | 1973-06-26 | Y Komiya | Method of manufacturing flexible optical fiber strand for transmitting images and apparatus therefor |
US3607560A (en) * | 1969-05-15 | 1971-09-21 | American Optical Corp | Apparatus for making monofilament fiber optic ribbons for coherent fiberscopes |
US3819442A (en) * | 1972-04-04 | 1974-06-25 | Us Health Education & Welfare | Alignment techniques for fiber bundles |
US4090902A (en) * | 1973-05-23 | 1978-05-23 | Industrie Pirelli, S.P.A. | Optical fiber cable and manufacture thereof |
GB2073905A (en) * | 1980-04-15 | 1981-10-21 | Redifon Simulation Ltd | Lens and optic fibre systems for image projectors |
JPS58132705A (ja) * | 1982-02-03 | 1983-08-08 | Mitsubishi Rayon Co Ltd | 光学式センサ−ヘツドおよびその製造法 |
NL8202698A (nl) * | 1982-07-06 | 1984-02-01 | Philips Nv | Inrichting voor het optisch aftasten van een document. |
JPS5950408A (ja) * | 1982-09-17 | 1984-03-23 | Nippon Hikari Fiber Kk | 光フアイバ束の製造方法 |
JPS6073504A (ja) * | 1983-09-29 | 1985-04-25 | Seiko Epson Corp | 印写装置 |
US4720165A (en) * | 1985-02-25 | 1988-01-19 | Mitsubishi Rayon Company Ltd. | Optical fiber sheet and method and apparatus for fabrication thereof |
JPS63151907A (ja) * | 1986-12-16 | 1988-06-24 | Fujitsu Ltd | ガイドボ−ドを用いた光フアイバアレイ作成法 |
JPH01129201A (ja) * | 1987-11-16 | 1989-05-22 | Mitsubishi Rayon Co Ltd | 屈折率分布型レンズアレイ |
FR2627867B1 (fr) * | 1988-02-26 | 1990-08-03 | Baron Jackie Jean | Procede de fabrication d'un panneau ou capteur lumineux a fibres optiques et panneau ou capteur obtenu par ce procede |
-
1989
- 1989-09-14 NL NL8902294A patent/NL8902294A/nl not_active Application Discontinuation
-
1990
- 1990-01-18 US US07/467,708 patent/US5120387A/en not_active Expired - Fee Related
- 1990-09-10 EP EP90202401A patent/EP0417857B1/en not_active Expired - Lifetime
- 1990-09-10 DE DE69020667T patent/DE69020667T2/de not_active Expired - Fee Related
- 1990-09-12 JP JP2242282A patent/JP2996309B2/ja not_active Expired - Fee Related
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
US5120387A (en) | 1992-06-09 |
DE69020667D1 (de) | 1995-08-10 |
EP0417857B1 (en) | 1995-07-05 |
DE69020667T2 (de) | 1996-03-14 |
JP2996309B2 (ja) | 1999-12-27 |
JPH03107906A (ja) | 1991-05-08 |
EP0417857A1 (en) | 1991-03-20 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
CA1074280A (en) | Optical display apparatus and method | |
NL8902294A (nl) | Werkwijze voor het vervaardigen van een uit optische vezels samengestelde vezelbundel. | |
US4076378A (en) | Tapered fiber optic array | |
US3240106A (en) | Fiber optical scanning device | |
GB2142157A (en) | Fiber optic light coupling assemblies | |
JPH03132705A (ja) | 光導波路アレイ及びその製造方法 | |
US4589736A (en) | Two row reduction/enlargement gradient index lens array having square-ended fibers | |
CA1133294A (en) | Fiber optic connector | |
KR101406434B1 (ko) | 번들형 광섬유 프로브 | |
EP0078196B1 (fr) | Dispositif de préparation en nappe des extrémités de fibres optiques reparties autour d'une structure à symétrie axiale | |
NL8501024A (nl) | Werkwijze voor het vervaardigen van een bundel lichtgeleidende vezelgedeelten. | |
US3666587A (en) | Method of making a laminated light-conducting fiber material | |
US4194827A (en) | Fiber optical element imaging and illumination assembly | |
JPS6152611A (ja) | 光フアイバのコアから光を取出す装置 | |
WO1991016647A1 (en) | A precision focusing and locating collar for a fiber optic connector | |
Suto | Chalcogenide fiber bundle for 3D spectroscopy | |
US6324325B1 (en) | Thereof fiber interconnection apparatus and process for the preparation | |
EP0115874B1 (en) | Optical filter device | |
CA1246914A (en) | Connection of optical fibres by fusion splicing | |
EP0301702A2 (en) | Single mode star coupler | |
GB2228097A (en) | Single mode optical fibre star coupler | |
JPH03143069A (ja) | 画像読取装置 | |
FR2535858A1 (fr) | Perfectionnement aux dispositifs optiques d'impression de flans destines a l'emboutissage | |
JP2544768B2 (ja) | 光ファイバの融着接続装置 | |
JPH09311225A (ja) | 多芯光ファイバライトガイド |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
BV | The patent application has lapsed |